Overheidsorganisatie | Gemeente Bellingwedde |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening betreffende het instellen en instandhouden van een gezamenlijke lokale rekenkamercommissie voor de gemeenten Bellingwedde en Vlagtwedde |
Citeertitel | Verordening betreffende het instellen en instandhouden van een gezamenlijke lokale rekenkamercommissie voor de gemeenten Bellingwedde en Vlagtwedde |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-06-2015 | Onbekend | 18-06-2015 | Onbekend | ||
14-11-2013 | 01-01-2006 | 19-06-2015 | Onbekend | 22-12-2005 Streekblad 13 november 2013 | Onbekend |
Verordening betreffende het instellen en instandhouden van een gezamenlijke lokale rekenkamercommissie voor de gemeenten Bellingwedde en Vlagtwedde.
De raden van de gemeenten Bellingwedde en Vlagtwedde;
Gelet op artikel 81o van de Gemeentewet;
Gelet op het bepaalde in de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr.)
Besluiten:
ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft vast te stellen de
“Verordening betreffende het instellen en instandhouden van een gezamenlijke lokale rekenkamercommissie voor de gemeente Bellingwedde en de gemeente Vlagtwedde”.
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. Gemeentera(a)d(en): dit betreft de gemeenteraad van de gemeente Bellingwedde en/of de gemeenteraad van de gemeente Vlagtwedde;
b. Rekenkamercommissie: de organisatie die op grond van art. 81oa van de Gemeentewet is ingesteld bij besluit van de gemeenteraad en die ten doel heeft om door middel van beleidsevaluaties en doelmatigheidsonderzoeken een bijdrage te leveren aan de rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid van het beoogde beleid, evenals de doelmatige voorbereiding en uitvoering ervan in de gemeenten Bellingwedde en Vlagtwedde;
c. Doeltreffendheid of effectiviteit: de mate waarin een organisatie erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de beoogde maatschappelijke effecten te bereiken.
d. Rechtmatigheid: zijnde niet de controle op de jaarrekening als bedoeld in artikel 213, tweede lid Gemeentewet.
e. Doelmatigheid of efficiency: het streven om met een zo beperkt mogelijke inzet van de beschikbare middelen het gewenste resultaat te bereiken.
f. Gemeentelijk bestuursorgaan: de gemeenteraad van Bellingwedde en/of de gemeenteraad van Vlagtwedde, de colleges van burgemeester en wethouders van Bellingwedde en Vlagtwedde, de burgemeesters van Bellingwedde en Vlagtwedde, evenals gemeentelijke commissies waaraan bevoegdheden van de gemeenteraad of van burgemeester en wethouders zijn gedelegeerd;
g. Lid: een lid van de rekenkamercommissie; deze is niet tevens lid van de gemeenteraad van Bellingwedde of van de gemeenteraad van Vlagtwedde, of een door (een van) deze raden beëdigd persoon die een raadslid mag vervangen tijdens een commissievergadering;
h. Onderdeel: een gemeentelijke afdeling, kostenplaats of fonds;
i. Gesubsidieerde instelling: organisatie met rechtspersoonlijkheid naar burgerlijk recht, die een geldelijke bijdrage van meer dan € 12.500,-- van de gemeente Bellingwedde en/of Vlagtwedde ontvangt. Onder gemeente worden ook de in de artikelen 82 en 83 van de Gemeentewet genoemde commissies begrepen.
j. Ambtenaar: een ieder die in dienst van een de deelnemende gemeenten werkzaam is.
a. De gemeentelijke rekenkamercommissie doet onderzoek naar de (maatschappelijke) effecten van het gemeentelijk beleid alsmede naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gemeentelijke beheer en van de gemeentelijke organisatie, alsmede van (gesubsidieerde) instellingen waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd.
b. De gemeentelijke rekenkamercommissie stelt elk jaar voor 1 april, conform artikel 185, lid 3 Gemeentewet een verslag op van haar werkzaamheden over het voorgaande jaar.
a. De rekenkamercommissie bestaat uit:
een voorzitter en twee leden, die zowel door de gemeenteraad van Bellingwedde als de gemeenteraad van Vlagtwedde worden benoemd;
b. Desgewenst vormen de onder a. bedoelde personen samen de rekenkamercommissie van de gemeente Bellingwedde;
c. Desgewenst vormen de onder a. bedoelde personen samen de rekenkamercommissie van de gemeente Vlagtwedde.
d. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de
vergaderingen van de rekenkamercommissie, het leiden van de vergaderingen, het
bewaken van de uitvoering van de onderzoeksagenda en de werkwijze en het
bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe
regelmatig overleg met de onderzoekers en met het secretariaat.
