Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Bussum

Reglement kwijtschelding 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Bussum
Officiële naam regelingReglement kwijtschelding 2014
CiteertitelReglement kwijtschelding 2014
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 225, art. 26 Invorderingswet 1990 en de Kwijtscheldingsregeling 2013

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-01-201401-01-2015nieuwe regeling Het reglement kwijtschelding 2010 van 12 januari 2010 is ingetrokken

17-12-2013

BussumsNieuws:15 januari 2014

Onbekend

Tekst van de regeling

Begripsbepalingen

REGLEMENT KWIJTSCHELDING 2014

Burgemeester en wethouders van Bussum;

gelezen het voorstel van de afdeling Financiën van 29 november 2013;

gelet op artikel 255 van de Gemeentewet, artikel 26 van de Invorderingswet 1990 en de Kwijtscheldingsregeling 2013;

b e s l u i t e n :

vast te stellen het Reglement kwijtschelding 2014.

Artikel 1

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • a.

    dag: een periode van 24 achtereenvolgende uren, aanvangende te 0.00 uur;

  • b.

    week: een periode van 7 achtereenvolgende dagen;

  • c.

    maand: een kalendermaand;

  • d.

    verzoektermijn: de periode van 3 maanden bedoeld in artikel 4, eerste lid;

  • e.

    de heffingsambtenaar: de ambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet;

  • f.

    de invorderingsambtenaar: de ambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel c. van de Gemeentewet.

Gemeentelijke heffingen

Artikel 2

Overeenkomstig het bepaalde in de door de gemeenteraad vastgestelde Kwijtscheldingsregeling 2013 is het mogelijk van de navolgende heffingen geheel of gedeeltelijk kwijtschelding te verlenen:

  • ·

    afvalstoffenheffing;

  • ·

    hondenbelasting.

Indienen verzoek

Artikel 3

Het verzoek om kwijtschelding moet worden ingediend op een daartoe door het hoofd van de afdeling sociale zaken verstrekt formulier.

Verzoektermijn

Artikel 4

  • 1. Er wordt verzocht om het formulier voor kwijtschelding binnen 3 maanden na dagtekening van het aanslagbiljet in te dienen.

  • 2. Een verzoek om kwijtschelding moet binnen 3 maanden na de laatste betaling van de aanslag ontvangen zijn.

Verzoek niet ingediend op het daarvoor bestemde formulier

Artikel 5

  • 1. Een verzoek om kwijtschelding dat niet is ingediend op het verzoekformulier kwijtschelding wordt niet als een verzoek om kwijtschelding in behandeling genomen.

  • 2. Binnen vier weken na ontvangst van het in het eerste lid ingediende verzoek wordt door het hoofd van de afdeling sociale zaken een verzoekformulier kwijtschelding aan de belastingschuldige gezonden.

  • 3. De belastingschuldige wordt in de gelegenheid gesteld het verzoekformulier kwijtschelding binnen de gegeven termijn van drie weken na de verzending in te dienen.

  • 4. Gedurende deze termijn van drie weken wordt de invordering opgeschort, tenzij het belang van de invordering zich daartegen verzet.

  • 5. Wordt het formulier niet tijdig teruggezonden, dan wordt het verzoek door het hoofd van de afdeling sociale zaken afgewezen.

  • 6. Deze beslissing wordt binnen vier weken na het verstrijken van de gestelde termijn schriftelijk bekendgemaakt aan de belastingschuldige onder vermelding van de reden.

  • 7. Tegen deze beslissing kan binnen tien dagen na de dagtekening van deze kennisgeving administratief beroep bij het college van burgemeester en wethouders worden ingesteld.

  • 8. Als de belastingschuldige na het verstrijken van de termijn van drie weken het formulier alsnog indient, is sprake van een nieuw verzoek.

Formulier onvolledig ingevuld

Artikel 6

  • 1.

    Als een aan de belastingschuldige uitgereikt of toegezonden verzoekformulier kwijtschelding onvolledig ingevuld wordt terugontvangen, wordt dit verzoek niet als een verzoek om kwijtschelding in behandeling genomen.

  • 2.

    Binnen vier weken na ontvangst van het onvolledig ingevulde formulier wordt de belastingschuldige hiervan op de hoogte gebracht door het hoofd van de afdeling sociale zaken. Belastingschuldige wordt in de gelegenheid gesteld de ontbrekende gegevens alsnog binnen drie weken te verstrekken.

