Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Bellingwedde

Verordening persoonsgebonden budget begeleid werken met sociale werkvoorziening

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Bellingwedde
Officiële naam regelingVerordening persoonsgebonden budget begeleid werken met sociale werkvoorziening
CiteertitelVerordening persoonsgebonden budget begeleid werken met sociale werkvoorziening
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 7, tiende lid, Wet Sociale Werkvoorziening

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-07-200801-07-2008Onbekend

26-06-2008

Streekblad 9 juli 2008

Onbekend

Tekst van de regeling

Nr. 6/8-2b ;

de raad van de gemeente Bellingwedde;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 27 mei 2008, nr. 6/8-1; gelet op artikel 7, tiende lid, van de Wet Sociale Werkvoorziening

overwegende dat de raad bij verordening nadere regels dienst vast te stellen met betrekking tot het verstrekken van Persoonsgebonden Budgetten

besluit:

vast te stellen de volgende verordening

VERORDENING PERSOONSGEBONDEN BUDGET BEGELEID WERKEN WET SOCIALE WERKVOORZIENING

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bellingwedde;

  • b.

    de wet: de Wet Sociale Werkvoorziening;

  • c.

    periodieke subsidie: de loonkostensubsidie en overige aan de werkgever te verstrekken vergoedingen voor structurele kosten.

  • d.

    de begeleidingsorganisatie: rechtspersoon die wordt ingeschakeld voor het zoeken naar, dan wel begeleiding van de sw-geïndiceerde op een begeleid werken plaats

Artikel 2 De hoogte van de rechtstreeks aan de subsidieverlening verbondenuitvoeringskosten

Het college stelt elk jaar voor 31 december de hoogte vast van de rechtstreeks aan de subsidieverlening verbonden uitvoeringskosten voor elk te verstrekken persoonsgebonden budget voor het daarop volgende kalenderjaar.

Artikel 3 Invulling voorwaarden adequate werkplek

  • 1. Het college verstrekt op aanvraag aan iedere WSW-geïndiceerde die daar recht op heeft een persoonsgebonden budget begeleid werken WSW, indien werkgever en begeleidingsorganisatie er zorg voor dragen dat de arbeidsplaats voor de SW-geïndiceerde adequaat wordt ingevuld;

  • 2. De werkgever voldoet aan de volgende vereisten:

    • a.

      Zijn onderneming staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel;

    • b.

      De aangeboden arbeidsplaats en de omvang daarvan zijn, gelet op de indicatiestelling en mogelijkheden van de SW-geïndiceerde, als passend aan te merken;

    • c.

      De duur van het dienstverband bedraagt tenminste 6 maanden met een arbeidsomvang van 20 uur per week, met een mogelijkheid tot verlenging.

  • 3. De begeleidingsorganisatie voldoet aan de volgende vereisten:

    • a.

      De begeleidingsorganisatie is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel;

    • b.

      De begeleidingsorganisatie en/of haar medewerkers zijn gekwalificeerd voor het begeleiden van de doelgroep c.q. de SW-geïndiceerde voor wie het persoonsgebonden budget is bestemd;

    • c.

      De begeleidingsorganisatie heeft aantoonbare kennis en ervaring in het werkveld.

Artikel 4 De wijze van vaststelling van de periodieke subsidie aan dewerkgever

  • 1.

    Het college stelt op voorstel van de SW-geïndiceerde de hoogte van de subsidie aan de werkgever vast;

  • 2.

    De te verstrekken loonkostensubsidie wordt bepaald op basis van de loonwaarde van de SW-geïndiceerde. Het college kan desgewenst de loonwaarde laten vaststellen aan de hand van een loonwaardeonderzoek, waarbij de loonwaarde een procentuele inschatting is van de verdiencapaciteit van de sw-geïndiceerde in vergelijking met een werknemer zonder arbeidsbeperking. Daarbij kan een externe deskundige worden ingeschakeld;

  • 3.