f. De voorzitter en leden worden benoemd voor een periode van drie jaren, met de mogelijkheid om maximaal twee keer te worden herbenoemd
g. (Oud)-bestuurders van Bellingwedde of Vlagtwedde , (voormalige) ambtenaren in dienst van deelnemende gemeenten, opdrachtnemers voor deelnemende gemeenten of bij gemeentelijke opdrachten betrokken zijnde medewerkers daarvan, alsmede medewerkers en bestuursleden bij organisaties met een financiële relatie met de gemeenten Bellingwedde en/of Vlagtwedde, kunnen niet worden benoemd als lid of voorzitter, tenzij de relatie met de gemeente, resp. organisatie bij het aanvaarden van de functie binnen de rekenkamercommissie meer dan 6 jaar geleden is geëindigd.
h. Op het voorgaande onder g. kan bij besluit van de gemeenteraden een uitzondering worden gemaakt wanneer de raden van oordeel zijn dat de onafhankelijkheid van het te benoemen lid voldoende gewaarborgd is.
i. De commissie benoemt een lid tot plaatsvervangend voorzitter van de commissie.
Externe leden zullen conform artikel 8 1g van de Gemeentewet de daarin opgenomen eed of belofte afleggen.
1. De gemeenteraad ontslaat de leden of stelt hen op non-activiteit overeenkomstig hetgeen daarover in lid 2 van dit artikel is bepaald.
2. Het lidmaatschap van een lid / voorzitter eindigt:
a. Op eigen verzoek;
b. Bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap / voorzitterschap van de rekenkamercommissie;
c. Wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;
d. Indien het bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld,
e. Wanneer het lid / de voorzitter in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;
f. Door tijdsverloop van vier jaar, behoudens herbenoeming.
1. De voorzitter en de leden ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie, incl. bijbehorende (voorbereidende en uitvoerende) werkzaamheden. Deze vergoeding bedraagt € 150,- per vergadering. Voor de voorzitter bedraagt de vergoeding € 180,- per vergadering. Deze vergoedingen worden jaarlijks aangepast (met afronding op hele euro’s) op grond van de CBS-indexcijfer consumentenprijzen.
2. De vergoedingen genoemd in het eerste lid worden voor ten hoogste tien vergaderingen per kalenderjaar verstrekt.
3. De vergoedingen genoemd in het eerste lid, komen ten laste van het budget van de rekenkamercommissie.
1.De rekenkamercommissie kan op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent de inhoud van stukken die aan haar worden overgelegd, geheimhouding opleggen.
2. De geheimhouding wordt door allen die van deze stukken kennis dragen in acht genomen totdat de rekenkamercommissie haar opheft.
1. De gemeenteraden stellen jaarlijks de nodige middelen ter beschikking van de commissie voor een goede uitoefening van haar werkzaamheden.
2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:
a. de vergoedingen aan de leden;
b. de ambtelijk secretaris;
c. interne onderzoeksmedewerkers;
d. externe deskundigen die eventueel door de rekenkamercommissie zijn ingeschakeld;
f. eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.
3. De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de gemeenteraad.
4. De vaste kosten van de rekenkamercommissie worden naar rato van het aantal inwoners verdeeld over de deelnemende gemeenten.
1. Belangstellenden kunnen op verzoek de vergaderingen van de rekenkamercommissie bijwonen.
2. Indien de voorzitter van de rekenkamercommissie of één van de aanwezige leden dat nodig oordeelt, wordt de vergadering voor het publiek gesloten.
3. De rekenkamercommissie besluit vervolgens of in besloten vergadering zal worden beraadslaagd.
4. Over de punten, in besloten vergadering behandeld, kunnen besluiten worden genomen.
1. De rekenkamercommissie onderzoekt de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het beleid van het gemeentebestuur van Bellingwedde en Vlagtwedde.
2. Het werkprogramma van de rekenkamercommissie wordt ter kennis gebracht van de gemeenteraad en voorziet in een evenwichtige verdeling naar rato van de budgettaire bijdrage van de gemeente Bellingwedde en de gemeente Vlagtwedde voor te plegen onderzoeken ten behoeve van de deelnemende gemeenten.
3. De rekenkamercommissie doet tenminste jaarlijks een voorstel welke onderwerpen voor het komende jaar in aanmerking komen voor een onderzoek. Dat voorstel wordt ter kennis gebracht van de raad.
4. De rekenkamercommissie beslist welke onderwerpen worden onderzocht, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast. Deze onderzoeksopzet wordt ter kennis van de raad gebracht.
