Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Boskoop

Verordening op de heffing en invordering van brandweerrechten 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Boskoop
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van brandweerrechten 2012
CiteertitelVerordening op de heffing en invordering van brandweerrechten 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 229 Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201201-02-2013Nieuwe regeling

15-12-2011

Gouwe Koerier, 21 december 2011

2011/72.F

Tekst van de regeling

Intitulé

De raad van de gemeente Boskoop;

B E S L U I T: vast te stellen de

Verordening op de heffing en invordering van de brandweerrechten 2012

Artikel 1 Belastbaar feit

  • 1. Onder de naam “brandweerrechten” worden geheven:

    • a.

      rechten voor het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde bezittingen van de gemeentelijke brandweer of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij de gemeentelijke brandweer in beheer of in onderhoud zijn;

    • b.

      rechten voor het genot van door de gemeentelijke brandweer verstrekte diensten.

  • 2. Geen rechten als bedoeld in het eerste lid worden geheven ter zake van:

    • a.

      het voorkomen, beperken en bestrijden van brand;

    • b.

      het beperken van brandgevaar;

    • c.

      het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand;

    • d.

      al hetgeen met de onderdelen a, b en c verband houden;

    • e.

      het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;

Artikel 2 Belastingplicht

Belastingplichtig is:

  • a.

    degene die gebruik maakt van de bezittingen, werken of inrichtingen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a;

  • b.

    degene die een dienst aanvraagt dan wel degene te wiens behoeve een dienst is verleend, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b.

Artikel 3 Maatstaf van heffing en tarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 4 Belastingjaar

Voor zover in de bij deze verordening behorende tarieventabel tarieven zijn opgenomen die per jaar worden geheven, is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 5 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De rechten waarop artikel 4 van toepassing is, zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, zijn de rechten, in zoverre in afwijking van artikel 3, tweede lid, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

  • 2. Indien zich ten aanzien van een zelfde belastingplichtige meerdere belastbare feiten voordoen, kunnen de rechten ter zake daarvan worden geheven bij wege van één gedagtekende schriftelijke kennisgeving.

Artikel 7 Termijn van betaling

  • 1. De rechten moeten worden betaald op het moment van uitreiking van de in artikel 6 genoemde kennisgeving.

  • 2. Ingeval de kennisgeving wordt toegezonden, moeten de rechten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

  • 3. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c. van de Invorderingswet 1990 met een belastingsaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete zijn het eerste en tweede lid van overeenkomstige toepassing.

Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening brandweerrechten 2011” van 9 december 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het in het voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de brandweerrechten in die periode plaatsvindt.

  • 4.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 5.

    Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening op de heffing en de invordering van de Brandweerrechten 2012”.

    Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad voornoemd, gehouden op 15 december 2011.

    De griffier, De voorzitter,

    mw. drs. J.A.M. Timmerman J. Rijsdijk

     

Tarieventabel behorende bij de "Verordening op de heffing en invordering van Brandweerrechten 2012"

Alle in deze verordening opgenomen tarieven zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

Hoofdstuk 1 Wacht- en controlediensten

  • 1.1.

    Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

    1.1.1. het verrichten van wacht- en waakdiensten: € 31,45 per

    personeelslid, per uur;

    1.1.2. het verrichten van controlediensten: € 31,45 per personeelslid, per uur.

    1.1.3. het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verrichten van wacht- en waakdiensten inclusief benodigde materiaal ten behoeve van een circus: € 31,45 per personeelslid, per uur.

Hoofdstuk 2 Ter beschikking stelling materiaal

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beschikbaar stellen, per etmaal, van een handbrandblusapparaat € 12,85.

Hoofdstuk 3 Verrichten van diensten

  • 3.1

    Voor zover daarvoor niet elders in deze tabel een tarief is opgenomen, bedraagt het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het ter beschikking stellen met personeel, per uur, van:

    3.1.1 een poederaanhangwagen € 76,10;

    3.1.2 een tankautospuit € 151,80;

    3.1.3 een gereedschapswagen € 151,80;

    3.1.4 een ander voertuig dan in dit hoofdstuk genoemd € 151,80.

Hoofdstuk 4 Overige diensten

4.1 Het tarief bedraagt ter zake voor het verrichten van:

  • 4.1.1 verwijdering- en schoonmaakwerkzaamheden, per uur per persoon € 31,45;

    4.1.2 het leegpompen van ruimten in geval van wateroverlast, per uur per persoon € 31,45;

    4.1.3 het watervrij maken van gebouwen/woningen, exclusief materiaal, per uur en per persoon € 31,45;

    4.1.4 opruimwerk te water/land, exclusief materiaal, per uur en per persoon € 31,45;

    4.1.5 opslag op de prijs van geleverde materialen: kostprijs + 20%.

Ondertekening

Behorende bij het raadsbesluit van 15 december 2011.

De griffier,

mw. drs. J.A.M. Timmerman