Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Bellingwedde

Bezoldigingsreglement Bellingwedde

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Bellingwedde
Officiële naam regelingBezoldigingsreglement Bellingwedde
CiteertitelBezoldigingsreglement Bellingwedde
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Artikel 156 Gemeentewet
  2. CAR/UWO

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-08-2002Onbekend

30-07-2002

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Bezoldigingsregeling

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bellingwedde; gelet op het bepaalde in artikel 3:1 van de CAR/UWO;

gehoord de Commissie van Georganiseerd Overleg d.d. 27 juni 2002; gelet op het gestelde in artikel 156 van de Gemeentewet;

BESLUITEN:

vast te stellen de navolgende regeling:

Bezoldigingsregeling gemeente Bellingwedde 2002

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

a. ambtenaar:

  • 1.

    de ambtenaar in de zin van de CAR/UWO;

  • 2.

    de werknemer als bedoeld in artikel 2:5:1 van de CAR/UWO;

b. salaris:

het salaris, als bedoeld in artikel 3.1, tweede lid onder b, van de CAR/UWO;

c. uurloon:

het uurloon als bedoeld in artikel 1:1, eerstel lid onder o van de CAR/UWO;

c.schaal:

de schaal als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder a, van de CAR/UWO, opgenomen in bijlage II en IIa van die regeling;

d.functieschaal:

de door burgemeester en wethouders bepaalde, met inachtneming van de resultaten van een functiewaarderingsonderzoek en aan de hand van de vastgestelde conversie, voor de functie geldende salarisschaal.

e. aanloopschaal:

de schaal voorafgaand aan de functieschaal.

f.uitloop:

voor de functies ingedeeld tot schaal 10 geldt een uitloop tot en met het maximum in de schaal volgend op de functieschaal tot en met het maximum van die schaal.

voor functies ingedeeld in de schalen 10,11,12 en 13 geldt een maximale uitloop tot periodiek 10 ( t/m periodiek 9 ) van de schaal volgend op de functieschaal.

g.maximumsalaris: het hoogste bedrag van een salarisschaal;

h.bezoldiging: de bezoldiging als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder c, van de CAR/UWO;

i. betrekking: de betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder b, van de CAR/UWO;

j. conversie: de vertaling van de gevonden rangorde naar salarisschalen;

k. volledige betrekking: de volledige betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder k, van de CAR/UWO;

l. onvolledige betrekking:

een betrekking voor een bepaald percentage van een volledige betrekking.

m. overwerk:

het overwerk als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder 1, van de CAR/UWO.

Hoofdstuk 2 Salaris

Artikel 2 Recht op salaris

  • 1. Het recht op salaris vangt aan met de dag waarop de aanstelling van de ambtenaar ingaat. Indien in het aanstellingsbesluit geen datum van ingang is vermeld, vangt het recht op salaris aan met de dag waarop de ambtenaar feitelijk in dienst is getreden.

  • 2. Het recht op salaris eindigt, in geval van ontslag, met ingang van de dag waarop het ontslag ingaat.

Artikel 3 Gebroken tijdvakken

Wanneer het salaris of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag to delen door het aantal kalenderdagen van die maand.

Artikel 4 Onvolledige betrekking

Het salaris van de ambtenaar met een onvolledige betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking.

Artikel 5 Salarisbedragen

De salarissen van de ambtenaren wier salaris niet bij of krachtens de wet is geregeld,

worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen zoals opgenomen in bijlage IIa van de CAR/UWO (salaristabel gemeenteambtenaren).

Artikel 6

  • 1. De toepassing van bijlage Ha van de CAR/UWO vindt plaats conform hetgeen is bepaald in artikel 3:1, derde t/m vijfde lid, en artikel 3:1:1 van de CAR/UWO.

  • 2. Burgemeester en wethouders bepalen met inachtneming van de resultaten van een functiewaarderingsonderzoek en aan de hand van de vastgestelde conversie de voor de functie geldende salarisschaal.

    • a.

      Indeling van de ambtenaar in de aanloopschaal vindt plaats indien deze medewerker:

      • ¨

        Over onvoldoende opleiding en/of ervaring beschikt;

      • ¨

        De functie kwalitatief en / of kwantitatief nog niet op een voldoende wijze vervult.

    • b.

