Overheidsorganisatie | Gemeente Bussum |
---|---|
Officiële naam regeling | Gedragscode voor burgemeester en wethouders van Bussum |
Citeertitel | Gedragscode voor burgemeester en wethouders van Bussum |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-05-2014 | Nieuwe regeling | 24-04-2014 www.overheid.nl, www.officielebekendmakingen.nl | RV2014-018 |
De raad van de gemeente Bussum;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van
Bussum, nummer RV2014-018;
overwegende, dat
het verplicht is een gedragscode vast te stellen voor de burgemeester en de wethouders;
naast regels die betrekking hebben op de zuiverheid van de besluitvorming, het gebruikelijk is dat gedragscodes voor collegeleden ook artikelen bevatten die betrekking hebben op de omgang met vergoedingen en middelen, de omgang met informatie en de onderlinge omgang.
gelet op de artikel 41 c, tweede lid en artikel 69, tweede lid Gemeentewet
tot het vaststellen van de GEDRAGSCODE BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN BUSSUM, luidende als volgt:
De burgemeester respectievelijk de wethouder bewaakt de zuiverheid van de besluitvorming.
1. De burgemeester respectievelijk de wethouder mag zijn invloed en stem niet gebruiken om een persoonlijk belang veilig te stellen of het belang van een ander(e organisatie) bij wie hij een persoonlijke betrokkenheid heeft. Indien hiervan sprake is, neemt de burgemeester respectievelijk de wethouder niet deel aan de besprekingen in het college van burgemeester en wethouders.
2. De burgemeester respectievelijk de wethouder is zelf verantwoordelijk om actief en uit zichzelf de schijn van belangenverstrengeling tegen te gaan, met inachtneming van artikel 7 lid 7 van deze gedragscode.
3. De burgemeester respectievelijk de wethouder onthoudt zich van deelname aan de bespreking als er sprake is van een beslissing waarbij belangenverstrengeling dreigt; het gaat dan om kwesties waar hij zelf een persoonlijk belang bij heeft, of om kwesties waarbij het gaat om een belang van een individu of organisatie waarbij hij een persoonlijke betrokkenheid heeft.
4. De burgemeester respectievelijk de wethouder onthoudt zich bij beslissingen waarbij belangenverstrengeling dreigt, niet alleen van stemming maar ook van de beïnvloeding van de besluitvorming in de andere fases van het besluitvormingsproces.
5. De burgemeester respectievelijk de wethouder mag bepaalde in de Gemeentewet opgesomde functies niet uitoefenen in combinatie met zijn politieke functie.
6. De burgemeester respectievelijk de wethouder mag bepaalde in de Gemeentewet genoemde overeenkomsten en handelingen niet aangaan in combinatie met zijn politieke functie.
7. De burgemeester respectievelijk de wethouder maakt openbaar welke betaalde en onbetaalde functies hij vervult.
8. Door de gemeentesecretaris wordt zorg gedragen voor een geactualiseerde openbare lijst met functies van de burgemeester respectievelijk de wethouders. Op deze lijst wordt tevens vermeld of de werkzaamheden al dan niet bezoldigd zijn.
9. De burgemeester respectievelijk de wethouder doet opgaaf van al zijn substantiële “financiële” belangen - waaronder aandelen, opties en derivaten – in ondernemingen waarmee de gemeente zaken doet of waarin de gemeente een belang heeft. Deze “financiële” belangen zijn openbaar en worden ter inzage gelegd. Ook een tussentijds ontstaan substantieel financieel belang dient opgegeven te worden.
10. Door de gemeentesecretaris wordt zorg gedragen voor een geactualiseerde openbare lijst met gemelde financiële belangen van de burgemeester respectievelijk de wethouder.
11. Een oud-burgemeester respectievelijk oud-wethouder wordt gedurende een jaar na het eind van de zittingstermijn uitgesloten van het buiten dienstbetrekking tegen beloning verrichten van werkzaamheden bij de gemeente, met uitzondering van het raadslidmaatschap.
1. De burgemeester respectievelijk de wethouder mag zijn invloed en stem niet laten kopen of beïnvloeden door geld, goederen of diensten die hem zijn gegeven of hem in het vooruitzicht zijn gesteld.
2. De burgemeester respectievelijk de wethouder is zelf verantwoordelijk om actief en uit zichzelf de schijn van corruptie tegen te gaan.
3. De burgemeester respectievelijk de wethouder neemt geen geschenken aan die hem uit hoofde van of vanwege zijn functie worden aangeboden.
4. Indien de burgemeester respectievelijk de wethouder een geschenk of een gift ontvangt die een waarde van minder dan vijftig euro vertegenwoordigt, kan deze in afwijking van het bovenstaande worden behouden en wordt dit gemeld aan de gemeentesecretaris
5. De burgemeester respectievelijk de wethouder accepteert geen faciliteiten en diensten van derden die hem uit hoofde van of vanwege zijn functie worden aangeboden.
6. De burgemeester respectievelijk de wethouder accepteert bij uitzondering faciliteiten of diensten van derden als het weigeren ervan het collegewerk onmogelijk of onwerkbaar zou maken en de schijn van corruptie minimaal is.
7. De burgemeester respectievelijk de wethouder gebruikt de faciliteiten of diensten van derden die uit hoofde of vanwege de collegefunctie worden aangeboden, niet voor privédoeleinden.
