Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Bussum

Verordening Drank- en horecawet Bussum 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Bussum
Officiële naam regelingVerordening Drank- en horecawet Bussum 2014
CiteertitelVerordening Drank- en horecawet Bussum 2014
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpDrank- en horecawet

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet artikel 147 en artikel 4, 25a,25b,25c,25d en 26 Drank- en horecawet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201401-01-2014nieuwe regeling

19-12-2013

BussumsNieuws d.d. 24 december 2013 en website van de gemeente Bussum

RV2013-082

Tekst van de regeling

§ 1 BEGRIPSBEPALINGEN

Aan de gemeenteraad.

0. SAMENVATTING

Door de wijziging van de Drank- en horecawet is de gemeenteraad verplicht om voor 1 januari 2014 een verordening vast te stellen om alcoholverstrekking in de paracommerciële horecabedrijven te reguleren. Dit om oneerlijke concurrentie tegen te gaan. Daarnaast moet het leiden tot een verantwoorde alcoholverstrekking in de paracommerciële horecabedrijven.

1. INLEIDING

Op 1 januari 2013 is de nieuwe Drank- en horecawet (DHW) in werking getreden. Deze wet heeft een aantal gevolgen die hieronder kort nader zullen worden toegelicht. Een belangrijk uitvloeisel van de wet is dat op grond van artikel 4 van de wet de gemeenteraad verplicht is om voor 1 januari 2014 een verordening op te stellen om alcoholverstrekking in de paracommerciële horeca te reguleren. Het belangrijkste doel hiervan is het voorkomen van oneerlijke concurrentie met de reguliere horeca en het bevorderen van verantwoorde alcoholverstrekking in de paracommerciële horecabedrijven.

Onder paracommerciële inrichtingen worden verstaan rechtspersonen, niet zijnde een NV of een BV, waar alcohol wordt geschonken en die zich richten op activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard.

Daarnaast geeft de DHW gemeenten de mogelijkheid om ook facultatief enkele bepalingen in een verordening op te nemen, zoals een verbod op zogenaamde happy hours en het inperken van het stunten met prijzen voor alcoholhoudende dranken (prijsacties). Om aan deze wettelijke verplichting te voldoen hebben de burgemeesters van de gemeenten in de Gooi en Vechtstreek gezamenlijk een regionale alcoholverordening opgesteld. Deze verordening dient echter door iedere gemeenteraad afzonderlijk te worden vastgesteld.

Over de inhoud van de verordening en de wijze waarop de handhaving en het toezicht op de naleving van de wet plaatsvindt bent u reeds geïnformeerd in de gewestelijke voorlichtingsbijeenkomst voor raadsleden uit de regio die op 2 oktober over dit thema heeft plaatsgevonden in het gemeentehuis van Huizen.

2. INHOUDELIJK

In het najaar van 2012 heeft de Eerste Kamer ingestemd met de wijziging van de DWH. De wijziging is op 1 januari 2013 in werking getreden. De belangrijkste wijzigingen betreffen het volgende:

1) wijziging van het bevoegd gezag: voorheen was het college het bevoegd gezag op het gebied van de DHW. Met ingang van 1 januari 2013 is dat de burgemeester;

2) wijziging van het toezicht op horeca-inrichtingen: tot 1 januari 2013 was de nieuwe Voedsel en Warenautoriteit (n-VWA) verantwoordelijk voor het toezicht op naleving van de regelgeving van de DHW. Per 1 januari 2014 is de gemeente hiervoor verantwoordelijk, waarbij de burgemeester het bevoegd gezag is;

3) strafbaarstelling bij bezit en gebruik van alcohol door jongeren: tot 1 januari 2013 was uitsluitend de verstrekker van alcoholhoudende drank aan jongeren strafbaar. Met de gewijzigde DHW zijn de jongeren zelf ook strafbaar als zij in de openbare ruimte alcohol in hun bezit hebben en/of gebruiken. Dat geldt ook voor publiekelijk toegankelijke gebouwen. Per 1 januari 2014 zal die leeftijd voor alle soorten alcoholhoudende drank 18 jaar zijn;

