Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Graft-De Rijp

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Graft-De Rijp
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2014
CiteertitelVerordening lijkbezorgingsrechten 2014
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening vervangt de Verordening lijkbezorgingsrechten van 23 december 2010.

Deze verordening treedt in werking met terugwerkende kracht op 1 januari 2014.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229, lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-03-201401-01-201401-01-2015nieuwe regeling

12-12-2013

Elektronisch Gemeenteblad, 17-03-2014

2013-066

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2014

De raad van de gemeente Graft-De Rijp;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 november 2013

nr.2013-066 ;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2014.

(Verordening lijkbezorgingsrechten 2014)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening en verstaat onder:

  • a.

    begraafplaatsen: de algemene begraafplaatsen in de gemeente Graft-De Rijp;

  • b.

    eigen graf:een graf/kindergraf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • c.

    algemeen graf:een graf bij de gemeente in beheer waarin aan ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • d.

    eigen urnengraf:een graf, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • e.

    eigen urnennis: een is, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet worden van asbussen;

  • f.

    eigen urnenhouder: een houder waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • g.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • h.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • i.

    verstrooiingsplaats: een door het college van burgemeester en wethouders aangewezen plaats waar as wordt verstrooid;

  • j.

    asbezorging: het bijzetten van een asbus met of zonder urn;

  • k.

    asverstrooiing: het verstrooien van as:

  • l.

    grafbedekking: gedenkteken of grafbeplanting op een graf of gedenkplaats;

  • m.

    gedenkplaats: een plaats ingericht om overledenen te gedenken;

  • n.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met het dagelijks beheer van de begraafplaatsen of degen die hem vervangend;

  • o.

    rechthebbende: de rechthebbende op een eigen graf.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

  • 1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Met betrekking tot de rechten genoemd in Hoofdstuk 4.2 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. De onderhoudsrechten, bedoeld in Hoofdstuk 4.1.1 tot en met 4.1.5 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2. De overige rechten van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde onderhoudsrechten

  • 1. De onderhoudsrechten, bedoeld in Hoofdstuk 4.1.1 tot en met 4.1.5 van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in Hoofdstuk 4.1.1 tot en met 4.1.5 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in Hoofdstuk 4.1.1 tot en met 4.1.5 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in Hoofdstuk 4.1.1 tot en met 4.1.5 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 1 maand na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De Verordening lijkbezorgingsrechten van 23 december 2010, laatstelijk gewijzigd op 8 november 2012, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de derde dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening lijkbezorgingsrechten 2014.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad

van de gemeente Graft-De Rijp, gehouden op 12 december 2013

de griffier de voorzitter

B.A.F.M. Meijland H.R. Oosterop-van Leussen