Overheidsorganisatie | Gemeente Muiden |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing gemeente Muiden 2014 |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 10.21,10,22 en 15.33 van de Wet milieubeheer
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 14-04-2015 | Onbekend | 21-11-2013 Onbekend | Onbekend | |
01-01-2014 | 14-04-2015 | Onbekend | 21-11-2013 Onbekend | Onbekend |
De raad van de gemeente Muiden;
gezien de vastgestelde programmabegroting 2014;
gelet op artikel 10.21,10,22 en 15.33 van de Wet milieubeheer;
b e s l u i t :
vast te stellen de:
Verordening op de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing gemeente Muiden 2014.
1 Onder de naam `afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer (Stb. 1994, 80).
2 De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening wordt geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10. 22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
1 De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
2 Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:
a degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit of beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;
b ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.
De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar
a indien een perceel wordt gebruikt door één persoon € 261,00
b indien een perceel wordt gebruikt door twee personen € 337,20
c indien een perceel wordt gebruikt door drie of meer personen € 412,80
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
1 De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
2 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
3 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
4 Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.
1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de tweede maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
2 In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 200,00, doch minder is dan € 2.500,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in ten minste drie en ten hoogste acht termijnen. De termijnen vervallen steeds op de laatste dag van elke maand waarbij de eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
3 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande leden gestelde termijnen.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.
1 De ‘Verordening afvalstoffenheffing 2013', vastgesteld bij raadsbesluit van 6 december 2012, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan.
2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.
3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.
4 Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening afvalstoffenheffing 2014'.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van 21 november 2013,
de raad voornoemd,
M.L. de Pater – van der Meer
voorzitter
A.J.M. Anthonissen
Griffier