4) de gemeenteraad is verplicht regels te stellen ter voorkoming van oneerlijke mededinging waaraan paracommerciële rechtspersonen zich moeten houden bij de verstrekking van alcoholhoudende drank: het gaat daarbij om het vaststellen van schenktijden en regels ten aanzien van bijeenkomsten van persoonlijke aard in kantines en clubgebouwen. Ook kan de gemeenteraad regels stellen ten aanzien van prijsacties, toegangsleeftijden in de horeca en happy hours;

5) nieuwe sanctiemaatregelen bij overtredingen: op grond van de nieuwe DHW kan de burgemeester bij overtredingen de vergunning schorsen en bij herhaald verkopen aan minderjarigen vanuit bijvoorbeeld supermarkten tijdelijk de verkoop van alcohol in een winkel geheel stilleggen;

6) lastenverlichting: tot 1 januari 2013 moest een geheel nieuwe DHW-vergunning aangevraagd worden bij toevoegen en/of wijzigen van een leidinggevende. Dit kan nu afgedaan worden met een melding.

Tenslotte heeft de Eerste Kamer onlangs ook ingestemd met een verhoging van de minimumleeftijd voor drankverstrekking vanaf 1 januari 2014. Tot dat moment geldt een minimumleeftijd van 16 jaar voor zwak alcoholische dranken en een minimumleeftijd van 18 jaar voor sterke drank (meer dan 15% alcohol). Vanaf 1 januari 2014 wordt deze leeftijd voor beide dranken 18 jaar. Er is géén sprake van een overgangsregeling.

Gewestelijke samenwerking

Vanuit de gewestelijke werkgroep “Samen aan de Slag tegen onverantwoord alcoholgebruik” heeft een regionale werkgroep zich het afgelopen jaar bezig gehouden met het vraagstuk hoe om te gaan met de nieuwe taak rond toezicht en handhaving (controle op leeftijd, aanwezigheid leidinggevende etc). Hieruit is voortgekomen dat de fysieke controles uitgevoerd zullen worden door Toezichthouders horeca, in dienst van de gemeente Hilversum. Hiervoor is door de burgemeester een samenwerkingsovereenkomst ondertekend.

Vervolgens heeft de werkgroep zich bezig gehouden met het opstellen van een concept regionale alcoholverordening. Uitgangspunt daarbij is dat het wenselijk is dat de lokale verordeningen zo uniform mogelijk van inhoud zijn. Enerzijds om de handhaving door de toezichthouders te vereenvoudigen en anderzijds om rechtsongelijkheid tussen gemeenten te voorkomen en zogenaamde “waterbedeffecten” te voorkomen.

Naast de verordening wordt ook gewerkt aan een gemeenschappelijk handhavingsbeleid. Tenslotte is er ook regionaal beleid ontwikkeld op het gebied van gezondheid en voorlichting. Deze zaken zijn op elkaar afgestemd zodat een evenwichtige benadering van de alcoholproblematiek in de Gooi en Vechtstreek ontstaat.

Waarom een afzonderlijke verordening: de APV ziet toe op de openbare ruimte. De DHW is ook sterk gekoppeld aan gezondheid en kent een duidelijk thema: alcohol. Daarom is gekozen voor een afzonderlijke verordening en is de tekst niet opgenomen in APV. Ook om zo nodig sneller te kunnen anticiperen op wijzigingen en trends (daardoor hoeft niet de hele APV aangepast te worden).

Betrokkenheid belanghebbenden

Horecaondernemers, winkeliers en paracommerciële instellen zijn door middel van een briefmailing reeds enkele malen op de hoogte gesteld van de gewijzigde DHW en de gevolgen daarvan voor hun bedrijfsvoering. Ook de conceptverordening is begin juli ter beschikking gesteld van deze partijen. Om het draagvlak voor de verordening te vergroten en de achtergronden van de erin opgenomen artikelen toe te lichten zijn alle verstrekpunten van alcohol in de Gooi en Vechtstreek uitgenodigd voor een informatie-avond in het gemeentehuis van Hilversum op 28 augustus 2013. In Huizen heeft daarnaast nog een avond plaatsgevonden voor de alcoholverstrekkers in Huizen. Tijdens deze bijeenkomsten zijn alle partijen in de gelegenheid gesteld over de concept-verordening van gedachten te wisselen. Voor het verslag van deze bijeenkomsten, die door veel alcoholverstrekkers zijn bijgewoond, wordt verwezen naar de bijlage. De input van de bijeenkomsten heeft ertoe geleid dat de conceptverordening op een aantal punten is aangepast.

