Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Littenseradiel

Beleidsregels schulddienstverlening gemeente Littenseradiel 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Littenseradiel
Officiële naam regelingBeleidsregels schulddienstverlening gemeente Littenseradiel 2014
CiteertitelBeleidsregels schulddienstverlening gemeente Littenseradiel 2014
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Op grond van artikel 28 Wet algemene regels herindeling zijn deze beleidsregels per 1 januari 2020 vervallen, tenzij de hierna genoemde bestuursorganen de betreffende beleidsregels al eerder vervallen hebben verklaard.

- Burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarden hebben op 17 juli 2018 besloten deze beleidsregels vervallen te verklaren voor zover deze van kracht zijn voor het gebied binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Leeuwarden zoals dat per 1 januari 2018, op grond van de Wet van 8 maart 2017 tot herindeling van de gemeenten Franekeradeel, het Bildt, Leeuwarden, Leeuwarderadeel, Littenseradiel, Menameradiel en Súdwest-Fryslân, is ontstaan.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. .
  2. Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, art. 2
  3. Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, art. 3

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-03-201401-01-201401-01-2020Nieuwe regeling

04-03-2014

Op 'e Skille, 13-03-2014

Collegebesluit, 04-03-2014, nr. 6

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels schulddienstverlening gemeente Littenseradiel 2014

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Littenseradiel;

gelet op de artikelen 2 en 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

besluit:

vast te stellen de Beleidsregels schulddienstverlening gemeente Littenseradiel 2014

Artikel 1 Begripsbepaling

  • 1. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      wet: de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs);

    • b.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Littenseradiel;

    • c.

      aanvrager: een inwoner van de gemeente Littenseradiel die een beroep doet op de wet en tot de doelgroep behoort.

  • 2. Voor de vormen waarin schulddienstverlening kan plaatsvinden, wordt aangesloten bij de begrippen en producten, zoals omschreven in de Gedragscode Schuldregeling (NVVK), de Gedragscode Budgetbeheer (NVVK) en NEN 8048-1:2013 (NEN).

Artikel 2 Doelgroep gemeentelijke schulddienstverlening

Inwoners van de gemeente Littenseradiel van 18 jaar en ouder, die op het moment van de aanvraag op grond van de Wet basisregistratie personen in de gemeente staan ingeschreven.

Artikel 3 Aanbod van schulddienstverlening

  • 1. Het college verleent aan de aanvrager schulddienstverlening indien het college dit noodzakelijk acht.

  • 2. De vorm waarin het college schulddienstverlening aanbiedt, is van meerdere factoren afhankelijk en kan dus per situatie verschillen.

Artikel 4 Verplichtingen

  • 1. De aanvrager is verplicht op verzoek of uit eigen beweging onverwijld mededeling te doen van alle feiten en omstandigheden waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op de schulddienstverlening, zowel bij de aanvraag om schulddienstverlening als gedurende de looptijd van het schulddienstverleningstraject.

  • 2. De aanvrager is verplicht alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is, zowel bij de aanvraag om schulddienstverlening als gedurende de looptijd van het schulddienstverleningstraject.

    De medewerking bestaat onder andere uit:

    • a.

      het nakomen van afspraken;

    • b.

      het niet aangaan van nieuwe schulden;

    • c.

      het meewerken aan (schuld)dienstverlening;

    • d.

      het zich houden aan de bepalingen van het schulddienstverleningstraject.

Artikel 5 Weigeren en beëindigen

Indien de aanvrager niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 4, eerste en tweede lid, kan het college besluiten om de schulddienstverlening te weigeren dan wel te beëindigen.

Artikel 6 Beëindiginggronden

Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels besluit het college tot beëindiging van de schulddienstverlening indien:

  • a.

    het schulddienstverleningstraject succesvol is afgerond;

  • b.

    de aanvrager zich ten opzichte van de medewerkers, belast met werkzaamheden die voortkomen uit het schulddienstverleningstraject, zeer ernstig misdraagt;

  • c.

    de geboden schulddienstverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de aanvrager, niet (langer) passend is;

  • d.

    het college de schulddienstverlening niet langer noodzakelijk acht;

  • e.

    de aanvrager niet langer woonachtig is in de gemeente.

Artikel 7 Recidive – hernieuwde aanvraag

  • 1. Het college kan een aanvraag schuldhulpverlening weigeren indien de aanvrager minder dan vijf jaar voorafgaande aan de dag waarop de aanvraag is ingediend, een traject schulddienstverlening succesvol heeft doorlopen (minnelijk en/of wettelijk).

  • 2. Het college weigert een aanvraag schuldhulpverlening indien minder dan vijf jaar voorafgaande aan de dag waarop de aanvraag is ingediend:

    • a.

      een traject schulddienstverlening tussentijds door toedoen van de aanvrager is beëindigd (minnelijk en/of wettelijk);

    • b.

      ingevolge artikel 5 een traject schulddienstverlening is geweigerd;

    • c.

      de schulddienstverlening is beëindigd op grond van artikel 6, sub b.

