Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Reeuwijk

Verordening op de adviesorganen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Reeuwijk
Officiële naam regelingVerordening op de adviesorganen
CiteertitelVerordening op de adviesorganen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuur en recht

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is van rechtswege vervallen op grond van artikel 28 Wet algemene regels herindeling per 1 januari 2013.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-11-199901-01-2013Van rechtswege vervallen op grond van artikel 28 Wet algemene regels herindeling per 1 januari 2013

25-10-1999

Kijk op Reeuwijk, 10-11-1999

Agendapunt 4, raadsvergadering 25-10-1999

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de adviesorganen

De raad van de gemeente Reeuwijk,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 oktober 1999;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

overwegende,

dat het bevorderlijk wordt geacht voor het democratisch functioneren van het gemeentebestuur om bij de besluitvorming adviezen te betrekken van ter zake deskundige vertegenwoordigers van het desbetreffende beleidsterrein die geen deel uitmaken van de gemeentelijke organisatie;

dat deze inbreng in het gemeentelijke besluitvormingsproces het beste tot zijn recht komt door de deskundigheid op een specifiek beleidsterrein te bundelen in een onafhankelijk adviesorgaan;

dat het aanbeveling verdient om op de relatie tussen de gemeente en de adviesorganen op hoofdlijnen uniform te regelen;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende verordening:

Artikel 1 Taakstelling

De adviesorganen hebben tot taak het college van burgemeester en wethouders gevraagd en ongevraagd te adviseren over het gemeentelijk beleid, zowel voor wat betreft de fase van voorbereiding als voor wat betreft de fase van uitvoering, voor zover dit beleid betrekking heeft op, dan wel gevolgen heeft voor de belangen op het terrein ten aanzien waarvan de respectievelijke adviesorganen over een specifieke betrokkenheid en deskundigheid beschikken.

Artikel 2 Samenstelling

  • 1. De leden van de adviesorganen dienen representatief te zijn voor het beleidsterrein dat, en/of de doelgroep die zij vertegenwoordigen. Daarbij is het uitgangspunt dat de leden van het adviesorgaan een instantie vertegenwoordigen die in Reeuwijk op georganiseerde wijze actief is op een specifiek beleidsterrein. Deelname van individuele vertegenwoordigers die zich daarvoor naar het oordeel van het adviesorgaan kwalificeren op grond van hun belangstelling voor het beleidsterrein en hun deskundigheid op enig onderdeel daarvan, wordt echter niet volstrekt uitgesloten.

  • 2. 2.Het college van burgemeester en wethouders wordt over de samenstelling van het adviesorgaan geïnformeerd, en wordt bij wijziging daarvan op de hoogte gebracht.

Artikel 3 Werkwijze

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders vraagt – behoudens in spoedeisende gevallen – het adviesorgaan om advies over alle beleidsvoorstellen die betrekking hebben op de hoofdlijnen van het gemeentelijke beleid ten aanzien van het terrein waar het adviesorgaan zich mee bezighoudt.

  • 2. In het geval dat het college van burgemeester en wethouders het voornemen heeft in haar voorstel van het advies af te wijken, wordt het adviesorgaan hiervan in kennis gesteld onder vermelding van de redenen.

  • 3. In het geval dat het college van burgemeester en wethouders in een raadsvoorstel afwijkt van het advies, wordt dit in het voorstel vermeld, waarbij tevens wordt aangegeven op welke gronden van het advies wordt afgeweken.

Artikel 4 Organisatie en werkwijze adviesorgaan (intern)

  • 1. Het adviesorgaan regelt in onderling overleg de organisatie en werkwijze die men ten behoeve van interne beraadslagingen wenst te hanteren. De organisatie en werkwijze mogen niet strijdig zijn met het bepaalde in deze verordening.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders wordt over deze organisatie en werkwijze geïnformeerd, en wordt bij wijziging daarvan op de hoogte gebracht.

Artikel 5 Faciliteiten

  • 1. De adviesorganen zijn in de gelegenheid om ten behoeve van interne beraadslagingen kosteloos gebruik te maken van de vergaderruimten in het gemeentehuis van Reeuwijk.

  • 2. Het is de adviesorganen toegestaan om ten behoeve van hun taakuitoefening kosteloos gebruik te maken van de gemeentelijke fotokopieerfaciliteiten.

  • 3. Het is de adviesorganen toegestaan om ten behoeve van hun taakuitoefening op kosten van de gemeente post te verzenden.

Artikel 6 Overleg tussen gemeente en adviesorgaan

  • 1. Overleg tussen de gemeente en het adviesorgaan kan op beider initiatief worden gehouden.

  • 2. De agenda wordt in onderling overleg tussen de gemeente en het adviesorgaan vastgesteld.

  • 3. Bij het gezamenlijk overleg wordt de gemeente vertegenwoordigd door de voor het beleidsterrein verantwoordelijke portefeuillehouder(s).

  • 4. Het voorzitterschap wordt bij het gezamenlijk overleg vervuld door de partij die het initiatief heeft genomen om het overleg te organiseren.

  • 5. De gezamenlijke vergaderingen van de gemeente en het adviesorgaan zijn openbaar toegankelijk.

  • 6. Het schriftelijke verslag van het gezamenlijk overleg wordt opgesteld door een ambtenaar van de gemeente.

  • 7. De vergaderstukken voor de gezamenlijke vergaderingen, alsmede de verslagen van deze vergaderingen, worden toegezonden aan de raadscommissie die daar op grond van haar taak voor in aanmerking komt.

Artikel 7 Convenant

  • 1. De taken van de adviesorganen worden nader gedefinieerd in een convenant tussen de gemeente en elk van de adviesorganen.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders is namens de gemeente betrokken bij de vaststelling van elk der convenanten.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de adviesorganen

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die, waarop zij bekend is gemaakt.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Reeuwijk,

gehouden op 25 oktober 1999,

de secretaris, de voorzitter,

H.Bruins J.C. Bauer