Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap Peel en Maasvallei

Algemene regel waterkwantiteit: kabels en leidingen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieWaterschap Peel en Maasvallei
Officiële naam regelingAlgemene regel waterkwantiteit: kabels en leidingen
CiteertitelAlgemene regel waterkwantiteit: kabels en leidingen
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerpwaterbeheer

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 3.9, Keur Waterschap Peel en Maasvallei 2013

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201401-01-2018Nieuwe regeling

03-12-2013

Dagblad De Limburger, 24 december 2013

2013.26717

Tekst van de regeling

Algemene regel waterkwantiteit: kabels en leidingen

Artikel 1 Criteria

Vrijstelling wordt verleend van het verbod, bedoeld in artikel 3.2, eerste lid van de Keur:

  • 1.

    voor het kruisen van een oppervlaktewaterlichaam dat is opgenomen op de legger met een kabel en/of leiding;

  • 2.

    voor het leggen, wijzigen en verwijderen van een kabel en/of leiding parallel aan een oppervlaktewaterlichaam dat is opgenomen op de legger.

Artikel 2 Voorschriften

Degene die een oppervlaktewaterlichaam met een kabel en/of leiding kruist als bedoeld in artikel 1, eerste lid voldoet aan de volgende voorschriften:

  • 1.

    Indien de kabel of leiding onder de bodem van het oppervlaktewaterlichaam wordt gelegd, dient de bovenzijde van de kabel of leiding op minimaal 1,00 meter onder de in de legger opgenomen bodemhoogte van het oppervlaktewater, de taluds, het werkpad en het maaiveld te worden gelegd.

  • 2.

    Indien de kabel of leiding onder een duiker wordt gelegd, dient de bovenzijde van de kabel of leiding op minimaal 1,00 meter onder de onderzijde van de in de legger opgenomen bodemhoogte te worden gelegd.

  • 3.

    De kabel- of leidingkruising dient zodanig te worden aangebracht en onderhouden dat de wateraf- en doorvoerfunctie van het oppervlaktewaterlichaam niet wordt belemmerd en het doelmatig onderhoud van het oppervlaktewaterlichaam niet onevenredig wordt belemmerd.

  • 4.

    Het bestuur wordt minimaal vijf werkdagen van tevoren geïnformeerd over datum en tijdstip van aanvang van de werkzaamheden. Dit dient te gebeuren via een mail aan handhaving@wpm.nl.

Artikel 3 Voorschriften

Degene die een kabel en/of leiding parallel aan een oppervlaktewaterlichaam legt, heeft, wijzigt of verwijdert als bedoeld in artikel 1, tweede lid voldoet aan de volgende voorschriften:

  • 1.

    de kabel of leiding wordt op de grens van het oppervlaktewaterlichaam aangelegd;

  • 2.

    de kabel of leiding wordt op een diepte van minimaal 1,00 meter onder maaiveld gelegd;

  • 3.

    de kabel of leiding wordt op een zodanige wijze aangelegd, gewijzigd of verwijderd dat de wateraf- en doorvoerfunctie van het oppervlaktewaterlichaam niet wordt belemmerd en het doelmatig onderhoud van het oppervlaktewaterlichaam niet onevenredig wordt belemmerd.

 

Artikel 4 Melding

  • 1.

    Degene die overgaat tot het aanleggen, wijzigen of verwijderen van een kruising van een op de legger als “primair” of  “secundair” aangeduid oppervlaktewaterlichaam met kabels en leidingen en het parallel daaraan leggen van een kabel of leiding, meldt dit tenminste 4 weken voor aanvang van de werkzaamheden aan het bestuur.

  • 2.

    De melding wordt schriftelijk of digitaal gedaan met behulp van het door het bestuur vastgesteld formulier. Daarbij wordt in ieder geval vermeld:

    • a.

      naam en adres van degene die de werkzaamheden uitvoert;

    • b.

      het adres of de locatie waar de werkzaamheden worden uitgevoerd;

    • c.

      gegevens over het aan te leggen werk;

    • d.

      de aard van de werkzaamheden;

    • e.

      een situatietekening;

    • f.

      bij het meldingsformulier dient gevoegd te worden een technische tekening op schaal, voorzien van maatvoering met dwarsdoorsnede en een kadastrale situatietekening. Tevens dient een werkbeschrijving te worden overgelegd ter zake de uitvoering van het werk (in den droge, omleiding, bemaling, boring, etc)

  • 3.

