Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Centrum

Hotelbeleid Binnenstad 2012-2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Centrum
Officiële naam regelingHotelbeleid Binnenstad 2012-2015
CiteertitelHotelbeleid Binnenstad 2012-2015
Vastgesteld doorgedelegeerde functionaris
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpRuimtelijke ordening, grondbeleid en bouwen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

deel I: beleidskader (zie bijlage)

deel II: beleidsregels (deze regeling)

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: Onbekend

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Boek der besluiten van het dagelijks bestuur stadsdeel Centrum, 10 april 2012

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht, art 4:81

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-04-201220-11-2013nieuwe regeling

20-04-2012

Boek der besluiten van het dagelijks bestuur stadsdeel Centrum, 10 april 2012

Besluitenlijst dagelijks bestuur 10 april 2012, dagelijks bestuurder Oranje, B1

Tekst van de regeling

inhoud

1 Inleiding

Het Hotelbeleid Binnenstad 2012-2015 bestaat uit twee delen. Deel I gaat over het beleidskader waarbinnen hotelontwikkeling in stadsdeel Centrum mogelijk wordt gemaakt en zal worden vastgesteld door de stadsdeelraad. Voor u ligt deel II van het Hotelbeleid Binnenstad 2012-2015. Hierin worden de beleidsregels beschreven: de regels aan welke elk hotelinitiatief (dat niet in het bestemmingsplan past) zal worden getoetst. De beleidsregels zullen door het dagelijks bestuur worden vastgesteld nadat de stadsdeelraad het beleidskader heeft vastgesteld en heeft verklaard inhoudelijk akkoord te zijn met de inhoud van het uitvoeringsbeleid. Het opknippen van het hotelbeleid in twee delen komt voort uit de wijzigingen in bevoegdheden tussen dagelijks bestuur en stadsdeelraad als gevolg van de invoering van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening op 1 juli 2008 alsmede door een andere werkwijze als gevolg van de invoering van de Wabo op 1 oktober 2010. Meer uitleg hierover vindt u in paragraaf 1.3 van deel I van het hotelbeleid.

Het beleidskader (deel I) en de beleidsregels (deel II) dienen als één stuk gelezen te worden.

Zoals is uitgelegd in paragraaf 1.2 van deel I, geldt het voorliggende hotelbeleid alleen voor hotels op de wal en niet voor logiesfuncties/ hotelmatige voorzieningen op het water. Hiervoor zal apart beleid worden opgesteld.

In het uitvoeringsbeleid vindt u in hoofdstuk 2 de beleidsregels waar hotelinitiatieven aan worden getoetst. Ook is aangegeven onder welke voorwaarden zelfstandige horeca in hotels mogelijk is. De conceptbeleidsregels die op 14 februari 2012 aan de raadscommissies Algemene Zaken en Bouwen en Wonen zijn voorgelegd, bevatte vijf algemene beleidsregels. Op verzoek van de raadscommissies heeft het dagelijks bestuur daar een zesde beleidsregel aan toegevoegd waarin voorwaarden worden gesteld aan het aantal woningen dat onttrokken mag worden ten behoeve van hotelkamers. De toegevoegde regel vindt u in paragraaf 2.1 als 6e regel.

Hoofdstuk 3 gaat over de uitvoering van het hotelbeleid. Daarin wordt een procedurebeschrijving gegeven zodat initiatiefnemers een overzicht hebben van de processtappen die genomen moeten worden. Ook komen de indieningsvereisten aan bod opdat initiatiefnemers vooraf weten welke stukken zij paraat moeten hebben bij de aanvraag. Tot slot wordt ingegaan op de gevolgen van het beleid voor de handhaving.

In hoofdstuk 4 worden een aantal aandachtspunten in beleid en regelgeving bij hotelontwikkeling gegeven.

2 Beleidsregels

2.1 Algemene beleidsregels

Alle hotelinitiatieven worden getoetst aan het beleidskader (deel I van het Hotelbeleid Binnenstad 2012-2015). Daarnaast dienen alle hotelinitiatieven te voldoen aan onderstaande beleidsregels (tenzij anders is vermeld).

1) Functiemenging:het hotelinitiatief mag de externe functiemenging in de omgeving niet verslechteren en dient, bij panden groter dan 1000m², de interne functiemenging te bevorderen.

Externe functiemenging: de externe functiemenging gaat over de balans tussen wonen, werken (o.a. kantoren, detailhandel, consumentverzorgende dienstverlening) en recreëren (café's, restaurants, hotels, musea, culturele instellingen).

Een goede balans tussen deze functies maakt buurten aantrekkelijk, leefbaar en economisch krachtig. Wat een goede balans is, is sterk locatiegebonden. De balans is niet in concrete aantallen te benoemen en is niet voor elke straat gelijk. De balans is afhankelijk van het karakter van de straat en het bouwblok: in straten met doorgaand verkeer is een groter aandeel werken en recreëren mogelijk en wenselijk dan in rustige en smalle woonstraten. Juist de afwisseling tussen drukke straten en rustige zijstraten maakt buurten aantrekkelijk.

Uitgangspunt is dat het hotelinitiatief de balans van functies op de beoogde locatie niet mag verslechteren. Bij de beoordeling van dit criterium wordt niet enkel gekeken naar het aantal bestaande hotels in de omgeving van de beoogde locatie maar naar het totale aantal horecafuncties (waaronder hotels, restaurants, café's, zalenverhuur, dancings, snackbars, culturele horeca, additionele horeca, etcetera) in de omgeving van de beoogde locatie.

Bij de beoordeling of het hotelinitiatief de externe functiemenging verslechtert, wordt onder andere gekeken naar:

  • het aantal bestaande horecafuncties (en horecabestemmingen) in een straal van 250 meter rondom de beoogde locatie van het initiatief;

  • de grootte (in m²) van de bestaande horecafuncties (en horecabestemmingen) in een straal van 250 meter rondom de beoogde locatie van het initiatief;

  • het aantal aanvragen voor horecafuncties en het aantal in procedure zijnde horeca initiatieven in de omgeving van het initiatief.

Een uitzondering op de regel voor externe functiemenging wordt gemaakt voor de uitgaanspleinen (Rembrandt & Thorbeckeplein en Leidseplein & omgeving; zie de kaarten in bijlage 3 en 4 van deel I) en voor hotelontwikkelingen in het postcodegebied 1012.

