Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Stadsregio Rotterdam

Besluit nadere regels inzake artikel 19 van de Verordening Investeringsreserve stadsregio Rotterdam 2014 voor het beleidsveld revitalisering stedelijk gebied

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieStadsregio Rotterdam
Officiële naam regelingBesluit nadere regels inzake artikel 19 van de Verordening Investeringsreserve stadsregio Rotterdam 2014 voor het beleidsveld revitalisering stedelijk gebied
CiteertitelBesluit nadere regels 2014 inzake artikel 19 van de subsidieverordening investeringsreserve
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de oude regeling, welke bekend is onder de citeertitel "Besluit nadere regels inzake artikel 19 van de Verordening Investeringsreserve stadsregio Rotterdam 2011 voor het beleidsveld revitalisering stedelijk gebied"

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Subsidieverordening investeringsreserve stadsregio Rotterdam 2011

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-05-201401-07-2016nieuwe regeling

09-04-2014

De Havenloods, 16-04-2014 e.a. (eerdere regeling bekend gemaakt in De Havenloods, 08-05-2013)

Documentnummer 140466

Tekst van de regeling

Besluit nadere regels inzake artikel 19 van de Subsidieverordening Investeringsreserve stadsregio Rotterdam 2014 voor het beleidsveld revitalisering stedelijk gebied

Overwegende dat:

  • ·

    op 10 februari 2011 de Subsidieverordening Investeringsreserve 2011 in werking is getreden;

  • ·

    het dagelijks bestuur op grond van artikel 2 lid 1 van deze verordening bevoegd is de verordening uit te voeren;

  • ·

    op grond van artikel 2 lid 2 van deze verordening het dagelijks bestuur bevoegd is nadere regels vast te stellen;

  • ·

    op grond van artikel 19 lid 1 van de verordening de subsidieontvanger verplicht is het gesubsidieerde project uit te voeren volgens het bij de aanvraag ingediende projectplan;

  • ·

    het dagelijks bestuur ontheffing kan verlenen van hetgeen is bepaald in artikel 19 lid 1;

  • ·

    het dagelijks bestuur aan deze ontheffing voorschriften kan verbinden;

  • ·

    op 24 april 2013 het Besluit nadere regels inzake artikel 19 van de Subsidieverordening Investeringsreserve stadsregio Rotterdam 2011 voor het beleidsveld revitalisering stedelijk gebied is vastgesteld;

  • ·

    er een behoefte bestaat om voor dit onderdeel de bestaande regels in te trekken en nieuwe nadere regels vast te stellen.

Besluit:

Ten aanzien van verzoeken ex artikel 19 lid 2 Subsidieverordening investeringsreserve 2011 voor projecten die zijn ingediend voor het beleidsveld revitalisering stedelijk gebied en ontwikkeling woonmilieus (hoofdstuk 4 ), de volgende regels vast te stellen:

Voor elke afwijking van het bij de subsidieverlening goedgekeurde projectplan dient een verzoek tot ontheffing op grond van artikel 19 lid 2 ingediend te worden. De aanvrager kan te allen tijde over voorgenomen afwijkingen van deze projecten met de stadsregio in overleg treden. Er kan door het dagelijks bestuur slechts eenmaal een ontheffing verleend worden voor inhoudelijke afwijkingen van het bij de subsidieverlening goedgekeurde projectplan en eenmaal voor een afwijking van de planning behorend bij het bij de subsidieverlening goedgekeurde projectplan.

Onder inhoudelijke afwijkingen wordt tevens verstaan afwijkingen op de bij het goedgekeurde projectplan behorende begroting.

Daarom wordt een ontheffing voor inhoudelijke afwijking van het projectplan verleend onder het aanvullende voorschrift dat er niet nogmaals inhoudelijk kan worden afgeweken. Een ontheffing voor een afwijking op de planning uit het projectplan wordt verleend onder het aanvullende voorschrift dat er niet nogmaals van de planning kan worden afgeweken. Indien na een verleende ontheffing opnieuw afwijkingen worden geconstateerd, dan kan de subsidie direct lager of op nihil worden vastgesteld. De aanvrager kan dus slechts tweemaal per project een verzoek doen voor ontheffing op grond van artikel 19 van de subsidieverordening Investeringsreserve: eenmaal op de inhoud inclusief projectbegroting en eenmaal op de planning. Wel kan ook als het gaat om ontheffingsverzoeken een uitzondering worden gemaakt op bovenstaande regels indien toepassing van deze regels zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard zodat de hardheidsclausule van toepassing is (artikel 25 Subsidieverordening investeringsreserve 2011)

De ontheffingsverzoeken worden per brief aan het dagelijks bestuur toegezonden. Deze brief moet zijn ondertekend door of namens het college van B&W (de burgemeester) van de aanvragende gemeente .

Het dagelijks bestuur kan ontheffing verlenen als het naar het oordeel van het dagelijks bestuur redelijk is om een afwijking van het bij de aanvraag ingediende projectplan toe te staan. Hiertoe wordt getoetst aan onderstaande punten die minimaal in het ontheffingsverzoek dienen te zijn opgenomen:

  • 1.

    een onderbouwing:

    • a.

      waarom de afwijking noodzakelijk is en niet aan de aanvrager te wijten is;

    • b.

      waarom de subsidie ondanks de afwijking nog steeds bijdraagt aan het bereiken van de doelen waarvoor de subsidie verleend is en derhalve voor het project behouden moet worden;

    • c.

      dat er geen dusdanige afwijking is dat er in de nieuwe situatie sprake is van een totaal ander project dan waarvoor de subsidie is verleend;

  • 2.

    in geval van afwijkingen op de planning, dient met een nieuwe harde planning aangetoond te worden, dat:

    • a.

      in geval van verleende subsidies voor het subsidiejaar 2012; het project alsnog start voor 1 september 2013;

    • b.

      in geval van verleende subsidies voor de subsidiejaren 2013 en 2014; het project alsnog start voor 1 april van het daaropvolgende kalenderjaar (respectievelijk 1 april 2014 en 1 april 2015);

    • c.

      de oplevering een maximale uitloop van 6 maanden heeft ten opzichte van het oorspronkelijke projectplan;

  • 3.

    in geval van afwijkingen op de bij het goedgekeurde projectplan behorende begroting dient middels een nieuwe harde begroting aangetoond te worden dat het project, waarvoor de subsidie is aangevraagd, nog steeds tot stand komt.

Ontheffingsverlening kan nooit leiden tot het hoger worden van het oorspronkelijk verleende subsidiebedrag. Wanneer de aanvrager geen ontheffing krijgt, kan het dagelijks bestuur naar aanleiding van het ontheffingsverzoek de subsidieverlening verlagen of intrekken.

Deze regels treden in werking op 1 mei 2014.

Het Besluit nadere regels inzake artikel 19 van de Verordening Investeringsreserve stadsregio Rotterdam 2011 voor het beleidsveld revitalisering stedelijk gebied komt te vervallen per 1 mei 2014.

Dit besluit kan worden aangehaald als “Besluit nadere regels 2014 inzake artikel 19 van de subsidieverordening investeringsreserve”.

Aldus besloten door het door het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam in de vergadering van 9 april 2014,

de secretaris, de voorzitter,

drs. J.Fix. ing. A. Aboutaleb.