Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Littenseradiel

Verordening Wet inburgering gemeente Littenseradiel

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Littenseradiel
Officiële naam regelingVerordening Wet inburgering gemeente Littenseradiel
CiteertitelVerordening Wet inburgering gemeente Littenseradiel
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpboete, bestuurlijke boete, inburgering, inburgeringscursus, inburgeringsexamen, inburgeringsplichtige, inburgeringsvoorziening, Wet inburgering

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Op grond van artikel 28 Wet algemene regels herindeling is deze verordening per 1 januari 2020 vervallen, tenzij de hierna genoemde bestuursorganen de betreffende verordening al eerder vervallen hebben verklaard.

- De raad van de gemeente Súdwest-Fryslân heeft op 2 januari 2018 besloten deze verordening vervallen te verklaren voor zover deze van kracht is voor het gebied binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Súdwest-Fryslân zoals dat per 1 januari 2018, op grond van de Wet van 8 maart 2017 tot herindeling van de gemeenten Franekeradeel, het Bildt, Leeuwarden, Leeuwarderadeel, Littenseradiel, Menameradiel en Súdwest-Fryslân, is ontstaan.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 108, lid 2
  2. Gemeentewet, art. 147
  3. Wet inburgering, artikel 8
  4. Wet inburgering, art. 19, lid 5
  5. Wet inburgering, art. 23, lid 3
  6. Wet inburgering, art. 24a, lid 5
  7. Wet inburgering, art. 24e, lid 2
  8. Wet inburgering, art. 24f
  9. Wet inburgering, art. 35

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Beleidsregels Wet inburgering

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-07-201001-01-201001-01-2020Nieuwe regeling

21-06-2010

Op 'e Skille, 08-07-2010

collegevoorstel, 11-05-2010, nr. 13

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Wet inburgering gemeente Littenseradiel

De raad van de gemeente Littenseradiel;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 mei 2010, nr. 13;

gelet op de artikelen 108, tweede lid en 147 van de Gemeentewet en de artikelen 8, 19, vijfde lid, 23, derde lid, 24a, vijfde lid, 24e, tweede lid, 24f en 35 van de Wet inburgering;

besluit:

vast te stellen de Verordening Wet inburgering gemeente Littenseradiel.

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Littenseradiel;

    • b.

      de wet: de Wet inburgering;

    • c.

      voorziening: een (duale) inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening;

  • 2. De begripsomschrijvingen in de wet en de daarop berustende regelingen zijn van toepassing op de begrippen die in deze verordening worden gebruikt.

Artikel 2 De informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars

  • 1. Het college draagt er zorg voor dat de inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars op een doeltreffende en doelmatige wijze worden geïnformeerd over hun rechten en plichten uit hoofde van de wet en over het aanbod van en de toegang tot de voorzieningen.

  • 2. Het college beoordeelt eens in de vier jaren de doeltreffendheid en doelmatigheid van de informatieverstrekking aan de inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars en rapporteert daarover aan de raad.

Hoofdstuk 2 Doelgroepen en samenstelling van de inburgeringsvoor-ziening of taalkennisvoorziening

Artikel 3 Aanwijzen van de doelgroepen

  • 1. Het college wijst de groepen inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars aan waaraan bij voorrang een voorziening kan worden aangeboden, op basis van de volgende criteria:

    • a.

      de inburgeringsplichtige die gealfabetiseerd is;

    • b.

      de vrijwillige inburgeraar die gealfabetiseerd is;

    • c.

      de inburgeringsplichtige en de vrijwillige inburgeraar die algemene bijstand of een uitkering op grond van een regeling zoals bedoeld in artikel 19, vierde lid, of artikel 24a, vierde lid, van de wet ontvangt;

    • d.

      de inburgeringsplichtige en de vrijwillige inburgeraar die de zorg heeft voor een of meer kinderen jonger dan 17 jaar en die geen inkomen uit werk heeft of een regeling zoals bedoeld in artikel 19, vierde lid, of artikel 24a, vierde lid, van de wet ontvangt;

    • e.

      de inburgeringsplichtige en de vrijwillige inburgeraar die zichzelf meldt en gemotiveerd is.