Interne functiemenging: bij hotelinitiatieven in panden die 1000m² bruto vloeroppervlak of groter zijn, wordt ook naar de functiemenging in het pand gekeken. Meerdere bij voorkeur publiekstoegankelijke functies naast alleen de hotelfunctie bevorderen de interactie tussen buurt en hotel. Gedacht kan worden aan een winkel, galerie, sportfaciliteit, culturele voorziening, kleine & flexibele kantoorunits of onder voorwaarden een zelfstandige horeca.

2) Woon- en leefklimaat:het hotelinitiatief mag niet leiden tot aantasting van het woon- en leefklimaat.

Bij het woon- en leefklimaat gaat het om de druk die de nieuwe hotelfunctie op het woon- en leefklimaat in de directe omgeving legt. Deze "druk" gaat over alle aspecten die (onevenredige) overlast kunnen veroorzaken, zoals geluidsoverlast, grote aantallen bezoekers, veel verkeer (bijvoorbeeld door laden en lossen), veel geparkeerde auto's, fietsen of taxi's, zwerfvuil, etc. Hoe groot de druk op het woon- en leefmilieu is, is afhankelijk van het gebruik van de straat, de breedte van de straat en de aanwezigheid van soortgelijke functies. De druk op het woon- en leefklimaat kan per locatie verschillen en wordt per locatie beoordeeld. Er wordt gekeken naar het effect dat het hotelinitiatief zal hebben op de leefbaarheid van de beoogde locatie. Zo zal bijvoorbeeld de ontwikkeling van een hotel in een stadstraat (zoals de Weesperstraat, de Rozengracht of de Vijzelstraat) over het algemeen de diversiteit en levendigheid van die stadstraat bevorderen zonder overmatige overlast te veroorzaken, terwijl ditzelfde initiatief in een smalle woonstraat voor veel overlast kan zorgen.

Bij de beoordeling van dit criterium wordt gekeken naar:

  • de grootte van het hotel;

  • de grootte van het bouwblok;

  • de breedte en het gebruik van de straat (bijvoorbeeld verkeersradiaal of smalle straat met overwegend woningen);

  • de ontsluiting van het gebied;

  • de druk die functies in de omliggende panden leggen op het woon- en leefmilieu.

3) Kwaliteitsimpuls:het hotelinitiatief dient een aantoonbare kwaliteitsimpuls op te leveren voor de omgeving.

De initiatiefnemer dient aan te tonen dat het initiatief een positief effect heeft op de kwaliteit van het pand en/of de omgeving en/of het hotelaanbod in Amsterdam.

Het gaat hierbij om maatwerk, afhankelijk van de kenmerken van het beoogde pand en de omgeving.

Te denken valt aan:

  • een kwalitatief hoogwaardig hotelconcept. Dit wordt bekeken aan de hand van het businessplan, de bouwtekeningen en betrokken partijen;

  • het verbeteren van de bouwkundige staat van het pand én - voor zover van toepassing - het zoveel mogelijk verwijderen van de technische installaties van het dakvlak;

  • het herstellen van de oorspronkelijke (monumentale) elementen en bouwkundige structuur van het pand en/of het perceel;

  • het verbeteren van de plint en/of het straatbeeld door de uitstraling naar de straat te verbeteren;

  • het verbeteren van de sociale veiligheid;

  • een duurzaam hotelconcept waarbij milieumaatregelen worden genomen die een duurzame exploitatie garanderen van het niveau van een gouden Green Key voor hotels.

4) Verkeersaantrekkende werking, verkeersveiligheid en gebruik van de openbare ruimte:het hotelinitiatief mag geen overmatig verkeersaantrekkende werking hebben, de verkeersveiligheid niet verslechteren en geen ontoelaatbare druk op de openbare ruimte leggen.

Bij de toetsing op dit criterium wordt gekeken naar de verkeersaantrekkende werking die het initiatief genereert, zoals het vervoer van hotelgasten (per taxi, auto, touringcar, boot of juist per openbaar vervoer) en bevoorrading. Ook wordt gekeken of dit verkeer op een veilige wijze wordt afgewikkeld in relatie tot het overige verkeer. Het gebruik van de openbare ruimte wordt hierbij in de afweging betrokken.

Alle initiatieven dienen een passage te bevatten waarin wordt ingegaan op de invloed die het initiatief heeft op de verkeersveiligheid van de beoogde locatie en op het gebruik van de openbare ruimte.

De initiatiefnemer dient aan te geven welk beslag het hotel zal leggen op de openbare ruimte met betrekking tot bijvoorbeeld taxistandplaatsen, parkeerplaatsen voor personeel en gasten van zowel auto als fiets, touringcars, bevoorrading en afvoer van goederen/vuilnis/linnen etc. De initiatiefnemer dient hierbij de relatie aan te geven met de overige gebruikers van de openbare ruimte op de beoogde locatie. Bij de beoordeling zal het beslag op de openbare ruimte van het initiatief worden afgezet tegen het beslag dat de huidige functie op de openbare ruimte legt.

Initiatiefnemers dienen de parkeerbehoefte voor zowel auto als fiets inpandig op te lossen, tenzij zij kunnen aantonen dat dit inpandig niet is op te lossen.

Voor de verkeersaantrekkende werking geldt het volgende criterium:

- tot 30 kamers: geen significante verkeersaantrekkende werking verwacht.

- van 30 - 50 kamers: de initiatiefnemer dient in zijn plan aan te geven welke soorten verkeer (bijvoorbeeld auto, fiets/scooter of taxi) en hoeveel verkeer hij/zij verwacht te genereren met het initiatief, hoe groot de parkeerbehoefte is van alle aangegeven soorten verkeer en hoe die wordt opgevangen. Het aspect verkeersaantrekkende werking wordt meegenomen in de afweging.

- meer dan 50 kamers: wel verkeersaantrekkende werking verwacht. De initiatiefnemer dient door een deskundig verkeersadviesbureau een verkeersonderzoek te laten uitvoeren, waarbij wordt ingegaan op de aspecten verkeersintensiteiten, verkeersveiligheid, parkeerbehoefte en -oplossingen (o.a. auto, fiets/scooter, taxi), laad- en losbewegingen en -plaatsen.

Indien door additionele functies in het hotel meer verkeersaantrekkende werking wordt verwacht dan het aantal kamers doet vermoeden, wordt ook een verkeerskundig onderzoek verlangd.

5) Parcellering & architectonische kwaliteit:het hotelinitiatief mag de parcellering en architectonische kwaliteit van de bebouwing en het perceel niet aantasten.

