Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Veghel

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2014 (eerste wijziging)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Veghel
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van leges 2014 (eerste wijziging)
CiteertitelVerordening op de heffing en de invordering van leges 2014 (eerste wijziging)
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 156, tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229 , eerste lid, aanhef en onderdeel b; Wet van 13 oktober 2011, houdende regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart, art. 1

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-12-201301-01-2015Nieuwe regeling

12-12-2013

Stadskrant Veghel, 18-12-2013

42355
09-03-2014Art. 2; art. 3; tarieventabel legesverordening

13-02-2014

GVOP 26-02-2014

09-03-2014Art. 2; art. 3; tarieventabel legesverordening

13-02-2014

GVOP, 26-02-2014

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2014

De raad van de gemeente Veghel;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013;

gelet op de artikelen 156, tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229 , eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet; en artikel 1 van de Wet van 13 oktober 2011, houdende regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart  (Stb. 2011, 440);

b e s l u i t :

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2014

(Legesverordening 2014).

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    ’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

  • Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a. het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b. het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

  • een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is een aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve waarvan de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten uitsluitend verricht in het algemeen belang of voor een liefdadig doel;

  • b.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • c.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • d.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht , voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets);

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet .

  • 3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

  • 1. Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

  • 2. Voor de toepassing van artikel 28, vierde lid, van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 2.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 3.

      onderdeel 1.4.3 (papieren verstrekking uit Basis Registratie Personen

    • 4.

      hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);

    • 5.

      onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 6.

      hoofdstuk 16 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Slotbepalingen

  • 1. De "legesverordening 2013”, vastgesteld bij raadsbesluit van 13 december 2012 wordtingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening op de heffing en de invordering van Leges 2014”.

Ondertekening

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 12 december 2013

De raad voornoemd.

De griffier,

Dr. W.J. Oosten

De voorzitter,

Mr. Ina R. Adema

Toelichting bij de legesverordening 2014

Wijzigingen t.o.v. 2013

De verordening is ten opzichte van de verordening 2013 gewijzigd door het schrappen in artikel 4 van de volgende diensten waarvoor vrijstelling van de legesplicht geldt.

a.diensten uitsluitend nodig voor het in ontvangst kunnen nemen van pensioenen, lijfrenten, wachtgelden, lonen, bezoldiging, en andere periodieke uitkeringen

Deze bepaling beoogde enkele wettelijke vrijstellingen van de legesplicht te noemen. Omdat deze opsomming verre van compleet was wekte deze verwarring Overeenkomstig het model van de VNG vermeldt dit artikel daarom niet langer vrijstellingen die voorkomen in andere hogere wettelijke regelingen.

Overigens kan de legesverordening geen inbreuk maken op of bepaalde beperkingen opnemen met betrekking tot de bij wet verleende vrijstellingen.

Die vrijstellingen zijn onder meer:

• - De diplomatieke en internationale vrijstellingen. Op grond van artikel 243 van de Gemeentewet kunnen de ministers van Binnenlandse Zaken en Financiën vrijstelling van gemeentelijke belastingen verlenen indien het volkenrecht dan wel het internationale gebruik daartoe noopt. Van deze mogelijkheid is gebruik gemaakt, althans voor zover voor de leges van belang, in de ‘Regeling diplomatieke en internationale vrijstellingen gemeentelijke belastingen 1997’ (Regeling van 20 december 1996, FO96/ U2383, Stcrt. 1996, 249, Belastingblad 1997, blz. 91, nadien gewijzigd).

• - De vrijstelling voor het doen van naspeuringen (door de aanvrager zelf) in de gemeentearchieven bedoeld in de Archiefwet 1995, dit vanwege het openbare karakter van archiefbewaarplaatsen (artikel 14 van de Archiefwet 1995).

• - De vrijstellingen opgenomen in de artikelen 2 en 4 van de Wet rechten burgerlijke stand 1879, Stb. 72, laatstelijk gewijzigd bij de Wet van 27 november 2008, Stb. 500 (inwerkingtreding 1 maart 2009).

• - De ‘vrijstelling’ met betrekking tot de verlening, wijziging of intrekking van een vergunning of ontheffing krachtens de Wet milieubeheer (artikel 15.34a Wet milieubeheer).

• - De ‘vrijstelling’ voor beschikkingen krachtens de Wet bodembescherming (artikel 86a Wet bodembescherming).

• - De vrijstellingen (‘kosteloze verstrekkingen’), genoemd in onder andere:

• - artikel 55 van de AWR;

• - artikel 32a van de Wet waardering onroerende zaken;

• - artikel 93 van de Pensioenwet;

• - artikel 111 van de Pensioenwet politieke ambtsdragers;

• - artikelen 78, eerste lid, 79, eerste en tweede lid, 95 en 99, tiende lid, van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;

• - artikel 41 van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945;

• - artikel 52 van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945;

• - artikel 55, derde lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.

b. diensten betreffende militaire zaken;

c. het raadplegen van de bij de gemeente berustende registers, leggers en plankaarten van de Dienst van het Kadaster en de openbare registers door ambtenaren in de uitoefening van hun functie;

De onder b en c genoemde diensten worden niet meer geleverd en kunnen komen te vervallen.

Diensten uitsluitend verricht in het algemeen belang of voor een liefdadig doel.

In de bijlage bij het evenementenbeleid heeft de gemeenteraad bepaald welke diensten onder deze vrijstelling vallen.