Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Leeuwarderadeel

Algemene Subsidieverordening Gemeente Leeuwarderadeel

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Leeuwarderadeel
Officiële naam regelingAlgemene Subsidieverordening Gemeente Leeuwarderadeel
CiteertitelAlgemene Subsidieverordening Gemeente Leeuwarderadeel
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201201-10-2014nieuwe regeling

17-11-2011

Stienser Omroeper, 2011, 52

Onbekend.

Tekst van de regeling

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE LEEUWARDERADEEL

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarderadeel;

  • b.

    eenmalige subsidie: subsidie ten behoeve van bijzondere incidentele projecten of activiteiten die niet behoren tot de reguliere bezigheden van de aanvrager en waarvoor het college slechts voor een van tevoren bepaalde tijd van maximaal vier jaar subsidie wil verstrekken;

  • c.

    raad: raad van de gemeente Leeuwarderadeel;

  • d.

    jaarlijkse subsidie: subsidie die per (boek)jaar of voor een bepaald aantal boekjaren aan een instelling voor een periode van maximaal vier jaar wordt verstrekt.

Artikel 2. Reikwijdte verordening

  • 1.

    De Raad stelt vast dat voor de volgende beleidsterreinen subsidie kan worden verstrekt:

    • a.

      algemeen bestuur;

    • b.

      openbare orde en veiligheid;

    • c.

      verkeer, vervoer en waterstaat;

    • d.

      economische zaken;

    • e.

      onderwijs;

    • f.

      cultuur, sport en recreatie;

    • g.

      sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening;

    • h.

      volksgezondheid en milieu;

    • i.

      ruimtelijke ordening en volkshuisvesting.

  • 2.

    Het college kan nadere regels stellen, waarin de te subsidiëren activiteiten, de doelgroepen en de verdeling van de subsidie per beleidsterrein zoals bedoeld in het eerste lid worden omschreven.

Artikel 3. Bevoegdheid college

  • 1.

    Het college is bevoegd te besluiten over het verstrekken van subsidies met in achtneming van de in de gemeentebegroting opgenomen financiële middelen of het subsidieplafond en - indien de begroting nog niet is vastgesteld, dan wel goedgekeurd - onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

  • 2.

    Het college is bevoegd om voorwaarden aan de beschikking tot subsidieverlening te verbinden.

HOOFDSTUK 2. SUBSIDIEPLAFOND EN BEGROTINGSVOORBEHOUD

Artikel 4. Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

  • 1.

    De raad kan jaarlijks bij de vaststelling van de begroting besluiten tot het instellen van subsidieplafond(s).

  • 2.

    Bij de vaststelling van een subsidieplafond wordt aangegeven op welke wijze het beschikbare bedrag wordt verdeeld.

  • 3.

    Het college kan - met inachtneming van de ingevolge artikel 2, door de raad vastgestelde beleidsterreinen en regels, nadere regels stellen omtrent de verdeling van het beschikbare bedrag.

  • 4.

    Bij de bekendmaking van de subsidieplafonds wordt gewezen op de mogelijkheid van verlaging en de gevolgen daarvan voor reeds ingediende aanvragen.

  • 5.

    Een subsidie ten laste van een begroting, die nog niet is vastgesteld, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld.

HOOFDSTUK 3. AANVRAAG VAN DE SUBSIDIE

Artikel 5. Bij aanvraag in te dienen gegevens

  • 1.

    De aanvraag voor een subsidie wordt schriftelijk ingediend bij het college met behulp van een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2.

    Bij een aanvraag om subsidie overlegt de aanvrager de volgende gegevens:

    • a.

      een beschrijving van de activiteiten waar subsidie voor wordt aangevraagd;

    • b.

      de doelstellingen en resultaten, die daarmee worden nagestreefd, en hoe de activiteiten aan dat doel bijdragen. In bijzonder ook in welke mate de activiteiten gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen en op door de gemeente vastgestelde doelen of beleidsterreinen;

    • c.

      een begroting en dekkingsplan van de kosten van de activiteiten, waar de subsidie voor wordt aangevraagd. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij andere bestuursorganen of private organisaties of personen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;

    • d.

      indien van toepassing bij een jaarlijkse subsidie, de stand van de egalisatiereserve op het moment van de aanvraag.

  • 3.

    Indien een aanvrager voor de eerste maal een jaarlijkse subsidie aanvraagt, voegt hij een exemplaar van de oprichtingsakte, de statuten, het jaarverslag, de jaarrekening en de balans van het voorgaande jaar als bijlagen toe aan het aanvraagformulier.

  • 4.

    Het college is bevoegd ook andere dan, of slechts enkele van, de in het tweede en derde lid genoemde gegevens te verlangen, indien die voor het nemen van een beslissing op de aanvraag noodzakelijk, respectievelijk voldoende, zijn.

Artikel 6. Aanvraagtermijn

  • 1.

    Een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie wordt gedaan uiterlijk 1 juni in het jaar voorafgaand aan het jaar, of de jaren waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

  • 2.

    Het college kan andere termijnen stellen voor het indienen van een aanvraag voor daarbij aan te wijzen subsidies.

Artikel 7. Beslistermijn

  • 1.

    Het college beslist op een aanvraag om een eenmalige subsidie binnen 13 weken na ontvangst van de volledige aanvraag.

  • 2.

    Het college beslist op een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie uiterlijk vóór 31 december van het jaar waarop de aanvraag is ingediend.

HOOFDSTUK 4. WEIGERING VAN DE SUBSIDIE

Artikel 8. Weigeringgronden

Het college kan een aanvraag voor subsidie weigeren indien de activiteiten van de aanvrager niet of niet in overwegende mate gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen of niet of nauwelijks ten goede komen aan de gemeente of haar ingezetenen.