Vrijwel de gehele binnenstad van Amsterdam is in 1999 door het Rijk aangewezen als beschermd stadsgezicht. Dit betekent dat er sinds 1999 regels gelden om de karakteristieke waarden van de historische binnenstad te beschermen. Deze regels zijn vastgelegd in de bestemmingsplannen en hebben betrekking op architectonische en stedenbouwkundige kwaliteit. De aanwijzing tot beschermd stadsgezicht betekent niet dat er geen (bouw)ontwikkelingen meer mogelijk zijn in de binnenstad. Wel zijn alle inpandige (bij monumenten) en uitpandige bouwwerkzaamheden vergunningsplichtig en worden alle bouwplannen zorgvuldig getoetst.

De 17e eeuwse grachtengordel van Amsterdam is op 31 juli 2010 op de werelderfgoedlijst van UNESCO geplaatst. Hiermee wordt bijgedragen aan het versterken van het bewustzijn, het begrip en de waardering van de wereldgemeenschap voor dit 400 jaar oude waardevolle culturele, architectonische en stedenbouwkundige erfgoed. Het is tevens een erkenning dat Amsterdam (gemeente, stadsdeel, bewoners, ondernemers en eigenaren) de grachtengordel op een goede manier in stand houdt en beschermt. De 17e eeuwse grachtengordel is als zogenoemde kernzone op de werelderfgoedlijst geplaatst. Daaromheen is een zogenoemde bufferzone aangewezen als extra beschermingsgebied om de kernzone. De grenzen van de kernzone en bufferzone samen komen overeen met de grenzen van het beschermde stadsgezicht.

Het afwijken van het bestemmingsplan ten behoeve van een hotel mag niet tot gevolg hebben dat de karakteristiek van het stadsbeeld in onevenredige mate wordt aangetast en/of aan de ruimtelijke kwaliteit van het plangebied en/of aan de stedenbouwkundige structuur in onevenredige mate afbreuk wordt gedaan.

Dit betekent dat hotelinitiatieven moeten voldoen aan de volgende eisen:

  • in geval van sloop-nieuwbouw dient de bebouwing te passen binnen de parcellering van de te slopen panden;

  • panden mogen niet worden samengevoegd. Dit betekent dat er geen doorbraken mogen worden gemaakt in de muren die de panden van elkaar scheiden, tenzij het gaat om het verplaatsen van doorbraken waarbij de nieuwe doorbraak niet breder mag worden dan noodzakelijk en in ieder geval niet breder mag worden dan de bestaande doorbraak en de bestaande doorbraak wordt dichtgezet. Grootschalige hotelontwikkeling is daarom alleen mogelijk in grote panden of in het verleden samengevoegde panden;

  • voor in het verleden samengevoegde panden geldt dat het individuele karakter van de verschillende panden wordt hersteld, dat wil zeggen dat wordt uitgegaan van afzonderlijke ontsluitingen van de panden en dat de structuur van de afzonderlijke panden zoveel mogelijk wordt hersteld. Dit betekent dat er inpandig tussen de verschillende panden verbindingen mogen zijn, maar dat deze zich alleen bevinden op plaatsen in bouwmuren waar dat noodzakelijk is voor het functioneren van het hotel en dat zij in omvang zo klein als mogelijk worden uitgevoerd.

Onderstaande beleidsregel is toegevoegd op verzoek van de raadscommissies Algemene Zaken en Bouwen en Wonen in de vergadering van 14 februari 2012.

6) Beschermen woonfunctie: het aantal te onttrekken woningen/woonoppervlakte dient in redelijke verhouding te staan tot het aantal te realiseren hotelkamers.

In de Amsterdamse binnenstad behoeft de woonfunctie, zeker in relatie tot de hotelfunctie, extra bescherming. Weliswaar worden woningen, vooral als zij behoren tot de sociale voorraad, al beschermd via de (regionale) Huisvestingsverordening, maar ook in het kader van de ruimtelijke ordening is er aanleiding om grote terughoudendheid te betrachten ten aanzien van hotelplannen die ten koste gaan van woonruimte. Uitgangspunt is daarom dat als er al medewerking wordt verleend aan omzetting van woonruimte in hotelruimte - en dat is alleen het geval als aan de andere beleidsregels wordt voldaan en medewerking wordt verleend op grond van de Huisvestingsverordening -, dat alleen gebeurt als het aantal woningen en het totale woonoppervlak dat verloren gaat, in redelijke verhouding staan tot het aantal te realiseren hotelkamers respectievelijk het te realiseren hoteloppervlak. Een voorwaarde is bovendien dat slechts enkele woningen per initiatief verloren gaan. Om misbruik te voorkomen worden in het kader van deze beleidsregel voormalige woningen, die kort voor de indiening van het plan om een hotel te realiseren aan hun woonbestemming zijn onttrokken, gelijkgesteld aan woningen.

2.2 Regels uitzonderingen op spreidingsbeleid

Alle initiatieven die onder de uitzonderingen van het spreidingsbeleid vallen, dienen aan de bovengenoemde algemene regels van paragraaf 2.1 te voldoen (tenzij anders wordt vermeld). Daarnaast dienen de uitzonderingen aan onderstaande regels te voldoen.

Rembrandtplein & Thorbeckeplein en Leidseplein & omgeving

Het dagelijks bestuur zal in beginsel niet meewerken aan hotelontwikkeling op het Rembrandtplein & Thorbeckeplein en Leidseplein & omgeving (geel gemarkeerd op de kaart in bijlage 1 van het beleidskader). Alleen voor hotelinitiatieven in deze gebieden die naast de algemene beleidsregels ook voldoen aan de hieronder genoemde aanvullende voorwaarden, kan het dagelijks bestuur gebruik maken van zijn bevoegdheid om bij omgevingsvergunning van het bestemmingsplan af te wijken.

  • het initiatief is kwalitatief hoogwaardig en/of betekent een opwaardering van bestaande kwalitatief slechte hotels;

  • het initiatief levert een bijdrage aan de kwaliteitsverbetering van de pleinen;

  • de veiligheid op de uitgaanspleinen wordt niet verslechterd;

  • er ontstaat geen overmaat aan hotelontwikkeling in één bouwblok of in één straat waardoor de leefbaarheid op die locatie dreigt te worden aangetast of er monofunctionaliteit ontstaat.

  • het initiatief verbetert de diversiteit van het bestaande hotelaanbod in deze gebieden. Hierbij gaat het om het bedrijfsconcept, het aantal sterren van de Nederlandse Hotel Classificatie (NHC) en/of de doelgroep. De hotelloods van de gemeente Amsterdam zal hierbij om advies worden gevraagd.