      Indeling van de ambtenaar in de functieschaal vindt plaats indien deze medewerker:

      • ¨

        Volledig aan de functie-eisen voldoet

      • ¨

        Zijn functie kwalitatief en kwantitatief in voldoende mate uitoefent

    • c.

      Indeling van de ambtenaar in de uitloop vindt plaats indien deze medewerker:

      • ¨

        gedurende 2 jaar wordt bezoldigd overeenkomstig het maximum van de functieschaal en

      • ¨

        deze medewerker blijkens de uitgebrachte beoordelingen(en) gedurende deze voorgaande 2 jaar goed functioneert.

  • 3. Burgemeester en wethouders stellen nadere regels met betrekking tot de uitvoering van een functiewaarderingsonderzoek en de daarbij to hanteren methode.

  • 4. Anders dan bij het aanvaarden van passende of gangbare arbeid, dan wel bij wijze van disciplinaire straf, als bedoeld in de CAR/UWO, kan zonder voorafgaand ontslag voor een ambtenaar geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds voor hem geldende salarisschaal.

  • 2. De periodieke verhogingen worden toegekend aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor de hem geldende aanloop- en functieschaal c.q. het geldend maximum in de uitloopschaal nog niet heeft bereikt, voor de eerste maal met ingang van de eerste dag van de maand waarin zijn aanstelling een jaar is verstreken en nadien telkens na een jaar.

  • 3. Het tijdstip waarop ingevolge het vorige lid voor de eerste maal een periodieke verhoging wordt toegekend, kan worden vervroegd indien daartoe naar het oordeel van burgemeester en wethouders aanleiding bestaat.

Artikel 8 Extra periodieke verhoging van het salaris

  • 1. Aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor zijn functie geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, kan een extra periodieke salarisverhoging tot een in de salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het maximumsalaris, worden toegekend op grond van zeer goede of uitstekende vervulling van de betrekking.

  • 2. Bij de toepassing van het vorige lid blijft het tijdstip waarop ingevolge artikel 7 een salarisverhoging wordt toegekend onverlet, tenzij anders wordt bepaald.

Artikel 9 Geen periodieke verhoging

  • 1. Indien een ambtenaar onvoldoende functioneert, kan worden bepaald dat voor hem de in artikel 7 bedoelde salarisverhoging achterwege wordt gelaten.

  • 2. Nadien kan worden bepaald dat de salarisverhoging, welke met toepassing van het eerste lid achterwege is gelaten, al dan niet met terugwerkende kracht alsnog wordt toegekend.

  • 3. Van een beslissing tot toepassing van het eerste lid wordt de ambtenaar zo spoedig mogelijk, doch in elk geval voor de datum waarop anders de salarisverhoging zou ingaan, schriftelijk mededeling gedaan, onder vermelding van de redenen welke tot de beslissing hebben geleid.

Artikel 10 Salaris bij bevordering naar hogere schaal

  • 1.

    Wanneer de ambtenaar wordt bevorderd naar een salarisschaal met een hoger maximumsalaris, wordt voor de ambtenaar, als bedoeld in artikel 3:1, derde lid onder a en b, van de CAR/UWO, het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het bedrag, dat direct volgt op het naasthogere bedrag boven het salaris dat de ambtenaar in de oude schaal zou hebben genoten.

  • 2.

    Voor zover nodig zal — in afwijking van het eerste lid — de vooruitgang in salaristen gevolge van de indeling in de schaal met een hoger maximumsalaris nimmer minder bedragen dan het geval zou zijn bij verhoging ingevolge artikel 7 in de schaal waarin de ambtenaar wordt ingedeeld.

Hoofdstuk 3 Instrumenten van flexibele beloning

  • 2.

    De hoogte van de gratificatie bedraagt maximaal

    • a.

      6 % van het brutomaandsalaris van periodiek 11 salarisschaal 4, berekend over het tijdvak waarin de in lid 1 genoemde prestatie is geleverd.

      of

    • b.

      verlofuren berekend op basis van de uitkomst zoals verwoord onder 2a van dit artikel. (mits het dienstbelang dit toestaat)

Artikel 12 Groepsgratificatie

  • 1. Aan een groep ambtenaren die een uitstekende collectieve prestatie hebben geleverd, gedurende een periode van maximaal 1 jaar, kan groepsgratificatie worden toegekend.

