| Overheidsorganisatie | Gemeente Littenseradiel |
|---|---|
| Officiële naam regeling | Regeling categoriale bijstandsverlening chronisch zieken en langdurig gehandicapten gemeente Littenseradiel 2014 |
| Citeertitel | Regeling categoriale bijstandsverlening chronisch zieken en langdurig gehandicapten 2014 |
| Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
| Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
| Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 14-03-2014 | 01-01-2014 | 01-04-2016 | Nieuwe regeling | 04-03-2014 Op 'e Skille, 13-03-2014 | Collegebesluit, 04-03-2014, nr. 7 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Littenseradiel;
gelet op artikel 35, vierde lid, Wet werk en bijstand;
besluit:
vast te stellen de Regeling categoriale bijstandsverlening chronisch zieken en langdurig gehandicapten gemeente Littenseradiel 2014
1. Alle begrippen in deze regeling die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB).
2. In deze regeling wordt verstaan onder:
aanvrager: een alleenstaande, een alleenstaande ouder of een gezin als bedoeld in artikel 4, eerste lid, WWB, die een schriftelijke aanvraag heeft ingediend;
rechthebbende: een aanvrager van 18 jaar of ouder die ingezetene is van de gemeente en van wie het adres op 1 januari 2014 en op het moment van aanvraag overeenkomt met de basisregistratie personen, die een inkomen heeft een maand voorafgaande aan de datum van aanvraag dat netto niet meer bedraagt dan 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm.
Het college verleent in het jaar 2014:
een bijdrage van € 250,00 wanneer één persoon in het huishouden rechthebbend is en € 350,00 wanneer meerdere personen in het huishouden rechthebbend zijn en wordt voldaan aan minimaal één van de volgende voorwaarden:
rechthebbende een indicatie heeft voor huishoudelijke hulp voor zes maanden of langer op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo);
rechthebbende gebruik maakt van een geïndiceerde voorziening op grond van de Wmo, zijnde een vervoersvoorziening en/of een rolstoelvoorziening;
rechthebbende een financiële tegemoetkoming ontvangt in het kader van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg).
een bedrag van € 100,00 wanneer wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
rechthebbende een financiële tegemoetkoming ontvangt in het kader van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg);
rechthebbende heeft het verplicht eigen risico op grond van de Zorgverzekeringswet voor € 100,00 of meer besteed.
1. Het aanvragen van de bijdrage geschiedt per kalenderjaar. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een door het college vastgesteld formulier.
2. Met een aanvraag als bedoeld in het eerste lid wordt gelijkgesteld aan een beschikking, waarin de zinsnede is opgenomen, dat de uitreiking van de beschikking een bevestiging van de aanvraag is.
3. De aanvraag over het jaar 2014 dient te worden ingediend voor 1 februari 2015. De aanvrager hoeft geen inkomensgegevens in te leveren indien hij een periodieke uitkering van de gemeente ontvangt. De aanvrager heeft een bewaarplicht tot 1 februari 2016 ten behoeve van een eventuele nacontrole.
4. Het college beslist binnen acht weken na de datum van ontvangst van de aanvraag. Betaling vindt plaats binnen twee weken na de verzenddatum van het besluit.
1. Aanvrager is verplicht om op verzoek de bewijsstukken te verstrekken, waarmee het recht op de bijdrage kan worden gecontroleerd.
2. Indien de aanvrager de bewijsstukken niet verstrekt, kan het college besluiten de verstrekte bijdrage terug te vorderen.
Het college kan in afwijking van het bepaalde in deze regeling besluiten een bijdrage te verlenen in geval een strikte toepassing van de regeling zou leiden tot onbillijkheid van overwegende aard.
1. Deze regeling treedt in werking op de dag na die van bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2014.
2. De Regeling categoriale bijstandsverlening chronisch zieken en langdurig gehandicapten gemeente Littenseradiel 2013 wordt ingetrokken.
3. Deze regeling kan worden aangehaald als Regeling categoriale bijstandsverlening chronisch zieken en langdurig gehandicapten 2014.
Wommels, 4 maart 2014
Het college voornoemd,
, burgemeester.
, secretaris.
Artikel 1 Begripsbepaling
Een rechthebbende is op 1 januari 2014 en op het moment van aanvragen ingezetene van de gemeente. Hiermee wordt voorkomen dat personen, die zich in de loop van het jaar vestigen in de gemeente ook een bijdrage heeft ontvangen in een andere gemeente.
