Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Sint-Oedenrode

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten gemeente Sint-Oedenrode 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Sint-Oedenrode
Officiële naam regelingSubsidieverordening gemeentelijke monumenten gemeente Sint-Oedenrode 2013
CiteertitelSubsidieverordening gemeentelijke monumenten gemeente Sint-Oedenrode 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Voor beschikkingen die op grond van het door de gemeenteraad bij besluit van 25 mei 1989, nr. 73/1989, vastgestelde hoofdstuk 3 van de “Subsidieverordening stads- en dorpsvernieuwing” zijn genomen blijven de voorwaarden van die verordening van kracht.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet artikel 150

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201401-01-2019nieuwe regeling

19-12-2013

De MooiRooi Krant, 24-12-2013

74/2013

Tekst van de regeling

Intitulé

SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTELIJKE MONUMENTEN GEMEENTE SINT-OEDENRODE 2013

Artikel 1: Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder

  • a.

    eigenaar:

    De natuurlijke of rechtspersoon die het recht heeft van eigendom of een ander zakelijk recht, zoals recht op erfpacht of het recht van opstal, op een gemeentelijk monument;

  • b.

    gemeentelijk monument:

    Een object, dat is opgenomen op de gemeentelijke monumentenlijst als bedoeld in de Erfgoedverordening van de gemeente Sint-Oedenrode;

  • c.

    Monumentenwacht Noord-Brabant:

    Een onafhankelijke stichting die inspecties uitvoert en adviezen verstrekt over de aanpak van onderhouds- en restauratiewerkzaamheden;

  • d.

    onderhoudswerkzaamheden:

    Werkzaamheden, niet zijnde reguliere onderhoudswerkzaamheden, die met het oog op het behoud van het monumentale karakter dienen om een beschermd gemeentelijk monument in stand te houden en die gericht zijn op het voorkomen van groot onderhoud en restauratie;

  • e.

    restauratie:

    Werkzaamheden die onderhoudswerkzaamheden te boven gaan en die voor herstel van het pand noodzakelijk zijn;

  • f.

    subsidiabele kosten:

    Alle kosten voor onderhoudswerkzaamheden en restauratie welke gemaakt worden tot behoud van het monument. Hier wordt in ieder geval onder verstaan: 1. materiaalkosten; 2. kosten van derden; 3. BTW, voor zover deze niet kan worden teruggevorderd;

  • g.

    subsidieplafond:

    Het bedrag dat gedurende een begrotingsjaar krachtens de voor dat jaar geldende begroting, ten hoogste beschikbaar is voor het totaal toe te kennen subsidie krachtens deze verordening.

  • h.

    calamiteit:

    Een calamiteit is de algemeen gebruikte aanduiding voor een (natuur)ramp of een niet verwachte gebeurtenis die ernstige schade heeft veroorzaakt.

  • i.

    college:

Het college van burgemeester en wethouders van Sint-Oedenrode.

Artikel 2: Subsidieplafond

  • 1. De gemeenteraad heeft een structureel jaarlijks budget beschikbaar gesteld ten behoeve van subsidiëring gemeentelijke monumenten.

Artikel 3: Abonnement Monumentenwacht Noord-Brabant

  • 1. Aan de eigenaar van een monument kan een vergoeding worden toegekend van de kosten verbonden aan een abonnement en een tweejaarlijkse inspectie van het monument door de Monumentenwacht Noord-Brabant.

  • 2. De eigenaar geeft het college en de Monumentenwacht Noord-Brabant schriftelijk toe-stemming tot het afsluiten van een abonnement en het verrichten van inspecties, waarbij de voorwaarde geldt dat het college een kopie ontvangt van de inspectierapporten.

  • 3. Het college sluit een contract af met de Monumentenwacht Noord-Brabant. De jaarlijkse kosten voor het abonnement en de kosten voor de tweejaarlijkse inspectie worden 100% vergoed.

  • 4. Het contract wordt automatisch en stilzwijgend verlengd, ook in geval van een nieuwe eigenaar.

  • 5. De (nieuwe) eigenaar is bevoegd af te zien van voortzetting van het contract en het contract te laten ontbinden.

  • 6. Het college kan in bijzondere gevallen of bij misbruik het contract ontbinden.