  • 2. De hoogte van een groepsgratificatie bedraagt per persoon maximaal 6 % van het brutomaandsalaris van periodiek 11 salarisschaal 4, berekend over het tijdvak waarin de in lid 1 genoemde prestatie is geleverd per persoon.

Artikel 13 Tijdelijke persoonlijke toelage

  • 1. Aan een ambtenaar die gedurende een tijdvak van 1 jaar — 2 jaar een uitstekende individuele prestatie heeft geleverd, kan een tijdelijke persoonlijke toelage worden toegekend.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde toelage bedraagt maximaal 6% van het brutomaandsalaris van periodiek 11 salarisschaal 4, per maand gedurende maximaal 2 jaar.

Artikel 14 Arbeidsmarkttoelage

  • 1. Aan de functie kan om redenen van werving of behoud een toelage worden toegekend.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde toelage wordt toegekend voor een tijdvak dat tevoren is vastgesteld, met inachtneming van een maximum van drie jaar.

  • 3. De hoogte van de toelage als bedoeld in het eerste lid bedraagt maximaal 6% van het brutomaandsalaris van periodiek 11 salarisschaal 4.

  • 4. De toelage als bedoeld in het eerste lid eindigt op de ingevolge het tweede lid vastgestelde vervaldatum. Wanneer de arbeidsmarktsituatie waarop de toelage is gebaseerd nog steeds bestaat, kan opnieuw een toelage als bedoeld in het eerste lid aan de ambtenaar worden toegekend.

Artikel 15 Nadere regels instrumenten flexibele beloning

Burgemeester en wethouders stellen nadere regels omtrent de toepassing en de hoogte van instrumenten van flexibele beloning als bedoeld in de artikelen 11 tot en met 14.

Artikel 16 Geen afbouwregeling

Bij het beeindigen van instrumenten van flexibele beloning als bedoeld in de artikelen 11 tot en met 14 wordt geen afbouwregeling toegepast.

Hoofdstuk 4 Overige vergoedingen en toelagen

Artikel 17 Vervoersvergoeding

Vergoeding zakelijke kilometers.

De ambtenaren ontvangen een vergoeding voor het aantal zakelijk gereden kilometers, op basis van het belastingvrije kilometertarief.

Artikel 18 Overwerkvergoeding

  • 1. Overwerk.

    Van overwerk is sprake, indien in dienstopdracht de feitelijke arbeidsduur per week wordt overschreden.

  • 2. De vergoeding.

    • 1.

      De vergoeding is conform het gestelde in artikel 3:2:1 van de CAR/UWO, uitgezonderd het bepaalde in het artikel 3 lid 1 van de regeling overwerkvergoeding Bellingwedde.

    • 2.

      Bij de vergoeding in de vorm van verlof wordt de keuze gelaten tussen:

      • a.

        het noteren van verlof op de verlofkaart.

      • b.

        het registreren van de gemaakte overuren op de (digitale)tijdregistratiekaart.

    • 3.

      Indien het dienstbelang het toestaat kan het bedrag bedoeld in artikel 3:2:1 CAR/UWO ook in de vorm van verlof worden vergoed.

  • 3. Uitzonderingen.

    • 1.

      Het in artikel 18, lid 2.1, 2.2 en 2.3 bedoelde verlof en bedrag wordt niet toegekend:

      • a.

        aan ambtenaren vanaf de functie van hoofd van een afdeling.

      • b.

        indien bij het vaststellen van de bezoldiging, of het waarderen van de functie van de betreffende ambtenaar hiermee rekening is gehouden.

    • 2.

      De in het voorgaande lid bedoelde ambtenaren kunnen uren gelijk aan het aantal overwerkuren laten noteren op de tijdregistratiekaart.

    • 3.

      Burgemeester en wethouders kunnen besluiten indien en naarmate dit naar hun oordeel, gelet op de aard en omvang van het overwerk en de onvermijdelijkheid daarvan besluiten om ambtenaren die op grond van artikel 18, 3.1 geen aanspraak hebben op een vergoeding overeenkomstig artikel 3:2:1 CAR/UWO deze vergoeding wel toe te kennen

Artikel 19 Toelage bereikbaarheid- en beschikbaarheiddienst.