Verordening

Landelijk is een drietal modelverordeningen opgesteld door verschillende organisaties. Uiteraard is de VNG er hier één van. Daarnaast is er een verordening opgesteld door de BEM (Bureau Eerlijke Mededinging), die zich met name richt op oneerlijke concurrentie vanuit paracommerciële instellingen. Tenslotte is er de verordening van de STAP (Stichting Alcohol Preventie) die zich met name richt op het alcoholgebruik door jongeren. De thans voorliggende verordening bevat elementen uit alle drie de bovengenoemde modelverordeningen.

De VNG adviseert om de verordening onderdeel te laten zijn van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). De regionale werkgroep heeft dit advies niet overgenomen maar stelt voor een aparte verordening op te stellen. De APV gaat met name over de openbare ruimte (openbare orde en veiligheid) en kent veel autonome bepalingen. De DHW (en daarmee ook de voorliggende verordening) kent veel meer een economisch en een volksgezondheidsmotief en bevat met name gedelegeerde bevoegdheden. Dit biedt horecabedrijven, detailhandel en paracommerciële instellingen meer duidelijkheid omdat alles in een aparte verordening geregeld is. Bovendien is er sprake van afstemming met het beleidsterrein volksgezondheid en kan bij een eventuele aanpassing sneller gehandeld worden dan bij een wijziging van de gehele APV.

De verordening maakt een onderscheid in drie doelgroepen: voorschriften voor de horeca, voor paracommerciële instellingen en voor de detailhandel. In het kort zullen hieronder de belangrijkste voorschriften behandeld worden. Een uitgebreidere toelichting is te vinden in de toelichting bij de verordening (bijlage).

Horeca

De voorschriften voor de reguliere horeca (artikel 3 van de verordening) beperken zich tot prijsacties in de horeca (de zogenaamde “happy hours”). Tijdens “happy hours” wordt de consumptie van drank direct en actief gestimuleerd. Dit staat haaks op de doelstelling van de DHW, namelijk alcoholmatiging en dan vooral bij jongeren. In de praktijk blijkt dat het beïnvloeden van de prijs van alcohol het meest effectief is voor het terugdringen van alcoholgebruik. Daarnaast is er nog een voorschrift over het schenken van alcohol van reguliere horeca in bijvoorbeeld schoolgebouwen. Dit is geregeld in artikel 6.

Paracommerciële instellingen

Voor de paracommerciële horeca biedt de nieuwe wet de mogelijkheid om de schenktijden in de diverse soorten paracommerciéle inrichtingen te regelen. In artikel 7 van de verordening (hoofdregel) is vastgelegd dat paracommerciële inrichtingen van maandag tot en met vrijdag vanaf 17.00 uur alcohol mogen verstrekken. Op zaterdag en zondag en op algemeen erkende feestdagen mag de alcoholverstrekking plaatsvinden van 12.00 uur tot 21.00 uur. Wel wordt de mogelijkheid geboden om door middel van een ontheffing hiervan af te wijken. Het opnemen van schenktijden heeft alles te maken met het tegengaan van oneerlijke concurrentie.

In artikel 8 wordt aangegeven voor welke categorieën van paracommerciële inrichtingen de hoofdregel niet geldt. Daarvoor gelden de in dat artikel opgenomen schenktijden. Daarbij is gekeken naar de activiteit van de paracommerciële inrichting en op welke momenten deze activiteit plaatsvindt. De schenktijd is vervolgens op zodanige wijze vastgesteld dat er op voldoende wijze rekening is gehouden met het tegengaan van oneerlijke concurrentie.