Artikel 4: Subsidiabele werkzaamheden

Aan de eigenaar van een monument dat voorkomt op de gemeentelijke monumentenlijst kan een bijdrage worden toegekend voor onderhoud en/of restauratie. Voor subsidie in aanmerking komende werkzaamheden zijn

  • 1.

    herstelwerk van authentieke materialen aan buitengevels, daken, dakconstructies, schoorstenen, goten en hemelwaterafvoeren, vensters inclusief luiken, buitenkozijnen, buitendeuren, buitenramen en monumentale interieuronderdelen;

  • 2.

    constructieve en conserverende werkzaamheden aan buitengevels en funderingen;

  • 3.

    werkzaamheden ter bestrijding van houtaantastingen en daarmee samenhangende conserverende werkzaamheden;

  • 4.

    schilderwerk op oorspronkelijke onderdelen, doch enkel wanneer een voorafgaand bepaalde kleurstelling is goedgekeurd.

Artikel 5: Aanvragen van subsidie

  • 1. De aanvraag om subsidie moet schriftelijk worden ingediend bij het college. Hierbij dient gebruik te worden gemaakt van een door het college vastgesteld formulier. De aanvraag dient vergezeld te gaan van een restauratie- en/of onderhoudsplan dat tenminste bestaat uit:

    • a.

      een door een onafhankelijke deskundige opgestelde beschrijving van de technische staat van het gemeentelijk monument waarin de gebreken aan het monument nauwkeurig vermeld staan. Inspecties verricht door de Monumentenwacht Noord-Brabant zoals genoemd in artikel 3 voldoen aan het criterium ‘onafhankelijke deskundige’;

    • b.

      tekeningen van de bestaande toestand en tekeningen waarop de voorgenomen herstel- en restauratiewerkzaamheden of wijzigingen staan aangegeven;

    • c.

      een op de onder sub a. bedoelde beschrijving gebaseerd bestek of gebaseerde werk-omschrijving per onderdeel van de toe te passen constructie, materialen, afwerkingen en kleuren alsmede de wijze van verwerking daarvan;

    • d.

      een begroting van alle kosten van de restauratie, niet ouder dan 2 jaar en gespecificeerd in hoeveelheden, uren en materialen.

  • 2. Indien niet wordt voldaan aan het gestelde in het eerste lid, stelt het college de aanvrager in de gelegenheid om binnen 4 weken de ontbrekende gegevens en bescheiden te overleggen. Het college geeft aan om welke gegevens en bescheiden het gaat.

  • 3. In geval een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub a. of sub. f van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist, dient deze deel uit te maken van de subsidieaanvraag. Is dit niet het geval, dan is de aanvraag incompleet.

Artikel 6: Volgorde van behandeling

  • 1. Aanvragen worden op volgorde van binnenkomst in behandeling genomen.

  • 2. In geval van een calamiteit kan het college van het gestelde in het eerste lid afwijken.

  • 3. Aanvragen om subsidie waarop in verband het met bepaalde in artikel 2 niet positief kan worden beschikt, worden door het college voor dat betreffende jaar afgewezen. Deze aanvragen worden in het eerstvolgende jaar, waarvoor door de gemeenteraad een subsidieplafond is vastgesteld, op basis van de oorspronkelijk ingediende volgorde met voorrang in behandeling genomen.

Artikel 7: Beschikkingsprocedure

  • 1. Het college stelt per aanvraag in redelijkheid vast welke kosten naar haar oordeel subsidiabel zijn. Zij laat zich daarbij in ieder geval leiden door de in artikel 4 lid 1 genoemde gegevens.

  • 2. Het college neemt een besluit binnen 8 weken nadat de aanvraag is ontvangen, dan wel de ontbrekende gegevens, als bedoeld in artikel 4, genoegzaam zijn aangevuld.

  • 3. Het college kan de termijn genoemd in lid 2 van artikel 6 met ten hoogste 6 weken verlengen, mits het de aanvrager daarvan in kennis stelt binnen de termijn.

Artikel 8: Subsidietoekenning

  • 1.

    Op verzoek kan aan de eigenaar van een gemeentelijk monument door het college een subsidie worden toegekend.

  • 2.

    De subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 5.000,00 per monument per vijf jaar.

  • 3.

