Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Ubbergen

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Ubbergen
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2014
CiteertitelVerordening afvalstoffenheffingen en reinigingsrechten 2014
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De jaarlijkse tarieven van de afvalstoffenheffing gaan omlaag ten opzichte van 2013. De Raad heeft op 27 juni 2013 besloten om een gedeelte van de egalisatiereserve reinigingsheffing, zijnde € 59.702 euro terug te geven aan de burgers. Ook de jaarlijkse tarieven reinigingsrechten gaan hierdoor omlaag.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, en 229d, aanhef, eerste lid, onderdeel c, en tweede lid, en 255a van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Nvt.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2014Gewijzigde/ verlaagde tarieven

19-12-2013

De Rozet

05-11-13

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening afvalstoffenheffingen en reinigingsrechten 2014

De raad van de gemeente Ubbergen;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 november 2013;

Gelet op de artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, en 229d, aanhef, eerste lid, onderdeel c, en tweede lid, en 255a van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

Besluit:

vast te stellen:

De verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2014

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Inleidende bepalingen

Krachtens deze verordening worden geheven:

a een afvalstoffenheffing;

b reinigingsrechten.

Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1 Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer (Stb. 1994, 80).

  • 2 De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1

    De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2

    Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

a degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt maakt van het perceel;

b ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

1 De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

2 Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1 De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2 De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van mondelinge kennisgeving, dan wel bij gedagtekende kennisgeving waarop de verschuldigde belasting is vermeld.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1 De belasting, zoals bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting zoals bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3 Indien de belastingplichtig in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat voor de belasting zoals bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4 Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

  • 5 De belasting, zoals bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen zoals bedoeld in artikel 6, lid 1, worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2 In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totale bedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan meer is dan € 45,00, doch minder dan € 45.000,00, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden betaald in 8 termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.

  • 3 In afwijking van het bepaalde onder lid 1 en 2 geldt voor de aanslagen die niet worden opgelegd in het belastingjaar waarop zij betrekking hebben, dat deze in één keer betaald moeten worden, en wel uiterlijk twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 4 De afvalstoffenheffing als bedoeld in artikel 6, lid 2, moet worden betaald ingeval de kennisgeving:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving.

  • 5 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Hoofdstuk III Reinigingsrechten

Artikel 9 Belastbaar feit

Onder de naam ‘reinigingsrechten’ worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 10 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens naam de aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 11 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1 De rechten worden geheven naar maatstaven en tarieven, opgenomen in de hoofdstukken 2 en 3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2 Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 12 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 13 Wijze van heffing

  • 1 De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

  • 2 De rechten bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 14 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1

    De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt zijn de rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4

    Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist.

Artikel 15 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

De rechten bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 16 Termijnen van betaling

  • 1 De in artikel 7 vermelde betaaltermijnen zijn van overeenkomstige toepassing op de aanslagen voor rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel.

  • 2 De aanslagen voor rechten bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel moeten worden betaald binnen 30 dagen na dagtekening van het aanslagbiljet.

Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen

Artikel 17 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reinigingsheffingen.

Artikel 18 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1

    De ‘Verordening op de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsheffingen 2013’ van 20 december 2012, en de daarbij behorende tarieventabel 2013 van 20 december 2013 worden ingetrokken met ingang van 1 januari 2014, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.

  • 3

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

  • 4

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening afvalstoffenheffingen en reinigingsrechten 2013’.

Vastgesteld door de raad van de gemeente Ubbergen in zijn openbare vergadering van19 december 2013.

De raadsgriffier,

De voorzitter,

Tarieventabel afvalstoffenheffingen en reinigingsrechten 2014

Behorende bij de ‘Verordening afvalstoffenheffingen en reinigingsrechten 2014’ vastgesteld op 19 december 2013.

Algemeen

De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

Hoofdstuk 1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing

1.1De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar

1.1.1 indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door één persoon 122,88;

1.1.2 indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door twee of meer personen 163,80;

1.1.3De belasting als bedoeld in de onderdelen 1.1.1 en 1.1.2 wordt vermeerderd voor het op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van een extra (= boven hetgeen volgens de gemeentelijke afvalstoffenverordening aan het perceel is verstrekt):

1.1.3.1 groene container, bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval, per extra container 75,72

1.1.3.2 grijze container, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen, per extra container 102,36;

Hoofdstuk 2 Maatstaven en jaarlijkse tarieven reinigingsrechten

2.1 Het recht bedraagt per belastingjaar voor het eenmaal per twee weken verwijderen van bedrijfsafval:

2.1.1 groene container, bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval, per container 75,72;

2.1.2grijze container, bestemd voor de overige afvalstoffen, per container

€ 102,36.

Hoofdstuk 3 Maatstaven en tarieven overige reinigingsrechten

3.1Het recht bedraagt voor het incidenteel beschikbaar stellen, het gebruik en het ledigen van containers dan wel het verwijderen van de daarin verzamelde afvalstoffen per week:

3.1.1 groene container, bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval, per container 10,00

3.1.2 grijze container, bestemd voor overige afvalstoffen, per container 12,00