Artikel 9. Wet BIBOB

Het college kan voor subsidies binnen door de raad vast te stellen beleidsterreinen of onderdelen daarvan bepalen dat de gevraagde subsidie kan worden geweigerd of de verleende subsidie kan worden ingetrokken in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur.

HOOFDSTUK 5. VERLENING VAN DE SUBSIDIE

Artikel 10. Verlening subsidie

  • 1.

    Bij het besluit tot verlenen van de subsidie geeft het college aan op welke wijze de verantwoording van de te ontvangen subsidie plaats vindt.

  • 2.

    Het college is bevoegd om verplichtingen aan de beschikking tot subsidieverlening te verbinden met betrekking tot het beheer en gebruik van de subsidie.

Artikel 11. Betaling en bevoorschotting

  • 1.

    Indien een beschikking tot subsidievaststelling als bedoeld in artikel 15, eerste lid, onderdeel a, wordt gegeven (subsidies tot 5.000,--), vindt de betaling van de gehele subsidie in één bedrag plaats.

  • 2.

    Indien een beschikking tot subsidieverlening als bedoeld in artikel 15, eerste lid, onderdeel b, wordt gegeven, wordt 100% bevoorschot.

  • 3.

    Indien besloten wordt tot bevoorschotting van de subsidie, wordt in het besluit tot subsidieverlening, de hoogte en de termijnen van de voorschotten bepaald.

HOOFDSTUK 6. VERPLICHTINGEN VAN DE SUBSIDIEONTVANGER

Artikel 12. Tussentijdse rapportage

Bij subsidies, hoger dan 50.000 euro, welke verleend worden voor activiteiten die meer dan een jaar in beslag nemen, kan het college de verplichting opleggen tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten. Een dergelijke tussentijdse verantwoording wordt niet vaker dan één keer per jaar gevraagd.

Artikel 13. Meldingsplicht

De subsidieontvanger doet onverwijld melding aan het college, zodra aannemelijk is dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, niet of geheel niet zullen worden verricht of dat niet of geheel niet aan de aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden verplichtingen zal worden voldaan.

Artikel 14. Overige verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1.

    De subsidieontvanger verricht de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2.

    De subsidieontvanger informeert het college zo spoedig mogelijk schriftelijk over:

    • a.

      besluiten of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten, waarvoor subsidie is verleend, dan wel ontbinding van de rechtspersoon;

    • b.

      relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;

    • c.

      ontwikkelingen die er toe kunnen leiden dat aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden voorwaarden geheel of gedeeltelijk niet kunnen worden nagekomen;

    • d.

      wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de rechtspersoon, de persoon van de bestuurder(s) en het doel van de rechtspersoon.

  • 3.

    De subsidieontvanger behoeft de toestemming van het college voor handelingen als vermeld in artikel 4:71 Algemene wet bestuursrecht.

HOOFDSTUK 7. VERANTWOORDING EN VASTSTELLING VAN DE SUBSIDIE

Artikel 15. Verantwoording subsidies tot 5.000 euro

  • 1.

    Subsidies tot 5.000 euro worden door het college:

    • a.

      direct vastgesteld of;

    • b.

      ambtshalve vastgesteld binnen 13 weken, nadat de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht.

  • 2.

    Bij een ambtshalve vaststelling als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, kan het college de aanvrager verplichten om op de door haar aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten, waarvoor de subsidie wordt verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

Artikel 16. Verantwoording subsidies vanaf 5.000 tot 50.000 euro

  • 1.

    Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan 5.000 euro, maar minder dan 50.000 euro, dient de subsidieontvanger uiterlijk 13 weken na het verricht zijn van de activiteiten een aanvraag tot vaststelling in bij het college.

  • 2.

    De aanvraag tot vaststelling bevat een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht.

  • 3.

    Het college kan bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overgelegd.

Artikel 17. Verantwoording subsidies vanaf 50.000 euro

  • 1.

    Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan 50.000 euro, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het college:

    • a.

      bij een eenmalige subsidie, uiterlijk 13 weken na het verricht zijn van de activiteiten;

    • b.

      bij een jaarlijks verstrekte subsidie, uiterlijk vóór 1 mei in het jaar na afloop van het kalenderjaar, respectievelijk 4 maanden na het subsidietijdvak, waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2.

    De aanvraag tot vaststelling bevat:

    • a.

      een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht;

    • b.

      een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening);

    • c.

      een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop;

    • d.

      een accountantsverklaring.

  • 3.

    Het college kan bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overlegd.

Artikel 18. Vaststelling subsidie

  • 1.

    Het college stelt binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling de subsidie vast.

  • 2.

    Indien uit de aard van de subsidie, dan wel de verantwoording daarvan, volgt dat voor de beslissing op de vaststelling van de subsidie een langere termijn nodig is dan de in het eerste lid genoemde termijn, dan bericht het college de subsidieontvanger daarvan zo spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling.

  • 3.

    Het college kan categorieën van subsidies of subsidieontvangers aanwijzen, waarvoor de subsidie direct wordt vastgesteld zonder dat de subsidieontvanger een aanvraag voor subsidievaststelling hoeft in te dienen.

  • 4.

    Indien de aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het in het eerste lid genoemd tijdstip is ontvangen, gaat het college zes weken na een eenmalige rappel over tot ambtshalve vaststelling.

HOOFDSTUK 8. OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 19. Standaardberekeningswijzen van uurtarieven en uniforme kostenbegrippen

  • 1.

    Indien bij de bepaling van de subsidiabele kosten gebruik wordt gemaakt van uurtarieven, dienen deze tarieven door de subsidieaanvrager te worden berekend met gebruikmaking van een door het college voor te schrijven standaardberekeningswijze.

  • 2.

    Bij het hanteren van kostenbegrippen bij de berekening van uurtarieven wordt uitgegaan van door het college bepaalde definities.

