Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Maasbree

Verordening Rekenkamercommissie Maasbree 2007

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Maasbree
Officiële naam regelingVerordening Rekenkamercommissie Maasbree 2007
CiteertitelVerordening Rekenkamercommissie Maasbree 2007
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuur en recht

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

  • 1.

    Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200710-05-2012nieuwe regeling

20-12-2006

Op den Baum, 20-12-2006

FAZA/2006/8561

Tekst van de regeling

DE RAAD VAN DE GEMEENTE MAASBREE

Gelezen het voorstel van het Presidium van 14 november 2006;

Gezien de behandeling in de voorbereidende raadsbijeenkomst van 28 november 2006;

B E S L U I T

  • 1.

    In te trekken de Verordening rekenkamercommissie Maasbree 2005.

  • 2.

    Vast te stellen de navolgende verordening met betrekking tot de rekenkamercommissie in de gemeente Maasbree.

Verordening rekenkamercommissie Maasbree 2007

Inleiding

Missie en doelen

De rekenkamercommissie van de gemeente Maasbree heeft een drieledige missie.

Deze missie bestaat uit:

  • I)

    Het verbeteren van het gemeentelijk beleid en – handelen;

    (doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van het gemeentelijk beleid en handelen)

  • II)

    Versterken van de rol van de gemeenteraad t.o.v. college B & W;

    (het inzicht van de gemeenteraad in het reilen en zeilen van de gemeente vergroten)

  • III)

    Vergroten van de publieke verantwoording;

    (ervoor zorgen dat belangrijke kwesties op een verantwoorde manier naar buiten worden gebracht, het gaat niet zo zeer om de doelmatigheid maar om het vertrouwen van de burgers in het bestuur)

De rekenkamercommissie zal deze missie nastreven door onderzoeken te verrichten en daarover rapport uit te brengen aan de gemeenteraad. Het werk van de commissie kenmerkt zich door objectiviteit en onafhankelijkheid.

Artikel 1: Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

Rekenkamercommissie:Rekenkamercommissie van de gemeente Maasbree
Voorzitter:De voorzitter van de rekenkamercommissie van de gemeente Maasbree
Leden:Leden, waaronder tevens de voorzitter, van de rekenkamercommissie van de gemeente Maasbree
Secretaris:Secretaris van de rekenkamercommissie van de gemeente Maasbree
College:College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Maasbree
Raad:Gemeenteraad van de gemeente Maasbree

I. Rekenkamercommissie

Artikel 2: Rekenkamercommissie
  • 1. Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als de rekenkamercommissie.

  • 2. De rekenkamercommissie is belast met onderzoek naar de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van het gemeentelijk beleid en het gemeentelijk handelen.

II. Leden

Artikel 3: Samenstelling rekenkamercommissie
  • 1. De rekenkamercommissie bestaat uit 4 leden te weten:

    • a.

      2 externe leden zijnde de voorzitter en een lid dat tevens als plaatsvervangend voorzitter fungeert.

    • b.

      2 raadsleden.

    • c.

      Indien de rekenkamercommissie het wenselijk acht kan een derde raadslid worden toegevoegd voor de duur van een onderzoek. Dit toegevoegde lid heeft géén stemrecht.

  • 2. Eerst bij (dreigende) langdurige afwezigheid van de leden worden plaatsvervangers aangesteld.

Artikel 4: Benoeming leden
  • 1) De raad benoemt de leden (en indien nodig) de plaatsvervangend leden van de rekenkamercommissie.

Artikel 5: Zittingsduur leden
  • 1. De leden van de rekenkamercommissie die tevens raadslid zijn worden voor een periode gelijk aan de zittingsduur van de raad benoemd.

  • 2. De externe leden van de rekenkamercommissie worden voor een periode van 4 jaar benoemd. Deze periode vangt halverwege de zittingsduur van de raad in.