Tophotels

De criteria die aan een tophotel worden gesteld zijn:

  • een maximum van circa 150 kamers per hotel;

  • alleen grote panden, of een complex van in het verleden samengevoegde panden, met een historisch- monumentale uitstraling komen in aanmerking voor een tophotel;.

  • het samenvoegen van panden is niet toegestaan. Bij in het verleden samengevoegde panden geldt dat de parcellering (in overwegende mate) hersteld moet worden;

  • in geval van nieuwbouw komen alleen bijzondere en unieke locaties in aanmerking die garanderen dat het hotel in het hoogste segment kan opereren; zoals bijzondere uitstraling van de locatie, goede bereikbaarheid, nabijheid van (culturele) voorzieningen of andere unique selling points.

Unieke hotelconcepten met meerwaarde voor Amsterdam

Amsterdam biedt graag ruimte aan vernieuwende hotelconcepten die een bijzondere verbinding leggen met de ambities van de gemeente Amsterdam.

De criteria die aan een uniek hotelconcept met meerwaarde voor Amsterdam worden gesteld zijn:

  • De initiatiefnemer maakt aannemelijk dat het hotelconcept in Amsterdam uniek is;

  • De initiatiefnemer toont aan op welke wijze het concept een uitzonderlijke verbinding legt met het maatschappelijke, economische of culturele klimaat van Amsterdam en op welke wijze het initiatief op deze terreinen een meerwaarde creëert;

  • De initiatiefnemer toont aan op welke wijze het concept intrinsiek verbonden is met het binnenstedelijke milieu en motiveert waarom het concept niet buiten stadsdeel Centrum gerealiseerd kan worden.

Het dagelijks bestuur wint advies in bij de hotelloods van de gemeente Amsterdam.

Postcodegebied 1012

Voor hotelontwikkeling in het postcodegebied 1012 worden de afspraken uit de Strategienota Coalitieproject 1012, Hart van Amsterdam overgenomen.

Kort samengevat zijn de afspraken voor hotels de volgende:

  • inzet op "een verbetering van bestaande, kwalitatief slechte hotels";

  • inzet "om bestaande 4/5 sterrenhotels een meer open karakter te laten krijgen";

  • geen nieuwe hotels worden toegestaan, "tenzij het initiatieven betreffen met uitzonderlijk unieke en/of vernieuwende concepten. Deze bijzondere hoogwaardige concepten dragen bij aan een ruimtelijke kwaliteitsverbetering en daarmee tevens aan de economische transitie. Zij genereren een kwaliteitsprong van een gehele straat of straatwand, verder dan het eigen perceel alleen."

Voor het volledige hotelbeleid voor postcodegebied 1012 dienen de Strategienota Coalitieproject 1012, Hart van Amsterdam en de Nota Beleidsaanpassingen Bestemmingsplangebied 1012 gelezen te worden.

Alle hotelinitiatieven die onder de in de Strategienota Coalitieproject 1012 gemaakte afspraken in aanmerking komen voor ontwikkeling in postcodegebied 1012, dienen aan de algemeen geldende beleidsregels te voldoen zoals geformuleerd in paragraaf 2.1 van dit uitvoeringsbeleid, met uitzondering van de regel over externe functiemenging.

2.3 Horeca in hotels

Voor nieuwe hotels kan de procedure voor een zelfstandige horeca integraal met de procedure "projectafwijking omgevingsvergunnning" voor het hotel worden behandeld. In de projectafwijkingsprocedure dient op basis van een goede ruimtelijke onderbouwing inzichtelijk te worden gemaakt dat het project niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Eenieder heeft in deze procedure de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen tegen de ontwerp-omgevingsvergunning.

Om zelfstandige horeca in een reeds bestaand hotel toe te kunnen staan, moet in de meeste gevallen worden afgeweken van het bestemmingsplan door middel van een omgevingsvergunning via een reguliere vergunningenprocedure. Dat is alleen het geval als het project (het restaurant) voldoet aan de voorwaarden die het Besluit omgevingsrecht stelt. Het moet gaan om een gebruikswijziging (niet groter dan 1500m2) al dan niet met een inpandige verbouwing. Er mag dus niets aan de buitenkant van het gebouw veranderen, anders is de procedure voor een projectafwijkingsomgevingsvergunning van toepassing.

Als de reguliere procedure van toepassing is kunnen geen zienswijzen worden ingediend. De totale proceduretijd bedraagt in dit geval maximaal 14 weken. Wel bestaat na vergunningverlening voor belanghebbenden de mogelijkheid tot het indienen van een bezwaarschrift.

De criteria waaraan een initiatief voor een zelfstandige horeca 4 (restaurant) in een groot hotel dient te voldoen, zijn:

  • het hotel heeft een bruto vloeroppervlak van 1000m² of groter;

  • de maximale maat is 150m² of (voor hotels die groter zijn dan 1500m²) maximaal 10% van het bruto vloeroppervlak;

  • het horeca 4 initiatief mag niet leiden tot een aantasting van het woon- en leefklimaat;

  • het horeca 4 initiatief mag geen overmatig verkeersaantrekkende werking hebben;

  • de installaties ten behoeve van de horeca dienen inpandig te worden aangebracht tenzij dat om uitsluitend technische redenen niet mogelijk is;

  • de initiatiefnemers worden verzocht een rookruimte te realiseren om overlast in de buurt te voorkomen.

Voor omzetting of afwijking van een bestemming naar zelfstandige horeca stelt het dagelijks bestuur als voorwaarde op basis van de Wet ruimtelijke ordening dat de initiatiefnemer met het stadsdeel een planschadeverhaalsovereenkomst sluit. Afhankelijk van de omvang van het te verbouwen pand(en) wordt voor nieuwe hotels voor het gehele plan een planschadeverhaalsovereenkomst of een anterieure overeenkomst afgesloten. Voor bestaande hotels geldt in zijn algemeenheid dat de initiatiefnemer met het stadsdeel een planschadeverhaalsovereenkomst dient af te sluiten om zelfstandige horeca 4 planologisch mogelijk te maken.

Naast een planologische procedure zijn ook een Exploitatievergunning en de Drank & Horecavergunning verplicht om een zelfstandige horeca te mogen exploiteren. De aanvragen worden getoetst aan de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen openbaar bestuur (wet Bibob) voor de Exploitatievergunning en aan de Drank- en Horecawet voor de Drank- en Horecavergunning. Voor zelfstandige horeca in hotels geldt vanuit de Inrichtingseisen Drank- en Horecawet dat de ruimte waarin de zelfstandige horeca wordt geëxploiteerd afsluitbaar moet zijn ten opzichte van het hotel.