  • 2. Het college kan bij nadere regeling de weging van deze voorrangscriteria vaststellen.

Artikel 4 De samenstelling van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening

  • 1. De inburgeringsvoorziening wordt samengesteld met inachtneming van de volgende doelstellingen:

    • a.

      het behalen van het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II;

    • b.

      het vergroten van arbeidsparticipatie, en/of;

    • c.

      het vergroten van maatschappelijke participatie.

  • 2. De taalkennisvoorziening wordt samengesteld met de doelstelling verwerving en versterking van de kennis van de Nederlandse taal die noodzakelijk is voor het kunnen afronden van een beroepsopleiding.

  • 3. Het college stemt de voorziening, met uitzondering van de inburgeringsvoorziening aan geestelijke bedienaren, af op het startniveau en de vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de inburgeringsplichtige.

  • 4. Het college bepaalt in overleg met de vrijwillige inburgeraar, uitgezonderd geestelijke bedienaren, de samenstelling van de voorziening. De voorziening wordt afgestemd op het startniveau en de vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de vrijwillige inburgeraar.

Artikel 5 De inning van de eigen bijdrage

  • 1. De eigen bijdrage, als bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de wet wordt in ten hoogste tien termijnen betaald.

  • 2. Het college legt in de beschikking tot vaststelling van de voorziening aan de inburgeringsplichtige de termijnen van betaling vast. Indien het college de eigen bijdrage verrekent met de algemene bijstand, wordt dat in de beschikking vastgelegd.

  • 3. Het college legt in de overeenkomst met de vrijwillige inburgeraar de termijnen van betaling vast. Indien overeengekomen is dat het college de eigen bijdrage verrekent met de algemene bijstand, wordt dat in de overeenkomst, als bedoeld in artikel 11 vastgelegd.

Artikel 6 Bonus eigen bijdrage

  • 1. Indien de inburgeringsplichtige, die een eigen bijdrage als bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de wet is verschuldigd, is geslaagd voor het inburgeringsexamen of het staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II, binnen de wettelijke termijn, wordt hem of haar eenmalig een bonus ter hoogte van het bedrag van de eigen bijdrage uitgekeerd.

  • 2. Indien de inburgeringsplichtige, die een eigen bijdrage als bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de wet is verschuldigd, op grond van artikel 31, tweede lid, onder c, van de wet wordt ontheven van zijn of haar inburgeringsplicht wordt hem of haar de eigen bijdrage kwijtgescholden.

  • 3. De vrijwillige inburgeraar komt in aanmerking voor de bonus, zoals beschreven in het eerste lid, indien hij of zij binnen de termijn, zoals overeengekomen in de overeenkomst, deelgenomen heeft aan het inburgeringsexamen of het staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II, als bedoeld in artikel 11, onderdeel c.

  • 4. Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op de vrijwillige inburgeraar, indien het college, op grond van aantoonbaar geleverde inspanning, van oordeel is dat het voor hem of haar redelijkerwijs niet mogelijk is het inburgeringsexamen te behalen.

Artikel 7 Opleggen van verplichtingen

  • 1. Het college kan een inburgeringsplichtige bij beschikking een of meer van de volgende verplichtingen opleggen:

    • a.

      het deelnemen aan de aangeboden voorziening;

    • b.

      het deelnemen aan (voortgangs)gesprekken met de trajectbegeleider;

    • c.

      het voor de eerste keer deelnemen aan het inburgeringexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I en II op een tijdstip dat door het college wordt bepaald;

    • d.

      het melden indien door ziekte dan wel door andere relevante omstandigheden niet aan de verplichtingen in de beschikking kan worden voldaan.

  • 2. Het college kan in de overeenkomst met de vrijwillige inburgeraar, als bedoeld in artikel 24d, tweede lid, van de wet, de onder het eerste lid genoemde verplichtingen a tot en met d opnemen.