5. De rekenkamercommissie kan zogenaamde quick scans uitvoeren welke betrekking hebben op een beperkter terrein of gepaard gaan met kleinere acties dan de onderzoeken welke normaliter worden uitgevoerd.
6. De rekenkamercommissie kan de gemeenteraad mede gebaseerd op de uitkomsten quick scans, gevraagd en ongevraagd adviseren.
7. De rekenkamercommissie is bevoegd bij alle leden van een gemeentelijk bestuursorgaan en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek. De secretaris van de rekenkamercommissie kan de rekenkamercommissie daarbij vertegenwoordigen.
8. De leden van het gemeentelijke bestuursorgaan en de ambtenaren van de gemeente verstrekken desgevraagd alle inlichtingen die de rekenkamercommissie ter vervulling van haar taak nodig acht.
9. De rekenkamercommissie is bevoegd bij de besturen en of directies van de hierna genoemde organisaties de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek, het betreft: a) openbare lichamen en gemeenschappelijke organen ingesteld krachtens de Wet Gemeenschappelijke regelingen waaraan de gemeente deelneemt; b) instellingen die een subsidie, lening of garantie van de gemeente ontvangen; c) naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen waarvan de gemeente tenminste 50% van het aandelenkapitaal houdt; d) rechtspersonen die een bij of krachtens de wet geregelde taak uitoefenen en daartoe geheel of gedeeltelijk worden bekostigd uit de opbrengst van bij of krachtens de wet ingestelde heffingen;
10. De rekenkamercommissie kan zich laten bijstaan door deskundigen.
11. Om de onderzoeken van de rekenkamercommissie naar behoren te kunnen uitvoeren zijn de stukken, die onder oplegging van geheimhouding aan de rekenkamercommissie ter beschikking worden gesteld, ook beschikbaar voor de secretaris van de rekenkamercommissie en de door de rekenkamercommissie aangewezen onderzoekers of deskundigen.
1. De rekenkamercommissie vergadert op de door haar te bepalen dagen en uren.
1. De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden vast.
2. In dit reglement wordt onder meer opgenomen hoe de leden in vergadering bijeen worden geroepen, hoe de agenda tot stand komt en hoe tot besluitvorming wordt gekomen.
3. De rekenkamercommissie stelt een onderzoeksprotocol vast, waarin onder meer wordt vastgelegd hoe de commissie tot een onderzoeksopzet komt en welke procedure wordt gevolgd bij het uitvoeren van een onderzoek en het presenteren van het onderzoeksrapport.
4.Het in het eerste lid bedoelde reglement en het in het derde lid bedoelde protocol worden direct na vaststelling door de commissie ter kennis van de raden gebracht; over onderdelen die deze verordening direct of indirect raken overlegt de commissie voorafgaand aan de vaststelling met de raden (of de griffiers wanneer deze daartoe zijn aangewezen.
1. Gemotiveerde verzoeken tot het verrichten van een onderzoek kunnen worden gedaan door:
a. de gemeenteraad van Bellingwedde en Vlagtwedde, zowel gezamenlijk als afzonderlijk;
b. commissies als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet;
c. de colleges van burgemeester en wethouders van Bellingwedde en Vlagtwedde, zowel gezamenlijk als afzonderlijk;
2. Inwoners van en organisaties in de deelnemende gemeenten kunnen de rekenkamercommissie gemotiveerd attenderen op onderzoeksonderwerpen
3. Indieners van een gemotiveerd verzoek tot het verrichten van een onderzoek krijgen schriftelijk bericht over wat er met het verzoek wordt gedaan. Indien de commissie niet aan het verzoek voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.
4. De rekenkamercommissie doet geen onderzoek dat krachtens lid 2 is aangemeld indien:
a. het een klacht betreft in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet
bestuursrecht over een gedraging van een bestuursorgaan;
b. het een bezwaar betreft in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van een bestuursorgaan.
1. De rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.
2. De rekenkamercommissie kan de verzoeker tot het verrichten van een onderzoek tussentijds informeren over de voortgang van een onderzoek.
3. De rekenkamercommissie stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken (technisch wederhoor). Betrokkenen zijn in elk geval degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.
4. Na vaststelling door de rekenkamercommissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen, onder toezending van een afschrift aan het college van burgemeester en wethouders en betrokkenen, aan de betreffende gemeenteraad (-raden) aangeboden..
5. Het college van burgemeester en wethouders krijgt voordat de gemeenteraad (of een raadscommissie) het onderzoeksrapport en de conclusies en aanbevelingen behandelt gelegenheid binnen een periode van drie weken na toezending een reactie te geven.