  • 3.

    Gedurende deze termijn van drie weken wordt de invordering opgeschort, tenzij het belang van de invordering zich daartegen verzet.

  • 4.

    Het opvragen van de aanvullende gegevens het hoofd van de afdeling sociale zaken geschiedt éénmalig.

  • 5.

    Onder onvolledig ingevuld wordt mede begrepen het niet bijvoegen van alle gevraagde gegevens.

  • 6.

    Indien de ontbrekende gegevens niet binnen de gestelde termijn worden verstrekt, wordt het verzoek door het hoofd van de afdeling sociale zaken afgewezen.

  • 7.

    Deze beslissing wordt binnen vier weken na het verstrijken van de gestelde termijn schriftelijk bekendgemaakt aan de belastingschuldige onder vermelding van de reden.

  • 8.

    Als de belastingschuldige na het verstrijken van de termijn van drie weken het formulier alsnog indient, is sprake van een nieuw verzoek.

Houding van de invorderingsambtenaar tijdens de behandeling van het verzoek

Artikel 7

  • 1. Nadat het verzoek om kwijtschelding bij de het hoofd van de afdeling sociale zaken is ingediend, worden ten aanzien van de belastingschuldige geen dwanginvorderingsmaatregelen genomen of voortgezet ten aanzien van de belastingaanslag(en) waarvan kwijtschelding is verzocht en in principe kan worden verkregen.

  • 2. Wanneer aannemelijk is dat gegronde vrees bestaat dat opschorting van de invordering ertoe zal leiden dat goederen - waarop de belastingschuld waarvan kwijtschelding is verzocht, kan worden verhaald - zullen worden verduisterd, kan de invorderingsambtenaar ondanks het verzoek om kwijtschelding conservatoire en zo nodig executoriale maatregelen nemen. Voorzover deze maatregelen een onherroepelijk karakter dragen, is toestemming nodig van het college van burgemeester en wethouders.

Ontvangstbevestiging verzoek

Artikel 8

Na de ontvangst van een verzoekformulier kwijtschelding wordt een bericht van ontvangst afgegeven. In de ontvangstbevestiging wordt de beslistermijn van het verzoek om kwijtschelding opgenomen.

Mondeling meedelen beschikking

Artikel 9

  • 1. Om de belangen van de gemeente niet te schaden kan de beschikking op een vlak voor de executoriale verkoop ingediend verzoek om kwijtschelding door de het hoofd van de afdeling sociale zaken mondeling worden bekendgemaakt.

  • 2. Deze beschikking zal zo spoedig mogelijk schriftelijk worden bevestigd.

  • 3. Als het verzoek niet is ingediend op een verzoekformulier kwijtschelding of dit verzoekformulier onvolledig is ingevuld, wordt het verzoek afgewezen.

Nader onderzoek

Artikel 10

Indien hij zulks nodig acht, stelt het hoofd van de afdeling sociale zaken een nader onderzoek in of wint inlichtingen bij belastingschuldige of derden in.

Kwijtschelding betaalde belastingaanslagen

Artikel 11

  • 1. Een kwijtscheldingsverzoek kan ook worden ingediend voor belastingaanslagen die reeds zijn voldaan.

  • 2. Als voorwaarde geldt dat het verzoek om kwijtschelding moet worden ingediend binnen drie maanden na de laatste betaling van de aanslag is ontvangen

  • 3. Een verzoek als bedoeld in het eerste lid om kwijtschelding welke niet tijdig is ingediend, wordt niet in behandeling genomen. Hiervan wordt schriftelijk mededeling gedaan aan de belastingschuldige.

  • 4. Tegen deze beslissing kan binnen tien dagen na de dagtekening van deze kennisgeving administratief beroep bij het college van burgemeester en wethouders worden ingesteld.

  • 5. Indien aan het verzoek wordt tegemoet gekomen, wordt aan de belastingschuldige een teruggaaf verleend tot het bedrag waarvoor kwijtschelding zou zijn verleend.

Belastingaanslag onjuist

Artikel 12

  • 1. Indien bij de behandeling van een verzoek om kwijtschelding blijkt dat de belastingaanslag(en) waarvan kwijtschelding wordt gevraagd onjuist is (zijn) vastgesteld wordt het verzoek afgewezen.

