Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Maasbree

Verordening financiële vergoedingen raads- en commissievergaderingen Maasbree 2007

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Maasbree
Officiële naam regelingVerordening financiële vergoedingen raads- en commissievergaderingen Maasbree 2007
CiteertitelVerordening financiële vergoedingen raads- en commissievergaderingen Maasbree 2007
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerppersoneel en organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Artt. 95 en 96 Gemeentewet
  2. Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

  • 1.

    Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200710-05-2012Nieuwe regeling

12-12-2006

Op den Baum 20-12-2006

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening financiële vergoedingen raads- en commissievergaderingen Maasbree 2007

DE RAAD VAN DE GEMEENTE MAASBREE

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 september 2000; gelet op artikel 95 en 96 van de Gemeentewet, het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;

gezien het advies van de commissie Algemeen Bestuurlijke en Sociale Zaken van 4 september 2000; gezien het advies van de commissie Financiën van 6 september 2000;

BESLUIT:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening financiële vergoedingen raads- en commissievergaderingen Maasbree 2007

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder;

  • a.

    Leden van de raad: de leden van de gemeenteraad, die geen lid zijn van het college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    Commissie: een door de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders of door de burgemeester ingestelde commissie;

  • c.

    Minister: de minister van Binnenlandse Zaken;

  • d.

    AmvB: het koninklijk besluit van 22 maart 1994, Stb. 244.

Artikel 2

  • 1. De leden van de raad genieten ten laste van de gemeentekas per kalenderjaar:

    • a.

      een vergoeding voor hun werkzaamheden;

    • b.

      een tegemoetkoming in de kosten, gelijk aan de door de minister ter uitvoering van de AMvB terzake vast te stellen maximum bedragen, voor de klasse waartoe de gemeente op 1 januari van dat kalenderjaar behoort.

  • 2. Een in het eerste lid bedoeld raadslid, dat die hoedanigheid slechts gedurende een gedeelte van het kalenderjaar bezit, ontvangt de daarin bedoelde bedragen naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij het raadslidmaatschap heeft bekleed.

Artikel 3

  • 1. Een lid van de raad ontvangt, indien hij een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt, waarbij de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op de uitkering in verband met het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de vergoeding voor de werkzaamheden, een aanvulling tot het bedrag van bedoelde korting.

  • 2. Een lid van de raad ontvangt, indien hij een uitkering op grond van het Besluit Werkloosheid Onderwijs- en Onderzoekspersoneel ontvangt, waarbij de na toepassing van artikel 6, vierde lid, van die wet ontstane korting op de uitkering in verband met het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de vergoeding voor de werkzaamheden, een aanvulling tot het bedrag van bedoelde korting.

Artikel 4

Een lid van de raad ontvangt een tegemoetkoming ter zake kosten van scholing indien deze scholing verband houdt met de vervulling van het raadslidmaatschap. Het betreffend raadslid dient hiertoe een verzoek in, waarbij het aan het college van burgemeester en wethouders is om in deze te beoordelen:

  • -

    in hoeverre het verzoek tot scholing verband houdt met de vervulling van het raadslidmaatschap;

  • -

    in hoeverre er beschikbare middelen zijn.

Artikel 5

  • 1. De leden van de commissie, niet zijnde leden van de raad of ambtenaar, ontvangen voor het bijwonen van vergaderingen ener commissie een onkostenvergoeding per vergadering, gelijk aan 50% van de door de minister ter uitvoering van de AmvB terzake vast te stellen maximumbedragen, voor de klasse waartoe de gemeente op 1 januari van dat kalenderjaar behoort.

  • 2. De notulist, dan wel de secretaris dan wel de adviseur van een commissie, dan wel een lid van de commissie Automatisering, die vanwege benodigde specifieke deskundigheid deelneemt aan de commissie, ontvangt voor het bijwonen van een vergadering ener commissie een onkostenvergoeding per vergadering, gelijk aan de door de minister ter uitvoering van de AMvB ter zake vast te stellen maximumbedragen, voor de klasse waartoe de gemeente op 1 januari van dat kalenderjaar behoort.

  • 3. De ambtenaar die zorg draagt voor de raadsnotulering ontvangt hiervoor een vergoeding per vergadering van 4/3 maal de door de minister ter uitvoering van de AMvB ter zake vast te stellen maximumbedragen, voor de klasse waartoe de gemeente op 1 januari van dat kalenderjaar behoort.

  • 4. Een lid van de vaste commissie van advies voor de bezwaar- en beroepschriften Awb, niet zijnde lid van de raad, ontvangt een onkostenvergoeding per vergadering, gelijk aan twee maal door de minister ter uitvoering van de AmvB ter zake vast te stellen maximumbedragen, voor de klasse waartoe de gemeente op 1 januari van dat kalenderjaar behoort.

  • 5. De voorzitter van de vaste commissie van advies voor de bezwaar- en beroepschriften Awb, die vanwege benodigde specifieke deskundigheid deelneemt aan de commissie, ontvangt een onkostenvergoeding per vergadering, gelijk aan drie maal door de minister ter uitvoering van de AMvB ter zake vast te stellen maximumbedragen, voor de klasse waartoe de gemeente op 1 januari van dat kalenderjaar behoort.

Artikel 6

De in deze verordening bedoelde vergoedingen worden zoveel mogelijk in de laatste kalendermaand van het jaar in een keer betaalbaar gesteld.

Artikel 7

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening financiële vergoedingen raads- en commissieleden Maasbree 2007".

Artikel 8

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2007.

  • 2. Op de datum genoemd in het eerste lid wordt de verordening financiële vergoedingen raads- en commissieleden 2000 ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de gemeenteraad van Maasbree op 12 december 2006

De griffiermr. M.P.N.M. Heijnens-Coenjaerts
De voorzitterG.C.G.M. Rabelink