Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap Groot Salland

Mandaatregeling Waterschap Groot Salland 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieWaterschap Groot Salland
Officiële naam regelingMandaatregeling Waterschap Groot Salland 2014
CiteertitelMandaatregeling Waterschap Groot Salland 2014
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpmandaat

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De Mandaatregeling Waterschap Groot Salland 2014 vervangt de Mandaatregeling Waterschap Groot Salland 2013.

De Mandaatregeling Waterschap Groot Salland 2014 heeft een looptijd tot en met 30 juni 2014.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet bestuursrecht, art. 10, lid 3
  2. Algemene wet bestuursrecht, art. 10, lid 4
  3. Waterschapswet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-12-201301-07-2014nieuwe regeling

17-12-2013

Waterschapsblad, 24-12-2013

2013-12308

Tekst van de regeling

Intitulé

MANDAATREGELING WATERSCHAP GROOT SALLAND 2014

Het DAGELIJKS BESTUUR van Waterschap Groot Salland:

gelet op de artikelen 10, derde lid en 10, vierde lid van de Algemene wet bestuursrecht en de Waterschapswet;

BESLUIT

Vast te stellen de volgende Mandaatregeling Waterschap Groot Salland 2014

Artikel 1 - begripsomschrijving

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    Dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van Waterschap Groot Salland;

  • b.

    Dijkgraaf: de dijkgraaf van Waterschap Groot Salland;

  • c.

    Secretaris-directeur: de secretaris-directeur van Waterschap Groot Salland;

  • d.

    Besluit: schriftelijke beslissing van het dagelijkse bestuur of dijkgraaf inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling;

  • e.

    Mandaat: de bevoegdheid om in naam van het dagelijks bestuur of de dijkgraaf besluiten te nemen en te ondertekenen;

  • f.

    Volmacht: de bevoegdheid om in naam van het dagelijks bestuur of de dijkgraaf privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten met inbegrip van het ondertekenen van hiermee samenhangende schriftelijke stukken;

  • g.

    Machtiging: de bevoegdheid om in naam van het dagelijks bestuur of de dijkgraaf feitelijke handelingen te verrichten, die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;

  • h.

    Bevoegdhedenregister: een schriftelijk vastgelegde opsomming van functionarissen en bij de functie behorende bevoegdheden;

  • i.

    Mandaatgever: degene die een bepaalde bevoegdheid mandateert. De mandaatgever blijft verantwoordelijk voor het genomen besluit en bevoegd om de gemandateerde bevoegdheid zelf uit te oefenen;

  • j.

    Gemandateerde: degene aan wie een bevoegdheid is gemandateerd om in naam van de mandaatgever, het dagelijks bestuur danwel de dijkgraaf, een besluit te nemen.

Artikel 2 – verlening mandaat

  • 1. Aan de secretaris-directeur wordt, onverminderd de in hoofdstuk 10 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde uitsluitingen, mandaat, volmacht en machtiging verleend tot het namens het dagelijks bestuur of de dijkgraaf nemen van besluiten ter uitoefening van de aan hen toekomende bevoegdheden, respectievelijk het verrichten van daarmee verbonden rechtshandelingen en het verrichten van daarmee samenhangende feitelijke handelingen.

  • 2. Over de uitoefening van de in lid 1 beschreven bevoegdheden rapporteert de secretaris-directeur desgevraagd aan het dagelijks bestuur.

Artikel 3 – financieel mandaat

Het dagelijks bestuur verleent aan de secretaris-directeur financieel mandaat voor de uitoefening van de in artikel 2 lid 1 gemandateerde bevoegdheden. Het financieel mandaat is verwoord in de mandateringstabel Waterschap Groot Salland die als bijlage 1 is bijgevoegd bij deze mandaatregeling en onverkort deel uitmaakt van deze mandaatregeling.

Artikel 4 - ondermandaat

  • 1. Het dagelijks bestuur verleent aan de secretaris-directeur toestemming tot het verlenen van ondermandaat, binnen de aan het dagelijks bestuur toekomende wettelijke bevoegdheden dan wel binnen de aan het dagelijks bestuur gedelegeerde en gemandateerde bevoegdheden, indien de aard van de bevoegdheid zich niet tegen mandatering verzet.

  • 2. De secretaris-directeur wordt de bevoegdheid verleend tot het geven van nadere instructies aan een functionaris als bedoeld in het eerste lid, omtrent de mate waarin en de werkwijze waarop gebruik dient te worden gemaakt van het aan hen verleende ondermandaat.

  • 3. Ondermandaat wordt uitsluitend schriftelijk verleend. In geval van een calamiteuze situatie dan wel spoedeisendheid is het verlenen van mondeling ondermandaat toegestaan.