    Indien bij toepassing van het vorige lid het college gerede twijfel heeft aan de juiste hoogte en waarde van de loonkostensubsidie vindt, in afwijking van het vorige lid, een loonwaardeonderzoek plaats, op basis waarvan de hoogte van de loonkostensubsidie wordt vastgesteld. Daarbij kan een externe deSkundige worden ingeschakeld;

  • 4.

    In ieder geval vindt een loonwaardeonderzoek plaats als de voorgestelde hoogte voor een loonkostensubsidie hoger is dan het percentage genoemd in lid 2;

  • 5.

    Onverminderd het bepaalde in de artikelen 5 en 10 van deze verordening vindt eenmaal in de twee jaar een loonwaardebepaling plaats in geval er sprake is van een dienstverband voor onbepaalde tijd.

Artikel 5 Herziening van de loonkostensubsidie

  • 1. Op verzoek van de werkgever kan een loonkostensubsidie worden herzien als hier, gelet op de ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit van de werknemer, aanleiding voor is.

  • 2. De loonkostensubsidie kan ambtshalve worden gewijzigd als hier gerede aanleiding toe is.

Artikel 6 Vergoeding voor eenmalige noodzakelijke kosten van aanpassing vande omstandigheden waaronder arbeid wordt verricht

  • 1.

    Het college kan een vergoeding verstrekken voor de eenmalige kosten van aanpassing van de omstandigheden waaronder arbeid wordt verricht als blijkt dat aanpassingen op de werkplek noodzakelijk zijn, deze persoon gerelateerd zijn, en het niet redelijk is dat deze kosten door de werkgever worden gedragen;

  • 2.

    Kosten voor aanschaf van apparatuur, kosten voor de werkplek en kosten voortvloeiend uit arbowetgeving die de werkgever uit hoofde van normaal en goed werkgeverschap voor iedere werknemer zou moeten maken komen niet in aanmerking voor vergoeding door het college;

  • 3.

    Een vergoeding wordt alleen verstrekt indien er sprake is van een dienstverband van minimaal 6 maanden met een arbeidsomvang van minimaal 20 uur per week;

  • 4.

    Het college regelt de wijze van uitbetaling van de vergoeding.

Artikel 7 Indienen van een aanvraag

  • 1. De aanvraag van een persoonsgebonden budget wordt ingediend door middel van een volledig ingevulde aanvraag. De aanvraag wordt mede ondertekend door de werkgever en de begeleidingsorganisatie;

  • 2. Het college kan ten behoeve van de aanvraag een aanvraagformulier vaststellen.

Artikel 8 Beslistermijn

  • 1.

    Het college besluit over de aanvraag binnen 8 weken na ontvangst van alle benodigde gegevens;

  • 2.

    Het college kan dit besluit met ten hoogste 8 weken verdagen. Het college stelt de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 9 Het besluit tot verlenen van de periodieke subsidie

Het besluit tot verlening van een periodieke subsidie bevat in ieder geval:

  • 1.

    De hoogte van de periodieke subsidie en de wijze waarop deze kan worden aangepast;

  • 2.

    Wijze van bevoorschotting van de subsidie;

  • 3.

    De verplichtingen van de werkgever.

Artikel 10 Het vaststellen van de periodieke subsidie

  • 1. De werkgever verstrekt binnen 8 weken na afloop van het kalenderjaar aan het college een schriftelijke opgave van het door hem in het voorgaande jaar betaalde bruto CAO-loon van de SW- geïndiceerde, vermeerderd met alle werkgeverslasten;

  • 2. Het college stelt de periodieke subsidie binnen 8 weken na ontvangst van dezeopgave vast.

Artikel 11 Verrekening met voorschotten

De subsidie wordt overeenkomstig de vaststelling binnen 8 weken betaald, onder verrekening van de betaalde voorschotten.

Artikel 12 Verplichtingen werkgever

De werkgever doet onmiddellijke schriftelijke mededeling aan het college van alle feiten en omstandigheden die van belang kunnen zijn voor de verstrekking van de subsidie.

Artikel 13 Citeertitel en inwerkingtreding

1.Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening persoonsgebonden budget begeleid werken Wet Sociale Werkvoorziening;

Zij treedt in werking op 1 juli 2008.