Artikel 20. Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van de artikelen 1, 2, 3 en 8 voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Het van toepassing verklaren van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit en hiervan wordt periodiek verslag gedaan aan de raad.

Artikel 21. Intrekking

De Algemene subsidieverordening gemeente Leeuwarderadedeel 2006 wordt ingetrokken.

Artikel 22. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2012.

Artikel 23. Overgangsbepalingen

Deze verordening werkt terug tot aanvragen om subsidie die voor 1 januari 2012 zijn ingediend, doch die betrekking hebben op activiteiten die op of na 1 januari 2012 zullen plaatsvinden.

Artikel 24. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Algemene subsidieverordening gemeente Leeuwarderadeel 2012.

Aldus besloten door de raad voornoemd

in zijn openbare vergadering van 17 november 2011

de griffier,de voorzitter,
   
   
(mw.mr. G.J. Olthof)(drs. J.R.A. Boertjens)

Deelverordening Welzijn

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Leeuwarderadeel,

overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan het bevorderen van het welbevinden en de ontplooiing van de burger,

gelet op artikel 2, tweede lid, artikel 4, derde lid en artikel 6, tweede lid van de Algemene subsidieverordening gemeente Leeuwarderadeel 2012

besluiten

vast te stellen de volgende regeling:

Deelverordening Welzijn

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Algemene subsidieverordening: de Algemene subsidieverordening gemeente Leeuwarderadeel 2012.

  • b.

    Welzijn: activiteiten die gericht zijn op het bevorderen van het welbevinden en de ontplooiing van de burger.

  • c.

    Instelling: een rechtspersoon naar burgerlijk recht, dan wel een erkend onderdeel ervan, die krachtens deze deelverordening subsidie ontvangt of wenst te ontvangen.

    Artikel 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt in het kader van welzijn door middel van:

    • i.

      de versterking van de sociale structuur in een dorp, wijk of buurt;

    • ii.

      het betrekken van burgers bij hun woon- en leefsituatie;

    • iii.

      het bevorderen van culturele activiteiten;

    • iv.

      de voorkoming van vereenzaming, sociaal isolement, achterstand en onmaatschappelijk gedrag;

    • v.

      de bevordering van deelname aan het maatschappelijk leven.

  • 2.

    Onder activiteiten in het kader van welzijn worden in ieder geval verstaan: maatschappelijk werk, amateuristische kunstbeoefening, cultuur, kunstzinnige vorming, emancipatiewerk, jeugd- en jongerenwerk, vorming en educatie, gezondheid, leefbaarheid, ouderenwerk en bibliotheekwerk.

  • 3.

    Bij subsidieverstrekking als bedoeld in artikel 2 lid 1 onder iii van deze deelverordening dient de regeling ‘Kultuerried’ in acht te worden genomen. Deze subsidieverstrekking wordt verder apart geregeld in de Deelverordening Kultuerried.

    Artikel 3 Weigeringsgronden

    Onverminderd het bepaalde in de artikelen 8 en 9 van de Algemene subsidieverordening wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:

  • 1.

    met de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd is begonnen voordat de aanvraag is ontvangen;

  • 2.

    de subsidieverstrekking niet past binnen het beleid van de gemeente;

  • 3.

    de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

  • 4.

    de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde

  • 5.

    de aanvrager ook zonder de subsidieverstrekking over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derde of een combinatie daarvan, kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken;

  • 6.

    de instelling ook bij andere overheden een soortgelijke aanvraag hebben ingediend, behoudens, co-financiering.

    Artikel 4 Doelgroep

  • 1.

    Subsidie op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt aan instellingen.

  • 2.

    In afwijking van lid 1 kan het college besluiten in bijzondere gevallen ook natuurlijke personen voor subsidie in aanmerking te laten komen.

    Artikel 5 Procedure

    Een aanvraag om een eenmalige subsidie op grond van deze uitvoeringsregeling dient door ons te zijn ontvangen uiterlijk 8 weken voor het begin van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd.

    Artikel 6 Berekening van de subsidie

    De subsidie in het kader van welzijn wordt per boekjaar vervolgens als volgt berekend:

    Een vast bedrag per instelling;

    Indien van toepassing een bedrag per lid. Voor de vaststelling van het aantal leden geldt het aantal leden dat per 1 januari van het boekjaar bij de instelling geregistreerd staat.

    Indien van toepassing zal er jaarlijks een indexering van de subsidieaanvragen plaatsvinden.

    Indien van toepassing wordt voor de berekening van de subsidie het Welzijnsprogramma (WMO-uitvoeringsprogramma) gehanteerd conform de Subsidieregeling muziek-, zang-, volksdans- en toneelverenigingen.

    Artikel 7 Verdelingsmaatstaf

    Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

    Artikel 8 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2012

  • 2.

    De regeling wordt aangehaald als: Deelverordening Welzijn

    Aldus besloten door het college voornoemd

    in de vergadering van 13 december 2011

de locosecretaris,de burgemeester,
   
   
(Harrie Siegersma) (drs. Joop R.A. Boertjens)

Deelverordening Kultuerried

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Leeuwarderadeel,

overwegende dat het gewenst is het culturele leven in de gemeente Leeuwarderadeel te bevorderen;

gelet op artikel 2, tweede lid, artikel 4, derde lid en artikel 6, tweede lid van de Algemene subsidieverordening gemeente Leeuwarderadeel 2012;

gelet op de regeling ‘Kultuerried’ 2007;

besluiten

vast te stellen de volgende regeling:

Deelverordening Kultuerried

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a.

    Algemene subsidieverordening: de Algemene subsidieverordening gemeente Leeuwarderadeel 2012.

  • b.

    Kultuerried: De Kultuerried van de gemeente Leeuwarderadeel als ingesteld bij het collegebesluit van 24 april 2007.

  • c.

