Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Hoogezand-Sappemeer

Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Hoogezand-Sappemeer
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2014
CiteertitelVerordening rioolheffing Hoogezand-Sappemeer 2014
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 228a Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-11-201301-01-2015Nieuwe regeling

12-11-2013

Regiokrant, 20 november 2012

Rv 047

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Hoogezand-Sappemeer;

gelezen het voorstel van burgemeeste en wethouders d.d. 24 september 2013;

gelet op artikel 228a van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de:

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN RIOOLHEFFING 2013

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • Deze verordening verstaat onder:

  • a. perceel: een roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan, niet zijnde ongebouwd;

  • b. gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente;

  • c. verbruiksperiode: de periode waarop de afrekening van het waterbedrijf betrekking heeft;

  • d. water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater of grondwater.

  • e. directe afvoer: afvoer door middel van een fysieke aansluiting op de gemeentelijke riolering.

  • f. indirecte afvoer: afvoer door middel van een niet-fysieke aansluiting op de gemeentelijke riolering.

Artikel 2 Aard van de belasting

  • Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:

  • a. de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater; en

  • b. de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of tebeperken.

Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1. De belasting wordt geheven:

  • a. van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel van waaruit water direct of indirect wordt afgevoerd, verder te noemen: eigenarendeel; en

  • b. van de gebruiker van een perceel, verder te noemen: gebruikersdeel.

  • 2. Met betrekking tot het eigenarendeel wordt, ingeval het perceel een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

  • 3. Met betrekking tot het gebruikersdeel, wordt als gebruiker aangemerkt:

  • a. degene die naar de omstandigheden beoordeeld het perceel al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt;

  • b. ingeval een gedeelte van een perceel – niet een gedeelte als bedoeld in artikel 4 – voor gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte voor gebruik heeft afgestaan.

Artikel 4 Zelfstandige gedeelten

Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten gebruikt worden door de rechtspersoon die eveneens het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van die gedeelten, deze als één perceel worden aangemerkt.

Artikel 5 Vrijstelling

Van de rioolheffing genoemd onder artikel 3, lid 1 onder b zijn uitgezonderd de gebruikers van percelen, bedoeld in artikel 6 lid 2 onder a en b.

Artikel 5 Maatstaf van de heffing

  • 1. Het eigenarendeel wordt geheven naar een vast bedrag per perceel.

  • 2. Het gebruikersdeel wordt geheven naar het aantal kubieke meters water dat vanuit het perceel wordt afgevoerd.

  • 3. Het aantal kubieke meters water wordt gesteld op het aantal kubieke meters leidingwater en grondwater dat in het tweede kalenderjaar, voorafgaande aan het belastingjaar, naar het eigendom is toegevoerd of is opgepompt.

  • 4. Ingeval gebruik wordt gemaakt van een pompinstallatie moet die pompinstallatie zijn voorzien van een:

  • a. watermeter, waarvan de hoeveelheid opgepompt water kan worden afgelezen, of

  • b. bedrijfsurenteller, waarvan het aantal uren dat een pompinstallatie met vaste capaciteit in bedrijf is geweest kan worden afgelezen.

  • De eerste volzin is niet van toepassing indien vaststelling van de hoeveelheid opgepompt water geschiedt op grond van enige andere wettelijke bepaling.

  • 5. De op de voet van het derde lid berekende hoeveelheid toegevoerd of gepompt water wordt verminderd met de hoeveelheid water die niet is afgevoerd.

  • 6. De leden 2 tot en met 5 van dit artikel zijn niet van toepassing op een perceel, dat in hoofdzaak dient als woning of waar geen sprake is van directe dan wel indirecte afvoer.

Artikel 6 Belastingtarieven

1.Het eigenarendeel bedraagt€94,32
2.In afwijking van het tarief genoemd in lid 1 is het tarief voor percelen die zowel  
 a. niet in hoofdzaak tot woning dienen, als  
 b. waar geen sprake is van directe afvoer, als  
 c. een oppervlakte hebben tot maximaal 100 m²€25,00
3.Het gebruikersdeel bedraagt:  
 a. voor een perceel, dat in hoofdzaak dient als woning€93,24
 b. voor een perceel, anders dan bedoeld onder a, op grond van afgevoerd water  
 - van 1 tot en met 300 m³€93,24
 - van 301 tot en met 500 m³€74,22
 per volle eenheid van 100 m³  
 - van 501 tot en met 5.000 m³€37,19
 per volle eenheid van 100 m³  
 - van 5.001 m³ of meer€17,11
 per volle eenheid van 100 m³  

Artikel 7 Belastingtijdvak

Voor zowel het eigenarendeel als het gebruikersdeel is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar, of voor het gebruikersdeel, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel voor het gebruikersdeel in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel volle kalendermaanden als er in dat belastingtijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel voor het gebruikersdeel in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel volle kalendermaanden als er in dat belastingtijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. De aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of, als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat, het bedrag daarvan minder is dan € 2.000,00, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het jaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste zes en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elkvan de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. In afwijking in zoverre van het tweede lid geldt, dat voor aanslagen gebruikersdeel, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of, als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat, het bedrag daarvan minder is dan € 2.000,00, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in drie gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing.

Artikel 12 Overgangsrecht

De ‘Verordening rioolheffing Hoogezand-Sappemeer 2013’ van 12 november 2012, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13 lid 2 genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening rioolheffing Hoogezand-Sappemeer 2014”.