Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Schijndel

Verordening voor de behandeling van bezwaarschriften voor de gemeenten Schijndel en Sint-Oedenrode

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Schijndel
Officiële naam regelingVerordening voor de behandeling van bezwaarschriften voor de gemeenten Schijndel en Sint-Oedenrode
CiteertitelVerordening behandeling bezwaarschriften gemeenten Sint-Oedenrode en Schijndel 2014.
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening worden de bestaande verordeningen (Schijndel: Verordening behandeling bezwaarschriften en klachten gemeente Schijndel 2011 en Sint-Oedenrode: Verordening commissie bezwaarschriften gemeente Sint-Oedenrode 2009) ingetrokken.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-06-201401-01-2017Nieuwe regeling

05-06-2014

Gemeenteblad 12 juni 2014; nr. 32705

14.012728

Tekst van de regeling

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

De raad van de gemeente Schijndel, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Schijndel, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 29 april 2014;

gelet op de Gemeentewet en op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

Besluit

  • A.

    Om onder gelijktijdige intrekking van de verordening behandeling bezwaarschriften en klachten gemeente Schijndel 2011 de navolgende verordening voor de behandeling van bezwaarschriften voor de gemeenten Schijndel en Sint-Oedenrode 2014 vast te stellen.

  • B.

    In te stellen de commissie van advies voor de behandeling van bezwaarschriften gemeenten Schijndel en Sint-Oedenrode, onder gelijktijdige opheffing van de commissie van advies voor de behandeling van bezwaarschriften en klachten gemeente Schijndel.

Neemt kennis

Van de samenstelling van de commissie van advies voor de behandeling van bezwaarschriften gemeenten Schijndel en Sint-Oedenrode, te weten:

  • a.

    de heer mr. P.J.A.S. Lathouwers, voorzitter van de commissie;

  • b.

    de heer mr. H.J. Kastein, plaatsvervangend voorzitter en lid van de commissie;

  • c.

    mevrouw mr. J.J.H. van Goch, lid van de commissie;

  • d.

    de heer mr. E. Krens, lid van de commissie;

  • e.

    de heer mr. M. Kapteijns, plaatsvervangend lid van de commissie;

  • f.

    mevrouw mr. K.E. Geurts-Verstraaten, secretaris van de commissie;

  • g.

    mevrouw mr. T.T.M. Linotte-de Louw, secretaris van de commissie;

  • h.

    mevrouw mr. W.F.M. van Gurp-Steenbakkers, secretaris van de commissie;

  • i.

    de heer R.J.J.H. Janssen, plaatsvervangend secretaris van de commissie;

  • j.

    de heer J.F.P.P. Mathijsen, plaatsvervangend secretaris van de commissie.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

b commissie: commissie van advies voor de behandeling van bezwaarschriften gemeenten Sint-Oedenrode en Schijndel;

c gemeente: de gemeente Sint-Oedenrode en/of de gemeente Schijndel;

d wet: Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Inleidende bepaling commissie

  • 1. Er is een commissie voor de behandeling van bezwaarschriften voor de gemeenten Schijndel en Sint-Oedenrode.

  • 2. De commissie is belast met het adviseren van het verwerend orgaan van de gemeente in de voorbereiding van de beslissing op bezwaarschriften tegen de door dat orgaan genomen besluiten;

  • 3. De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van:

    a een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken;

    b de gemeentelijke belastingen;

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden.

  • 2. De voorzitter en de leden en de plaatsvervangende leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3. De voorzitter, leden of plaatsvervangende leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente.

  • 4. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

  • 5. De voorzitter, leden en plaatsvervangende leden van de commissie hebben geen betrekkingen en verrichten geen werkzaamheden waarvan de uitoefening ongewenst is met het oog op een goede vervulling van hun functie en waarbij hun onpartijdigheid en onafhankelijkheid in het geding kunnen komen.

Artikel 4 Secretaris

  • 1. De commissie wordt in haar werkzaamheden ondersteund door één of meerdere door het college aangewezen secretarissen.

  • 2. Het college wijst zonodig tevens één of meer plaatsvervangers van de secretarissen aan.

  • 3. De secretaris is als zodanig uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de commissie.

  • 4. De secretaris is niet betrokken bij de behandeling van bezwaren die hem rechtstreeks aangaan.

