| Overheidsorganisatie | Gemeente Schijndel |
|---|---|
| Officiële naam regeling | Regeling horen bij bezwaar 2014 |
| Citeertitel | Regeling horen bij bezwaar 2014 |
| Vastgesteld door | geattribueerde functionaris |
| Onderwerp | financiën en economie |
| Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 01-10-2014 | 01-01-2019 | nieuwe regeling | 25-09-2014 | 14.030978 |
op basis van artikel 231, van de Gemeentewet en artikel 1, tweede lid van de Wet waardering onroerende zaken door Burgemeester en wethouders aangewezen, bij besluit van 17 februari 2009;
b e s l u i t
vast te stellen te stellen de volgende Regeling horen bij bezwaar 2014:
Deze beleidsregels gelden voor het horen van de belastingplichtigen, belanghebbenden en/of diens gemachtigde bij de afdoening van bezwaarschriften in de gevallen waarin de belastingplichtigen, belanghebbenden en/of diens gemachtigde een schriftelijk verzoek heeft ingediend te willen worden gehoord vóór de afdoening van het bezwaar.
Als een bezwaarschrift kennelijk niet-ontvankelijk of kennelijk ongegrond is, kan worden afgezien van het horen van de belastingplichtige, belanghebbende en/of diens gemachtigde.
Als materieel gezien volledig wordt tegemoetgekomen aan de bezwaren van de belastingplichtige, belanghebbende en/of diens gemachtigde, wordt deze niet gehoord.
Als belastingplichtige, belanghebbende en/of diens gemachtigde schriftelijk afziet van zijn eerder gedane verzoek te worden gehoord, wordt deze niet gehoord.
De reden waarom belastingplichtige, belanghebbende en/of diens gemachtigde niet is gehoord wordt vermeld in de uitspraak op het bezwaarschrift.
Ingeval artikel 5.2, noch artikel 5.3 of 5.4 toepassing vinden, wordt de belastingplichtige, belanghebbende en/of diens gemachtigde gehoord.
Het horen vindt voor zover mogelijk in beslotenheid plaats, met dien verstande dat belastingplichtige, belanghebbende en/of diens gemachtigde zich kan laten bijstaan door deskundigen.
1. Het horen geschiedt door de heffingsambtenaar.
2. De heffingsambtenaar kan andere ambtenaren van de gemeente Schijndel machtigen om namens hem te horen, met dien verstande dat de gemachtigde niet meer dan zijdelings betrokken is geweest bij het tot stand komen van de primaire aanslag of vastgestelde WOZ-waarde.
1. Indien in persoon wordt gehoord, geschiedt de hoorzitting in het gemeentehuis of op een door de heffingsambtenaar te bepalen plaats en op een door de heffingsambtenaar vast te stellen tijdstip.
2. De uitnodiging voor de hoorzitting op het gemeentehuis wordt minimaal 14 dagen voor de vastgestelde datum van de hoorzitting verzonden aan belastingplichtige, belanghebbende en/of diens gemachtigde, waarbij de volgende stukken worden bijgevoegd:
een concept van de uitspraak;
een antwoordkaart waarop belanghebbende de datum van de hoorzitting bevestigd, danwel in verband met verhindering op het vastgestelde tijdstip een alternatieve datum vermeldt.
3. De antwoordkaart moet binnen 14 dagen na verzending van de uitnodiging ingevuld en ondertekent worden teruggezonden.
4. Als de antwoordkaart niet wordt terug ontvangen, wordt dit beschouwd als het afzien van de hoorzitting als bedoeld in artikel 5.4.
1. In uitzondering op het gestelde in het voorgaande artikel kan de heffingsambtenaar in overleg met belastingplichtige, belanghebbende en/of diens gemachtigde besluiten om op locatie te horen, waarbij tijdens de hoorzitting een inpandige opname plaats vindt en de bevindingen daarvan ter plaatse worden vastgelegd en besproken.
2. Indien belastingplichtige, belanghebbende en/of diens gemachtigde specifiek verzoekt om telefonisch gehoord te worden komt de heffingsambtenaar aan dit verzoek tegemoet, tenzij zwaarder wegende belangen zich daartegen verzetten. Van zwaarder wegende belangen is in elk geval sprake, indien de heffingsambtenaar:
de hoorzitting op locatie wil houden als bedoeld in het 1e lid;
het gebruik van plattegronden, tekeningen, kaartmateriaal of vergelijkbare stukken, gelet op de aard van de onroerende zaak, noodzakelijk acht voor een goed verloop van de hoorzitting en een correcte afhandeling van het bezwaar;
tijdens de hoorzitting veel details wil bespreken en daarbij ook de non-verbale reactie van de belastingplichtige, belanghebbende en/of diens gemachtigde wil zien.
3. Ingeval van telefonisch horen verstrekt belastingplichtige, belanghebbende en/of diens gemachtigde vooraf het onbetaalde telefoonnummer waar hij op het door de heffingsambtenaar vastgestelde tijdstip direct bereikbaar is en zorgt er voor dat zijn omgeving ingericht is op een ongestoorde hoorzitting.
4. Als de omstandigheden naar het oordeel van de heffingsambtenaar niet voldoen aan het gestelde in het 3e lid, vindt de telefonische hoorzitting niet plaats en ontvangt belanghebbende alsnog een uitnodiging voor een hoorzitting ten kantore van de heffingsambtenaar.
Tijdens het horen kan het bezwaar mondeling worden ingetrokken. Deze intrekking wordt in het verslag vastgelegd.
De onderliggende stukken liggen vanaf 10 dagen voor de hoorzitting, ter inzage op de cluster Bedrijfseconomische zaken en tegen betaling zijn afschriften daarvan te verkrijgen. Tot deze onderliggende stukken behoren in elk geval:
WOZ-beschikking;
het taxatieverslag;
het bezwaarschrift;
de concept-uitspraak
1. Van het horen wordt een beknopt verslag gemaakt dat in elk geval de volgende zaken bevat:
datum en tijdstip van de hoorzitting;
aanwezigen bij de hoorzitting;
het besluit waartegen het bezwaar is ingediend;
de inhoud van dat besluit;
inhoudelijk verslag van de hoorzitting op hoofdlijnen;
tijdens de hoorzitting aangevoerde nieuwe of aanvullende grieven van belanghebbende.
2. Het verslag wordt aan belastingplichtige, belanghebbende en/of diens gemachtigde toegezonden, ook als deze het bezwaar tijdens de hoorzitting mondeling heeft ingetrokken, terwijl een kopie in het dossier wordt bewaard.
3. Als belastingplichtige, belanghebbende en/of diens gemachtigde het niet met de inhoud van het verslag eens is, kan hij de ambtenaar hierover binnen 10 dagen na verzending daarvan schriftelijk informeren.
4. De schriftelijke melding wordt aan het dossier toegevoegd.
1. In de uitspraak op het bezwaarschrift worden datum en tijdstip van de hoorzitting vastgelegd, alsmede eventueel, tijdens de hoorzitting geuite nieuwe of aanvullende grieven.
2. De nieuwe of aanvullende grieven worden in de overwegingen van de uitspraak betrokken.
3. De uitspraak op het bezwaarschrift wordt niet gedaan voordat de in artikel 5.13, lid 3, vermelde termijn verlopen is.
1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
2. De datum van ingang van deze regeling is 1 oktober 2014.
3. Dit besluit wordt aangehaald als Regeling horen bij bezwaar 2014.