Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Maasbree

Notitie en Waardering en afschrijving Maasbree 2007

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Maasbree
Officiële naam regelingNotitie en Waardering en afschrijving Maasbree 2007
CiteertitelNotitie en Waardering en afschrijving Maasbree 2007
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpfinanciën en economie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 147
  2. Gemeentewet, art. 149
  3. Gemeentewet, art. 212, lid 2, sub a

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

  • 1.

    Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200709-05-2012nieuwe regeling

12-12-2006

Op den Baum, 20-12-2006

BWZ/2006/8316

Tekst van de regeling

Intitulé

Notitie Waardering en afschrijving Maasbree 2007

B E S L U I T :

In te trekken de notitie “Waardering en afschrijving 2005”, vastgesteld bij raadsbesluit van 8 november 2005;

Vast te stellen de volgende notitie:

Notitie Waardering en afschrijving Maasbree 2007

HOOFDSTUK 1 - INLEIDING

Na de invoering van het dualisme in het gemeentebestuur zijn diverse wijzigingen doorgevoerd. Per 1 januari 2004 is het Besluit Begroting en Verantwoording 2004 (BBV 2004) van kracht geworden. In dat besluit zijn onder andere regels opgenomen met betrekking tot de waardering van vaste activa en de afschrijving. Deze regels wijken op diverse punten af van de voorschriften zoals die vóór 2004 golden (Comptabiliteitsvoorschriften 1995). Er is onder meer een onderscheid aangebracht in investeringen met economisch nut en investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut. De wijze van waardering is mede afhankelijk van het feit of een investering wel of geen economisch nut heeft.

Naast het feit dat er nieuwe voorschriften van kracht zijn geworden met betrekking tot de wijze van administreren heeft de gemeenteraad tijdens de vergadering van 4 november 2003 de “Financiële verordening gemeente Maasbree” (conform artikel 212 gemeentewet) vastgesteld. In deze verordening zijn o.a. de beleidskaders aangegeven voor waardering en afschrijving van vaste activa.

Tijdens de raadsvergadering van 21 december 2004 is een plan van aanpak m.b.t. de uitwerking van de verordeningen ex. Artikel 212, 213 en 213a vastgesteld. In dit plan van aanpak is onder meer aangegeven dat de notitie “Waardering en afschrijving” in 2005 herzien / geactualiseerd zal worden.

Vanwege deze beide redenen (invoering BBV en plan van aanpak verordening ex. artikel 212) is de notitie “Waardering en afschrijving” die dateert van 1 mei 2002 herzien en geactualiseerd. De belangrijkste wijzigingen worden onderstaand aangegeven:

  • Niet meer activeren van kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen, conform artikel 10 van de Financiële verordening gemeente Maasbree;

  • Onderscheid aanbrengen tussen investeringen met economisch nut en investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut;

  • Investeringen met economisch nut alléén bruto activeren (bijdragen uit reserves en / of voorzieningen niet in mindering brengen op aanschafwaarde);

  • Investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut, netto activeren, indien van toepassing (bijdragen uit reserves en voorzieningen wel in mindering brengen op aanschafwaarde), hierbij is resultaatafhankelijk afschrijven toegestaan ;

  • Investeringen niet in de openbare ruimte met maatschappelijk nut niet meer activeren maar ten laste van de exploitatie brengen;

  • Afschrijvingstermijnen hanteren conform wettelijke voorschriften BBV (Kosten voor onderzoek en ontwikkeling maximaal in 5 jaar afschrijven) en conform het gestelde in artikel 10 van de “Financiële verordening gemeente Maasbree”.

Maasbree, december 2006

HOOFDSTUK 2 - WAARDERINGSGRONDSLAGEN

Paragraaf 1 - Algemeen
Artikel 1 - Activa

Activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd met afschrijvingen. De verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs en de bijkomende kosten. De vervaardigingsprijs omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten , welke rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. In de vervaardigingsprijs worden voorts een redelijk deel van de indirecte kosten toegerekend (bijv. interne uren).

Op vaste activa (levensduur > 1 jaar) met een verkrijgings- of vervaardigingsprijs van € 2.000 en meer wordt in principe jaarlijks afgeschreven volgens de lineaire methode op basis van de verwachte levensduur.