Artikel 9 regelt de privé-bijeenkomsten en bijeenkomsten van derden in de paracommerciële inrichtingen.

In artikel 10 van de verordening is geregeld dat in paracommerciële inrichtingen met jeugdleden, zonder ontheffing van de burgemeester, géén sterke drank mag worden verkocht.

Detailhandel

Regulering voor de detailhandel beperkt zich in de verordening tot slechts één artikel. Artikel 12 van de verordening, het verbod voor prijsacties met alcoholhoudende drank (“stunten met bierprijzen”). Alcohol is niet alleen verkrijgbaar in de horeca of bij de sportkantine. Een minstens zo belangrijke rol hebben winkels daarin en dan met name supermarkten en slijterijen. Er is een direct verband tussen de prijs van alcohol en de hoeveelheid alcohol die jongeren kopen. In het voorschrift is bepaald dat het niet is toegestaan om alcoholhoudende drank gedurende een periode van een week of korter aan te bieden tegen een prijs die lager is dan 70% van de normale verkoopprijs

De artikelen die op dit moment zijn gereserveerd zouden op een later moment (na de evaluatie) zo nodig alsnog kunnen worden ingevuld.

Commissie Bestuur 9 december 2013

4.VOORSTEL

Aan de raad wordt voorgesteld:

  • 1.

    de Verordening Drank- en horecawet Bussum 2014 vast te stellen

  • 2.

    deze met ingang van 1 januari 2014 van kracht te laten zijn.

Bespreking in commissie Bestuur d.d. 9 december 2013.

Burgemeester en wethouders van Bussum,

de gemeentesecretaris, de burgemeester,

D.J. van Huizen mr. drs. H.W.M. Heijman

De raad van de gemeente Bussum;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van

Bussum, nummer RV2013-082;

gelet op gelet op de artikelen 147 van de Gemeentewet en 4, 25a, 25b, 25c, 25d van de Drank- en Horecawet;

te bepalen dat:

  • 1.

    de Verordening Drank- en horecawet Bussum 2014 wordt vastgesteld;

  • 2.

    de bovengenoemde verordening op 1 januari 2014 in werking treedt;

Verordening Drank- en horecawet Bussum 2014

Artikel 1 Begripsbepalingen

1.Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a.de wet:Drank- en Horecawet;
b.terras:het buiten de besloten ruimte gelegen deel van een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar bedrijfsmatig of anders dan om niet dranken of spijzen voor gebruik ter plaatse mogen worden verstrekt;
c.vergunning:de vergunning als bedoeld in artikel 3 van de wet;
d.bezoeker:een ieder die zich in een inrichting bevindt, met uitzondering van: -leidinggevenden in de zin van de wet; -personen die dienst doen in de inrichting; -personen wier aanwezigheid in de inrichting wegens dringende redenen noodzakelijk is;
e.paracommerciële inrichting:rechtspersonen, niet zijnde een NV of een BV, waar alcohol wordt geschonken en die zich richten op activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard;
f.restaurant:een inrichting voornamelijk gericht op het verstrekken van maaltijden.

2.Voor de toepassing van deze verordening wordt onder de overige begrippen in deze verordening verstaan hetgeen de wet daaronder verstaat.

§ 2 BEPALINGEN VOOR INRICHTINGEN WAARIN HET HORECABEDRIJF WORDT UITGEOEFEND

Artikel 2 Voorschriften aan vergunningen om het horecabedrijf uit te oefenen

De burgemeester kan aan een vergunning voor een horecabedrijf voorschriften verbinden. Deze voorschriften kunnen alleen worden gesteld:

  • a.

    ter bescherming van de volksgezondheid, of

  • b.

    in het belang van de openbare orde, of

  • c.

    ter bevordering van de naleving van artikel 20 van de wet.

Artikel 3 Prijsacties horeca

Ter bescherming van de volksgezondheid of in het belang van de openbare orde is het verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende dranken te verstrekken voor gebruik ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van 24 uur of korter lager is dan 60% van de prijs die in de betreffende horecalokaliteit of op het betreffende terras gewoonlijk wordt gevraagd.