  • 3. De eerste termijn voor de zittingsduur van de externe leden vangt aan op 1 januari 2006 en eindigt op 1 januari 2008.

Artikel 6: Ontslag en non-activiteit
  • 1. De raad ontslaat de leden en plaatsvervangend leden of stelt hen op non-actief.

  • 2. Het lidmaatschap van een raadslid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      indien het lid aftreedt als lid van de raad;

    • c.

      indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van lid van de rekenkamercommissie te vervullen.

  • 3. Het lidmaatschap van een extern lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie;

    • c.

      wanneer een lid bij onherroepelijk geworden gerechtelijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden gerechtelijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

  • 4. De externe leden van de rekenkamercommissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij blijvend ongeschikt zijn hun functie te vervullen.

Artikel 7: Vergoedingen
  • 1. De externe leden van de rekenkamercommissie ontvangen de navolgende vergoedingen:

    • a.

      vaste vergoeding per jaar voor leden: € 250,00

    • b.

      vaste vergoeding per jaar voor de voorzitter: € 500,00

    • c.

      vergoeding per bijeenkomst: € 100,00 voor leden én voorzitter;

    • d.

      reiskostenvergoeding: € 0,18 per kilometer of werkelijke kosten openbaar vervoer.

III. Vergaderingen

Artikel 8: Vergaderfrequentie en werkwijze
  • 1. De rekenkamercommissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of minimaal twee leden van de rekenkamercommissie dit wenselijk achten.

  • 2. Door of namens de voorzitter worden de leden schriftelijk ter vergadering opgeroepen.

  • 3. De oproepingsbrief vermeldt plaats, datum en uur van de vergadering, alsmede een opgave van de te behandelen onderwerpen. Daarbij worden de te behandelen stukken toegezonden.

Artikel 9: Stemrecht en quorum
  • 1. De rekenkamercommissie beslist bij meerderheid van stemmen, met inbegrip van de voorzitter die stemrecht heeft.

  • 2. Indien de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 3. Een stemming is slechts geldig als daaraan tenminste de voorzitter (of bij diens afwezigheid de plaatsvervangend voorzitter) en twee van de overige leden hebben deelgenomen.

  • 4. Een eventueel, op verzoek van de rekenkamercommissie, toegevoegd 3e raadslid heeft géén stemrecht.

Artikel 10: Beslotenheid en geheimhouding
  • 1. De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 2. De rekenkamercommissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 3. Al hetgeen in bijeenkomsten van de rekenkamercommissie in het kader van onderzoeken wordt besproken, behandeld of ter tafel komt, valt onder geheimhouding.

  • 4. De geheimhouding wordt in acht genomen tot de rekenkamercommissie haar expliciet opheft.

  • 5. Betreft het stukken waarover door andere organen geheimhouding is opgelegd dan blijft de geheimhouding gehandhaafd totdat het betreffende orgaan deze opheft.

  • 6. De in de rekenkamercommissie zitting hebbende raadsleden zijn zich bewust van de in de leden 3, 4 en 5 genoemde geheimhoudingsplicht. Teneinde hieraan uitvoering te geven dienen zij zich in raadsvergaderingen, commissievergaderingen, fractievergaderingen, partijoverleg en alle overige bijeenkomsten op grond van hun raadlidmaatschap te onthouden van uitspraken c.q. kennisoverdracht aangaande in de rekenkamercommissie opgedane wetenschap, informatie en andere gegevens.

IV. Onderzoeken

Artikel 11: Onderzoekskeuze en onderwerpselectie
  • 1. De rekenkamercommissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2. De rekenkamercommissie informeert de raad jaarlijks (en bij wijzigingen ook tussentijds) over de onderwerpen die zij wil onderzoeken.

  • 3. De raad kan de rekenkamercommissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek.

  • 4. De rekenkamercommissie zal in geval van afwijzing van een in lid 3 genoemd verzoek, dit binnen 1 maand gemotiveerd berichten aan de raad.