  • 2. Daarbij wordt medegedeeld dat een nieuwe verzoek om kwijtschelding niet eerder in behandeling genomen wordt dan nadat de heffingsambtenaar op grond van de alsnog verstrekte gegevens de aanslag tot het juiste bedrag heeft kunnen vaststellen.

  • 3. Het verzoek om kwijtschelding dat wordt ingediend nadat de belastingaanslag tot het juiste bedrag is vastgesteld, behandelt het hoofd van de afdeling sociale zaken als eerste verzoek.

Behandeling

Artikel 13

Het hoofd van de afdeling sociale zaken neemt op een ingediend verzoek om kwijtschelding een beslissing overeenkomstig het in de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 en in de door de gemeenteraad vastgestelde kwijtscheldingsregeling verwoorde beleid. In de beoordeling betrekt hij:

  • 1.

    de in het verzoekformulier verstrekte gegevens;

  • 2.

    de (eventueel) gevraagde aanvullende gegevens;

  • 3.

    de gegevens die hem uit andere hoofde bekend zijn. In verband hiermee raadpleegt hij ook de eventueel over eerdere jaren ingediende verzoeken om kwijtschelding.

Bij de beoordeling van het verzoek zijn de gegevens en normen van belang, die gelden op het moment van indiening van het verzoek.

Horen voor de beslissing op verzoek

Artikel 14

Het hoofd van de afdeling sociale zaken is niet verplicht belastingschuldige te horen voordat hij een verzoek om kwijtschelding geheel of gedeeltelijk afwijst.

Beslistermijn verzoek

Artikel 15

  • 1. Op een verzoek om kwijtschelding wordt binnen twaalf weken na ontvangst van het volledig ingevulde en ondertekende verzoekformulier kwijtschelding bij beschikking beslist.

  • 2. Het hoofd van de afdeling sociale zaken kan de beslissing voor ten hoogste acht weken verdagen. Hiervan moet schriftelijk mededeling worden gedaan aan de belastingschuldige.

Beschikking

Artikel 16

  • 1. De beslissing op een verzoek om kwijtschelding wordt bekend gemaakt door middel van een gedagtekende beschikking en moet berusten op een deugdelijke motivering.

  • 2. De beschikking wordt toegezonden aan de (gemachtigde van de) belastingschuldige.

  • 3. Indien het verzoek om kwijtschelding is afgewezen of gedeeltelijk is toegewezen wordt in de beschikking de mogelijkheid voor het indienen van administratief beroep en de beroepstermijn vermeld.

Indienen administratief beroep

Artikel 17

  • 1. Wanneer de belastingschuldige zich niet kan verenigen met de beschikking van het hoofd van de afdeling sociale zaken op het verzoek om kwijtschelding kan hij een schriftelijk gemotiveerd beroepschrift richten tot het college van burgemeester en wethouders. Het beroepschrift wordt ingediend bij het hoofd van de afdeling sociale zaken.

  • 2. Een beroepschrift dat is ingediend bij het college van burgemeester en wethouders wordt om advies aan het hoofd van de afdeling belastingen toegezonden.

Beroepstermijn

Artikel 18

Een administratief beroep dient binnen tien dagen na dagtekening van de beschikking te zijn ingediend.

Tijdig indienen administratief beroep

Artikel 19

  • 1. Een administratief beroep is tijdig ingediend wanneer het voor het einde van de beroepstermijn is ontvangen.

  • 2. Bij verzending per post is het administratief beroep tijdig ingediend indien het voor het einde van die termijn ter post is bezorgd, mits het niet later dan een week na afloop van de termijn is ontvangen.

  • 3. Wordt binnen de termijn van 10 dagen een beroepschrift ingediend dan wordt de invordering tot de dagtekening van de uitspraak opgeschort, tenzij het belang van de invordering zich hiertegen verzet.

Termijnoverschrijving administratief beroep

Artikel 20

Een administratief beroep welke niet tijdig is ingediend wordt niet-ontvankelijk verklaard.

Ontvangstbevestiging administratief beroep

Artikel 21

Na ontvangst van het beroepschrift wordt een bericht van ontvangst afgegeven. In de ontvangstbevestiging wordt de beslistermijn van het administratief beroep opgenomen.

Inwinnen nadere gegevens

Artikel 22

  • 1.

    In verband met het uit te brengen advies aan het college van burgemeester en wethouders vraagt het hoofd van de afdeling belastingen zonodig opnieuw nadere gegevens aan de belastingschuldige met het verzoek deze binnen twee weken te verstrekken.

