Overheidsorganisatie | Gemeente Veghel |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2014 |
Citeertitel | Verordening toeristenbelasting 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 224
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-12-2013 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 12-12-2013 Stadskrant Veghel, 18-12-2013 | 42355 |
De raad van de gemeente Veghel;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013;
gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;
besluit:
vast te stellen de
Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2014
(Verordening toeristenbelasting 2014).
Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente. Vanaf inwerkingtreding van de Wet basisregistratie personen (Wet van 3 juli 2013, Stb. 2013, 315) en de Aanpassingswet basisregistratie personen (Wet van 10 juli 2013, Stb. 2013, 316) wordt de in de vorige volzin genoemde zinsnede ‘personen die niet als ingezetene zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente’ vervangen door ‘personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven’.
1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.
2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.
3. Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.
De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:
van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen.
van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 , die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet , en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.
Per overnachting bedraagt het tarief €1,50
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Belastingaanslagen van minder dan € 5,00 worden niet opgelegd. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als één belastingbedrag.
1. De aanslag(en) moet(en) worden betaald in twee gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn twee maanden later.
2. Het bedrag inzake een bestuurlijke boete moet worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Het dagelijks bestuur van de Belastingsamenwerking Oost-Brabant kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.
De belastingplichtige bedoeld in artikel 2, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 232, vierde lid, onderdelen a en c, van de Gemeentewet.
1. De belastingplichtige is gehouden per belastingjaar een nachtverblijfregister bij te houden.
2. Het nachtverblijfregister bevat met betrekking tot ieder aan wie gelegenheid tot overnachten is verschaft of wie heeft overnacht gegevens ten minste betreffende:
naam, leeftijd en woonplaats;
datum van aankomst en vertrek;
het aantal overnachtingen ter zake waarvan belasting verschuldigd is.
3. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd voor bepaalde gevallen of groepen van gevallen van de in het eerste lid bedoelde verplichting gehele of gedeeltelijke ontheffing te verlenen, zo nodig onder door hen te stellen voorwaarden.
Bij de invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.
Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening toeristenbelasting 2014'.
Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 12 december 2013.
De raad voornoemd.
De griffier,
Dr. W.J. Oosten.
De voorzitter,
mr. I.R. Adema