Artikel 2 - Afschrijvingen

De twee meest gebruikelijke manieren van afschrijving zijn de lineaire - en de annuïtaire afschrijvingsmethode. Deze beide methoden worden onderstaand toegelicht:

§Lineaire methode:

De jaarlijkse kapitaallasten (bestaande uit afschrijving én rente) dalen gedurende de afschrijvingstermijn van het activum als gevolg van lagere rentelasten. De afschrijvingskosten blijven gelijk gedurende de looptijd. Het voordeel van deze methode is dat er gedurende de looptijd financiële ruimte ontstaat als gevolg van de dalende rentelasten. Deze ruimte kan bijvoorbeeld worden benut voor extra onderhoudskosten. Een belangrijk nadeel van deze methode vormen de relatief hoge kosten in het eerste jaren.

§Annuïtaire methode:

De kapitaallasten blijven gedurende de afschrijvingstermijn gelijk. De onderlinge opbouw van de annuïteit wijzigt wel. De rentecomponent daalt gedurende de looptijd en de afschrijvingscomponent stijgt met hetzelfde bedrag.

Het voordeel van deze methode is de lagere kapitaallasten in de eerste jaren ten opzichte van de lineaire methode. Een nadeel is dat de totale kosten van rente en afschrijving over de gehele afschrijvingstermijn hoger zijn dan de lineaire methode. Bovendien valt er gedurende de looptijd geen financiële ruimte vrij omdat de kapitaallasten constant blijven.

Artikel 3 - Onderuitputting kapitaallasten

In het eerste jaar van investeren worden de kapitaallasten van een activum niet volledig meegerekend in de kosten. De investering zal immers veelal niet op 1 januari plaatsvinden maar in de loop van het jaar. Derhalve wordt (conform richtlijn van de provincie Limburg) op begrotingsbasis van alle investeringen gedurende het eerste jaar 50% van de kapitaallasten opgenomen als “onderuitputting”. Deze onderuitputting wordt als voordeel opgenomen zodat per saldo 50% van de geraamde kapitaallasten resteert als kosten.

Paragraaf 2 - Vaste activa
Artikel 4 - Immateriële vaste activa

In het BBV 2004, artikel 34, worden nog maar twee soorten immateriële vaste activa onderscheiden:

  • Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio (Dis)agio is het verschil tussen het bedrag waarvoor een lening wordt aangegaan en het lagere bedrag dat aan de geldnemer wordt uitgekeerd. De schulden (leningen) moeten tegen de nominale waarde worden gewaardeerd. Het verschil tussen de nominale en de werkelijke waarde is het (dis) agio en kan worden geactiveerd.

  • Kosten van onderzoek en ontwikkeling Kosten die worden gemaakt voor onderzoek en ontwikkeling van een bepaald actief kunnen worden geactiveerd als ze voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • o

      het voornemen moet bestaan om het actief te gebruiken of te verkopen;

    • o

      de technische uitvoerbaarheid om het actief te voltooien staat vast;

    • o

      het actief zal in de toekomst economisch of maatschappelijk nut genereren;

    • o

      de uitgaven die aan het actief zijn toe te rekenen moeten betrouwbaar kunnen worden vastgesteld.

De kosten verbonden aan het sluiten van nieuwe geldleningen worden conform artikel 10 van de Financiële verordening gemeente Maasbree direct ten laste van de exploitatie gebracht. De bestaande (en reeds geactiveerde) kosten van afgesloten geldleningen uit het verleden worden afgeschreven gedurende de looptijd van de betreffende lening.

Kosten voor onderzoek en ontwikkeling worden gewaardeerd tegen verkrijgings- c.q. vervaardigingsprijs verminderd met afschrijvingen en conform de gestelde termijn in artikel 10 van de Financiële verordening gemeente Maasbree afgeschreven (wettelijk is de maximale termijn vastgesteld op 5 jaar).

Voor de bepaling van de kapitaallasten wordt de lineaire afschrijvingsmethode gehanteerd.

Artikel 5 - Materiële vaste activa

In artikel 59 van BBV 2004 wordt een onderscheid aangegeven tussen investeringen met maatschappelijk nut in de openbare ruimte en investeringen met een economisch nut.

Economisch nut;

Investeringen hebben economisch nut als ze bijdragen of kunnen bijdragen aan het genereren van middelen en / of verhandelbaar zijn. Deze investeringen moeten verplicht worden geactiveerd.

