Overheidsorganisatie | Gemeente Ubbergen |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2014 |
Citeertitel | Verordening toeristenbelasting 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De omschrijving van het begrip ‘toeristenbelasting’ in artikel 2 is aangepast.
Artikel 224 van de Gemeentewet
n.v.t.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | Wijziging artikel 2 | 19-12-2013 De Rozet | onbekend |
De raad van gemeente Ubbergen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 november 2013;
gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;
besluit:
vast te stellen:
De verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2014
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a vakantie-onderkomens: woningen en andere verblijven, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;
b mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto’s, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel voertuigen welke bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;
c niet-beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden;
d vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan.
Onder de naam “toeristenbelasting” wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.
1Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen.
2De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.
3Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt.
De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:
1door degene, die;
als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van ouden van dagen verblijft;
2van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c,d,f,g,h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen.
1Het tarief voor de mobiele kampeeronderkomens en vaste standplaats als bedoeld in artikel 1 onderdeel b en d, bedraagt per overnachting per persoon € 0,65;
2Het tarief voor vakantie-onderkomens en niet-beroepsmatig verhuurde ruimten als bedoeld in artikel 1 onderdeel a, c en hotels en pensions als bedoeld in artikel 2 bedraagt per overnachting per persoon € 1,00.
Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderkwartaal.
De belastingplichtige is gehouden binnen één maand na afloop van het belastingtijdvakaangifte te doen.
De belasting wordt geheven bij wijze van voldoening op aangifte.
Indien het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid is gegeven, gedurende het kalenderkwartaal minder dan 10 heeft belopen, behoeft geen belasting te worden voldaan.
De belasting moet tegelijk met het doen van de aangifte worden betaald binnen één maand na afloop van het kalenderkwartaal.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.
De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.
1De ‘Verordening op de heffing van en invordering van toeristenbelasting 2013’ van 20 december 2012 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2014, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.
3De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.
Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening toeristenbelasting 2014’.
Vastgesteld door de raad van de gemeente Ubbergen in zijn openbare vergadering van19 december 2013.
De raadsgriffier,
De voorzitter,