Overheidsorganisatie | Gemeente Het Bildt |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening Winkeltijden het Bildt 2014 |
Citeertitel | Verordening Winkeltijden het Bildt 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vervangen door de Verordening Winkeltijden Waadhoeke 2018.
Deze verordening vervangt de verordening uit 1996.
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-05-2014 | 26-09-2018 | nieuwe regeling | 21-05-2014 Bildtse Post , 21-05-2014 | 140513 |
De raad van de gemeente het Bildt;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van gemeente het Bildt d.d. 10 maart 2014;
gelet op de Winkeltijdenwet en artikel 149 van de Gemeentewet;
BESLUIT:
vast te stellen de navolgende “Verordening Winkeltijden het Bildt 2014”.
In deze verordening wordt verstaan onder:
de wet: de Winkeltijdenwet;
feestdag: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste Kerstdag en tweede Kerstdag;
werkdagen: maandag tot en met zaterdag;
winkel: datgene wat daaronder wordt verstaan in de Winkeltijdenwet.
Voor de in artikel 2, eerste lid, aanhef onder a. en b. van de Winkeltijdenwet vervatte verboden geldt:
voor supermarkten een vrijstelling voor alle zondagen en
voor de overige winkels een vrijstelling voor maximaal 14 door burgemeester en wethouders op voordracht van de ondernemersvereniging aan te wijzen zondagen per kalenderjaar.
De vrijstelling geldt slechts op zondagen van 12.00 tot 17.00 uur.
Het college van burgemeester en wethouders kan voor wat betreft zondagen of feestdagen ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet genoemde verboden, ten behoeve van:
bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard;
het uitstallen van goederen;
De ontheffing kan worden verleend in geval van feestelijkheden, bijeenkomsten, veilingen of beurzen.
Het college van burgemeester en wethouders stelt de raad zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van elke verleende ontheffing, als bedoeld in het eerste lid.
Het college van burgemeester en wethouders beslist op een aanvraag om een ontheffing binnen acht weken.
Het college van burgemeester en wethouders kan de beslissing voor ten hoogste acht weken verdagen.
Het college van burgemeester en wethouders kan een ontheffing intrekken of wijzigen indien:
ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;
veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten dit noodzakelijk maken in verband met het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;
het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;
de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;
van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;
de houder of zijn rechtsverkrijgende dit aanvraagt.
Een ontheffing op grond van deze verordening is overdraagbaar na verkregen toestemming van het college van burgemeester en wethouders.
In geval van een voorgenomen overdracht doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het college van burgemeester en wethouders onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.
Het college van burgemeester en wethouders kan bepalen dat de vrijstelling, bedoeld in artikel 12, eerste lid van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet, niet geldt voor de gehele gemeente of voor een of meer delen van de gemeente.
Het college van burgemeester en wethouders stelt de raad zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van een besluit, als bedoeld in het eerste lid.
Het college van burgemeester en wethouders kan op aanvraag ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder c, van de wet, voor zover deze betrekking hebben op werkdagen.
De ontheffing kan worden geweigerd indien de woonsituatie of de leefsituatie, de veiligheid of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.
Het college van burgemeester en wethouders stelt de raad zo spoedig mogelijk op de hoogte van elke verleende vergunning, als bedoeld in het eerste lid.
De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van:
musea;
winkels, waar uitsluitend maaltijden, voor directe consumptie geschikte eetwaren, alcoholvrije dranken en, door middel van een automaat, tabak en tabaksproducten, middelen ter voorkoming van zwangerschap en damesverband plegen te worden verkocht;
winkels waar de bedrijfsactiviteit hoofdzakelijk bestaat uit het verhuren van voorbespeelde videobanden en andere voorbespeelde beelddragers, mits in die winkel geen andere goederen worden te koop aangeboden of verkocht dan videobanden en andere beelddragers, alsmede tijdschriften en catalogi, die betrekking hebben op het te huur aangeboden assortiment.
De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van:
winkels, waarin zich een restaurant of lunchroom bevindt, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het bezoeken van het restaurant of de lunchroom;
winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk fietsen en bromfietsen plegen te worden verkocht, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het huren van fietsen en bromfietsen.
De in het eerste lid vervatte vrijstellingen gelden niet ten aanzien van het verkopen van goederen.
De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken.
De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van gebouwen, waar voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard plaatsvinden, en waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen die rechtstreeks verband houden met aldaar te houden voorstellingen, uitvoeringen en evenementen plegen te worden verkocht, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan.
De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het ter gelegenheid van voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met die voorstellingen, uitvoeringen of evenementen, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan.
De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van sportcomplexen, waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen worden verkocht, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen.
De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het in of op het terrein van sportcomplexen te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen.
De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van bejaardenoorden, waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten plegen te worden verkocht.
De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden in of op het terrein van bejaardenoorden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten.
Deze verordening treedt in werking na publicatie.
De ‘Verordening Winkeltijden het Bildt 2013,” zoals deze werd vastgesteld bij raadsbesluit van 19 september 2013, nummer 130919, wordt ingetrokken.
Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening Winkeltijden het Bildt 2014”.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 8 mei 2014.
G. Krol
voorzitter
F. Meijerink
griffier