  • 5. De rekenkamercommissie bepaalt haar onderzoeksonderwerpen aan de hand van de volgende criteria:

    • a.

      Maatschappelijk belang

    • b.

      Gerede twijfel over doeltreffendheid

    • c.

      Gerede twijfel over doelmatigheid

    • d.

      Gerede twijfel over rechtmatigheid

    • e.

      Beleidsrisico

    • f.

      Financieel belang en risico

    • g.

      Nieuwe / toegevoegde waarde voor de raad

    • h.

      Praktische uitvoerbaarheid

    • i.

      Variatie

Artikel 12: Samenhang met zelfonderzoeken college B & W ex. Artikel 213a Gemeentewet
  • 1. Het college stelt de rekenkamercommissie tijdig op de hoogte van de onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid en het beheer, als bedoeld in de “Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente Maasbree” en zendt aan de rekenkamercommissie een afschrift van het dienaangaande aan de raad gezonden verslag van de resultaten van de onderzoeken.

  • 2. De rekenkamercommissie kan zonodig een tweede oordeel geven als ze van mening is dat over een bepaald onderwerp een onafhankelijk oordeel moet worden gegeven.

Artikel 13: Uitvoering onderzoek
  • 1 De rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor, de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar opgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. De onder lid 1 genoemde onderzoeksopzet bevat in elk geval de volgende aandachtspunten.

    • a.

      Aanleiding

    • b.

      Doelstelling onderzoek

    • c.

      Probleemstelling

    • d.

      Onderzoeksvragen

    • e.

      Onderzoeksmethode(n)

    • f.

      Opdracht aan extern bureau

    • g.

      Taakverdeling / begeleiding

    • h.

      Planning

    • i.

      Budget

  • 3. De praktische uitvoering van het onderzoek wordt uitbesteed aan externe onderzoekers of kan (gedeeltelijk) ter hand worden genomen door de externe leden van de rekenkamercommissie.

  • 4. De rekenkamercommissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de utvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 5. Een onderzoek wordt in principe onderverdeeld in de volgende fasen:

    • a.

      Informeren betrokkenen

    • b.

      Selectie externe bureaus

    • c.

      Vaststellen normenkader op basis van informatie verkregen van het betrokken organisatieonderdeel en de politiek verantwoordelijke

    • d.

      Uitvoering onderzoek

    • e.

      Nota van bevindingen

    • f.

      Verificatie nota van bevindingen

    • g.

      Conceptrapportage op basis van bevindingen

    • h.

      Hoor en wederhoor van de betrokken partijen

    • i.

      Definitieve rapportage

    • j.

      Publicatie van persbericht en eindrapport

    • k.

      Behandeling in raad

V. Organisatorische aspecten

Artikel 14: Ambtelijk secretaris
  • 1. De ambtelijk secretaris wordt in overleg met het college benoemd door de raad.

  • 2. De secretaris zal bij benoeming een eed of belofte met betrekking tot geheimhouding afleggen.

  • 3. De secretaris draagt zorg voor: agendaplanning, verslaglegging, dossiervorming en alle verdere ondersteuning bij de uitvoering van de taken van de rekenkamercommissie.

  • 4. De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamercommissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

Artikel 15: Budget en verantwoording
  • 1. De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen aan externe leden

    • b.

      de ambtelijk secretaris

    • c.

      kosten voor externe deskundigen voor in te stellen onderzoeken

    • d.

      de eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3. De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

  • 4. De secretaris houdt een gespecificeerd overzicht bij van de uitgaven ten laste van het budget van de rekenkamercommissie.

  • 5. Op het moment dat blijkt dat het budget van de rekenkamercommissie ontoereikend is om de haar opgedragen taken goed en volledig te kunnen vervullen, zal aan de raad een gemotiveerd verzoek worden gericht om beschikbaarstelling van aanvullend budget.