Artikel 5 - vervanging

De secretaris-directeur wordt in zijn functie bij (tijdelijke) afwezigheid danwel verhindering vervangen door een directielid. Onder deze vervanging wordt eveneens verstaan de vervanging van de secretaris-directeur als secretaris van het algemeen en dagelijks bestuur. De vervanger oefent voor de duur van de afwezigheid of verhindering de bevoegdheden van de secretaris-directeur danwel secretaris uit.

Artikel 6 - instructies

Het dagelijks bestuur kan aan een gemandateerde instructies geven omtrent de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden.

Artikel 7 – persoonlijk belang

De gemandateerde oefent zijn bevoegdheid niet uit indien hij bij de te nemen beslissing een persoonlijk belang heeft als bedoeld in artikel 2:4, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 8 - informatieplicht

De gemandateerde stelt het dagelijks bestuur tijdig in kennis van krachtens mandaat te nemen of reeds genomen besluiten waarvan moet worden aangenomen dat kennisneming door het dagelijks bestuur gewenst is. Hier is in ieder geval sprake van indien de maatschappelijke, beleidsmatige, politieke, juridische of financiële omstandigheden daartoe aanleiding geven;

Het niet voldoen aan deze terugkoppelingsplicht doet niet af aan de rechtsgeldigheid van de krachtens mandaat genomen beslissing.

Artikel 9 - ondertekening

  • 1.

    Krachtens mandaat genomen besluiten worden door de gemandateerde dan wel de ondergemandateerde ondertekend, echter uitdrukkelijk namens het dagelijks bestuur danwel de dijkgraaf. Het besluit vermeldt krachtens welk bestuursorgaan het besluit is genomen.

  • 2.

    Bij uitoefening van het (onder)mandaat ondertekent de (onder)gemandateerde op de volgende wijze:

namens het dagelijks bestuur,

handtekening (onder)gemandateerde

naam (onder)gemandateerde

functie (onder)gemandateerde

Artikel 10 - volmacht en machtiging

Dit besluit is van overeenkomstige toepassing op het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen (volmacht) en feitelijke handelingen (machtiging).

Artikel 11 – inwerkingtreding en looptijd

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2014 en heeft een looptijd tot en met 30 juni 2014.

Artikel 12 - citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatregeling Waterschap Groot Salland 2014.

Artikel 13 – slotbepaling

Met de inwerkingtreding van de Mandaatregeling Waterschap Groot Salland 2014 wordt de Mandaatregeling Waterschap Groot Salland 2013, inclusief de bijbehorende mandateringstabel WGS (financieel mandaat) ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van 17 december 2013.

Ir. E. de Kruijk

secretaris

ir. H.H.G. Dijk

dijkgraaf

Toelichting behorend bij de Mandaatregeling Waterschap Groot Salland 2014

Algemeen

Inleiding

De Mandaatregeling 2014 is in beginsel een verlening van de Mandaatregeling 2013. De voorliggende regeling heeft een looptijd tot en met 30 juni 2014.

De Mandaatregeling 2014 ziet – eveneens als de Mandaatregeling 2013 – op het mandaat van het dagelijks bestuur aan de secretaris-directeur alsmede de bevoegdheid van de secretaris-directeur om binnen de verleende bevoegdheid ondermandaat te verlenen. Tevens is de plaatsvervanging van de secretaris-directeur geregeld.

Gebleken is dat de organisatie in de huidige vorm thans goed begint te functioneren. De tijd is nu echter nog niet rijp om reeds een definitieve regeling vast te stellen. Er is derhalve gekozen om de voorliggende regeling een looptijd te geven tot en met 30 juni 2014. Tegen die tijd is er een goed inzicht van de taken en bevoegdheden behorend bij iedere afdeling. Ook zal naar alle waarschijnlijkheid tegen die tijd ook het gaande onderzoek naar de verantwoordelijkheidslijnen binnen het waterschap afgerond zijn (de heer B. Plooy is met dit onderzoek bezig). Per 1 juli 2014 kan vervolgens een definitieve versie worden vastgesteld.

Mandaat

De secretaris-directeur heeft een algemeen mandaat voor zaken die de ambtelijke organisatie aangaan. Een mandaat is algemeen indien het de bevoegdheid verschaft om een bepaalde categorie van besluiten namens de mandaatgever – dat wil in dit geval zeggen namens het dagelijks bestuur – te nemen. Een algemeen mandaat heeft als voordeel dat er geen ongewenste lacunes in de bevoegdheid optreden van de ambtelijke organisatie.

De secretaris-directeur draagt zorg voor de uitvoering van de beslissingen van het dagelijks bestuur en de dijkgraaf. Dit is geregeld in de Mandaatregeling. Voor de uitvoering van de beslissingen van het algemeen bestuur is het dagelijks bestuur verantwoordelijk. De secretaris-directeur draagt verder zorg voor de verwezenlijking van het beleid, de interne coördinatie en integratie van beleid en beheer, effectiviteit, efficiency en handhaving van voorschriften.