    Cultuur: Artistieke- of kunstuitingen op gebied van muziek, zang, dans, toneel, audiovisuele kunst, beeldende kunst of literatuur.

  • d.

    Instelling: een rechtspersoon naar burgerlijk recht, dan wel een erkend onderdeel ervan, die krachtens deze deelverordening subsidie ontvangt of wenst te ontvangen.

    Artikel 2.Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

    Een cultuursubsidie kan worden verleend ten behoeve van het stimuleren van eenmalige artistieke- of kunstuitingen op het gebied van muziek, dans, toneel, audiovisuele kunst, beeldende kunst of literatuur. Deze activiteiten dienen aantoonbaar te zijn gericht op de inwoners van de gemeente Leeuwarderadeel dan wel een naar het oordeel van de Kultuerried bijzondere relatie te hebben met de gemeente Leeuwarderadeel.

    Artikel 3 Weigeringsgronden

    Onverminderd het bepaalde in de artikelen 8 en 9 van de Algemene subsidieverordening kan de subsidie in ieder geval worden geweigerd indien:

  • 1.

    Gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor subsidie beschikbaar wordt gesteld;

  • 2.

    gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat de aanvrager zich onvoldoende heeft ingezet voor het verkrijgen van middelen, anders dan subsidie, voor bekostiging van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd, terwijl dit gelet op de aard van de aanvrager en/of de activiteiten redelijkerwijs verwacht had mogen worden.

  • 3.

    de activiteiten niet of niet geheel zullen plaatsvinden;

  • 4.

    de aanvrager niet zal voldoen aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;

  • 5.

    de aanvrager niet op een behoorlijke wijze rekening en verantwoording zal afleggen omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn.

  • 6.

    in het kader van de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beschikking op de aanvraag zou hebben geleid, of

  • 7.

    failliet is verklaard of aan hem surséance van betaling is verleend of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, dan wel een verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend.

    Artikel 4 Doelgroep

  • 1.

    Subsidie op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt aan professionele alswel vrijwillige instellingen

  • 2.

    In afwijking van lid 1 kan de Kultuerried besluiten in bijzondere gevallen ook natuurlijke personen voor subsidie in aanmerking te laten komen.

    Artikel 5 Procedurebepalingen

    Een aanvraag om een eenmalige subsidie op grond van deze uitvoeringsregeling dient door ons te zijn ontvangen uiterlijk 8 weken voor het begin van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd.

    Artikel 6 Berekening van de subsidie

  • 1.

    Het beschikbare jaarlijkse bedrag voor eenmalige subsidies is € 2.500,--.

  • 2.

    Per subsidiabele activiteit bedraagt de subsidie maximaal € 400,--.

  • 3.

    Bovengenoemde bedragen kunnen door de Kultuerried bijgesteld worden voor zover de middelen zijn opgenomen op de begroting.

    Artikel 7 Verdelingsmaatstaf

    Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

    Artikel 8 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2012

  • 2.

    De regeling wordt aangehaald als: Deelverordening Kultuerried.

    Deelverordening Jeugdsport

    Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Leeuwarderadeel.;

    overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan jeugdsport

    gelet op artikel 2, tweede lid, artikel 4, derde lid en artikel 6, tweede lid van de Algemene subsidieverordening gemeente Leeuwarderadeel 2012.

    besluit

    vast te stellen de volgende regeling:

    Deelverordening Jeugdsport

    Artikel 1 Begripsomschrijvingen

    In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Algemene subsidieverordening: de Algemene subsidieverordening gemeente Leeuwarderadeel 2012;

  • b.

    Sportactiviteit: een activiteit zoals een training, wedstrijd of het recreatief uitoefenen van een bepaalde sporttak;

  • c.

    Sportverenigingen: de rechtspersoonlijkheid bezittende verenigingen welke de bevordering van de lichamelijke vorming en de sportbeoefening ten doel hebben en zijn aangesloten bij een algemeen erkende landelijke sportbond en voorts andere verenigingen welke naar het oordeel van het college met sportverenigingen gelijk kunnen worden gesteld.

  • d.

    Jeugdleden: de leden van de in sub b genoemde sportverenigingen die door de betreffende sportbond als jeugdleden worden beschouwd en die:

    • 1.

      Tenminste een minimaal bedrag per jaar per lid aan hun vereniging bijdragen en;

    • 2.

      Als regel ten minste eenmaal per week in de jeugdafdeling van de betrokken vereniging oefenen onder voortdurende leiding.

  • e.

    Bijdragen van jeugdleden: uitsluitend verenigingscontributie(s), bondcontributie(s) en reiskosten. De bijdrage per lid bedraagt een nader door het college vast te stellen bedrag.

  • f.

    Instelling: een rechtspersoon naar burgerlijk recht, dan wel een erkend onderdeel ervan, die krachtens deze deelverordening subsidie ontvangt of wenst te ontvangen.

    Artikel 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

    Deze subsidie is van toepassing op de subsidieverstrekking gericht op het stimuleren van deelname aan jeugdsportactiviteiten.

    Artikel 3 Doelgroep

  • 1.

    Subsidie op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt aan instellingen.

  • 2.

    In afwijking van lid 1 kan het college besluiten in bijzondere gevallen ook natuurlijke personen voor subsidie in aanmerking te laten komen.

    Artikel 4 Procedurebepalingen

  • 1.

    In afwijking van artikel 6, eerste lid van de Algemene subsidieverordening dient een aanvraag om een jaarlijkse subsidie op grond van deze deelverordening door het college te zijn ontvangen voor 31 december van het jaar voorafgaand aan dat waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

  • 2.