  • 6. De rekenkamercommissie belegt elk kalenderjaar voor 1 juli een openbare vergadering om verantwoording af te leggen over de uitgevoerde werkzaamheden en bereikte resultaten van de rekenkamercommissie in het voorafgaande jaar.

VI. Slotbepalingen

Artikel 16: Overgangsperiode van 1 januari 2006 tot moment van installatie raad ná verkiezingen 2006

Ter overbrugging van de periode van 1 januari 2006 tot het moment dat de nieuwe raadsleden zijn geïnstalleerd na de gemeenteraadsverkiezingen 2006 worden de drie leden van de werkgroep “Invoering rekenkamer(functie)” benoemd tot leden van de rekenkamercommissie. Eén van deze raadsleden wordt, door middel van loting, aangemerkt als ‘toegevoegd raadslid’ conform artikel 3 en heeft derhalve géén stemrecht bij eventuele besluiten in de betreffende periode.

De externe leden worden in 2005 door de raad benoemd voor de periode 1 januari 2006 tot 1 januari 2008.

Artikel 17: Uitleg reglement

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing ervan beslist de rekenkamercommissie.

Artikel 18: Naam en inwerkingtreding

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening rekenkamercommissie Maasbree 2007” en treedt in werking op 1 januari 2007.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1: Begripsbepalingen

Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun geheel moeten worden uitgeschreven.

Artikel 2: Rekenkamercommissie

Doelmatigheid is de mate waarin de nagestreefde beleidsdoelen tegen zo gering mogelijke kosten worden bereikt. Bij doeltreffendheid gaat het er om of het resultaat van het beleid beantwoordt aan wat er met het beleid werd beoogd en of de gesteld beleidsdoelen worden verwezenlijkt. Bij rechtmatigheid gaat het om wettelijke kaders en regelgeving. Het gaat dan vooral om wet- en regelgeving die direct van belang is voor de rechtmatigheid van de totstandkoming van de gemeentelijke baten en lasten.

Artikel 3: Samenstelling rekenkamercommissie

Gekozen is voor een rekenkamercommissie bestaande uit zowel raadsleden als externe leden. Dit is met name gebaseerd op de overweging dat de raad binding moet hebben en houden met het instrument rekenkamercommissie. Het onafhankelijke karakter van de commissie wordt gewaarborgd door de benoeming van externe leden.

Als een raadslid over specifieke deskundigheid bezit die een meerwaarde kan zijn tijdens een specifiek onderzoek heeft de rekenkamercommissie de mogelijkheid om (tijdelijk) een derde raadslid te laten benoemen in de rekenkamercommissie. Dit derde raadslid heeft géén stemrecht om te voorkomen dat de raadsleden bij het nemen van besluiten in de meerderheid zouden zijn.

Artikel 4: Benoeming leden

De verplichting een eed of verklaring en belofte af te leggen vloeit voor de rekenkamer voort uit artikel 81g van de Gemeentewet. Deze bepaling wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de externe leden van de rekenkamercommissie.

Artikel 5: Zittingsduur leden

De zittingsduur voor de externe leden is gesteld op 4 jaar ingaande halverwege een raadsperiode. De raadsleden hebben zitting voor de duur van de raadsperiode. Op deze manier zullen in de rekenkamercommissie altijd “ervaren” leden zitting hebben die de continuïteit kunnen waarborgen en hun kennis kunnen overdragen aan de “nieuwe” leden.

Artikel 6: Ontslag en non-activiteit

Dit artikel handelt over het ontslag van de leden en over de mogelijkheid (of soms verplichting) hen op non-activiteit te stellen in bepaalde situaties. Artikel 81f van de Gemeentewet bevat een (niet-limitatieve) opsomming van onverenigbare betrekkingen voor leden van een rekenkamer. Voor leden van een rekenkamercommissie gelden dezelfde onverenigbare betrekkingen met uitzondering van het raadslidmaatschap en een commissielidmaatschap.