  • 2.

    Indien hieraan geen gevolg wordt gegeven stelt het hoofd van de afdeling belastingen het college van burgemeester en wethouders daarvan in kennis en adviseert hen om die reden niet aan het administratieve beroep tegemoet te komen.

De gegevens en normen die uitgangspunt zijn bij beslissing op administratief beroep

Artikel 23

  • 1. Bij de beoordeling van het beroepschrift wordt uitgegaan van de gegevens die zijn vermeld in het eerste verzoek om kwijtschelding alsmede van de normen die van toepassing waren bij de beoordeling van het eerste verzoek.

  • 2. Indien bij de behandeling van het beroepschrift blijkt dat het inkomen van de belastingschuldige zodanig is gedaald dat de bij het eerste verzoek berekende betalingscapaciteit over de periode van twaalf maanden - te rekenen vanaf de datum waarop het eerste verzoek is ingediend - in belangrijke mate tot een te hoog bedrag is vastgesteld, vindt een herberekening van de te verwachten betalingscapaciteit plaats. Daarbij wordt het inkomen in aanmerking genomen dat wordt genoten over een periode van twaalf maanden te rekenen vanaf de datum waarop het eerste verzoek is ingediend.

Horen voor de beslissing op administratief beroep

Artikel 24

Het college van burgemeester en wethouders is niet verplicht belastingschuldige te horen voordat zij een administratief beroep geheel of gedeeltelijk afwijst.

Beslistermijn administratief beroep

Artikel 25

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders beslist op het administratief beroep binnen twaalf weken na ontvangst van het administratief beroep.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan de beslissing voor ten hoogste acht weken verdagen. Hiervan wordt schriftelijk mededeling gedaan aan de belastingschuldige.

Motivering beslissing administratief beroep

Artikel 26

De beslissing op een administratief beroep berust op een deugdelijke motivering die bij bekendmaking van de beslissing wordt vermeld.

Intrekking administratief beroep

Artikel 27

  • 1. Een belastingschuldige kan zijn administratief beroep uitsluitend schriftelijk intrekken.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders bevestigt de intrekking van het administratief beroep schriftelijk.

Niet tijdig nemen besluit door het hoofd van de afdeling sociale zaken

Artikel 28

Tegen het niet tijdig nemen van een besluit door het hoofd van de afdeling sociale zaken kan ook beroep worden ingesteld.

Het indienen van een administratief beroep is in deze situatie niet aan een termijn gebonden.

Blijkt tijdens de beroepsprocedure dat kwijtschelding had moeten worden verleend, dan behoeft het college van burgemeester en wethouders niet te volstaan met de uitspraak dat het hoofd van de afdeling sociale zaken niet tijdig heeft beslist, maar kan het op het administratief beroep voor de belastingschuldige inhoudelijk beslissen.

Voortzetting invordering

Artikel 29

Wanneer het hoofd van de afdeling sociale zaken afwijzend heeft beslist op een ingediend verzoek om kwijtschelding dan wel het college van burgemeester en wethouders afwijzend heeft beslist op een ingediend administratief beroep moet het op de aanslag(en) verschuldigde bedrag binnen veertien dagen na dagtekening van de afwijzende beschikking of binnen de op het aanslagbiljet aangegeven betaaltermijnen worden voldaan.

Niet verder bemoeilijken

Artikel 30

Wanneer het hoofd van de afdeling sociale zaken tot de conclusie komt dat de belastingschuldige niet voor kwijtschelding in aanmerking komt, maar dat na overleg met de invorderingsambtenaar voortzetting van de invordering niet gewenst is, wijst hij het verzoek om kwijtschelding bij beschikking af en kan alsdan tevens in de beschikking opnemen in hoeverre hij de belastingschuldige niet verder zal worden bemoeilijkt (het niet meer treffen van invorderingsmaatregelen).

Overgangsrecht

Artikel 31

“Het reglement kwijtschelding 2010” van 12 januari 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 32, genoemde datum van inwerkingtreding, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Inwerkingtreding

Artikel 32

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking, doch niet eerder dan 1 januari 2014.

Citeertitel

Artikel 33

Dit reglement wordt aangehaald als: “Reglement kwijtschelding 2014”.

Aldus besloten in de vergadering van de burgemeester en wethouders van Bussum, gehouden op 17 december 2013.

de secretaris, de burgemeester,