    Een aanvaag om een eenmalige subsidie op grond van deze deelverordening dient door ons te zijn ontvangen uiterlijk 8 weken voor het begin van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

    Artikel 5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Subsidie voor jeugdsport op grond van deze regeling kan worden verstrekt aan de in de gemeente Leeuwarderadeel gevestigde sportverenigingen waarvan tenminste 80% van de leden afkomstig is uit de gemeente Leeuwarderadeel. De subsidie voor jeugdsport bedraagt:

    • a.

      In 2012 € 0,45 per jeugdlid

    • b.

      In 2013 € 0,23 per jeugdlid

  • 2.

    Het aantal leden wordt vastgesteld op basis van het desgevraagd door een erkende sportbond gefiatteerde aantal jeugdleden dat op 1 oktober voorafgaande aan het kalenderjaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft, bij een landelijke sportbond is aangemeld, met in achtneming van het in artikel 6 gestelde.

  • 3.

    Om voor subsidie in aanmerking te komen dienen de sportverenigingen ten minste 20 leden te hebben.

  • 4.

    De subsidie bedraagt per vereniging minimaal:

    • a.

      In 2012 € 45,38

    • b.

      In 2013 € 45,38

      Artikel 6 Berekening van de subsidie

  • 1.

    Op het volgens artikel 5 lid 1 berekende aantal jeugdleden is een kwaliteitsfactor van toepassing, afhankelijk van de bevoegdheden van de leiding, die de jeugdleden persoonlijk traint. Deze factor bedraagt:

    • a.

      1 voor jeugdleden die training hebben gekregen van een leid(st)er die niet in het bezit is van enige bevoegdheid;

    • b.

      1,5 voor jeugdleden, die training hebben gekregen van een leid(st)er die een sporttechnische opleiding met een maximale duur van 69 lesuren met goed gevolg heeft voltooid (basisopleidingen);

    • c.

      2 voor jeugdleden, die training hebben gekregen van een leid(st)er die een sporttechnische opleiding met een duur van 70 tot 200 lesuren met goed gevolg heeft voltooid (voortgezette opleidingen);

    • d.

      3 voor jeugdleden, die training hebben gekregen van een leid(st)er die een sporttechnische opleiding met een minimale duur van 200 lesuren met goed gevolg heeft voltooid ( hoogste bondsdiploma, C.I.O.S. en akte lichamelijke opvoeding).

  • 2.

    Ten behoeve van de waardering van de kwaliteit van de technische leiding stellen burgemeester en wethouders na ingewonnen advies van de Provinciale Friese Sportraad een lijst samen van alle voor de toepassing van deze verordening van belang zijnde sporttechnische opleidingen. Deze lijst zal zo nodig ieder jaar bij de beoordeling van de subsidieaanvragen kunnen worden herzien.

    Artikel 7 Verdelingsmaatstaf

    Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

    Artikel 8 Slotbepalingen

  • 1.

    De Subsidieregeling voor de sportactiviteiten 1995 wordt ingetrokken;

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2012;

  • 3.

    Deze regeling komt van rechtswege te vervallen op 1 januari 2014;

  • 4.

    De regeling wordt aangehaald als: Deelverordening Jeugdsport.

    Deelverordening Sportcentrum it Gryn

    Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Leeuwarderadeel;

    overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan sportdeelname op voor publiek toegankelijke locaties op gebruikelijke tijden en tegen aanvaardbare prijzen;

    gelet op artikel 2, tweede lid, artikel 4, derde lid en artikel 6, tweede lid van de Algemene subsidieverordening gemeente Leeuwarderadeel 2012;

    besluiten

    vast te stellen de volgende regeling:

    Subsidieregeling Sportcentrum it Gryn

    Artikel 1 Begripsomschrijvingen

    In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Algemene subsidieverordening: de Algemene subsidieverordening gemeente Leeuwarderadeel 2012.

  • b.

    Sportcentrum: B.V. Sportcentrum it Gryn

  • c.

    Uitvoeringsovereenkomst: De beheer- en exploitatieovereenkomst als gesloten tussen de gemeente en het Sportcentrum.

    Artikel 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Subsidie op grond van deze regeling kan worden verstrekt voor het bijdragen in de kosten voor het beheer en de exploitatie van het Sportcentrum.

  • 2.

    De subsidie heeft het karakter van een jaarlijkse subsidie, zij het dat in het geval van het Sportcentrum sprake is van een winstoogmerk.

  • 3.

    Ten behoeve van de jaarlijkse subsidie is een uitvoeringsovereenkomst tussen de gemeente en het Sportcomplex gesloten. De bepalingen als hierin genoemd dienen partijen in acht te nemen.

    Artikel 3 Weigeringsgronden

    Onverminderd het bepaalde in de artikelen 8 en 9 van de Algemene subsidieverordening wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien niet wordt voldaan aan de bepalingen in de uitvoeringsovereenkomst als omschreven in artikel 1.

    Artikel 4 Doelgroep

    Subsidie op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt aan het Sportcentrum.

    Artikel 5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

    De te verstrekken subsidie zal van een zodanige omvang zijn dat door het Sportcentrum kan worden voldaan aan haar oogmerk het Sportcentrum winstgevend te exploiteren. De jaarlijkse subsidiebijdragen zijn exclusief eventueel verschuldigde omzetbelasting en zijn vastgelegd in de uitvoeringsovereenkomst. De subsidiebijdragen worden jaarlijks geïndexeerd overeenkomstig hetgeen daarover is vastgelegd in de uitvoeringsovereenkomst.

    Artikel 6 Verplichtingen

    De subsidieontvanger dient voor het exploiteren van het Sportcentrum te voldoen aan de voorwaarden als genoemd in de uitvoeringsovereenkomst.

    Artikel 7 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2012

  • 2.