Voor overige vormen van zelfstandige horeca in hotels wordt aangesloten bij het Horecabeleidsplan van het stadsdeel.

2.4 Overgangsrecht

Bij het Hotelbeleid Binnenstad 2008-2011 zijn procedureafspraken vastgesteld door het dagelijks bestuur.

In de procedureafspraken was vastgelegd dat een initiatiefnemer een aanvraag kon indienen voor een hotel(uitbreiding) in een quotumgebied. Onder een ‘aanvraag‘ werd verstaan:

- een officiële bouwaanvraag;

- een beginselaanvraag;

- een verzoek tot het voeren van een planologische procedure (als er geen (ver)bouw voor hoeft plaats te vinden)

Aanvragen dienden te voldoen aan de in de procedureafspraak genoemde indieningsvereisten.

Als een aanvraag voldeed aan de criteria uit het Hotelbeleid Binnenstad (2008 - 2011), ontving de initiatiefnemer een brief inhoudende een reservering voor het aangevraagde aantal kamers in het betreffende quotumgebied. Aanvragen die waren ingediend met een beginselaanvraag dienden binnen 26 weken na verzending van de bevestigingsbrief geformaliseerd te worden tot een officiële aanvraag, anders verviel de quotumreservering.

AIs er geen quotum meer was, maar het initiatief voldeed aan de overige voorwaarden uit het hotelbeleid, ontving de initiatiefnemer een bericht dat het quotum op was maar hij of zij op een wachtlijst werd geplaatst.

Ten tijde van de vaststelling van het Hotelbeleid Binnenstad 2012-2015 waren er geen verzoeken tot het voeren van een planologsiche procedure. In een overgangsregeling voor dat type aanvragen behoeft dan ook niet te worden voorzien.

Overgangsrecht

In zijn algemeenheid geldt dat aanvragen om bouwvergunning/omgevingsvergunning die zijn gedaan vóór de inwerkingtreding van het nieuwe hotelbeleid zullen worden getoetst aan het Hotelbeleid Binnenstad 2008 - 2011.

Op aanvragen om omgevingsvergunning die zijn gedaan op of na de dag van inwerkingtreding van het nieuwe Hotelbeleid Binnenstad 2012 - 2015 is het nieuwe hotelbeleid van toepassing.

Beginselaanvragen beschikbaar quotum

Indien een beginselaanvraag is ingediend vóór de inwerkingtreding van het nieuwe hotelbeleid én binnen het betreffende gebied nog quotum beschikbaar is, wordt de initiatiefnemer een quotum toegekend, mits dat - voor zover gevraagd - nog aanwezig is en mits het initiatief aan de overige voorwaarden van het hotelbeleid voldoet. De initiatiefnemer dient binnen 26 weken na toekenning quotumreservering een formele aanvraag in te dienen. Daarna vervalt het quotum.

Beginselaanvraag geen beschikbaar quotum

Indien een beginselaanvraag is ingediend vóór de inwerkingtreding van het nieuwe hotelbeleid én binnen het betreffende gebied geen quotum beschikbaar is, wordt de beginselaanvraag afgewezen.

Beginselaanvragen gereserveerd quotum

Indien voor de datum van inwerkingtreding van het nieuwe hotelbeleid aan een initiatiefnemer op basis van een beginselaanvraag een quotumreservering is toegekend, dient de initiatiefnemer binnen 26 weken na dagtekening van de brief waarin het quotum is toegekend een formele aanvraag in. De aanvraag zal dan getoetst worden op basis van het Hotelbeleid Binnenstad 2008-2011. De quotumreservering vervalt na het verstrijken van de laatste dag van de 26e week.

Beginselaanvragen op de wachtlijst

Voor een aantal beginselaanvragen die zijn ingediend in een gebied waar geen quotum meer beschikbaar was, geldt dat deze beginselaanvragen op een wachtlijst zijn geplaatst. Voor deze aanvragen geldt dat met ingang van de inwerkingtreding van het nieuwe beleid de wachtlijst komt te vervallen en de beginselaanvraag zal worden afgewezen. De initiatiefnemers zullen daarvan schriftelijk op de hoogte worden gesteld.

De geringe kans dat de op de wachtlijst staande initiatieven nog daadwerkelijk tot ontwikkeling komen, het feit dat met plaatsing op de wachtlijst nog geen verwachtingen zijn gewekt, alsmede het ongewenste effect dat het oude beleid nog tot in lengte der jaren zou kunnen blijven doorwerken, zijn aanleiding de wachtlijst te laten vervallen en deze initiatiefnemers te informeren dat als ze voor hotelontwikkeling in aanmerking willen komen, zij onder het nieuwe hotelbeleid een aanvraag kunnen indienen.

Ingediende aanvragen bouwvergunning/omgevingsvergunning met quotum-reservering

Indien een aanvraag om bouwvergunning/omgevingsvergunning is ingediend vóór de inwerkingtreding van het nieuwe hotelbeleid én de initiatiefnemer bericht heeft gehad dat er quotum gereserveerd is, geldt dat op de aanvraag beslist zal worden met inachtneming van de voorwaarden uit het Hotelbeleid Binnenstad 2008-2011.

Ingediende aanvragen om bouwvergunning/omgevingsvergunning zonder quotum-reservering in gebied met beschikbaar quotum

Indien een aanvraag om bouwvergunning/omgevingsvergunning is ingediend vóór de inwerkingtreding van het nieuwe hotelbeleid én binnen het betreffende gebied nog quotum beschikbaar is, wordt de aanvraag getoetst aan de voorwaarden van het Hotelbeleid Binnenstad 2008-2011.

Ingediende aanvragen om bouwvergunning/omgevingsvergunning zonder quotum-reservering in gebied zonder beschikbaar quotum

Indien een aanvraag om bouwvergunning/omgevingsvergunning is ingediend vóór de inwerkingtreding van het nieuwe hotelbeleid én binnen het betreffende gebied geen quotum beschikbaar is, wordt de aanvraag afgewezen.

3 Uitvoeringsparagraaf

3.1 Procedurebeschrijving

Het Hotelbeleid Binnenstad 2012-2015 en onderstaande procedure gelden voor hotelontwikkeling in stadsdeel Centrum op locaties waar het bestemmingsplan hotelontwikkeling niet toestaat.

