Overheidsorganisatie | Gemeente Maasbree |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening Brandweerrechten 2007 |
Citeertitel | Verordening Brandweerrechten 2007 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | financiën en economie |
Deze verordening is ingetrokken in de verordening op de heffing en de invordering van brandweerrechten 2009, vastegsteld door de gemeenteraad op 16 december 2008
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2007 | 01-01-2009 | nieuwe regeling | 20-12-2006 Op den Baum, 20-12-2006 | FAZA/2006/7810 |
De raad van de gemeente Maasbree;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 november 2006;
gelet op de artikelen 147 en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b Gemeentewet;
b e s l u i t :
vast te stellen de:
Verordening op de heffing en de invordering van brandweerrechten 2007
(Verordening brandweerrechten 2007)
1. Onder de naam 'brandweerrechten' worden geheven:
rechten voor het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde bezittingen van de gemeentelijke brandweer of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij de gemeentelijke brandweer in beheer of in onderhoud zijn;
rechten voor het genot van door de gemeentelijke brandweer verstrekte diensten.
2. Geen rechten als bedoeld in het eerste lid worden geheven ter zake van:
het voorkomen, beperken en bestrijden van brand;
het beperken van brandgevaar;
het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand;
al hetgeen met de onderdelen a, b en c verband houdt;
het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;
de bestrijding en beperking van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Rampenwet.
Belastingplichtig is:
degene die gebruik maakt van de bezittingen, werken of inrichtingen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a;
degene die een dienst aanvraagt dan wel degene te wiens behoeve een dienst is verleend, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b.
1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Voorzover in de bij deze verordening behorende tarieventabel tarieven zijn opgenomen die per jaar worden geheven, is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
1. De rechten waarop artikel 4 van toepassing is, zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, zijn de rechten, in zoverre in afwijking van artikel 3, tweede lid, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor de dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00.
4. Belastingbedragen van minder dan € 10,00 worden niet geheven.
1. De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
2. Indien zich ten aanzien van eenzelfde belastingplichtige meerdere belastbare feiten voordoen, kunnen de rechten ter zake daarvan worden geheven bij wege van één gedagtekende schriftelijke kennisgeving.
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald op het moment van uitreiking van de in artikel 6 bedoelde kennisgeving, danwel ingeval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Bij de invordering van brandweerrechten wordt geen kwijtschelding verleend.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.
1. De Verordening “Verordening Brandweerrechten Maasbree 2006”, vastgesteld in de raadsvergadering van 14 februari 2006, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2007.
4. Deze verordening kan worden aangehaald als de 'Verordening Brandweerrechten 2007.'
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van
de raad der gemeente Maasbree van 12 december 2006.