Overheidsorganisatie | Gemeente Boskoop |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting en retributies 2012 |
Citeertitel | Verordening precariobelasting en retributies 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Artikelen 228 en 229, lid 1, Gemeentewet
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2013 | Nieuwe regeling | 15-12-2011 Gouwe Koerier, 21 december 2011 | 2011/72.J |
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 november 2011;
gelet op artikelen 228 en 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;
B E S L U I T: vast te stellen de
Krachtens deze verordening worden geheven:
a. precariobelasting
b.retributies.
Voor de toepassing van deze verordening wordt, zover niet anders is bepaald, verstaan onder:
jaar: kalenderjaar;
maand: een tijdvak, dat aanvangt op een datum van een kalendermaand en eindigt op de dag voorafgaande aan diezelfde
datum van de volgende kalendermaand;
week: een tijdvak van zeven achtereenvolgende dagen;
dag: een tijdvak van vierentwintig uren aanvangende om 0.00 uur;
uur: een tijdvak van zestig achtereenvolgende minuten;
gemeentegrond: voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.
Delen van jaren, maanden, weken, dagen, en uren worden voor een geheel gerekend.
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.
De precariobelasting wordt geheven van degene die één of meer voorwerpen heeft onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, dan wel van degene ten behoeve van wie die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond worden aangetroffen.
Geen belasting wordt geheven voor:
het hebben van voorwerpen op, onder of boven gemeentegrond, welke aan de gemeente in eigendom toebehoren;
het hebben op gemeentegrond van wegwijzers of soortgelijke voorwerpen van de algemene Nederlandse Wielrijdersbond en van daarmede op één lijn te stellen lichamen en van brievenbussen, postzegelautomaten, telefooncellen;
het hebben op, onder of boven gemeentegrond van voorwerpen, welke daar ingevolge wettelijke voorschriften kosteloos of tegen een bij of krachtens dat voorschrift bepaalde vergoeding moeten worden gedoogd;
het hebben van rails op of in gemeentegrond voor openbare middelen van vervoer;
het innemen van gemeentegrond uitsluitend vallende onder artikel 6.0 of 6.5 van deze verordening, indien dit niet langer duurt dan drie uur;
het innemen van een standplaats met woonwagens op gemeentegrond.
het hebben van een standplaats op de weekmarkt voor waren en goederen, welke markt wordt gehouden op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond en waarvoor marktgeld ingevolge de verordening marktgeld geheven wordt.
Voorwerpen op gemeentegrond, algemeen tarief
Voor het hebben van voorwerpen op, onder of boven gemeentegrond, wordt voor de ingenomen gemeentegrond, behoudens de hierna in deze verordening opgenomen bijzondere tarieven, per m² geheven:
a per dag € 0,18
b per week € 1,32
c per maand € 4,54
d per jaar € 28,46
met dien verstande dat het recht nooit minder bedraagt dan € 12,00
Evenementen
Voor het innemen van gemeentegrond voor publiek toegankelijke evenementen, voor zover in deze verordening niet in een bijzonder tarief wordt voorzien, wordt geheven per dag € 104,56
Onder evenementen wordt verstaan:
circussen, braderieën, kermissen en voor tentoonstellingen of beurzen ingerichte tenten;
een rommelmarkt in de buitenlucht;
een herdenkings- of bijzondere plechtigheid in de buitenlucht;
een feest of muziekvoorstelling op of aan de openbare weg.
Buurtfeesten
Voor het innemen van gemeentegrond voor het houden van een buurtfeest wordt geheven per dag € 12,89.
Benzinepomp installatie
Voor het hebben van een benzine- of oliepompinstallatie of dergelijke toestellen, met inbegrip van de daarbij behorende geleidingen op of in gemeentegrond wordt geheven per jaar
€ 141,72.
Standplaats motorrijtuigen
Voor het hebben op gemeentegrond van een standplaats op een daartoe in het bijzonder ingericht parkeerterrein voor een motorrijtuig, dienende voor openbaar middel van vervoer of dienende voor het vervoer van vee of goederen, wordt geheven per jaar € 141,72.
Automatische verkooptoestellen
Voor het hebben van voorwerpen boven of op gemeentegrond van een automatische weeg- of verkooptoestel of andere automatische toestellen wordt per jaar geheven:
a.indien het grondoppervlak van het toestel niet
meer bedraagt dan 1/8 m² € 13,75;
b. indien het grondoppervlak van het toestel
meer bedraagt dan 1/8 m² € 27,34.
Elektrische geleidingen enz.
Voor het hebben boven gemeentegrond van elektrische of andere geleidingen, niet behorende tot een radiodistributiecentrale of tot het telefoonnet wordt geheven:
per strekkende meter en per stel draden, gemeten op de grond
per jaar € 0,74 tot een maximum van € 7,39 per stel.
Voor het hebben boven gemeentegrond van elektrische of andere geleidingen, niet behorende tot een radiodistributiecentrale of tot het telefoonnet wordt geheven:
per strekkende meter en per stel draden, gemeten op de grond
per jaar € 0,74 tot een maximum van € 7,39 per stel.
Bouwwerken
Voor het hebben op gemeentegrond van bouwmaterialen, grond, keten, loodsen, bouwwerktuigen, stellingen en al wat verder bij bouwwerken nodig is, wordt per m² geheven per maand € 1,26.