Hoofdstuk 3 Het aanbod van een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening

Artikel 8 De procedure van het doen van een aanbod

  • 1. Het college doet het aanbod, als bedoeld in artikel 19, of artikel 24a van de wet, schriftelijk. Het aanbod wordt gezonden naar het adres waar de inburgeringsplichtige of de vrijwillige inburgeraar in de gemeentelijke basisadministratie is ingeschreven.

  • 2. Het aanbod geeft een omschrijving van de voorziening die wordt aangeboden en vermeldt de rechten en verplichtingen die aan deze voorziening worden verbonden.

  • 3. De inburgeringsplichtige of de vrijwillige inburgeraar aan wie een aanbod wordt gedaan, deelt binnen drie weken het college schriftelijk mee of hij/zij het aanbod al dan niet aanvaardt.

  • 4. Wanneer de inburgeringsplichtige het aanbod aanvaardt, neemt het college binnen drie weken na ontvangst van deze mededeling het besluit tot toekenning van de voorziening overeenkomstig het gedane aanbod.

  • 5. Wanneer de vrijwillige inburgeraar het aanbod aanvaardt, legt het college binnen drie weken na ontvangst van deze mededeling aan de vrijwillige inburgeraar, ter ondertekening, een overeenkomst voor, overeenkomstig het gedane aanbod.

  • 6. Het college kan de termijn, zoals genoemd in het vierde en vijfde lid, verlengen me twee weken, indien artikel 10 van deze verordening van toepassing is.

  • 7. Het aanbod als bedoeld in het eerste lid wordt niet eerder gedaan dan nadat de identiteit van de inburgeringsplichtige of de vrijwillige inburgeraar is vastgesteld aan de hand van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.

Artikel 9 De inhoud van de beschikking voor de inburgeringsplichtige

Het besluit tot toekenning van een voorziening bevat in ieder geval:

  • a.

    een beschrijving van de voorziening;

  • b.

    een opgave van de rechten en plichten van de inburgeringsplichtige;

  • c.

    de datum waarop het inburgeringexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I en II moet zijn behaald;

  • d.

    de termijnen en de wijze van betaling;

  • e.

    ingeval van een oudkomer: de datum waarop de termijn van handhaving van de inburgeringsplicht, als bedoeld in artikel 26 van de wet, aanvangt.

Artikel 10 De voorziening in de vorm van een persoonlijk inburgeringsbudget

  • 1. Het college behandelt het verzoek van de inburgeringsplichtige of vrijwillige inburgeraarom in aanmerking te komen voor een voorziening in de vorm van een persoonlijk inburgeringsbudget op de volgende wijze:

    • a.

      de inburgeringsplichtige of vrijwillige inburgeraar dient voorafgaand aan de voorziening een schriftelijk gemotiveerd verzoek tot een persoonlijk inburgeringsbudget in te dienen;

    • b.

      de gemeente begeleidt de betreffende inburgeraar actief met de samenstelling van de voorziening, met het doel dat de inburgeringsvoorziening moet leiden tot een succesvol afgelegd inburgeringsexamen of een van de inburgeringsplicht vrijstellend examen.

  • 2. Het college keurt het voorstel van de inburgeringsplichtige of vrijwillige inburgeraar voor het volgen van een (duaal) inburgeringsprogramma goed, indien:

    • a.

      het voorgestelde traject naar het oordeel van het college passend is om hem of haar voor te bereiden op en toe te leiden naar het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II;

    • b.

      de kosten voor dit traject niet hoger zijn dan € 6.000,--;

    • c.

      de inburgeringsplichtige of vrijwillige inburgeraar niet al deelneemt aan een ander gemeentelijk inburgeringstraject en;

    • d.

      het voorgestelde traject wordt verzorgd door een inburgeringsbedrijf dat voldoet aan de volgende vereisten:

      • ·

        de aanbieder heeft aantoonbare ervaring op het gebied van het verzorgen van inburgeringsvoorzieningen;

      • ·

        de aanbieder van de voorziening moet zijn ingeschreven bij de Kamer van Koophandel.