Artikel 7: Vergoedingen

Dit artikel handelt over de vergoeding voor externe leden. Het onderscheid in de vaste vergoeding tussen de voorzitter en de leden is gelegen in het feit dat de voorzitter als aanspreekpunt fungeert voor de raad, het college, de ambtelijke organisatie en de externe onderzoekers en dus vaker werkzaam zal zijn voor de rekenkamercommissie dan de leden.

Artikel 8: Vergaderfrequentie en werkwijze

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 9: Stemrecht en quorum

Om de onafhankelijkheid en de objectiviteit te waarborgen is ervoor gekozen om de raadsleden geen doorslaggevende stem te laten hebben in de rekenkamercommissie. Derhalve heeft de (externe) voorzitter de beslissende stem bij een eventueel staken der stemmen. Indien een derde raadslid wordt toegevoegd (voor de duur van een onderzoek) vanwege zijn / haar specifieke kennis of vaardigheden dan heeft deze géén stemrecht.

Artikel 10: Beslotenheid en geheimhouding

Vanwege de aard en onderwerpen zijn de vergaderingen van de rekenkamercommissie besloten. Hierdoor krijgen de commissieleden de mogelijkheid te spreken zonder dat opmerkingen een politieke lading krijgen. De rekenkamercommissie is immers géén politiek instrument.

Indien gewenst kan de rekenkamercommissie besluiten om vergaderingen in de openbaarheid te houden.

Geheimhouding van het besprokene bij besloten commissievergaderingen is essentieel om lopende en toekomstige onderzoeken goed uit kunnen voeren en betrouwbare onderzoeksresultaten te krijgen. Derhalve is expliciet opgenomen dat de raadsleden die zitting hebben in de rekenkamercommissie zich in politieke bijeenkomsten moeten onthouden van uitspraken of andersoortige informatieoverdracht over onderwerpen die nog onder de geheimhouding vallen.

Artikel 11: Onderzoekskeuze en onderwerkselectie

De rekenkamercommissie dient onafhankelijk te zijn en om deze onafhankelijkheid te bevorderen is het van belang dat de commissie zelfstandig onderzoeksonderwerpen kan kiezen. De rekenkamercommissie kan op verzoek van de gemeenteraad een onderzoek instellen maar is niet verplicht dat verzoek in te willigen. Als de rekenkamercommissie een verzoek van de gemeenteraad niet honoreert zal zij de gemotiveerde afwijzing binnen één maand aan de raad doen toekomen.

Bij het bepalen van onderzoeksonderwerpen spelen de volgende criteria een belangrijke rol

Maatschappelijk belang:de vraag of een zaak het functioneren van de samenleving sterk raakt.
   
Gerede twijfel over doeltreffendheid:beleid dat (mogelijk) niet het beoogde effect oplevert.
   
Gerede twijfel over doelmatigheid:beleid dat (mogelijk) niet efficiënt wordt uitgevoerd.
   
Gerede twijfel over rechtmatigheid:beleid dat (mogelijk) niet conform de wettelijke regels wordt uitgevoerd (Europese, landelijke en / of lokale wetgeving).
   
Beleidsrisico:beleid waarvoor de burger de gemeentelijke overheid verantwoordelijk acht en / of waarvan de uitvoerbaarheid veel onzekerheden kent.
   
Financieel belang en risico:beleid waarin veel gemeentegeld omgaat en de gemeente grote financiële risico”s loopt.
   
Nieuwe / toegevoegde waarde raad:onderwerpen die informatie geven over gebieden waar de raad nog geen of onvoldoende kaders stelt of controle heeft.
   
Praktische uitvoerbaarheid:is het, gezien de capaciteit, het verachte rendement van de investering, de doorlooptijd etc. zinvol het onderzoek uit te voeren
   
Variatie:niet elk jaar dezelfde beleidssector in onderzoek nemen.