1. Aan de ambtenaar, die ingevolge een aanwijzing van het diensthoofd of een afdelingshoofd, zich buiten de normale diensturen beschikbaar moet houden om:

  • a.

    werkzaamheden te verrichten voor gladheidbestrijding van wegen en / of

  • b.

    werkzaamheden in het kader van de storingsdienst te verrichten

    of

  • c.

    in nader te bepalen gevallen andere dan hierboven genoemde werkzaamheden te verrichten.

komt in aanmerking voor een gebondenheidtoelage.

2. De gebondenheidtoelage wordt uitgedrukt in een percentage van het bruto maandsalaris van periodiek 11 salarisschaal 4 van de Salaristabel Gemeenteambtenaren (Car/Uwo bijlage 11a)en wel:

A. voor de ambtenaar die bij gevaar voor gladheid aan huis gebonden is en daarbij verplicht is van tijd tot tijd ook 's nachts de toestand van de wegen in ogenschouw te nemen en/of storingsdienst heeft: (aanstuurder gladheidbestrijding en storingsdienst):

  • a.

    een gewone werkdag 0,3 %

  • b.

    een zaterdag 0,6 %

  • c.

    een zon-/feest/gedenkdag 1,2%

B. voor de ambtenaar die bij gevaar voor gladheid aan huis gebonden is ten einde na oproep deel te nemen aan gladheidbestrijding (daadwerkelijke gladheidbestrijding) of die aan huis gebonden is om in nader te bepalen gevallen andere werkzaamheden te verrichten zoals bedoeld in artikel 1 onder c:

  • 1.

    een gewone werkdag 0,15 %

  • 2.

    een zaterdag 0,3 %

  • 3.

    een zon-/feest-/gedenkdag 0,6 %

3. Een gedeelte van een dag wordt als een voile dag beschouwd, uitgezonderd:

  • a.

    een aaneengesloten periode van minder dan 24 uren, betrekking hebbende op twee dagen, wordt in totaal als den dag aangemerkt.

  • b.

    een aaneengesloten periode van twee of meer dagen, waarbij de overdracht van de dienst in de loop van de dag plaatsvindt, hierbij worden de dagdelen waarop de overdracht plaatsvindt in totaal als een dag aangemerkt.

In bovengenoemde situaties onder 3a en 3b wordt voor de berekening van de toelage het dagdeel met het hoogste tarief als een voile dag beschouwd.

4. Voor de berekening van de toelage worden de lokaal aangewezen vrije dagen als zaterdagen aangemerkt en de lokaal vastgestelde feest- en gedenkdagen (Goede Vrijdag, Bevrijdingsdag en Dag van de Arbeid) als feestdagen aangemerkt

5. De toelage wordt achteraf uitbetaald in de maanden mei en december van elk kalenderjaar.

6. In bijzondere gevallen kan een regeling worden getroffen die het bepaalde in dit artikel aanvult of daarvan afwijkt.

Artikel 20 Inconveniententoelage

  • 1. Aan de ambtenaar aan wie het verrichten van zware of onaangename arbeid wordt opgedragen, wordt naar evenredigheid van het aantal uren gedurende welke per kalenderjaar die arbeid is verricht een toelage toegekend.

  • 2. Burgemeester en wethouders bepalen nader welke arbeidsomstandigheden als zwaar of onaangenaam aangemerkt moeten worden en in welke mate.

  • 3. De in het eerste lid genoemde toelage bedraagt 50% van het salaris per uur, dat is afgeleid van het bruto maandsalaris van periodiek 11 salarisschaal 4 .

Artikel 21 Toelage schadevrij rijden

  • 1.

    Aan ambtenaren die vervoermiddelen c.q. machines van de gemeente bedienen en daarmee of daaraan geen schade veroorzaken wordt jaarlijks een toelage schadevrij rijden toegekend met het van het bepaalde in de volgende leden.

  • 2.

    De toelage wordt toegekend aan hen, die regelmatig voor de uitoefening van werkzaamheden gebruik maken van vervoermiddelen c.q. machines, met uitzondering van kleine hand- en gazonmaaiers.

  • 3.

    De toelage bedraagt per jaar:

    • a.

      Voor vervoermiddelen, zoals vrachtauto en bedrijfswagens:7,5 % van het bruto maandsalaris van periodiek 11 salarisschaal 4

    • b.

      Voor machines die slechts een gedeelte van het jaar in gebruik zijn, zoals grasmaaimachines etc. :

      3,75 % van het bruto maandsalaris periodiek 11 salarisschaal 4

  • 4.