Indien de belasting wordt geheven naar jaartarieven is het belastingtijdvak het kalenderjaar waarin de voorwerpen aanwezig zijn. In de overige gevallen is het belastingtijdvak de maand, de week of de dag waarin de voorwerpen aanwezig zijn met dien verstande dat ook de heffing voor elk belastbaar feit afzonderlijk kan plaatsvinden.
De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.
De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.
De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
Waar in deze verordening alleen een tarief per jaar is vastgesteld, is, indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, voor zoveel twaalfde gedeelten belasting verschuldigd als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht nog kalendermaanden overblijven. Een gedeelte van een maand wordt daarbij voor een gehele maand gerekend.
Indien voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond de belasting is vastgesteld per m², wordt het recht berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen, tenzij anders is bepaald.
Ruimte tussen op de gemeentegrond geplaatste, neergelegde of opgetaste goederen, die aan een belastingplichtige toebehoren, worden voor de berekening van de belasting geacht door die goederen in gebruik te zijn genomen;
Indien op grond van deze verordening meer dan één tarief toegepast zou kunnen worden, wordt slechts één aanslag tot het hoogste tarief opgelegd.
Indien de voorwerpen onder, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond worden verwijderd vóór het verstrijken van het tijdvak waarvoor, berekend over een tarief per jaar, een aanslag is opgelegd, wordt op verzoek over de resterende volle maanden van dat tijdvak ontheffing verleend. Het verzoek moet worden ingediend binnen twee maanden na het ontstaan van de aanspraak op gehele of gedeeltelijke ontheffing of, indien op dat tijdstip nog geen aanslagbiljet is uitgereikt, moet het verzoek binnen zes weken na dagtekening van het aanslagbiljet worden ingediend bij de heffingsambtenaar.
Van de belasting die is berekend naar een tarief per maand, week of per dag, wordt over een gedeelte van een maand dag of week, geen ontheffing verleend.
De verschuldigde belasting is invorderbaar in één termijn, die vervalt op het einde van de maand volgende op die, welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing.
Onder de naam retributies worden rechten geheven voor:
het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn;
het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, tenzij deze bestaan in het tijdelijk aan particulieren ter beschikking stellen van gemeenteambtenaren.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Geen rechten worden geheven voor:
Het gebruik of genot van gemeentegrond door de gemeente, het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten ten behoeve van de gemeente.
De uitzondering, genoemd in het eerste lid geldt niet ten aanzien van gas-, waterleiding-, elektriciteits- en woningbedrijf, voor zover betreft de toepassing van artikel 15 van deze verordening.
15.1 Elektrische geleidingen enz.
Voor het gebruik van de kolkenzuiger voor het ledigen van beerputten en septictanks wordt geheven per 2.000 liter inhoud
€ 141,72.
15.2 Herstraten.
Indien al of niet tengevolge van het in deze verordening gebruik of genot van het hebben van enig daarbij bedoeld voorwerp, herstelling vanwege de gemeente van de wegbedekking nodig is, wordt onverminderd de daarvoor bepaalde heffing per m² geheven bij:
a. klinkerbestrating € 27,29;
b. gesloten wegdek € 77,09.
Voor het herstellen van een verharding, bestaande uit een gesloten wegdek of fundering, wordt het onder b in het vorige lid genoemde bedrag verhoogd met € per m².
15.3 Trottoirtegels, -banden en -kolken.
1. Voor het van gemeentewege leggen van tegeltrottoirs zonder band wordt geheven per m² € 25,43.
2. Voor het van gemeentewege stellen van betonnen trottoirbanden wordt geheven per strekkende meter € 9,26.
3. Voor het van gemeentewege stellen van een straat of trottoirkolk met riool-aansluiting wordt geheven per stuk € 74,44.
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
De rechten worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.
De rechten zoals bedoeld in artikel 14 zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Waar in deze verordening alleen een tarief per jaar is vastgesteld, is, indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, voor zoveel twaalfde gedeelten belasting verschuldigd als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht nog kalendermaanden overblijven. Een gedeelte van een maand wordt daarbij voor een gehele maand gerekend.
Indien op grond van deze verordening meer dan één tarief toegepast zou kunnen worden, wordt slechts één aanslag tot het hoogste tarief opgelegd.
Indien het gebruik als bedoeld in artikel 13 ophoudt vóór het verstrijken van een tijdvak waarvoor, berekend over een tarief per jaar, een aanslag is opgelegd, wordt op verzoek over de resterende volle maanden van dat tijdvak ontheffing verleend. Het verzoek moet worden ingediend binnen twee maanden na het ontstaan van de aanspraak op gehele of gedeeltelijke ontheffing of, indien op dat tijdstip nog geen aanslagbiljet is uitgereikt, moet het verzoek binnen zes weken na dagtekening van het aanslagbiljet worden ingediend bij de heffingsambtenaar.
Van de rechten die zijn berekend naar een tarief per maand, per week of per dag, wordt over een gedeelte van een maand, week of dag, geen ontheffing verleend.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 is de verschuldigde belasting invorderbaar in één termijn, die vervalt op het einde van de maand volgende op die, welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijn.
Hoofdstuk 4 Aanvullende bepalingen
Bij de invordering van de precariobelasting en de retributies wordt geen kwijtschelding verleend.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van precariobelastingen en retributies.
De Verordening precariobelasting en retributies 2011 van 9 december 2010 wordt ingetrokken met ingang van het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.
Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening precariobelasting en retributies 2012'.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad voornoemd,
gehouden op 15 december 2011.
De griffier, De voorzitter,
mw. drs. J.A.M. Timmerman J. Rijsdijk