Maatschappelijk nut;

Als investeringen géén economisch nut hebben maar wel in de openbare ruimte plaatsvinden mogen ze worden geactiveerd als activa met maatschappelijk nut; bijvoorbeeld: wegen (géén tolwegen), openbaar groen, bruggen etc. 

Investeringen in materiële vaste activa met economisch nut

Deze materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd met afschrijvingen. Bijdragen van derden kunnen in mindering worden gebracht op de verkrijgings – of vervaardigingsprijs. De afschrijvingstermijn voor de verschillende soorten vaste activa is conform het gestelde in artikel 10 van de Financiële verordening gemeente Maasbree. De afschrijving geschiedt op basis van de lineaire afschrijvingsmethode.

In voorkomende gevallen kan, op basis van een raadsbesluit, worden afgeweken van de bovengenoemde termijnen en / of afschrijvingsmethode.

Investeringen in materiële vaste activa in de openbare ruimte met maatschappelijk nut

Investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut kunnen onder aftrek van bijdragen van derden en bijdragen uit reserves rechtstreeks ten laste van de exploitatie worden gebracht. Deze activa kunnen echter ook worden geactiveerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd met afschrijvingen, na aftrek van bijdragen van derden en / of bijdragen uit reserves. Of een investering wordt geactiveerd dan wel rechtstreeks ten laste van de exploitatie gebracht bepaalt de raad (o.m. door het vaststellen van de programmabegroting). De afschrijvingstermijn kan, (resultaatafhankelijk) gedurende de looptijd worden gewijzigd zonder dat daartoe op basis van de verwachte levensduur noodzaak toe is.

Investeringen met maatschappelijk nut niet in de openbare ruimte (zoals bijvoorbeeld bestemmingsplannen) kunnen niet worden geactiveerd en zullen direct ten laste van de exploitatie worden gebracht.

Artikel 6 - Financiële vaste activa

Op grond van artikel 36 van het BBV 2004 moeten financiële vaste activa worden onderscheiden in de navolgende rubrieken:

  • Kapitaalverstrekkingen aan:

    • o

      Deelnemingen;

    • o

      Gemeenschappelijke regelingen;

    • o

      Overige verbonden partijen;

  • Langlopende leningen aan:

    • o

      Deelnemingen;

    • o

      Woningbouwcoöperaties;

    • o

      Overige verbonden partijen;

  • Overige langlopende leningen;

  • Overige uitzettingen (zoals aandelen, obligaties, vorderingen etc) met een rentetypische looptijd van één jaar of langer; (rentetypische looptijd is: de periode gedurende de looptijd van een geldlening waarin op basis van de leningvoorwaarden sprake is van een door de leningverstrekker niet beïnvloedbare constante rentevergoeding)

  • Bijdragen aan activa in eigendom van derden.

Voordat een bijdrage aan activa in eigendom van derden kan worden geactiveerd moet zijn voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • Er bestaat een voornemen het betreffende actief te gebruiken of te verkopen;

  • De technische uitvoerbaarheid om het actief te voltooien staat vast;

  • Het actief zal in de toekomst economisch of maatschappelijk nut opleveren;

  • De uitgaven die aan het actief zijn toe te kennen kunnen betrouwbaar worden vastgesteld.

Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en overige verbonden partijen, langlopende leningen en overige uitzettingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde onder aftrek van eventuele aflossingen.

Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde.

Bijdragen aan activa in eigendom van derden worden gewaardeerd tegen het bedrag van de bijdrage (verminderd met afschrijvingen). De afschrijvingstermijn is gelijk aan de periode waarin het betrokken activum (van de derde) moet bijdragen aan de publieke taak op basis van de door de gemeente gestelde voorwaarden.

Paragraaf 3 - Vlottende activa
Artikel 7 - Voorraden

Conform artikel 38 van het BBV 2004 worden voorraden gespecificeerd naar:

  • Grond – en hulpstoffen, met een onderscheid tussen:

    • o

      Niet in exploitatie genomen bouwgronden;

    • o

      Overige grond- en hulpstoffen.

  • Onderhanden werk, waaronder begrepen: Bouwgronden in exploitatie;

  • Gereed product en handelsgoederen;

  • Vooruitbetalingen op voorraden.