Artikel 2 Hoogte van de bijdrage en voorwaarden
Per 1 januari 2014 zijn voor chronisch zieken en gehandicapten de volgende regelingen uit de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) afgeschaft, namelijk:
de algemene tegemoetkoming Wtcg;
de Compensatie Eigen Risico (CER).
Gemeenten ontvangen van het Rijk een deel van het huidige budget om het wegvallen hiervan te compenseren.
De afschaffing van de algemene tegemoetkoming Wtcg heeft voor de burger pas in 2015 financieel effect. In 2014 ontvangt de burger de algemene tegemoetkoming Wtcg nog van het Centraal Administratiekantoor (CAK) over het voorgaande jaar. Gelet op de ontwikkelingen van de drie transities, met name de taken van de nieuwe Wmo 2015, zullen de consequenties van de afschaffing Wtcg daarbij worden meegenomen.
De CER beoogt chronisch zieken en gehandicapten te compenseren voor de (veronderstelde) meerkosten die zij maken ten opzichte van niet-chronisch zieken voor wat betreft het verplicht eigen risico op grond van de Zorgverzekeringswet. In 2014 bedraagt dit eigen risico € 360,00. In 2013 werd door het CAK (over 2012) een bedrag van € 99,00 uitgekeerd, wanneer werd voldaan aan een van de volgende criteria: bepaald geneesmiddelengebruik, behandeling voor bepaalde aandoeningen of verblijf in een AWBZ-instelling. Aangezien de gemeente niet de mogelijkheid heeft om hierop te controleren, is gekozen om de financiële compensatie via deze regeling te gaan verstrekken. Indien een aanvrager kan aantonen te voldoen aan de gestelde voorwaarden in artikel 2 dan wordt de bijdrage verstrekt. De gemeente kan zelf nagaan of er sprake is van een Wmo-voorziening. De component Wmo-woonvoorziening is komen te vervallen, aangezien in de praktijk is gebleken dat dit geen verdedigbare toekenningsgrond is. Bijvoorbeeld: is jaren geleden een wandbeugel verstrekt, dan blijft deze beugel als een zodanige Wmo-woonvoorziening aangemerkt en zou op basis hiervan overgegaan moeten worden tot betaling van de bijdrage.
In sub b wordt de hoogte van de bijdrage vastgesteld op € 100,00 per rechthebbende. Zodra rechthebbende het verplicht eigen risico op grond van de Zorgverzekeringswet voor € 100,00 of meer heeft besteed, kan een aanvraag voor deze regeling worden ingediend. Als bewijsstukken dienen het overzicht van de Zorgverzekeraar met de stand van zaken over het betaalde eigen risico over het lopende jaar en de Wtcg-beschikking (ontvangen in 2013) van het CAK met betrekking tot de compensatie eigen risico.
Artikel 3 Aanvragen
Artikel 3 omschrijft de wijze waarop een aanvraag ingediend moet worden. In beginsel dient een aanvraag ingediend te worden middels het invullen en aanleveren van een door het college vastgesteld formulier. Wordt een aanvraag ingediend via de Snelbalie, dan is het afdoende om een beschikking af te geven waarin de zinsnede is opgenomen, dat de uitreiking van de beschikking een bevestiging van de aanvraag is. Een beschikking wordt in dat geval gelijk gesteld aan een schriftelijke aanvraag.
Op het moment dat de aanvrager een periodieke uitkering ontvangt van de gemeente, dan beschikt de Snelbalie reeds over inkomensgegevens van de persoon. De aanvrager hoeft zodoende geen inkomensgegevens in te leveren. Wel heeft de aanvrager een bewaarplicht van de inkomensgegevens tot 1 februari 2016 ten behoeve van een eventuele steekproefsgewijze nacontrole. Voor aanvragers met een ander inkomen geldt dat zij wel bewijsstukken van het inkomen moeten overleggen.
Aanvragers behoeven bij het indienen van een aanvraag, met uitzondering van het bewijs van betaling van het verplichte eigen risico, geen bewijsstukken van de uitgaven over te leggen. De regeling heeft namelijk betrekking op verborgen kosten die niet vergoed worden. Op het moment dat een aanvrager daarom kan aantonen te voldoen aan één of meerdere gestelde voorwaarden in artikel 2, lid a (door bijvoorbeeld een bewijs Wtcg te overhandigen), dan wordt de bijdrage verstrekt.