Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Zuidoost

Besluit van 18 maart 2003 van het Dagelijks Bestuur van het Stadsdeel Zuidoost inzake de staanplaatsen en venten nabij het stadion Amsterdam ArenA en omgeving

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Zuidoost
Officiële naam regelingBesluit van 18 maart 2003 van het Dagelijks Bestuur van het Stadsdeel Zuidoost inzake de staanplaatsen en venten nabij het stadion Amsterdam ArenA en omgeving
CiteertitelBesluit van 18 maart 2003 van het Dagelijks Bestuur van het Stadsdeel Zuidoost inzake de staanplaatsen en venten nabij het stadion Amsterdam ArenA en omgeving
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpOpenbare orde en veiligheid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 18-3-2003

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: -

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-04-200319-03-2016nieuwe regeling

18-03-2003

-

-

Tekst van de regeling

Besluit van 18 maart 2003 van het Dagelijks Bestuur van het Stadsdeel Zuidoost inzake de staanplaatsen en venten nabij het stadion Amsterdam ArenA en omgeving

In vervolg op de eerdere besluiten van 11 maart en 8 april 1997 wordt het volgende bepaald:

I. Het beleid inzake de staanplaatsen ex artikel 7.1 lid 3 (verordening op de straathandel 2000) is bepaald voor een beheersgebied waarin een kerngebied is opgenomen:

a. het beheersgebied wordt begrensd door de gemeentegrens (de noordkant), de Holterbergweg (de westkant), de spoorlijn (de oostkant), de Hoogoorddreef (de zuidkant).

b. het kerngebied wordt op maaiveldniveau begrensd door het sierwater beneden de trainingsvelden en de brug (de noordkant), de ‘'Passage'' (de westkant), de spoorlijn (de oostkant) en de grens tussen de Boulevard en de Corridor (de zuidkant).

II. Er worden 20 plaatsen in totaal uitgegeven in het kerngebied bij evenementen in de Amsterdam ArenA. Daarvan zijn 10 plaatsen op de ‘'Loper'' (de noordkant) en 10 plaatsen op de Boulevard (de zuidkant). In het gehele beheersgebied worden buiten het kerngebied geen plaatsen uitgegeven. De huidige 20 plaatsen zijn tijdelijk, totdat het gebied voldoende tot ontwikkeling is gekomen, zodat de plaatsen kunnen worden vastgesteld. Uitgangspunt is de situatieschets van de sector Beheer en Milieu d.d. 4 februari 1997 met als aanvulling de ‘'plintbebouwing'' in 1999.

III. In het gehele beheersgebied worden geen wens- of initiatiefplaatsen uitgegeven.

IV. De vergunningen voor de plaatsen worden verstrekt aan de groep van 20 handelaren die voorheen werkzaam waren bij de oude Amsterdamse stadions voor zover nog actief, en hun opvolgers volgens de gecombineerde wachtlijst bij de oude stadions en de lijst van ‘'nieuwkomers'' De (wacht-)lijsten worden vastgesteld op basis van anciënniteit.

V. Uitzonderingen op het beleid inzake staanplaatsen zijn:

a. Er worden geen (individuele) staanplaatsvergunningen verleend bij ‘'risico-evenementen'' in geval het belang van de openbare orde en veiligheid dit vereist;

b. Er worden geen (individuele) staanplaatsvergunningen verleend bij een evenement op de Boulevard en/of de Loper waarvoor een vergunning ex artikel 2.11 APV 1994 is verleend;

c. Er kunnen bij evenementen in het stadion Amsterdam ArenA in de categorie popconcerten en dance-events op drie nader aan te wijzen plaatsen een vergunning verleend worden aan de organisator daarvan of aan het stadion voor de verkoop van evenementgerelateerde artikelen (souvenirs).

d. Alle bevelen en opdrachten van of namens de commissaris van de politie Regio Amsterdam-Amstelland, district 7, dienen te worden opgevolgd, ook ten aanzien van wijziging van de locatie of geheel of gedeeltelijk staken van de bedrijfsvoering.

VI. De anciënniteit van de lijsten wordt als volgt vastgesteld:

a. de lijst van vaste plaatshouders bij het besluit van 11 maart 1997:

- de anciënniteit van de groep ‘'ouderen'' van voor 1990 is niet op basis van objectieve gegevens vast te stellen;

- de anciënniteit van de groep ‘'jongeren'' van na 1990 is conform de lijst, waarbij de volgorde tussen nummer 4 en 5 (HH Fokke en Wielhouwer) wordt omgewisseld.

b. de gecombineerde wachtlijst van de oude stadions bij het besluit van 11 maart 1997 is opgeschoond en wordt vastgesteld volgens bijgevoegde lijst.

c. de lijst van ‘'nieuwkomers'' in het overzicht van 9 juni 1999 is voorlopig en wordt vastgesteld volgens bijgevoegde, opgeschoonde lijst naar de stand van zaken per 1 december 2002 en vastgesteld en gepubliceerd op 12 februari 2002.

d. de deelnemers aan de wachtlijsten dienen zich na de opschoning jaarlijks opnieuw aan te melden met opgave van de actuele gegevens en betaling van de daarvoor verschuldigde leges, behoudens het bezit van een geldig (gemeentelijk) bewijs van inschrijving.

