| Overheidsorganisatie | Gemeente Maasbree |
|---|---|
| Officiële naam regeling | Verordening cliëntenparticipatie WWB Maasbree 2007 |
| Citeertitel | Verordening cliëntenparticipatie WWB Maasbree 2007 |
| Vastgesteld door | gemeenteraad |
| Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
| Eigen onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Geen.
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 01-01-2007 | 10-05-2012 | nieuwe regeling | 12-12-2006 Op den Baum, 20-12-2006 | BWZ/2006/8343 |
DE RAAD VAN DE GEMEENTE MAASBREE,
Gelet op de artikelen 147 en 149 Gemeentewet,
Gelet op artikel 47 Wet Werk en Bijstand,
Gelezen het voorstel van het college van 14 november 2006,
Gezien de behandeling van het voorstel in de voorbereidende raadsvergadering van 28 november 2006,
B E S L U I T :
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening Cliëntenparticipatie WWB Maasbree 2007
1. In deze verordening wordt verstaan onder:
wet: de Wet werk en bijstand, In deze verordening wordt onder de wet tevens begrepen de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw), de Wet inkomensvoorziening oudere ne gedeeltelijk arbeidsongeschikte zelfstandigen (Ioaz), het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz);
direct belanghebbenden: personen bedoeld in artikel 7 van de Wet;
vertegenwoordigers: personen die lid zijn van een voor de direct belanghebbenden opkomende belangenorganisatie dan wel personen met een grote betrokkenheid met de direct belanghebbenden;
cliënten: de personen die een uitkering ontvangen van de gemeente Maasbree op grond van de wet, alsmede personen die behoren tot de personenkring als omschreven in artikel 7, eerste lid, onder a van de Wet werk en bijstand;
CWI: Centrum voor Werk en Inkomen;
UWV: Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen;
Anw: Algemene nabestaandenwet;
college: het college van burgemeester en wethouders.
2. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben de betekenis die de Wet werk en bijstand daaraan toekent.
1. Het doel van cliëntenparticipatie is dat cliënten en hun vertegenwoordigers invloed kunnen uitoefenen op het beleid en de uitvoering aangaande de Wet door gevraagd en ongevraagd het college en/of de raad te adviseren.
2. Ten behoeve van dit doel is een organisatie in het leven geroepen die opereert onder de naam “Klankbordgroep werk en inkomen”.
Tot de leden van de klankbordgroep worden gerekend personen genoemd in artikel 1 sub b en c van deze verordening.
De klankbordgroep bestaat uit:
minimaal 5 en maximaal 10 leden;
een secretaris, aan te leveren door de uitvoerende afdeling;
een voorzitter, te benoemen door de leden van de klankbordgroep;
een woordvoerder, te benoemen door de leden van de klankbordgroep.
1. De klankbordgroep vergadert minimaal 3 keer per jaar.
2. Alle leden worden hiertoe ruimschoots op tijd uitgenodigd door de secretaris.
3. De adviezen worden op enigerlei wijze in de besluitvorming betrokken.
4. De leden kunnen onderwerpen voor de agenda aanleveren bij de secretaris.
5. De secretaris voorziet de leden van informatie ten behoeve van een adequate deelname aan het overleg.
Het college stelt nadere regels over de organisatie van cliëntenparticipatie.
1. De “Verordening Cliëntenparticipatie”, vastgesteld bij raadsbesluit van 21 december 2004, wordt ingetrokken.
2. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2007.
Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening cliëntenparticipatie WWB Maasbree 2007.”
Aldus vastgesteld door de gemeenteraad van Maasbree op 12 december 2006
Met de invoering van de Algemene bijstandswet in 1996 werd een belangrijke wettelijke impuls gegeven om te komen tot een vorm van cliëntenparticipatie. Sinds de invoering van de Wet Structuur Uitvoering Werk en Inkomen in 2002 is de cliëntenparticipatie uitgebreid met twee nieuwe cliëntgroepen: de niet-uitkeringsgerechtigden en personen met een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet. Op 1 januari 2004 is de nieuwe Wet werk en bijstand in werking getreden. In artikel 47 van deze Wet wordt de gemeente opnieuw gewezen op haar verantwoordelijkheid om cliëntenparticipatie te organiseren. Tevens is in dit artikel de wettelijke plicht neergelegd om de wijze waarop cliëntenparticipatie is georganiseerd vast te leggen in een verordening. De wijze waarop de gemeente cliëntenparticipatie organiseert is niet nader bepaald. Gemeenten zijn hierin dus vrij. Bij de organisatie moeten zij wel rekening houden met de samenwerking met het CWI en het UWV en met de nieuwe cliëntengroepen: niet-uitkeringsgerechtigden en personen met een Anw-uitkering.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1.
/Voor wat betreft de begripsomschrijving is aansluiting gezocht bij de definities zoals opgenomen in de wettekst van de Wet werk en bijstand. Op grond van artikel 7 van deze wet kunnen als direct belanghebbenden worden aangemerkt:
personen die algemene bijstand ontvangen;
personen met een nabestaanden- of halfwezenuitkering op grond van de Anw;
niet-uitkeringsgerechtigden;
personen die vanwege een voorziening gericht op arbeidsinschakeling niet tot de zojuist genoemde personen behoren.
Artikel 2.
In dit artikel wordt de doelstelling beschreven. Belangrijk is dat de klankbordgroep gevraagd en ongevraagd zowel het college als de raad kan adviseren.
Artikel 3.
Voor wat betreft de omschrijving van de doelgroep wordt in deze verordening aansluiting gezocht bij die groepen van personen voor wie cliëntenparticipatie wettelijk is geregeld. Hierdoor wordt middels deze verordening een minimum variant gewaarborgd. Tevens krijgt het college van burgemeester en wethouders hiermee de mogelijkheid om tot verdere uitbreiding te komen, zonder dat de verordening behoeft te worden aangepast.
Artikel 4.
In dit artikel wordt de functionele samenstelling van de klankbordgroep omschreven. Belangrijk hierbij is dat de leden zelf een voorzitter benoemen. Zolang de voorzittersfunctie niet door een onafhankelijk persoon wordt ingevuld, benoemen de leden van de klankbordgroep uit eigen gelederen een woordvoerder naar buiten toe.
Artikel 5.
De verordening moet aan een minimum aantal vereisten voldoen. Deze minimale vereisten bestaan uit het bij verordening regelen van de wijze waarop:
periodiek overleg wordt gevoerd met direct belanghebbenden of hun vertegenwoordigers;
direct belanghebbenden of hun vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;
zij worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.
Artikel 6.
In dit artikel wordt alleen in algemene zin inhoud gegeven aan deze minimale vereisten. Het college van burgemeester en wethouders stelt vervolgens nadere regels over de wijze waarop in het specifieke geval vorm wordt gegeven aan de organisatie van cliëntenparticipatie. Deze nadere regels legt het college vast in een reglement.
Artikel 7.
Dit artikel betreft de naamgeving van de verordening.
Artikel 8.
In dit artikel is aangegeven wanneer de verordening in werking treed.