6. De gemeenteraad stelt in openbaarheid de onderzoeksresultaten, de conclusies en aanbevelingen vast. Hieraan gaat vooraf een behandeling in de betreffende (of plenaire) raadscommissie. Over de punten, in besloten vergadering behandeld, kunnen besluiten worden genomen.
1. De rekenkamercommissie benoemt, na hiertoe overleg te hebben gevoerd met de griffiers van de raden, de secretaris van de commissie.
2. De secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.
3. De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamercommissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.
4. De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.
5. In goed overleg kan de ambtelijk secretaris een ambtelijke aanstelling krijgen bij één van de deelnemende gemeenten en zullen vervolgens de in die gemeente geldende arbeidsvoorwaarden van toepassing worden verklaard op zijn rechtspositie.
6. In goed overleg kan een medewerker van een organisatie van één van beide gemeenten voor een deel van zijn/haar werktijd als secretaris van de commissie fungeren. De personele lasten worden in dat geval naar rato doorberekend aan de rekenkamercommissie.
1. In alle gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, beslist de rekenkamercommissie de gemeenteraad gehoord.
2. Ter verdere uitwerking van afspraken ten aanzien van de gezamenlijke rekenkamer commissie wordt een samenwerkingsovereenkomst gesloten.
Jaarlijks vindt er een gesprek plaats tussen de rekenkamercommissie en een delegatie van beide raden over het functioneren van de commissie, de waarde van de uitgebrachte rapporten en de relatie met de gemeentelijke bestuursorganen.
Deze verordening treedt in werking op 19juni 2015.
De “Verordening betreffende het instellen en instandhouden van een gezamenlijke lokale rekenkamercommissie voor de gemeente Bellingwedde en de gemeente Vlagtwedde”, vastgesteld door de raad van de gemeente Vlagtwedde op 26 januari 2010, wordt met vaststelling van deze verordening ingetrokken.
Aldus besloten door de raad van de gemeente Bellingwedde in zijn openbare vergadering van 18 juni 2015.
De raadsgriffier, De voter,zit
Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun geheel moeten worden uitgeschreven.
Artikel 2
Wanneer gemeenten geen rekenkamer instellen, stellen zij op grond van artikel 81o van de Gemeentewet regels vast voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie.
Artikel 3
Uitgegaan wordt van een rekenkamercommissie met twee onafhankelijke leden en een onafhankelijk voorzitter. De leden en voorzitter van de rekenkamercommissie kunnen niet tevens raadslid zijn van de gemeenteraad van de gemeente Bellingwedde of de gemeenteraad van de gemeente Vlagtwedde. Dit geldt ook voor de beëdigde plaatsvervangers. Hiermee wordt beoogd onafhankelijke deskundigheid te waarborgen binnen de rekenkamercommissie. Om die reden is er tevens in voorzien dat personen die binnen een periode van 6 jaar voorafgaand aan een benoeming een functie hebben vervuld binnen de gemeente of bij een door de gemeente gesubsidieerde instelling, dan wel een opdracht voor de gemeente hebben uitgevoerd niet tot lid kunnen worden benoemd. De rade kunnen daar echter een uitzondering op maken wanneer er voldoende vertrouwen is dat de onafhankelijkheid van het te benoemen lid afdoende is gewaarborgd.
Artikel 4
De verplichting deze eed of verklaring en belofte af te leggen vloeit voor de rekenkamer rechtstreeks voort uit artikel 81g van de Gemeentewet. Deze bepaling wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de leden van de rekenkamercommissie.
Artikel 5
Dit artikel handelt over het ontslag van de leden en over de mogelijkheid (of soms verplichting) hen op non-activiteit te stellen in bepaalde situaties.
Artikel 6
IIn dit artikel is vastgelegd dat de leden en de voorzitter voor hun werkzaamheden een vergoeding per vergadering ontvangen. Deze vergoeding is tevens bedoeld als vergoeding voor de werkzaamheden die door de voorzitter en leden ter voorbereiding van de vergaderingen en ter uitvoering van de besluiten en afspraken worden gemaakt. Voor het uitvoeren van onderzoekswerkzaamheden door de voorzitter of een lid van de commissie wordt een (vaste) vergoeding per gewerkt uur verstrekt, op grond van een bij de onderzoeksopzet vastgestelde raming. De commissie legt, gehoord hebbende de raden, in een onderzoeksprotocol zelf het uurtarief vast.