    Per vervoermiddel, c.q. machine wordt slechts een jaarlijkse toelage verstrekt. Indien meerdere ambtenaren een vervoermiddel c.q. machine bedienen wordt de toelage hoofdelijk omgeslagen en dien evenredig uitgekeerd. Hierbij wordt een bedieningsperiode van minder dan 2 weken per jaar verwaarloosd.

  • 5.

    Indien schade is veroorzaakt, wordt door burgemeester en wethouders na advies van het hoofd van de afdeling besloten, of de veroorzaakte schade aanleiding geeft tot het niet, gedeeltelijk of wel toekennen van de onderhavige toelage.

Artikel 22 Werkkledingtoelage

De ambtenaren van de buitendienst, ingeschaald in de salarisschalen 1 t/m 7 ontvangen een werkkledingtoelage (kleding en schoeisel) ter hoogte van 15% van het bruto maandsalaris van periodiek 11 salarisschaal 4, per jaar.

Artikel 23 Koffiegeldvergoeding

Aan de ambtenaren van de buitendienst ontvangen een (netto) koffiegeldvergoeding van 4% van het bruto maandsalaris van periodiek 11 salarisschaal 4 per jaar. Hierop vindt bij ziekte een korting per ziektedag plaats. Deze korting bedraagt 210: (4% van het bruto maandsalaris 4-11) per ziektedag.

Artikel 24 Toelage bedrijfshulpverleners

Aan ambtenaren, aangewezen als bedrijfshulpverlener als bedoeld in artikel 22 van de Arbeidsomstandigheden wet en die naast zijn normale werkzaamheden de bedrijfshulpverleningstaken naar behoren heeft uitgevoerd wordt een vergoeding toegekend van 8,25 % van het bruto maandsalaris periodiek 11, salarisschaal 4

Artikel 25 Geen afbouw

Bij het beëindigen van een vergoeding of toelage zoals bedoeld in de artikelen 17 tot en met 23 van deze regeling wordt geen afbouwregeling toegepast.

Artikel 26 Afbouw toelage

  • 1. Aan de ambtenaar wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage, als bedoeld in deze regeling een blijvende verlaging ondergaat, wordt een aflopende compensatie toegekend, indien:

    • a.

      de blijvende verlaging ten minste 3% bedraagt van de bezoldiging (som van het salaris en de toelage(n) zoals in de aanhef van dit lid aangegeven).

    • b.

      de ambtenaar deze toelage(n) gedurende ten minste twee jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.

  • 2. In afwijking van het gestelde in de vorige leden ontvangt de ambtenaar van 55 jaar en ouder die direct voorafgaande aan het vervallen van de bedoeld toelage(n) en de ambtenaar die gedurende minimaal 10 jaren deze toelage(n) heeft genoten een volledige compensatie voor deze toelage(n)

  • 3. Voor de toepassing van de voorgaande leden wordt onder wezenlijke onderbreking verstaan een onderbreking van langer dan twee maanden.

  • 4. Indien aan de voorwaarden zoals in lid 1 verwoord wordt voldaan en de leden 2,3 en 4 niet van toepassing zijn vindt er een stapsgewijze afbouw plaats in vier jaar: het eerste jaar 100%, het tweede jaar 75% , het derde jaar 50%, het vierde jaar 25% .

Artikel 27 Garantiebepaling

Aan de ambtenaar, wiens functie ten gevolge van een uitgevoerde functiewaardering in een lager functieschaal wordt gewaardeerd dan het tot dusver voor hem geldende salarisniveau, wordt dat hogere salarisniveau gegarandeerd, inclusief de binnen dat salarisniveau bestaande uitzichten.

Hoofdstuk 5 Overige bepalingen

Artikel 28 Onvoorziene gevallen

Voor gevallen waarin deze regeling niet of niet naar billijkheid voorziet, treffen burgemeester en wethouders een bijzondere regeling, gehoord het Georganiseerd Overleg.

Artikel 29 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 1 augustus 2002 en kan worden aangehaald als de "Bezoldigingsregeling gemeente Bellingwedde 2002".

  • 2.

    De "Regeling tot de bezoldiging van de ambtenaren in dienst van de gemeente Bellingwedde", zoals vastgesteld op 20 juni 1996 en zoals sindsdien gewijzigd, wordt ingaande 1 augustus 2002 buiten werking gesteld.

de secretaris, de burgemeester,