    De door het college vastgestelde subsidiabele kosten bedragen per aanvraag minimaal

    € 1.000,00. Wanneer de subsidiabele kosten lager zijn, wordt de subsidieaanvraag niet in behandeling genomen.

  • 4.

    Het college kent slechts subsidie toe voor zover de op grond van artikel 2 vastgestelde middelen toereikend zijn.

Artikel 9: Eenmalige restauratiesubsidie

  • 1. Aan eigenaren van monumenten die na de inwerkingtreding van deze verordening zijn aangewezen als gemeentelijk monument kan eenmalig een restauratiesubsidie worden toegekend.

  • 2. De restauratiesubsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 10.000,00 per monument.

  • 3. Van deze mogelijkheid kan gebruik worden gemaakt tot 3 jaar na de datum van een onherroepelijke aanwijzing tot gemeentelijk monument.

  • 4. Voor de subsidie gelden de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 4, 5, 6, 8-3, 7, 8-4, 10, 11, 12 en 13 van deze verordening.

Artikel 10: Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • 1.

    Met de uitvoering van de werkzaamheden is begonnen, voordat op de subsidieaanvraag door het college is beslist.

  • 2.

    De kosten op grond van een verzekering worden gedekt.

  • 3.

    Het kosten betreft van arbeid gemaakt bij zelfwerkzaamheid.

  • 4.

    Het kosten betreft die uitsluitend, dan wel in overwegende mate, gemaakt worden voor de verbetering van het wooncomfort.

  • 5.

    De eigenaar een slechte staat van onderhoud van het monument te verwijten valt, of in geval van nalatig onderhoud op onderdelen waarvoor eerder subsidie is ontvangen.

Artikel 11: Subsidieverplichtingen

  • 1. Binnen één jaar na toekenning van de subsidie moet met de uitvoering van de werkzaamheden zijn aangevangen.

  • 2. De aanvang van het werk moet tenminste één week van tevoren schriftelijk aan het college worden gemeld.

  • 3. De werkzaamheden moeten binnen 2 jaar na toekenning van de subsidie zijn voltooid.

Artikel 12: Gereedmelding en definitieve subsidievaststelling

  • 1. De voltooiing van de werkzaamheden dient door de eigenaar schriftelijk aan het college te worden medegedeeld.

  • 2. De subsidie wordt definitief vastgesteld aan de hand van de door de aanvrager in te dienen financiële eindverantwoording.

Artikel 13: Uitbetaling subsidie

Uitbetaling van de subsidie geschiedt binnen 6 weken nadat:

  • a.

    de voltooiing van de werkzaamheden is medegedeeld;

  • b.

    de onder sub a. bedoelde werkzaamheden door of namens het college zijn gecontroleerd en akkoord bevonden;

  • c.

    alle rekeningen en betalingsbewijzen met betrekking tot de onder sub a. bedoelde werkzaamheden zijn overlegd en door of namens het college zijn gecontroleerd en akkoord bevonden.

Artikel 14: Bijzondere omstandigheden

Indien bijzondere omstandigheden tot gevolg zouden hebben dat onverkorte toepassing van dit besluit tot onredelijke resultaten zou leiden, kan het college afwijken van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 15: Onvolledige informatie

Indien bij controle blijkt dat de eigenaar onjuiste of onvolledige informatie heeft verstrekt, of de voorschriften, vastgesteld krachtens deze verordening niet nakomt en/of afwijkt van het herstel- en/of restauratieplan waarop de subsidietoekenning is gebaseerd, kan het college besluiten om niet dan wel tot gedeeltelijke betaling over te gaan.

Artikel 15: Overgangsrechten

Voor beschikkingen die op grond van het door de gemeenteraad bij besluit van 25 mei 1989, nr. 73/1989, vastgestelde hoofdstuk 3 van de “Subsidieverordening stads- en dorpsvernieuwing” zijn genomen blijven de voorwaarden van die verordening van kracht.

Artikel 16: Inwerkingtreding

De verordening treedt in werking op de eerste dag na het verstrijken van de termijn overeenkomstig art. 139 e.v. van de Gemeentewet.

Artikel 17: Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Subsidieverordening gemeentelijke monumenten gemeente Sint-Oedenrode 2013”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de gemeente Sint-Oedenrode van 19 december 2013.

De griffierM.H.J.van Els
De voorzitterP.M.Maas