    De regeling wordt aangehaald als: Deelverordening Sportcentrum it Gryn

    Deelverordening Recreatie en Toerisme

    Burgemeester en Wethouders van de gemeente Leeuwarderadeel;

    overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan het bevorderen van recreatie en toerisme;

    gelet op artikel 2, tweede lid, artikel 4, derde lid en artikel 6, tweede lid van de Algemene subsidieverordening gemeente Leeuwarderadeel 2012;

    besluiten

    vast te stellen de volgende deelverordening:

    Deelverordening recreatie en toerisme

    Artikel 1 Begripsomschrijvingen

    In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Algemene subsidieverordening: de Algemene subsidieverordening gemeente Leeuwarderadeel 2012;

  • b.

    Recreatie: alle activiteiten die in de vrije tijd plaatsvinden en ontspanning als doel hebben;

  • c.

    Toerisme: vorm van recreatie gericht op het reizen en verblijven buiten de eigen woonomgeving.

    Artikel 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

    Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan het bevorderen van recreatie en toerisme.

    Artikel 3 Procedurebepalingen

  • 1.

    Een aanvraag om een eenmalige subsidie op grond van deze deelverordening dient door ons te zijn ontvangen uiterlijk 8 weken voor het begin van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd.

  • 2.

    Het college kan afwijken van de in lid 1 genoemde termijn.

    Artikel 4 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2012

  • 2.

    De regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling recreatie en toerisme

    Deelverordening Evenementen

    Burgemeester en Wethouders van de gemeente Leeuwarderadeel.;

    overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan het imago en de promotionele waarde van de gemeente Leeuwarderadeel;

    gelet op artikel 2, tweede lid, artikel 4, derde lid en artikel 6, tweede lid van de Algemene subsidieverordening gemeente Leeuwarderadeel 2012;

    besluiten

    vast te stellen de volgende regeling:

    Deelverordening Evenementen

    Artikel 1 Begripsomschrijvingen

    In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Algemene subsidieverordening: de Algemene subsidieverordening gemeente Leeuwarderadeel 2012;

  • b.

    Evenement: elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak.

  • c.

    Instelling: een rechtspersoon naar burgerlijk recht, dan wel een erkend onderdeel ervan, die krachtens deze deelverordening subsidie ontvangt of wenst te ontvangen.

    Artikel 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

    Subsidie op grond van deze regeling kan worden verstrekt voor evenementen die voldoen aan ten minste een van de volgende criteria:

  • 1.

    het evenement levert een positieve bijdrage aan het image van de gemeente Leeuwarderadeel;

  • 2.

    het evenement heeft een aantoonbare promotionele waarde, in de regio maar ook daarbuiten. Dit is het geval indien het evenement ook bezoekers van buiten de regio trekt; het evenement bevordert de sociale cohesie van de bevolking van de gemeente Leeuwarderadeel.

    Artikel 3 Weigeringsgronden

    Onverminderd het bepaalde in de artikelen 8 en 9 van de Algemene subsidieverordening wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:

  • 1.

    het evenement niet plaatsvindt in de gemeente Leeuwarderadeel;

  • 2.

    het evenement niet voor iedereen toegankelijk is;

  • 3.

    het evenement niet voldoende aansluit bij de initiatieven en behoeften van de bevolking;

  • 4.

    overwegende partijpolitieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke vorming of bewustwording wordt beoogd of feitelijk verricht;

  • 5.

    ten behoeve van het evenement al een andere gemeentelijke subsidie is of kan worden verleend;

  • 6.

    de financiële onderbouwing van het evenement onduidelijk of onvoldoende is;

  • 7.

    een benodigde vergunning voor het evenement wordt geweigerd;

  • 8.

    als het te subsidiëren evenement in de plaats, datum en tijdstip concurrerend is geprogrammeerd met een of meer andere evenementen.

    Artikel 4 Doelgroep

  • 1.

    Voor subsidie ingevolge dit hoofdstuk komen alleen instellingen in aanmerking.

  • 2.

    In afwijking van lid 1 kan het college besluiten in bijzondere gevallen ook natuurlijke personen voor de subsidie in aanmerking te laten komen.

    Artikel 5 Procedurebepalingen

  • 1.

    Een aanvraag om eenmalige subsidie op grond van deze uitvoeringsregeling dient door ons te zijn ontvangen uiterlijk 8 weken voor het begin van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd.

  • 2.

    In aanvulling op artikel 5 van Algemene subsidieverordening dienen bij de aanvraag de volgende gegevens te worden verstrekt:

    • a.

      een draaiboek, bevattend een programma overzicht, datum evenement, organisatie -opzet van het evenement en;

    • b.

      een promotieplan

      Artikel 6 Verdelingsmaatstaf

      Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

      Artikel 7 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2012

  • 2.

    De regeling wordt aangehaald als: Deelverordening Evenementen

    Deelverordening Natuur en milieu

    Burgemeester en Wethouders van de gemeente Leeuwarderadeel;

    overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan het behoud en de bescherming van natuur en milieu;

    gelet op artikel 2, tweede lid, artikel 4, derde lid en artikel 6, tweede lid van de Algemene subsidieverordening gemeente Leeuwarderadeel 2012;

    besluiten

    vast te stellen de volgende regeling:

    Deelverordening Natuur en milieu

    Artikel 1 Begripsomschrijvingen

    In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Algemene subsidieverordening: de Algemene subsidieverordening gemeente Leeuwarderadeel 2012.

  • b.

    Instelling: een rechtspersoon naar burgerlijk recht, dan wel een erkend onderdeel ervan, die krachtens deze deelverordening subsidie ontvangt of wenst te ontvangen.

    Artikel 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

    Subsidie op grond van deze regeling kan worden verstrekt voor activiteiten in het kader van het behoud en de bescherming van natuur en milieu.

    Artikel 3 Weigeringsgronden

    Onverminderd het bepaalde in de artikelen 8 en 9 van de Algemene subsidieverordening wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien er geen of onvoldoende budget is voor de te subsidiëren activiteiten.

    Artikel 3 Doelgroep

  • 1.