Een ieder kan de bestemmingsplannen die na 1 juli 2008 zijn vastgesteld raadplegen op www.ruimtelijkeplannen.nl . De oudere bestemmingsplannen zijn te raadplegen op de website van stadsdeel Centrum www.centrum.amsterdam.nl . Vragen kunnen ook telefonisch of per mail worden gesteld door te bellen naar het Bouwloket (tel: 14020) of te mailen naar vergunningenbouw@centrum.amsterdam.nl .

Indien uw hotelinitiatief niet in het geldende bestemmingsplan past en het plan voldoet aan het Hotelbeleid Binnenstad 2012-2015 geldt voor de meeste gevallen de onderstaande procedure.

Een initiatiefnemer kan direct een omgevingsvergunning voor een hotel aanvragen. Aangeraden wordt echter om eerst een aanvraag voorinformatie in te dienen omdat bij een directe aanvraag omgevingsvergunning alle stukken volledig dienen te zijn en er legeskosten moeten worden betaald over de totale bouwkosten, ook als het bouwplan niet aan het hotelbeleid voldoet.

1. De initiatiefnemer dient een aanvraag voor voorinformatie in bij het omgevingsloket www.omgevingsloket.nl .

2. De vergunningenmanagers van het stadsdeel maken de aanvraag gereed voor het ambtelijke afwegingsoverleg.

Indien stukken ontbreken om de aanvraag te kunnen toetsen aan het Hotelbeleid Binnenstad 2012-2015 nemen de vergunningenmanagers contact op met de aanvrager.

De vergunningenmanagers gaan na of, indien er sprake is van woningen in het beoogde pand, deze woningen ontrokken zouden mogen worden volgens de Regionale Huisvestingsverordening.

Indien woningonttrekking niet mogelijk is, is het hotelinitiatief op die locatie niet mogelijk tenzij de plannen zodanig kunnen worden aangepast dat de woningen behouden blijven of reëel worden gecompenseerd. Indien woningonttrekking wel mogelijk is, dient de initiatiefnemer later in de procedure bij het stadsdeel een vergunnning voor woningonttrekking aan te vragen. De woningonttrekkingsvergunning maakt geen onderdeel uit van de omgevingsvergunning. Voor woningonttrekking dient in de meeste gevallen een financiële compensatie te worden betaald van 12 % van de WOZ waarde.

De vergunningenmanagers gaan na wat de afwijking van het bestemmingsplan is en of de exploitatieplanplicht of de planschadeverhaalsovereenkomst (Wet ruimtelijke ordening) van toepassing is.

3. In een breed ambtelijk afwegingsoverleg wordt het hotelinitiatief aan de criteria van het Hotelbeleid Binnenstad 2012-2015 getoetst.

4. Indien het hotelinitiatief in geringe mate afwijkt van de criteria van het hotelbeleid wordt de mogelijkheid tot planaanpassing geboden waarna het initiatief opnieuw wordt getoetst.

5. Het hotelinitiatief en het ambtelijke advies worden aan de verantwoordelijke portefeuillehouder(s) voorgelegd.

De initiatiefnemer wordt schriftelijk geïnformeerd over de uitslag van de afweging.

6. De initiatieven die vallen onder "uitzonderingen op het spreidingsbeleid" zullen aan het dagelijks bestuur worden voorgelegd.

7. Met de initiatiefnemer wordt ambtelijk vooroverleg gevoerd.

Ambtelijk vooroverleg is in de meeste gevallen noodzakelijk om te bespreken welke onderzoeken (bijvoorbeeld een archeologisch onderzoek of een verkeersonderzoek) de initiatiefnemer in het kader van de afwijkingsprocedure omgevingsvergunning zal moeten uitvoeren. Daarnaast moet worden overlegd over de planschadeverhaalsovereenkomst (conform Wet ruimtelijke ordening) en de planschaderisicoanalyse die de initiatiefnemer zal moeten laten uitvoeren en/of over de anterieure overeenkomst indien een exploitatieplanplicht geldt.

De initiatiefnemer wordt altijd geadviseerd om zijn plannen in de buurt kenbaar te maken en om met de buurt te communiceren over de plannen.

8. In de ambtelijke vooroverleggen wordt ook besproken welke procedures niet in de omgevingsvergunning zijn opgenomen en hoe en wanneer in het proces deze procedures doorlopen moeten worden. Dit kan gaan om de aanvraag van een woningonttrekkingsvergunning, een garagevergunning, een drank- en horecavergunning of een exploitatievergunning voor een eventuele zelfstandige horeca.

9. Indien het initiatief voldoet aan de criteria van het Hotelbeleid Binnenstad 2012-2015 en de vooroverleggen zijn gevoerd, wordt de initiatiefnemer verzocht een aanvraag omgevingsvergunning in te dienen bij het omgevingsloket. De aanvraag moet behandeld worden volgens de uitgebreide procedure.

10. De aanvraag wordt beoordeeld op volledigheid en de aanvrager wordt in de gelegenheid gesteld de ontbrekende gegevens te leveren. De behandeltermijn wordt stilgezet tot de verlangde gegevens zijn aangeleverd. Indien de gevens niet binnen de geldende termijn zijn aangeleverd wordt de aanvraag definitief niet in behandeling genomen.

In deze fase dienen de relevante onderzoeken te worden aangeleverd en dient de planschadeverhaalsovereenkomst of de anterieure overeenkomst met het stadsdeel te worden afgesloten. Indien deze overeenkomsten niet worden afgesloten, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.

In deze fase wordt de aanvraag voor advies voorgelegd aan de Brandweer en, indien relevant, aan bijvoorbeeld de Commissie voor Welstand en Monumenten, Bureau Monumenten en Archeologie, Waternet of Dienst Milieu en Bouwtoezicht.

Afhankelijk van de aanvraag kunnen nog andere instanties om advies worden gevraagd.

11. De bouwinspecteur van het stadsdeel stelt een ontwerpomgevingsvergunning op.

12. De kennisgeving van de Ontwerpomgevingsvergunning wordt gepubliceerd in de Stadsdeelkrant en op de website van het stadsdeel, de Staatscourant en op www.ruimtelijkeplannen.nl en verstuurd naar de eigenaar/beperkt gerechtigde van het pand. Bij een weigering van de aanvraag hoeft alleen in de Stadsdeelkrant te worden gepubliceerd.

De ontwerpomgevingsvergunning wordt naar de aanvrager en naar de Vrom-inspecteur gestuurd.