Ondermandaat

Ondermandaat betekent dat de gemandateerde – dat wil zeggen de secretaris-directeur – op zijn beurt mandaat verleent aan een ander. Voor het ondermandaat is de toestemming van de oorspronkelijke mandaatverlener – dat wil hier zeggen het dagelijks bestuur – noodzakelijk.

Het dagelijks bestuur heeft de secretaris-directeur hiertoe in artikel 4 toestemming verleend. De secretaris-directeur blijft tegenover het dagelijks bestuur echter volledig verantwoordelijk voor alle besluiten die middels het ondermandaat zijn genomen.

In een besluit dat krachtens mandaat wordt genomen moet worden vermeld namens welk bestuursorgaan de gemandateerde handelt. Ingeval van ondermandaat dient bij het besluit in ieder geval de oorspronkelijke mandaatgever te worden vermeld. Niet noodzakelijk is dat bij ondermandaat iedere tussenschakel wordt genoemd.

Hierna zal een toelichting worden gegeven op enkele artikelen uit de mandaatregeling.

Artikelsgewijs

Artikel 2

Lid 1

Aan de secretaris-directeur worden bepaalde bevoegdheden gemandateerd, met uitzondering van een aantal specifiek bevoegdheden, waarvoor het dagelijks bestuur en de dijkgraaf geen mandaat, volmacht of machtiging kunnen verlenen. Deze bevoegdheden kunnen dus niet op een lager niveau uitgeoefend worden. De Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaalt dat een bestuursorgaan mandaat kan verlenen, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de bevoegdheid zich tegen de mandaatverlening verzet. In artikel 10:3 tweede lid geeft de Awb  enkele voorbeelden van gevallen waarin mandaat in ieder geval niet wordt verleend.

Wanneer de aard van de bevoegdheid zich tegen mandaatverlening verzet, kan ook de Awb niet precies zeggen. Behalve dat mandaat van een bevoegdheid op grond van de wet gewoon niet is toegestaan, kan dat ook van de omstandigheden van het geval afhankelijk zijn. Hierbij kan worden gedacht aan: niet in deze omstandigheden of in deze omvang of aan deze gemandateerde of onder deze voorwaarden.

Artikel 4

Voor ondermandaat is de toestemming van de oorspronkelijke mandaatverlener – in dit geval het dagelijks bestuur – noodzakelijk. Om deze reden is deze toestemming expliciet vastgelegd in het eerste lid van dit artikel.

Artikel 5

In artikelen 54 en 55a lid 1 van de Waterschapswet wordt de rol van secretaris van het bestuur geregeld. De secretaris (secretaris-directeur) staat het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter ter zijde bij de uitoefening van hun taak. Hij is aanwezig in de vergadering van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur. Hij ondertekent de stukken die van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur uitgaan, mede. Het dagelijks bestuur regelt de vervanging van de secretaris.

Met het vaststellen van de mandaatregeling wordt het mogelijk gemaakt dat de secretaris-directeur bij (tijdelijke) afwezigheid danwel verhindering vervangen kan worden door een van de directieleden, waarbij de vervanger de bevoegdheden van de secretaris-directeur uitoefent. De directieleden kunnen daarmee ook als plaatsvervangend secretaris optreden.

Artikel 10

In artikel 10 is weergegeven op welke wijze bij de uitoefening van het mandaat de gemandateerde dient te ondertekenen. Uit de zinsnede ‘namens dit bestuur’ volgt dat het om een gemandateerde bevoegdheid gaat. Op deze wijze is het voor derden ook duidelijk dat het hier om een gemandateerde bevoegdheid gaat.

Bijlage 1 – Mandateringstabel WGS 2014 (Financieel mandaat)

Deze bijlage maakt onverkort onderdeel uit van de Mandaatregeling Waterschap Groot Salland 2014

   DBSecretaris-directeur
1A. Akkoord projectvoorstel incl. kredietB. Vaststellen projectplanProjecten < €250.000 < € 250.000 (delegatie)Projecten < € 50.000 < € 50.000
2Gunning/opdracht-verlening/aangaan verplichtingen/ ondertekenen contract)Gunningen/ verplichtingen boven € 5.000.000 Gunningen/ verplichtingen tot € 5.000.000 (binnen krediet en MOR)
3Grondtransacties: Beheren en verwerven van grond/ vestigen zakelijke rechtenGrondtransacties boven € 250.000 Grondtransacties tot € 250.000
4ConflicthanteringConflicten boven € 125.000 Conflicten tot € 125.000