  • 3. Het college keurt het voorstel van de inburgeraar voor het volgen van een taalkennisvoorziening goed, indien deze taalkennisvoorziening:

    • a.

      naar het oordeel van het college passend is om hem of haar de kennis van de Nederlandse taal te laten verwerven die noodzakelijk is voor het kunnen afronden van een MBO-opleiding op niveau 1 of 2, en;

    • b.

      wordt verzorgd door een erkend taalinstituut dat ingeschreven staat bij de Kamer van Koophandel.

  • 4. Als het college de voorziening in de vorm van een persoonlijk inburgeringsbudget heeft vastgesteld, dan sluiten de inburgeringsplichtige en het college een overeenkomst met het inburgeringsbedrijf.

  • 5. Als het college de overeenkomst met de vrijwillige inburgeraar, als bedoeld in artikel 24d, tweede lid, van de wet, waarin de voorziening in de vorm van een persoonlijk inburgeringsbudget is opgenomen, heeft gesloten, dan sluiten de vrijwillige inburgeraar en het college een overeenkomst met het inburgeringsbedrijf. 

Artikel 11 De inhoud van de overeenkomst voor de vrijwillige inburgeraar

De overeenkomst met de vrijwillige inburgeraar, als bedoeld in artikel 24d, tweede lid, van de wet bevat in ieder geval:

  • a.

    een beschrijving van de voorziening;

  • b.

    een opgave van de rechten en plichten van de vrijwillige inburgeraar;

  • c.

    de datum waarop aan het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II moet zijn deelgenomen;

  • d.

    de sancties die kunnen worden toegepast wanneer de verplichtingen niet worden nagekomen, en indien van toepassing;

  • e.

    de termijn en de wijze van betaling van de eigen bijdrage.

Artikel 12 Sancties bij niet nakomen van de overeenkomst voor de vrijwillige inburgeraar

Als de vrijwillige inburgeraar geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de met hem of haar overeengekomen inburgerings- of taalkennisvoorziening, als bedoeld in artikel 24a, eerste lid, van de wet of aan de verplichtingen, als bedoeld in artikel 7 van deze verordening dan is artikel 6 van deze verordening niet van toepassing.

Hoofdstuk 4 De bestuurlijke boete

Artikel 13 De hoogte van de bestuurlijke boetes voor de verschillende overtredingen

  • 1. De bestuurlijke boete bedraagt maximaal € 150,-- indien de inburgeringsplichtige of de persoon ten aanzien van wie het college op redelijke gronden kan vermoeden dat deze inburgeringsplichtig is, handelt in strijd met artikel 25 van de wet.

  • 2. De bestuurlijke boete bedraagt maximaal € 350,-- indien de inburgeringsplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem of haar vastgestelde voorziening, als bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de wet of aan de verplichtingen, als bedoeld in artikel 7 van deze verordening.

  • 3. De bestuurlijke boete bedraagt € 250,-- indien de inburgeringsplichtige niet binnen de in artikel 7, eerste lid, van de wet bedoelde termijn of binnen de door het college op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel a, van de wet verlengde termijn het inburgeringexamen heeft behaald.

  • 4. De bestuurlijke boete bedraagt € 500,-- indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 32 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringexamen heeft behaald.

  • 5. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 1000,-- indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 33 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na die van bekendmakingen werkt terug tot en met 1 januari 2010, met uitzondering van artikel 12 en 13.

  • 2. De Verordening Wet inburgering, vastgesteld bij besluit van 12 maart 2007 wordt op de in het eerste lid bedoelde dag ingetrokken.

Artikel 15 Overgangsbepaling

Besluiten, genomen krachtens de verordening als bedoeld in artikel 14, tweede lid, die golden op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening en waarvoor deze verordening overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

Artikel 16 Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als Verordening Wet inburgering gemeente Littenseradiel.

Ondertekening

Wommels, 21 juni 2010

De raad voornoemd,

, voorzitter

, griffier