    Voor subsidie ingevolge dit hoofdstuk komen alleen instellingen in aanmerking.

  • 2.

    In afwijking van lid 1 kan het college besluiten in bijzondere gevallen ook natuurlijke personen voor de subsidie in aanmerking te laten komen.

    Artikel 4 Verdeling van het subsidieplafond

    Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

    Artikel 5 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2012

  • 2.

    De regeling wordt aangehaald als: Deelverordening natuur en milieu

    Deelverordening Verkeersveiligheid

    Burgemeester en Wethouders van de gemeente Leeuwarderadeel;

    overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan de veiligheid in het verkeer op en rond de wegen;

    gelet op artikel 2, tweede lid, artikel 4, derde lid en artikel 6, tweede lid van de Algemene subsidieverordening gemeente Leeuwarderadeel 2012;

    besluiten

    vast te stellen de volgende regeling:

    Deelverordening Verkeersveiligheid

    Artikel 1 Begripsomschrijvingen

    In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Algemene subsidieverordening: de Algemene subsidieverordening gemeente Leeuwarderadeel 2012.

  • b.

    Instelling: een rechtspersoon naar burgerlijk recht, dan wel een erkend onderdeel ervan, die krachtens deze deelverordening subsidie ontvangt of wenst te ontvangen.

    Artikel 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

    Subsidie op grond van deze regeling kan worden verstrekt voor activiteiten die passen binnen het Manifest Verkeersveiligheid Fryslân 2011-2025 en het meerjaren uitvoeringsprogramma verkeersveiligheid 2011-2015. Het doel is de bevordering van de veiligheid in het verkeer op en rond de wegen.

    Artikel 3 Weigeringsgronden

    Onverminderd het bepaalde in de artikelen 8 en 9 van de Algemene subsidieverordening wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:

  • 1.

    het project niet plaatsvindt ten behoeve van de gemeente Leeuwarderadeel;

  • 2.

    het project niet past binnen het Manifest Verkeersveiligheid Fryslân 2011-2025 en het meerjaren uitvoeringsprogramma verkeersveiligheid 2011-2015.

  • 3.

    ten behoeve van het project al een andere gemeentelijke subsidie is of kan worden verleend;

  • 4.

    de financiële onderbouwing van het project onduidelijk of onvoldoende is;

  • 5.

    de eventuele benodigde vergunningen voor het project wordt geweigerd;

  • 6.

    als er niet voldoende budget is.

    Artikel 4 Doelgroep

  • 1.

    Voor subsidie ingevolge dit hoofdstuk komen alleen instellingen in aanmerking.

  • 2.

    In afwijking van lid 1 kan het college besluiten in bijzondere gevallen ook natuurlijke personen voor de subsidie in aanmerking te laten komen.

    Artikel 5 Procedurebepalingen

    Een aanvraag om eenmalige subsidie op grond van deze uitvoeringsregeling dient door ons te zijn ontvangen uiterlijk 8 weken voor het begin van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd.

    Artikel 6 Verdelingsmaatstaf

    Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

    Artikel 10 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2012

  • 2.

    2.De regeling wordt aangehaald als: Deelverordening Verkeersveiligheid.

    Deelverordening Monumentenzorg

    Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Leeuwarderadeel.;

    overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan het in stand houden van rijksmonumenten op het grondgebied van de gemeente Leeuwarderadeel.

    gelet op artikel 2, tweede lid, artikel 4, derde lid en artikel 6, tweede lid van de Algemene subsidieverordening gemeente Leeuwarderadeel 2012

    besluiten

    vast te stellen de volgende regeling:

    Deelverordening monumentenzorg.

    Artikel 1 Begripsomschrijvingen

    In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Algemene subsidieverordening: de Algemene subsidieverordening gemeente Leeuwarderadeel 2012.

  • b.

    Rijksmonument: Monumenten die voorkomen op de Rijksmonumentenlijst.

  • c.

    PIP: periodiek instandhoudingsplan.

  • d.

    Vier torens: Rijksmonumentale kerktorens die voorheen in eigendom van de gemeente Leeuwarderadeel waren. Het betreft hier de torens van Hijum, Feinsum, Jelsum en Stiens. Eigenaar is thans de Stichting Monumentenzorg Leeuwarderadeel (SML).

  • e.

    Vier molens: In de gemeente Leeuwarderadeel bevinden zich vier rijksmonumentale molens, twee in Alde Leie (bij Langedyk 4 en aan de Leijester Hegedyk 29) en twee in Stiens (bij Bredyk 27 en aan de Wurgedyk 18).

    Artikel 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

    Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan het in stand houden van Rijksmonumenten in de gemeente Leeuwarderadeel

    Artikel 3 Bij aanvraag in te dienen gegevens

    Naast de in artikel 5 van de Algemene subsidieverordening genoemde in te dienen gegevens bij de aanvraag, overlegt de aanvrager bij een subsidieaanvraag voor onderhoud een periodiek instandhoudingsplan voor een periode van zes jaar.

    Artikel 4 Weigeringsgronden

    Onverminderd het bepaalde in de artikelen 8 en 9 van de Algemene subsidieverordening wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:

  • 1.

    met de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd is begonnen voordat de aanvraag is ontvangen;

  • 2.

    de aanvrager ook zonder de subsidiebeschikking over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van een derde of een combinatie daarvan, kan beschikken om de kosten van de activiteit te dekken.

    Artikel 5 Doelgroep

    Subsidie op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt aan instellingen waarbij het niet commerciële karakter daarvan tot uitdrukking komt in de statuten.

    Artikel 6 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

    De subsidie aan de Stichting Monumentenzorg Leeuwarderadeel ten behoeve van het beheer van de vier rijksmonumentale torens omvat de kosten voor:

  • Verzekeringspremie;

  • Abonnement Monumentenwacht;

  • Elektriciteitsverbruik van de torens in verband met de verlichting;

  • Kosten KvK;

  • Inspectie bliksemafleiders;

  • Uitsteken der vlaggen;

  • De uren voor de uitvoering van de werkvoorbereiding e.d.