Artikel 4 Toegangsleeftijd tot horecabedrijven en daarbij behorende terrassen

Gereserveerd

Artikel 5 Toelatingsleeftijden tot horecalokaliteiten en terrassen die naar verhouding langer geopend zijn (nachthoreca)

Gereserveerd.

§ 3 AANVULLENDE BEPALINGEN VOOR INRICHTINGEN WAARIN HET HORECABEDRIJF WORDT UITGEOEFEND IN BEPAALDE GEBOUWEN

Artikel 6 Schenktijden alcoholhoudende drank
  • 1.

    Het is verboden buiten onderstaande tijden alcoholhoudende drank te verstrekken in een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, niet zijnde een paracommerciële inrichting, die:

    • a.

      deel uitmaakt van een gebouw dat of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij een of meer jeugd- of jongerenorganisaties.

Alle dagen van de week 12.00 uur tot 24.00 uur

2.De burgemeester kan op aanvraag permanent, dan wel tijdelijk, ontheffing

2.verlenen van het in lid 1 gestelde verbod. Aan deze ontheffing kunnen

2. voorschriften en beperkingen worden verbonden.

§ 4 BEPALINGEN VOOR PARACOMMERCIËLE INRICHTINGEN

maandag tot en met vrijdag

17.00 uur tot 24.00 uur

zaterdag

zondag en algemeen erkende feestdagen

15.00 uur tot 19.00 uur

12.00 uur tot 19.00 uur

  • 2.

    Van het bepaalde onder lid 1 kan zes keer per jaar ontheffing worden verleend voor activiteiten die betrekking hebben op de in de statuten genoemde doelstellingen van de paracommerciële inrichting.

  • 3.

    De ontheffing voor de in lid twee bedoelde activiteiten dient tenminste vier weken voordat de activiteit plaatsvindt te worden aangevraagd.

  • 4.

    De ontheffing kan worden geweigerd indien door het verlenen van de ontheffing het woon- en leefklimaat wordt aangetast en dat daaraan niet door middel van het stellen van voorschriften tegemoet kan worden gekomen.

Artikel 8 Andere schenktijden voor bepaalde typen paracommerciële inrichtingen

1.In afwijking van het bepaalde in artikel 7 hanteren de in onderstaand schema opgenomen typen paracommerciële inrichtingen de hierna opgenomen schenktijden:

gemeenschapshuizen (buurt- en dorpshuizen), kerkgebouwen en daarmee gelijk te stellen paracommerciële inrichtingen, biljart,- schaak-, klaverjas-, en daarmee gelijk te stellen verenigingen, tennisvereniging, dierensportverenigingen, schietverenigingAlle dagen van de week12.00 uur tot 24.00 uur
zaalsporten, manege, watersport, Vliegclub, toneel- carnavalsvereniging, muziekvereniging en daarmee gelijk te stellen inrichtingenAlle dagen van de week15.00 uur tot 24.00 uur
  • 2.

    De burgemeester kan zes keer per jaar ontheffing verlenen van de in het eerste lid opgenomen schenktijden.

  • 3.

    De ontheffing dient tenminste vier weken van te voren te worden aangevraagd.

  • 4.

    De ontheffing kan worden geweigerd indien door het verlenen van de ontheffing het woon- en leefklimaat wordt aangetast en dat daaraan niet door middel van het stellen van voorschriften tegemoet kan worden gekomen.

Artikel 9 Privé-bijeenkomsten en bijeenkomsten derden
  • 1. Ter voorkoming van oneerlijke mededinging is het verboden in een paracommerciële inrichting alcoholhoudende drank te verstrekken: a. tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard, zoals bruiloften en partijen, of b. tijdens bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de beherende paracommerciële rechtspersoon zijn betrokken.

  • 2. De burgemeester kan vier keer per jaar ontheffing verlenen van het in het eerste lid opgenomen verbod. De ontheffing dienst tenminste vier weken van te voren te worden aangevraagd.