  • 3. Het college werkt bij een weigering als bedoeld in het eerste en tweede lid wel mee aan het geven van informatie, advies en/of een doorverwijzing.

Artikel 8 Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

  • 1. Het college kan in bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, indien onverkorte toepassing daarvan aanleiding zou geven tot disproportionele onredelijkheid of onbillijkheid.

  • 2. In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking op de dag na die van bekendmaking en werken terug tot en met 1 januari 2014.

  • 2. Deze beleidsregels worden aangehaald als Beleidsregelsschulddienstverleninggemeente Littenseradiel 2014.

Ondertekening

Wommels, 4 maart 2014

Het college voornoemd,

, burgemeester.

, secretaris.

Toelichting

Inleiding algemeen

Op grond van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening moeten er heldere spelregels worden opgesteld: de burger weet wat de voorwaarden zijn voor toelating tot de schulddienstverlening en waaraan hij zich dient te houden. De gemeente op haar beurt weet welke verplichtingen zij aan de burger mag opleggen en wanneer zij de toegang tot de schulddienstverlening kan weigeren of beëindigen.

Hierbij speelt mee dat de gemeentelijke schulddienstverleningspraktijk vanaf het moment dat de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening in werking trad (op 1 juli 2012) onder het regime van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is komen te vallen. Het is van belang om heldere regels over toelating tot de schulddienstverlening, het opleggen van verplichtingen en het weigeren van hulp op te stellen.

De schulddienstverlening in onze gemeente is globaal als volgt: de poortwachtersfunctie wordt ingevuld door het Ping-loket (inclusief financieel advies en preventie). Het feitelijke schuldenregelen wordt op dit moment uitgevoerd door Kredietbank Nederland.

De verplichtingen die een aanvrager heeft op grond van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening of op grond van deze beleidsregels gelden voor de aanvrager dus ook richting Ping en Kredietbank Nederland.

Artikel 1 Begripsbepalingen

Dit artikel is gebaseerd op artikel 1 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. Daarnaast wordt verwezen naar de gedragscodes en protocollen van de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK) en het Nederlands Normalisatie-instituut (NEN).

Artikel 2 Doelgroep gemeentelijke schulddienstverlening

Conform de visie staat schulddienstverlening in beginsel open voor alle inwoners van de gemeente van 18 jaar en ouder. Uiteraard horen ook gezinnen met minderjarige kinderen tot de doelgroep van de gemeentelijke schulddienstverlening.

Artikel 3 Aanbod schulddienstverlening

Eerste lid:

In het eerste lid is aangegeven dat het college schulddienstverlening verleent indien het college schulddienstverlening noodzakelijk acht. Op deze manier wordt enerzijds recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt van de eigen verantwoordelijkheid. Daar waar de burger in staat moet worden geacht om de (dreigende) schuldenproblematiek zelf aan te pakken en te regelen, blijft schulddienstverlening achterwege. Anderzijds wordt recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt dat schulddienstverlening selectief en gericht ingezet dient te worden.

Tweede lid:

Dit artikel toont de kern van schulddienstverlening nieuwe stijl: een gerichte en selectieve toepassing van schulddienstverlening. Het gaat om maatwerk. De inzet van producten kan per situatie verschillen. Dit zijn een aantal van de factoren die bepalen in welke mate de gemeente één of meerdere producten schulddienstverlening aanbiedt:

  • a.

    zwaarte, aard en/of omvang van de schulden;

  • b.

    psychosociale situatie;

  • c.

    houding en gedrag van de aanvrager (motivatie);

  • d.

    een eventueel eerder gebruik van schulddienstverlening.

Dit is geen limitatieve opsomming.

Daar waar sprake is van een schuldenpakket dat zich niet laat regelen in combinatie met een onregelbare aanvrager, kan een aanvraag worden geweigerd. Bij een verslaafde die niet bereid is om zijn verslaving aan te pakken, zal schulddienstverlening zinloos zijn: nieuwe schulden zullen vrijwel zeker ontstaan. Of aan een aanvrager die een forse, recente fraudeschuld heeft of een andere niet-saneerbare schuld zal geen schulddienstverlening worden aangeboden. Ook is het noodzakelijk dat de schuldenaar beschikt over inkomen, dat voor een schuldregeling in aanmerking is te nemen (bijv. studiefinanciering, in geval een echtscheidingsprocedure). Heeft betrokkene een bruto modaal inkomen (2014: € 34.500,- per jaar) of hoger dan zal hij/zij worden doorverwezen naar (commerciële) schuldhulpbureaus, bijvoorbeeld Kredietbank Nederland. Men wordt geacht deze dienstverlening zelf te betalen.