8. De burgemeester respectievelijk de wethouder accepteert lunches, diners en recepties die door derden worden betaald, alleen als
dat behoort tot de uitoefening van het collegewerk,
de aanwezigheid beschouwd kan worden als functioneel (protocollaire taken, formele vertegenwoordiging van de gemeente, uitnodiging met beschreven doel omtrent de gewenstheid van de aanwezigheid)
tegelijkertijd de schijn van corruptie minimaal is.
9. De burgemeester respectievelijk de wethouder accepteert werkbezoeken waarbij reis- en verblijfkosten door derden betaald worden alleen bij hoge uitzondering. Een dergelijke invitatie dient altijd te worden besproken door het voltallige college. De invitatie mag alleen geaccepteerd worden als het bezoek aantoonbaar van belang is voor de gemeente en de schijn van corruptie minimaal is.
1. De burgemeester respectievelijk de wethouder houdt zich aan het beleid dat is vastgesteld voor het gebruik van interne voorzieningen van algemene aard, zoals fractiekamers, computerapparatuur met toebehoren, telefoon, fax en dergelijke.
2. De burgemeester respectievelijk de wethouder houdt zich aan het beleid dat is vastgesteld met betrekking tot onkostenvergoedingen en declaraties.
1. Het college van burgemeester en wethouders informeert tijdig alle raadsleden in gelijke mate en verstrekt alle informatie die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft. Wanneer het verstrekken van informatie in strijd is met het openbaar belang mag het college de informatie geheim verklaren.
2. De burgemeester respectievelijk de wethouder betracht de maximale openheid als het gaat om beleid en beslissingen en om de beweegredenen daarvoor. Hij handelt in overeenstemming met (de geest van) de Wet Openbaarheid van bestuur.
3. De burgemeester respectievelijk de wethouder die de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het geheime of vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens. Behalve als de wet hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.
4. De burgemeester respectievelijk de wethouder maakt niet ten eigen bate of ten bate van een ander gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.
1. De burgemeester respectievelijk de wethouder gaat respectvol met elkaar, raadsleden en ambtenaren om.
2. a. collegeleden bejegenen elkaar correct in woord, gebaar,
geschrift en in elektronische berichten.
collegeleden bejegenen raadsleden correct in woord, gebaar, geschrift en in elektronische berichten.
collegeleden bejegenen de griffie en andere ambtenaren correct in woord, gebaar, geschrift en in elektronische berichten.
3. De collegeleden houden zich tijdens de collegevergadering aan het reglement van orde van het college van burgemeester en wethouders en volgen de aanwijzingen van de voorzitter van het college op.
4. De collegeleden houden zich tijdens de raadsvergadering aan het reglement van orde van de raad en volgen de aanwijzingen van de voorzitter van de raad op.
5. Collegeleden onthouden zich van op de persoon gerichte aanvallen in woord, gebaar en geschrift, inclusief elektronische berichten, op andere collegeleden, op individuele raadsleden, alsmede op individuele ambtenaren in raads- en college-en commissievergaderingen en in het openbaar.
De raad stelt de Gedragscode vast voor de raad en het college van burgemeester en wethouders.
De raad ziet erop toe dat de burgemeester respectievelijk de wethouder de gedragscode voor het college naleeft.
De burgemeester is als voorzitter van de raad in het bijzonder belast met de toezichthoudende rol op het naleven van de gedragscode van de raad respectievelijk de gedragscode voor burgemeester en wethouders.
De burgemeester legt jaarlijks een verklaring af over zijn toezichthoudende rol ten aanzien van de gedragscode.
5 De burgemeester registreert elke melding van mogelijke schending van deze gedragscode. Deze registratie is alleen kenbaar voor de burgemeester.
6.Als de burgemeester respectievelijk de wethouder twijfelt of een handeling die hij wil verrichten of nalaten een overtreding
van de code zou kunnen zijn, wint hij hierover advies in bij de gemeentesecretaris
Als de burgemeester respectievelijk de wethouder vermoedt dat een regel van de gedragscode wordt overtreden door een andere wethouder, raadslid, dan rust op hem de verplichting om hiervan melding te maken bij de burgemeester.
In het geval dat wordt vermoed dat een regel van de gedragscode wordt overtreden door de burgemeester, wordt hiervan melding gemaakt bij de griffier.
In het geval er een concreet vermoeden is dat een wethouder, raadslid of de burgemeester een regel van de gedragscode heeft overtreden, kan er opdracht gegeven worden een onderzoek hiernaar te verrichten.
Als is komen vast te staan dat er sprake is van overtreding van een regel van de gedragscode dan kan dit leiden tot een sanctie.
Artikel 8 De hardheidsclausule.
De gemeenteraad kan besluiten om af te afwijken van de bepalingen van deze gedragscode, indien strikte toepassing gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de gedragscode te dienen doeleinden.
Artikel 9 Inwerkingtreding en intrekking
Deze gedragscode kan worden aangehaald als “Gedragscode burgemeester en wethouders van Bussum” en treedt in werking een dag na publicatie van de regeling.
De gedragscode burgemeester en wethouders van Bussum, vastgesteld op 11 september 2003 wordt per datum inwerkingtreding van deze nieuwe gedragscode ingetrokken.
Bussum, 14 april 2014
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bussum, gehouden op 24 april 2014.
de griffier, de voorzitter,