13. Het ontwerp ligt gedurende 6 weken voor een ieder ter inzage. Gedurende deze termijn kan door een ieder een zienswijze worden ingediend.

14. De raadsleden van stadsdeel Centrum kunnen in de bovenstaande terinzagetermijn het ontwerp en de bijbehorende stukken inzien. Zolang geen publicatieteksten over de verlening van de vergunning aan de stadsdeelkrant en de Staatscourant zijn aangeleverd, mogen de raadsleden "piepen". De raadsleden kunnen het initiatief dan agenderen voor een reguliere commissievergadering of raadsvergadering. Het vergunningenproces wordt opgeschort tot na de commissie- of raadsvergadering. Indien raadsleden "piepen" zal het minimaal 4-8 weken duren voordat het initiatief op de commissie of raadsvergadering besproken is.

15. Het stadsdeel verwerkt mogelijke zienswijzen en stelt een definitief besluit op. Dit duurt ca. 4 weken.

16. De omgevingsvergunning wordt afgegeven of alsnog geweigerd.

17. Indien mogelijke zienswijzen van de Gedeputeerde Staten of Vrom niet zijn overgenomen, wordt het besluit aan Vrom en/of Gedeputeerde Staten gestuurd. Vrom en/of Gedeputeerde Staten hebben 6 weken om te reageren. Onderstaande kennisgeving wordt dan pas na 6 weken gepubliceerd.

18. De kennisgeving van de verleende omgevingsvergunning wordt gepubliceerd in de Stadsdeelkrant en op de website van het stadsdeel, de Staatscourant en op www.ruimtelijkeplannen.nl . Een geweigerde omgevingsvergunning wordt niet gepubliceerd maar alleen naar de aanvrager gestuurd.

19. De omgevingsvergunning ligt 6 weken voor beroep ter inzage.

20. Indien geen beroep wordt aangetekend, treedt de omgevingsvergunning daags na afloop van de beroepstermijn in werking.

21. Indien beroep wordt aangetekend, treedt de omgevingsvergunning daags na afloop van de beroepstermijn in werking tenzij bij de indiening van het beroep ook een voorlopige voorziening wordt aangevraagd bij de rechtbank. De vergunning mag dan niet worden uitgevoerd totdat de rechter een beslissing heeft genomen op het verzoek om een voorlopige voorziening.

22. Als de omgevingsvergunning onherroepelijk is en is uitgevoerd, zal het bestemmingsplan met de nieuwe situatie in overeenstemming worden gebracht. Dit kan door het dagelijks bestuur indien het bestemmingsplan voor het dagelijks bestuur een wijzigingsbevoegdheid kent én aan de voorwaarden voor wijziging wordt voldaan. Is dat laatste niet het geval, dan zal het dagelijks bestuur een herziening van het bestemmingsplan aan de stadsdeelraad ter vaststelling voorleggen. Dit kan door middel van een postzegelbestemmingsplan of door de nieuwe gebruiksfunctie mee te nemen in een bestemmingsplanherziening voor een groter gebied.

3.2 Indieningsvereisten

1. Bedrijfsplan/exploitatieplan met informatie over:

- het hotelconcept;

- de beoogde doelgroep;

- het aantal & de grootte van de kamers;

- de beoogde Nederlandse Hotel Classificatie/het serviceniveau;

- een beschrijving van het gewenste gebruik van de openbare ruimte/het water door het hotel in relatie tot de overige gebruikers van die openbare ruimte; in deze beschrijving dient o.a. in gegaan te worden op de verkeersveiligheid; bij meer dan 50 kamers dient een verkeersonderzoek te worden uitgevoerd door een deskundig verkeersadviesbureau.

- de wijze waarop met de buurt zal worden gecommuniceerd;

- de betrokken partijen bij het initiatief;

- de concept- ruimtelijke onderbouwing als bedoeld in de Wabo.

2. Tekeningen/schetsen inclusief de maatvoering van de bestaande en nieuwe toestand, die voldoende inzicht geven in de plannen (ten minste gevelaanzichten, plattegronden en doorsneden op schaal, indien van toepassing inclusief belendingen).

- o.a. dient inzicht te worden geven in de relatie tussen de entree van het hotel/ de hotelbar/ additionele functies en de uitstraling naar de straat.

3. Een bewijs dat het pand waar het initiatief gerealiseerd moet worden al in het bezit is van de initiatiefnemer of contractuele partner daarvan. Indien dit nog niet het geval is: een brief waarin de eigenaar van het pand aangeeft het betreffende initiatief te ondersteunen.

3.3 Handhavingsparagraaf

De regels van het Hotelbeleid Binnenstad 2012-2015 zijn handhaafbaar opgesteld. Illegale hotels in het legalisatieonderzoek worden voorgelegd aan het afwegingsberaad.

Het Hotelbeleid Binnenstad 2012-2015 heeft geen directe gevolgen voor de handhavingscapaciteit.

Handhaving van bestaande hotels vindt plaats op andere gronden dan op basis van het hotelbeleid; namelijk op het brandveilig en het overeenkomstig wettelijke voorschriften (bestemmingsplan, milieuvoorschriften, horecaregels, reclamerichtlijnen) gebruik van gebouwen. Voor de grotere hotels voert de Dienst Milieu en Bouwtoezicht de handhaving op de milieuvoorschriften uit. In het Green Key Convenant is afgesproken dat hotels die een Green Key certificaat halen een lagere bezoekfrequentie krijgt door de Dienst Milieu en Bouwtoezicht voor de duurzaamheids- en leefbaarheidsaspecten van de Wet milieubeheer.

Een toename van het aantal hotels zal een groter beslag leggen op de handhavingscapaciteit. De hotels die in de komende jaren worden geopend zijn, vanwege de lange ontwikkeltijd van hotels, vergund onder het vorige hotelbeleid en vloeien dus niet voort uit dit hotelbeleid.

De verwachting is dat het Hotelbeleid Binnenstad 2012-2015 pas over enkele jaren gevolgen kan hebben voor de handhavingscapaciteit van bestaande hotels. Deze gevolgen zijn voor de handhaving van bestaande hotels naar verwachting gering omdat de meest populaire gebieden voor hotelontwikkling in dit beleid zijn uitgesloten van hotelontwikkeling.