De voorraden grond- en hulpstoffen (waaronder ook niet in exploitatie genomen bouwgronden), en gereed product en handelsgoederen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, vervaardigingsprijs of lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten voor bouw- en woonrijpmaken alsmede een opslag voor de indirecte kosten (zoals interne uren).

De voorraad onderhanden werk (waaronder Bouwgronden in exploitatie) wordt gewaardeerd tegen vervaardigingsprijs dan wel lagere marktwaarde. Voor verwachte verliezen op bouwgronden in exploitatie wordt een voorziening per complex in mindering gebracht op de opgenomen waarde.

Artikel 8 - Vorderingen, liquide middelen en overlopende activa

Deze posten worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor vorderingen kan een voorziening in mindering worden gebracht voor verwachte oninbaarheid. (Dubieuze vorderingen)

Paragraaf 4 - Vaste passiva
Artikel 9 - Reserves

Zowel de algemene als de bestemmingsreserves worden gewaardeerd tegen nominale waarde.

Artikel 10 - Voorzieningen

Op grond van artikel 44 van het BBV 2004 kunnen voorzieningen worden gevormd door:

  • verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op balansdatum onzeker is doch redelijkerwijs in te schatten;

  • bestaande risico’s op balansdatum terzake van verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs te schatten is;

  • kosten die in een volgend begrotingsjaar worden gemaakt maar de oorsprong hebben in het begrotingsjaar of een eerder begrotingsjaar en de voorziening strekt tot kostenegalisatie;

  • van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden.

Voorzieningen zijn in principe gewaardeerd tegen het nominale bedrag van de betrokken verplichting. In voorkomende gevallen kunnen voorzieningen ook worden gebaseerd op de contante waarde van de toekomstige verplichtingen.

Artikel 11 - Vaste schulden

Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met de reeds gedane aflossingen. De rentetypische looptijd van deze schulden is 1 jaar of langer.

Paragraaf 5 - Vlottende passiva
Artikel 12 - Vlottende en overlopende passiva

De vlottende passiva (schulden met een rentetypische looptijd van minder dan 1 jaar) en overlopende passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde.

HOOFDSTUK 3 - SAMENVATTING

Samenvattend kan het volgend overzicht worden opgesteld waarbij per rubriek is aangegeven welke waardering gehanteerd wordt en indien van toepassing welke wijze van afschrijving in principe wordt gehanteerd:

       

Immateriële vaste activa

     

Onderzoek en ontwikkeling

Verkrijgings-/vervaardigingsprjs

Lineair, 5 jaar

Maximale termijn 5 jaar

Kosten sluiten leningen

n.v.t.

 

T.l.v. exploitatie

Materiële vaste activa

     

Economisch nut

Verkrijgings-/vervaardigingsprjs

Lineair, divers

Alleen bruto activering

Maatschappelijk nut

Verkrijgings-/vervaardigingsprjs

of rechtstreeks t.l.v. exploitatie

Lineair, divers

Netto activering mogelijk

Financiële vaste activa

     

Kapitaalverstrekkingen aan deel-nemingen

Verkrijgingsprijs / lagere marktwaarde

   

Bijdrage activa eigendom derden

Nominaal bedrag van bijdrage

Lineair, divers

 

Overige financiële vaste activa

Nominale waarde

   

Voorraden

     

Onderhanden werk

Vervaardigingsprijs / lagere marktwaarde

 

Betreft o.a. Bouw-gronden in exploitatie

Overige voorraden

Verkrijgingsprijs / vervaardigings-prijs / lagere marktwaarde

 

Betreft o.a. niet in exploitatie genomen bouwgronden

Vorderingen

     

Vorderingen, liquide middelen en overlopende activa

Nominale waarde

 

Eventueel voorziening oninbaarheid opnemen

Vaste passiva

     

Algemene - en bestemmings-reserve

Nominale waarde

   

Voorzieningen

Nominale waarde van de onderliggende verplichting

 

Waardering tegen con-tante waarde mogelijk

Vaste schulden

Nominale waarde

 

Rentetypische looptijd > 1 jaar

Vlottende passiva

     

Vlottende en overlopende passiva

Nominale waarde

 

Rentetypische looptijd < 1 jaar

Maasbree, december 2006

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de gemeenteraad van Maasbree op 12 december 2006

De griffiermr. M.P.N.M. Heijnens-Coenjaerts
De voorzitterG.C.G.M. Rabelink