  • 3. De ontheffing kan worden geweigerd indien door het verlenen van de ontheffing het woon- en leefklimaat wordt aangetast en dat daaraan niet door middel van het stellen van voorschriften tegemoet kan worden gekomen.

  • 4. Tijdens de onder a en b genoemde bijeenkomsten dient te allen tijde een op de vergunning of op het aanhangsel van de vergunning genoemde leidinggevende aanwezig te zijn.

Artikel 10 Verbod verstrekken van sterke drank

Het is verboden zonder ontheffing van de burgemeester in paracommerciële inrichtingen met jeugdleden sterke drank te verstrekken.

Artikel 11 Aanvullende vragen aan paracommerciële rechtspersonen

Gereserveerd

§ 5 BEPALINGEN VOOR DE DETAILHANDEL

Artikel 12 Prijsacties detailhandel /slijterijen

Ter bescherming van de volksgezondheid of in het belang van de openbare orde is het verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende dranken aan te bieden voor gebruik elders dan ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van één week of korter lager is dan 70% van de prijs die in het betreffende verkooppunt gewoonlijk wordt gevraagd.

Artikel 13

Gereserveerd

§ 6 TIJDELIJKE VERSTREKKINGSVERBODEN

Artikel 14 Algeheel tijdelijk verstrekkingsverbod

Gereserveerd.

Artikel 15 Tijdelijk verstrekkingsverbod in een deel van de gemeente

Gereserveerd.

Artikel 16 Tijdelijk verstrekkingsverbod gedurende bepaalde uren

Gereserveerd.

§ 7 ONTHEFFINGEN

Artikel 17 Mandatoire ontheffingen

(Gereserveerd)

Artikel 18 Intrekkingsgronden ontheffing

De in deze verordening genoemde ontheffingen kunnen worden ingetrokken of gewijzigd indien:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt, of

  • b.

    op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het

verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt

gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist,

of

c.zich feiten hebben voorgedaan, die de vrees wettigen, dat het van kracht blijven van de

ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid, of

d.de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden

nagekomen, of

e.van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan

wel, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn, of

f.indien de houder van de ontheffing dit verzoekt.

Artikel 19 Hardheidsclausule

In bijzondere gevallen kan de burgemeester van het bepaalde in deze verordening afwijken, indien strikte toepassing van het bepaalde voor een of meer belanghebbenden onevenredig zou zijn in verhouding tot de met deze verordening te dienen doelen en met de belangen ter waarborging waarvan deze verordening is opgesteld.

§ 8 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 20 Overgangsrecht
  • 1. Op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening vervallen voor paracommerciële inrichtingen:

    • a.

      de voorschriften en beperkingen die tot dat tijdstip op grond van eerdere gemeentelijke verordeningen krachtens de wet zijn gesteld;

    • b.

      de ontheffingen die tot dat tijdstip door het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester zijn verleend;

    • c.

      de tot dat tijdstip gehanteerde schenk- of taptijden.

  • 2. Voorschriften en beperkingen die tot het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening op grond van eerdere gemeentelijke verordeningen krachtens de wet zijn gesteld aan vergunningen van andere dan in het eerste lid bedoelde inrichtingen, blijven van kracht.

  • 3. Ontheffingen die tot het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening zijn verleend op grond van eerdere gemeentelijke verordeningen krachtens de wet, behalve de in het eerste lid, onder c bedoelde ontheffingen, blijven twaalf maanden na inwerkingtreding van deze verordening van kracht. Daarna komen deze ontheffingen te vervallen.

  • 4. Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een ontheffing of vergunning is ingediend waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 21 Strafbepaling
  • 1. Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met de openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

  • 2. Het bepaalde in het eerste lid geldt niet wanneer het bepaalde in de Wet op de economische delicten van toepassing is.

Artikel 22 Evaluatie

Deze verordening zal jaarlijks, of zoveel eerder als daar naar het oordeel van de burgemeester aanleiding toe is, worden geëvalueerd.

Artikel 23 Inwerkingtreding en citeertitel
  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van bekendmaking;

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening Drank- en horecawet Bussum 2014”

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bussum, gehouden op 19 december 2013.

de griffier, de voorzitter,