Artikel 12: Samenhang met zelfonderzoeken college B & W ex. Artikel 213a Gemeentewet

Het college van B&W moet volgens artikel 213a van de gemeentewet en volgens de “verordening

onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid in de gemeente Maasbree” jaarlijks zelfonderzoeken uitvoeren naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gemeentelijk handelen. Om ongewenste doublures in de onderzoeksonderwerpen van het college en de rekenkamercommissie te voorkomen is dit artikel opgenomen.

Artikel 13: Uitvoering onderzoek

De uitvoering van onderzoeken wordt uitbesteed aan externe bureaus of kan (gedeeltelijk) door de externe leden van de rekenkamercommissie worden gedaan. Om toch een eenduidige manier van onderzoek te krijgen wordt in dit artikel aangegeven op welke wijze de onderzoeken opgezet moeten worden. Er worden diverse fasen genoemd die in principe doorlopen moeten worden bij de uitvoering van een onderzoek.

Uit het oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte partij de kans krijgt om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) conceptrapportage. Er vindt dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen van het onderzoek worden voorgelegd aan de betreffende ambtenaren / bestuurders met de vraag eventuele onjuistheden te corrigeren.

Om te waarborgen dat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar onderzoek over voldoende en relevante informatie kan beschikken is voorzien in de bevoegdheid om inlichtingen in te winnen van alle leden van het gemeentebestuur en alle ambtenaren.

Artikel 14: Ambtelijk secretaris

De rekenkamercommissie wordt bijgestaan door een secretaris uit de ambtelijke organisatie. Deze secretaris wordt na overleg met het college van B & W benoemd door de raad. Om de geheimhouding zoals opgenomen in artikel 10 te waarborgen zal de secretaris bij benoeming een eed of belofte moeten worden afgelegd inzake geheimhouding. De secretaris wordt aangestuurd door de voorzitter van de rekenkamercommissie en is voor zijn / haar functioneren uitsluitend verantwoording schuldig aan de rekenkamercommissie.

Artikel 15: Budget en verantwoording

De rekenkamercommissie is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het budget dat noodzakelijk is voor de uitoefening van haar taak. Ten laste van het budget worden de in het tweede lid genoemde kosten gebracht.

De rekenkamercommissie zal zich jaarlijks verantwoorden voor de uitgevoerde werkzaamheden en bereikte resultaten in een openbare vergadering.

Artikel 16: Overgangsperiode van 1 januari 2006 – moment van installatie raad ná verkiezingen 2006

Uit praktische overwegingen is gekozen voor een tussenoplossing om de periode te overbruggen tussen de inwerkingtreding van de rekenkamercommissie ( 1 januari 2006) en het moment dat de nieuwe raad wordt geïnstalleerd ná de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2006.

De raadsleden die zitting hebben in de werkgroep “Invoering rekenkamer(functie)” zullen tijdens de voornoemde periode optreden als interne leden van de rekenkamercommissie. Dit betreft echter drie personen en om recht te doen aan het gestelde in artikel 9 zal één raadslid dus geen stemrecht hebben. Door middel van loting zal het betreffende raadslid worden aangewezen. Ná de installatie van de “nieuwe”gemeenteraad zullen twee raadsleden worden benoemd die voor de duur van hun raadsperiode zitting hebben in de rekenkamercommissie.

De externe leden zullen bij het inwerking treden van de rekenkamercommissie worden benoemd tot 1 januari 2008 zoals gesteld in artikel 5. Vanaf 1 januari 2008 zullen zij telkens voor de duur van 4 jaar worden benoemd.

Artikel 17: Uitleg reglement en artikel 18: Naam en inwerkingtreding

Deze artikelen behoeven geen nadere toelichting.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 12 december 2006.

De raadsgriffier, De voorzitter,

mr. M.P.N.M. Heijnens-Coenjaerts G.C.G.M. Rabelink