    De melding is geldig voor 1 jaar.

 

Artikel 5 Maatwerkvoorschrift

Het bestuur kan, al dan niet op verzoek, met het oog op de te beschermen waterstaatkundige belangen, op grond van artikel 3.9, derde lid van de Keur maatwerkvoorschriften stellen ter zake ligging en uitvoering van het werk.

 

Artikel 6 Overgangsbepaling

  • 1.

    Indien voor de activiteiten als bedoeld in artikel 1, direct voor inwerkingtreding van deze algemene regel een watervergunning krachtens artikel 3.2, eerste lid van de Keur in werking was, worden de voorschriften van de watervergunning gelijkgesteld met maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 3.9, derde lid van de Keur.

  • 2.

    Indien voor de activiteiten als bedoeld in artikel 1, direct voor inwerkingtreding van deze algemene regel een watervergunning is aangevraagd en nog niet op die aanvraag is beslist, wordt de aanvraag gelijkgesteld met een melding als bedoeld in deze algemene regel.

  • 3.

    Een watervergunning verleend voor inwerkingtreding van deze algemene regel voor ingevolge deze algemene regel meldingsplichtige werkzaamheden, wordt aangemerkt als een melding als bedoeld in deze algemene regel.

Toelichting:

 

Kader

Op grond van artikel 3.2, eerste lid van de Keur is het zonder vergunning van het bestuur verboden een waterstaatswerk anders dan in overeenstemming met de functie van het waterstaatswerk te gebruiken. Hieronder is ook begrepen het kruisen van een oppervlaktewaterlichaam met een kabel of leiding dan wel het parallel daaraan leggen van een kabel of leiding.

Op grond van artikel 3.9 van de Keur kan het bestuur algemene regels stellen die een vrijstelling van die vergunningplicht inhouden. In deze algemene regel is hiervan gebruik gemaakt.

Begripsbepaling

Kabels en leidingen: lokale distributieleidingen en –kabels. Voorbeelden hiervan zijn transportleidingen van de waterleidingmaatschappijen met een diameter van maximaal 300 mm, gastransportleidingen (mits geen hogedrukleiding), electriciteitskabels en andere compacte kabels, gemeentelijke rioolleidingen, glasvezel- en coax-kabels alsmede overige leidingen en kabels met een diameter van maximaal 250 mm. Indien een mantelbuis wordt gebruikt, is de diameter van de mantelbuis bepalend.

Raakvlakken met ander beleid

Besluit bodemkwaliteit,

Motivering van de algemene regel

Het kruisen van oppervlaktewaterlichamen met kabels en leidingen vindt plaats onder de bodem van het oppervlaktewaterlichaam en veelal langs openbare wegen. Een kabel- en leidingkruising is vanuit waterstaatkundig oogpunt een relatief eenvoudig en veel voorkomend werk. Dit geldt ook voor het leggen en wijzigen van een kabel of leiding parallel aan een oppervlaktewaterlichaam. De relevante waterstaatkundige belangen kunnen voldoende worden gewaarborgd via het stellen van algemene regels.

Het is van belang dat de ingrepen in het waterstaatswerk goed worden uitgevoerd. Daarvoor is het noodzakelijk dat het waterschap toezicht kan uitoefenen op de uitgevoerde werkzaamheden. Om deze reden is de meldplicht in deze algemene regel opgenomen.

De melding kan digitaal en schriftelijk worden gedaan. Een digitale melding kan via het Omgevingsloket Online (OlO) worden ingediend. Het OlO is te bereiken via: www.omgevingsloket.nl.

Het is ook mogelijk om de melding schriftelijk te verrichten. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een door het waterschap beschikbaar gesteld formulier. Dit formulier is te bereiken via: www.wpm.nl.