Handhaving van illegale hotels vindt plaats op grond van de Huisvestingwet en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Het illegale gebruik wordt meegenomen in de reguliere handhaving van de bestemmingsplannen. Doordat de meest populaire gebieden voor hotelontwikkeling in dit hotelbeleid worden uitgesloten van hotelontwikkeling wordt een toename verwacht van het aantal illegale hotels.

4 Relevant beleid & regelgeving

4.1 Regels over woningonttrekking

De woonruimtevoorraad in de gemeente Amsterdam is beschermd, ongeacht de huur- of koopprijs. Het verhuren, splitsen, samenvoegen of onttrekken van woonruimte is aan regels gebonden. Deze regels zijn vastgelegd in de Regionale Huisvestingsverordening van de Stadsregio Amsterdam. Per gemeente of stadsdeel bevat de verordening een aparte uitwerkingsparagraaf. De stadsdelen en de Dienst Wonen, Zorg en Samenleven voeren deze regels uit en zijn verantwoordelijk voor de vergunningverlening van de huisvestingsvergunning, splitsingsvergunning, onttrekkingsvergunning, etc.

Voor hotelontwikkeling is het van belang dat de initiatiefnemer nagaat of de betreffende woningen volgens de regels van de Regionale Huisvestingsverordening van de Stadsregio Amsterdam onttrokken mogen worden en zo ja, onder welke voorwaarden dat is (bijvoorbeeld onder voorwaarde van reële compensatie of van financiële compensatie van 12% van de WOZ waarde). Deze regels staan los van het hotelbeleid en de daarin opgenomen regel ten aanzien van de bescherming van de woonfunctie.. Voor het onttrekken van woningen moet bij het stadsdeel een vergunning worden aangevraagd. Het stadsdeel toetst de aanvraag aan de regels van de Regionale Huisvestingsverordening. De aanvraag van deze vergunning valt niet onder de omgevingsvergunning.

Voor de meest actuele informatie op het moment van lezen, wordt u verwezen naar de website van de Stadsregio Amsterdam www.stadsregioamsterdam.nl of naar de website van het stadsdeel www.centrum.amsterdam.nl

4.2 Nieuw Bouwbesluit

Naar verwachting treedt op 1 april 2012 het nieuwe Bouwbesluit in werking. Initiatiefnemers wordt aangeraden dit nieuwe Bouwbesluit goed te raadplegen in de planvorming omdat enkele eisen die op hotels betrekking hebben naar verwachting zullen wijzigen ten opzichte van het oude Bouwbesluit.

4.3 Exploitatieplanplicht of planschadeverhaalsovereenkomst

Voor hotelinitiatieven in bestaande gebouwen die qua gebruik afwijken van het bestemmingsplan geldt een exploitatieplanverplichting op grond van de Wro indien de cumulatieve bruto-vloeroppervlakte van de nieuwe functies tenminste 1500m2 bedraagt. De exploitatieplanverplichting geldt ook indien er een volledig nieuw gebouw ten behoeve van een hotel wordt opgericht, ongeacht de omvang in vierkante meters.

Een exploitatieplan kan uitsluitend door de stadsdeelraad worden vastgesteld. Met het exploitatieplan wordt zeker gesteld dat de kosten die het stadsdeel moet maken ten behoeve van het bouwplan, verhaald kunnen worden op de partij(en) die in het exploitatiegebied zijn gelegen. Het vaststellen van een exploitatieplan door de stadsdeelraad kost veel tijd. Gedacht moet worden aan vier tot zes maanden.

Van het vaststellen van een exploitatieplan kan op grond van de wet worden afgezien indien het kostenverhaal op andere wijze is verzekerd. Hiermee wordt gedoeld op een privaatrechtelijke overeenkomst tussen het stadsdeel en de initiatiefnemer. Dit noemen we de anterieure overeenkomst. De inhoud van de anterieure overeenkomst is afhankelijk van het te ontwikkelen plan. Een vast onderdeel binnen de anterieure overeenkomst is altijd het verhaal van eventuele planschadeclaims. Om een inschatting van het planschaderisico te kunnen maken dient de initiatiefnemer een planschaderisicoanalyse te laten opstellen.

Geldt voor het hotelinitiatief geen exploitatieplanplicht als bedoeld in de Wro, dan geldt wel dat het stadsdeel met de initiatiefnemer een planschadeverhaalsovereenkomst sluit, ten behoeve waarvan de initiatiefnemer vooraf een planschaderisicoanalyse dient te laten opstellen door een deskundig adviesbureau.

4.4 Milieumelding

Alle bedrijven zijn verplicht een milieumelding te doen. Hotels kunnen zich melden door middel van de Activiteiten Internet Module via de internetpagina aim.vrom.nl (Google, AIM module). Via Vrom worden de meldingen doorgestuurd naar de Dienst Milieu en Bouwtoezicht. De Dienst Milieu en Bouwtoezicht beoordeelt de melding en voert de controle en handhaving uit. Voor de kleinere hotels voert het stadsdeel de milieucontroles uit.In het Green Key Convenant is afgesproken dat hotels die een Green Key certificaat halen een lagere bezoekfrequentie krijgt voor de duurzaamheids- en leefbaarheidsaspecten van de Wet milieubeheer.

4.5 Term "hotel" is een beschermde aanduiding

Voor de leesbaarheid van dit hotelbeleid wordt alleen de term "hotel" in het stuk gebruikt; zowel voor de categorie 1 t/m 5 sterren van de Nederlandse Hotel Classifiactie als ook voor de zogenoemde "0 sterren" pensions en hostels. De term hotel is echter een beschermde aanduiding en mag alleen worden gevoerd door logiesverstrekkers die tenminste zijn ingedeeld in categorie 1-ster van de Nederlandse Hotel Classificatie. Dit is geregeld in artikel 13 van de (wettelijke) verordening Nederlandse Hotel Classificatie.

Het doel is om de consument de zekerheid te bieden dat het hotel aan bepaalde minimum eisen voldoet. De term "hotel" is uitsluitend gereserveerd voor logiesverstrekkende bedrijven die zijn geclassificeerd. Aanduidingen als pension, hostellerie en hostel zijn vrij te gebruiken. Het is niet toegestaan om de aanduiding "hotel" op de gevel van een pand te zetten als er geen classificatie door het bedrijfschap Horeca en Catering is verleend. Ook mag niet worden gecommuniceerd dat een hotel meer sterren heeft dan zijn toegekend door de Nederlandse Hotel Classificatie.

Aanvragen en toetsing van sterrenclassificatie worden uitgevoerd door het bedrijfschap Horeca en Catering. Meer informatie is te vinden op www.hotelsterren.nl