Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Maasbree

Verordening Rioolrecht 2007

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Maasbree
Officiële naam regelingVerordening Rioolrecht 2007
CiteertitelVerordening Rioolrecht 2007
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpfinanciën en economie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is vervangen door de Verordening op de heffing en invordering van rioolrechten 2009, die is vastgesteld op 16 december 2008 en in werking treedt op 1 januari 2009.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229, lid 1a

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

  • 1.

    Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200701-01-2009nieuwe regeling

20-12-2006

Op den Baum, 20-12-2006

FAZA/2006/7810

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van rioolrechten 2007.

De raad van de gemeente Maasbree;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 november 2006;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van rioolrechten 2007.

(Verordening rioolrecht 2007).

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt:

  • a.

    onder gemeentelijke riolering mede het voor de openbare dienst bestemde gemeentewater

    begrepen;

  • b.

    onder eigendom verstaan een roerende of onroerende zaak.

Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1. Onder de naam “rioolrecht” wordt geheven een recht van degene, die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een eigendom dat direct of indirect is aangesloten op het gemeentelijk rioleringsstelsel.

  • 2. Met betrekking tot het recht als bedoeld in het eerste lid wordt, ingeval het eigendom een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 3 Zelfstandige gedeelten

Indien gedeelten van een in artikel 2 bedoeld eigendom blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, worden de rechten geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als een geheel worden gebruikt, deze als één eigendom worden aangemerkt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

Het recht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt geheven per eigendom.

Artikel 5 Tarief

  • 1. Het recht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, bedraagt per eigendom € 329,00.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid bedraagt het recht voor onroerende zaken die uitsluitend bestemd zijn te worden gebruikt als woning, per eigendom € 203,00.

Artikel 6 Belastingjaar

De belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

Het recht wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld

Het recht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, is verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar.

Artikel 9 Termijn van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, de tweede termijn twee maanden na de eerste termijn.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die, welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, de overige zeven termijnen telkens een maand later.

  • 3. Indien het totale bedrag van de op één aanslagbiljet vermelde aanslagen kleiner is dan vijfentwintig euro of groter dan vijfentwintigduizend euro dan dient de aanslag binnen de termijnen genoemd in het eerste lid te worden voldaan.

  • 4. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van het rioolrecht wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rioolrechten.

Artikel 12 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel

  • 1. De “Verordening rioolrecht 2006” vastgesteld in de raadsvergadering van 8 november 2005 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2007.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening rioolrecht 2007”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van

de raad der gemeente Maasbree van 12 december 2006.

De Griffier
De Voorzitter