  • Diverse kosten voor klokken en torens tot een maximum van in totaal € 1.500,-.

    Artikel 7 Berekening van de subsidie

  • 1.

    De subsidie aan Stichting de Fryske Molen voor het onderhoud van de vier molens bedraagt 25 % van de door het Rijk goedgekeurde onderhouds- en of instandhoudingskosten.

  • 2.

    De subsidie aan Stichting Monumentenzorg Leeuwarderadeel voor het onderhoud van de vier torens bedraagt 35% van de door het Rijk goedgekeurde onderhouds- en of instandhoudingskosten.

    Artikel 8 Verplichtingen

  • 1.

    Stichting Monumentenzorg Leeuwarderadeel dient op ieder moment aan te kunnen tonen dat de torens in goede staat verkeren middels een rapport van de Monumentenwacht of een ander deskundig bureau.

  • 2.

    Stichting Monumentenzorg Leeuwarderadeel dient te voldoen aan artikel 6 van de Staatsregeling van 1798 :”torens aan kerkgebouwen gehegt benevens de klokken met derzelver huizingen verklaard worden eigendom te zijn en te blijven der burgelijke gemeenten, staande te allen tijde onder derzelver beheering en onderhoud”.

  • 3.

    Stichting Monumentenzorg Leeuwarderadeel sluit of heeft met de gemeente Leeuwarderadeel een uitvoeringsovereenkomst gesloten waarin nadere afspraken met betrekking tot het beheer en onderhoud van de vier rijksmonumentale kerktorens worden vastgelegd.

    Artikel 9 Slotbepalingen

  • 1.

    Het subsidiebeleid monumentenzorg Leeuwarderadeel wordt ingetrokken.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2012

  • 3.

    De regeling wordt aangehaald als: Deelverordening monumentenzorg

    Deelverordening Dorpenfonds.

    Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Leeuwarderadeel.;

    overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan de leefbaarheid van de dorpen;

    gelet op artikel 2, tweede lid, artikel 4, derde lid en artikel 6, tweede lid van de Algemene subsidieverordening gemeente Leeuwarderadeel 2012

    besluiten

    vast te stellen de volgende regeling:

    Deelverordening Dorpenfonds

    Artikel 1 Begripsomschrijvingen

    In deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1.

    Algemene subsidieverordening: de Algemene subsidieverordening gemeente Leeuwarderadeel 2012;

  • 2.

    Incidentele Dorpenfonds-activiteiten: een eenmalige activiteit of project ten behoeve van het behoud, herstel en/of verbetering van de leefbaarheid in de dorpen in het kader van de Dorpenspiegel/Dorpenvisie, waarin het dorp heeft aangegeven welke ontwikkelingen het voorstaat ten aanzien van de leefbaarheid.

    Artikel 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Subsidie op grond van deze regeling kan worden verstrekt voor de uitvoering van incidentele Dorpenfonds-activiteiten

  • 2.

    Een eenmalige subsidie op grond van deze regeling kan worden verstrekt voor activiteiten die voldoen aan onderstaande criteria.

    • a.

      De activiteiten dienen in relatie te staan met de Dorpenspiegel/Dorpenvisie;

    • b.

      De activiteiten dienen binnen het gemeentelijk beleid te passen;

    • c.

      Er is sprake van cofinanciering.

  • 3.

    De activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen omvatten zowel het proces als de uitvoering van het project. Onder het proces worden ook de kosten van de voorbereiding van het project en de inhuur van deskundigen verstaan.

    Artikel 3 Procedurebepalingen

  • 1.

    Aanvragen voor incidentele subsidies dienen ten minste 8 weken voor aanvang van de activiteit waarvoor de subsidie wordt aangevraagd bij het college worden ingediend.

  • 2.

    Het college kan afwijken van de in lid 1 genoemde termijn.

    Artikel 4 Subsidieaanvraag voor sparen van gereserveerd budget

    Indien de aanvrager de subsidie niet (volledig) heeft besteed aan de subsidiabele activiteit wordt haar toegestaan het batig saldo in te zetten voor toekomstige activiteiten. Daartoe dient aanvrager overeenkomstig de bepalingen van de Algemene subsidieverordening en deze deelverordening een nieuwe aanvraag in te dienen. In de beschikking stelt het college de hoogte van het bedrag vast en de periode waarover het bedrag mag worden gespaard.

    Artikel 6 Verdeling van het subsidieplafond

  • 1.

    Indien honorering van alle aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen en die niet worden geweigerd op grond van artikel 8 of 9 van de Algemene subsidieverordening of artikel 4 van deze regeling, zou leiden tot een overschrijding van het subsidieplafond, rangschikken wij de aanvragen op een prioriteitenlijst. De verdeelsleutel van het budget en de prioritering van de projecten door het college worden bepaald aan de hand van de volgende criteria:

    • a.

      De uitvoeringsgereedheid van een project (vergunningen, financiering, organisatie);

    • b.

      Mogelijke deadlines vanuit andere programma’s

    • c.

      De mate van output: welk project past het beste bij de doelstelling en het uiteindelijke resultaat van de subsidieprogramma’s (het versterken van de leefbaarheid in de dorpen)?

    • d.

      Het maatschappelijke effect: omvang van het draagvlak en de reikwijdte van het project.

    • e.

      Het financiële beslag op het fonds.

      Artikel 7 Slotbepalingen

1.De beleidsregels Dorpenfonds en de uitvoeringsnotitie Dorpenfonds en Dorpennotitie worden ingetrokken.
3.Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2012
4.De regeling wordt aangehaald als: Deelverordening Dorpenfonds