Artikel 7
De rapporten van de rekenkamercommissie zijn in beginsel openbaar maar op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wob kunnen rapporten of gedeelten daarvan als geheim worden aangemerkt. Artikel 25 Gemeentewet is overeenkomstig van toepassing verklaard.
Artikel 8
De rekenkamercommissie is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het budget dat beschikbaar is voor de uitvoering van haar taak. Ten laste van het budget worden de in het tweede lid genoemde kosten gebracht. Het budget van elke gemeente wordt ingezet voor onderzoek ten behoeve van die gemeente. De algemene kosten worden verdeeld naar rato van het aantal inwoners.
Artikel 9
De vergaderingen van de rekenkamercommissie worden niet openbaar aangekondigd. Indien een belangstellende een vergadering wenst bij te wonen bestaat daartoe de mogelijkheid, tenzij de commissie gemotiveerd van oordeel is dat er redenen zijn om in beslotenheid te vergaderen.
Artikel 10
De rekenkamercommissie dient onafhankelijk te zijn en om deze onafhankelijkheid te kunnen garanderen is het van belang dat zij zelfstandig de onderzoeksonderwerpen kan kiezen. Met lid 2 en 3 wordt de betrokkenheid van de gemeenteraad bij de onderzoekskeuze door de commissie beoogd. Voor de commissie is het van belang te weten of een (mogelijk) voorgenomen onderzoek aansluit bij de behoeften van de betreffende raad. Het in handen van de commissie leggen van de uitwerking van de vraagstelling en de vaststelling van de onderzoeksopzet bevordert de onafhankelijkheid. De rekenkamercommissie kan op verzoek van de raad een onderzoek instellen maar is niet verplicht het verzoek van de raad in te willigen. Zie ook de toelichting bij artikel 13. Om te waarborgen dat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar onderzoek voor het vormen van objectieve oordelen over voldoende en relevante gegevens kan beschikken, is het van belang over zo ruim mogelijke bevoegdheden tot het inwinnen van informatie te beschikken. Daarom is voorzien in de bevoegdheid om inlichtingen in te winnen van alle leden van de gemeentelijke bestuursorganen en van alle ambtenaren van beide gemeenten. De in lid 5 genoemde quick scans kunnen een vervolg krijgen door het geven van commentaar op ontwikkelingsprocessen die binnen een gemeente lopen. Dit commentaar kan dan in de vorm van een (rekenkamer)brief naar de betreffende gemeenteraad worden gezonden.
Artikel 11 en 12
Deze artikelen behoeven geen toelichting.
Artikel 13
Zie ook toelichting bij artikel 10. Het verzoek van de raad wordt in artikel 182, tweede lid van de Gemeentewet expliciet genoemd. Doordat deze mogelijkheid uitdrukkelijk in de wet is genoemd, wordt er een bepaald gewicht toegekend aan het verzoek van de raad. Indien de rekenkamercommissie niet voldoet aan een goed gemotiveerd verzoek zal zij daarvoor goede gronden moeten aanvoeren.
Artikel 14
Uit oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de partij die (mede) onderwerp van onderzoek is de kans krijgt om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) conceptonderzoeksrapport. Er vindt dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan de organisatie worden voorgelegd met de vraag eventuele onjuistheden aan te geven. De commissie besluit over de verwerking van de gemaakte bemerkingen. Daaropvolgend formuleert de commissie conclusies en aanbevelingen. Het definitieve rapport wordt aan de betreffende gemeenteraad gezonden. Tegelijkertijd ontvangt het college van b&w een afschrift en wordt deze gelegenheid geboden om te reageren op de conclusies en aanbevelingen die de rekenkamer verbindt aan de bevindingen. Eerst na de reactieperiode van drie weken wordt het rapport openbaar en agendeert en bespreekt de betreffende raad het rapport. Wanneer daar aanleiding toe is kan de rekenkamercommissie de reactie van het college ten behoeve van de raadsbehandeling becommentariëren.
Artikel 15
De rekenkamercommissie wordt bijgestaan door een ambtelijk secretaris.De rekenkamercommissie dient zelfstandig te functioneren en in het derde lid is voorzien in een rechtstreekse verantwoordingsrelatie van de secretaris ten opzichte van de rekenkamercommissie. De commissie benoemt de secretaris. Zij kan een beroep doen op de organisaties om (tegen verrekening) menskracht te leveren, maar kan ook extern een secretaris aanzoeken.
Artikel 16 en 17
Deze artikelen behoeven geen toelichting.
Artikel 18
De datum van inwerkingtreding is gebaseerd op de datum waarop de raad van Bellingwedde deze verordening vaststelt.
Artikel 19
Dit artikel behoeft geen toelichting.