  • 5. De secretaris kan onderzoeken of het bezwaar via premediation kan worden opgelost en daartoe de nodige handelingen verrichten.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1. De voorzitter en leden van de commissie treden af op de dag van het aftreden van de gemeenteraad en wanneer er sprake is van onverenigbare betrekkingen als bedoeld in artikel 3, lid 3 en lid 5 van deze verordening.

  • 2. De voorzitter en leden van de commissie kunnen worden herbenoemd.

  • 3. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen.

  • 4. De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 6 Geheimhoudingsplicht

Voor de commissie is artikel 2:5 Awb van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7 Quorum

  • 1 Voor het houden van een zitting is de aanwezigheid van minimaal twee leden, onder wie in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, vereist.

  • 2 In bijzondere omstandigheden kan het horen door de commissie worden opgedragen aan de voorzitter of een ander lid van de commissie.

Artikel 8 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Hoofdstuk 2: BEHANDELING VAN BEZWAARSCHRIFTEN

Artikel 9 Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt tijdig in handen van de commissie gesteld.

  • 3. Bij het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 6:14 Awb wordt vermeld dat een commissie over het bezwaar zal adviseren.

Artikel 10 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:

a artikel 2:1, tweede lid (vragen machtiging);

b artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn;

c artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

d artikel 7:4, tweede lid (ter inzage leggen 1 week voor hoorzitting);

e artikel 7:6, vierde lid (oordelen over geheimhouding van horen meerdere betrokkenen);

Artikel 11 Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter of de secretaris van de commissie zijn bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2. De voorzitter of de secretaris kunnen uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 12 Hoorzitting

  • 1. De voorzitter van de commissie bepaalt, in overleg met de secretaris, plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb.

  • 3. Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

  • 4. Het horen van partijen vindt in elkaars aanwezigheid plaats, tenzij de voorzitter beslist dat daartegen overwegende bezwaren bestaan.

Artikel 13 Uitnodiging zitting

  • 1. De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan tenminste 2 weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2. Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op een verzoek als genoemd in het vorige lid wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 14 Ter inzage legging

De stukken die betrekking hebben op de behandeling van het bezwaarschrift worden door de secretaris minimaal 1 week voor de hoorzitting voor belanghebbenden ter inzage gelegd.

Artikel 15 Openbaarheid zitting

  • 1. De zitting van de commissie is openbaar.

  • 2. De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 16 Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 17 Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op een dergelijk verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, van overeenkomstige toepassing.

Artikel 18 Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2. a De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

    b Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

    c Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 4. Indien de commissie van mening is dat zij over te weinig informatie beschikt om tot een deugdelijk advies te komen, houdt zij haar advies aan en draagt zij één van de leden of de secretaris op nader onderzoek te (laten) doen.

  • 5. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 19 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1. Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 16 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2. Indien de termijn van 12 weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verdaagt het verwerend orgaan tijdig de beslissing.

  • 3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift. 

Hoofdstuk 3: SLOTBEPALINGEN

Artikel 20 Onvoorziene omstandigheden / Uitleg verordening

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist de commissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 21 Inwerkingtreding en intrekking oude regelingen

Deze verordening treedt inwerking op de dag na die waarop zij is bekendgemaakt. Op dat momentworden de bestaande verordeningen (Schijndel: Verordening behandeling bezwaarschriften en klachten gemeente Schijndel 2011 en Sint-Oedenrode: Verordening commissie bezwaarschriften gemeente Sint-Oedenrode 2009) ingetrokken.

Artikel 22 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening behandeling bezwaarschriften gemeenten Sint-Oedenrode en Schijndel 2014.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad in zijn openbare vergadering van 5 juni 2014,

De griffier,

F.G.T.W. van Kessel–van Erp

De voorzitter,

J.Eugster - van Bergeijk

Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders in zijn vergadering van 29 april 2014,

De secretaris,

De voorzitter,

W.A.G.M. van Rosmalen

J.Eugster-van Bergeijk

Aldus besloten door de burgemeester van Schijndel op 29 april 2014,

J.Eugster-van Bergeijk

Bijlage:

Toelichting op de verordening behandeling bezwaarschriften [Klik hier om het document te downloaden]

Ter inzage:

Ambtelijke coördinatie:

Afdeling: Stafbureau Managementondersteuning

Behandeld door: kge

Reg.nummer: 14.012730