Het geven van informatie, advies en/of een doorverwijzing blijft wel altijd mogelijk.

Artikel 4 Verplichtingen en gevolgen schending daarvan

Met dit artikel wordt de eigen verantwoordelijkheid van de aanvrager voorop gesteld. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van mensen zelf om tijdig de benodigde informatie te geven (eerste lid) en medewerking te verlenen (tweede lid). Dit zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van een traject.

Wat betreft de verplichting tot medewerking is in het tweede lid een aantal verplichtingen benoemd. Dit is geen limitatieve opsomming.

Artikel 5 Weigeren en beëindigen

Indien een aanvrager niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 4, eerste en tweede lid, kan het college besluiten om schulddienstverlening te weigeren dan wel te beëindigen. Op grond van de Algemene wet bestuursrecht wordt de aanvrager eenmaal een termijn geboden om alsnog, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken. De termijn die aan de aanvrager wordt gesteld, is in dit besluit bewust niet benoemd. De termijn dient een redelijke te zijn conform de Algemene wet bestuursrecht. Wat redelijk is, hangt samen met het type verplichting.

Komt een aanvrager ook gedurende de herstelperiode zijn verplichting niet na, dan kan het college besluiten tot weigering of beëindiging van de schulddienstverlening. In het kader van eigen verantwoordelijkheid vereist het opleggen van een hersteltermijn maatwerk.

Artikel 5 is geformuleerd als een zogenaamde ‘kan’-bepaling. Het college heeft de bevoegdheid tot weigering of beëindiging, maar niet de verplichting. Dit geeft het college ruimte om van een weigering of beëindiging af te zien, indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.

Artikel 6 Beëindiginggronden

In dit artikel wordt beschreven wanneer schulddienstverlening wordt beëindigd. Het artikel laat in ieder geval de werking van artikel 5 onaangetast. Onder de term ‘ernstig misdragen’ kunnen diverse vormen van agressie worden verstaan, zij het dat er sprake moet zijn van gedrag:

  • -

    dat verwijtbaar is, en;

  • -

    dat in het normale menselijke verkeer in alle gevallen als onacceptabel wordt beschouwd, en;

  • -

    waarvan aangifte is gedaan.

Van de vier gronden zoals benoemd, verdienen de gronden onder c. en d. bijzondere aandacht. Daar waar de gemeente wil staan voor een selectieve en gerichte toepassing van schulddienstverlening, kan dat betekenen dat schulddienstverlening wordt beëindigd indien de vorm van schulddienstverlening niet langer aansluit bij de persoonlijke omstandigheden van de aanvrager. Zie in dat licht ook een duidelijk link met artikel 3 van deze beleidsregels. Die persoonlijke omstandigheden variëren in aard en duur. Hier is dan ook sprake van maatwerk. Dit dient goed gemotiveerd te worden in de beschikking. Dit kan van toepassing zijn in het geval de schuldenaar de beschikbare afloscapaciteit niet wil inzetten voor aflossing van schulden.

Ook kan de schulddienstverlening worden beëindigd indien een schuldenaar is toegelaten op grond van, zo later is gebleken, onjuiste gegevens, die tot een andere beslissing zouden hebben geleid.

Artikel 7 Recidive – hernieuwde aanvraag

Wat betreft de bevoegdheid tot weigering van een aanbod schulddienstverlening in relatie tot eerdere trajecten/contacten schuldhulpverlening, zijn in dit artikel regels gesteld. Op basis van het principe van eigen verantwoordelijkheid, wordt een nadrukkelijke grens gesteld aan het kunnen doen van hernieuwde aanvragen.

Bij het bepalen of een persoon al eerder gebruik heeft gemaakt van schulddienstverlening telt de verleende schulddienstverlening en/of de contacten daaromtrent vóór de inwerkingtreding van dit besluit mee.

De grote beleidsvrijheid zoals aan de gemeente gegeven om een dergelijke recidivebepaling op te nemen, ontslaat de gemeente niet van de verplichting om, daar waar een onevenredige situatie ontstaat voor de burger, af te wijken van het bepaalde van artikel 7 indien nodig (ingevolge artikel 8: de hardheidsclausule). Uitgangspunt is en blijft evenwel het bepaalde in artikel 7.

Artikel 8 Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

Dit artikel geeft ruimte aan het college om in bijzondere (eerste lid) en/of onvoorziene (tweede lid) gevallen af te wijken van de regels zoals neergelegd in deze beleidsregels. Daar waar bijvoorbeeld jonge kinderen in het gezin betrokken zijn én er ernstige gevolgen te verwachten zijn, terwijl de ouder(s) verwijtbaar gedrag vertonen, kan worden besloten om toch schulddienstverlening in te zetten.

Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel

De artikel behoeft geen nadere toelichting.