VII. Indien de anciënniteit van belang is, wordt gehandeld op basis daarvan voor zover deze bekend is op objectieve gronden. In overige gevallen vindt er behoudens onderlinge overeenstemming een loting plaats.

VIII. Er wordt een reglement opgesteld, waarin de gedragsregels voor het gebruik van de vergunning en de toegewezen plaats worden vastgesteld.

IX. Afname van de vergunning (aanvragen en betalen):

a. De afname van de vergunning omvat de verplichting tot voldoening van de legesgelden en de heffing staanplaatsgelden volgens de geldende heffingstabel;

b. Een vaste plaatshouder dient voor tenminste 3/4e (75%) van de in een kwartaal vergunde evenementen (tijdig) ‘'af te nemen'' (aan te vragen en te betalen);

c. De verplichting tot afname van de vergunning kent de volgende uitzonderingen:

1) Handelaren in souvenirs behoeven bij andere dan voetbalwedstrijden geen vergunning aan te vragen, af te nemen;

2) Voor evenementen niet vermeld in het periodieke aanmeldingsformulier of ingeval van onverwachte datumwijziging;

3) Bij (tijdige) opgave van vakantie of ernstige ziekte;

4) Aantoonbare overmachtsituaties.

d. Bij intrekken van een verzoek tot vergunning blijven de legesgelden verschuldigd.

e. Uiterlijk aan het einde van elk kalenderkwartaal wordt vastgesteld, of een vaste plaatshouder aan zijn verplichting tot afname heeft voldaan. Het niet naleven van de verplichting tot minimale afname van vergunningen kan leiden tot een schorsing van het recht op een vaste plaats met sancties zoals hierna vermeld onder XIII en XIV.

f. Ingeval van schorsing van een vaste plaatshouder wordt de eerst en zo nodig de daarop volgende en verder op de wachtlijst benaderd, indien deze daarom heeft (hebben) verzocht. Aan een dergelijke vervanging kunnen geen rechten worden ontleend.

X. Ten aanzien van het verkoopmaterieel is het volgende bepaald:

a. Het verkoopmaterieel omvat maximaal één verkoopwagen, welke dient te staan in de richting van lengteas van de Boulevard of de Loper.

b. De te gebruiken verkoopwagens zijn mobiel en - in open staat - maximaal 5 meter lang (inclusief de dissel) en 4 meter diep met luifel met een vrije doorloopruimte voor de consument van 1 meter. Zonder luifel is de maximale diepte 3 meter.

c. Het verkoopmateriaal dient te verkeren in goede staat van onderhoud, te voldoen aan redelijke welstandseisen, geschikt zijn voor het artikel (brandveiligheid, levensmiddelenwetgeving, milieuwetgeving) en voldoen aan de verkeerswetgeving.

d. Bij wijze van uitsterfbeleid is sinds 1997 voor een beperkt aantal, bekende gevallen, langere wagens toegestaan op grond van historie bij de oude stadions. Deze uitzonderingen zijn persoonsgebonden en niet overdraagbaar bij vertrek of opzeggen van de huidige vergunninghouder.

e. Het ‘'overstaan'' van verkoopmaterieel of ‘'grondverkoop'' is niet toegestaan.

XI. Ten aanzien van de te verkopen artikelen is het volgende van belang:

1. Tijdens evenementen kunnen de volgende artikelen of artikelgroepen worden verkocht:

a. souvenirs, verband houdende met de activiteiten in het stadion;

b. ‘'gerede'' etenswaren zonder bakken en braden;

c. ‘'gerede'' etenswaren met bakken en braden;

d. vis;

e. gebak/zoetwaren;

f. andere in een reglement nader aan te wijzen artikelen of artikelgroepen.

2. Niet toegestaan is de verkoop en het in voorraad hebben van:

a. artikelen, waardoor bij onjuist gebruik daarvan de openbare orde en veiligheid in gevaar kan komen;

b. eet- en drinkwaren in harde verpakking;

c. alcoholhoudende dranken.

3. Onder ‘'gerede'' etenswaren worden verstaan: etenswaren voor directe menselijke consumptie, welke alleen eenvoudige bereidingshandelingen vereisen die deel uitmaken van de verkoophandeling.

4. Er dient voldaan te worden aan de vestigingswetgeving en de levensmiddelenwetgeving, indien en voor zover van toepassing.

5. Er kan één artikel/artikelgroep uit één en dezelfde wagen worden verkocht. Een combinatie van etenswaren en souvenirs is niet toegestaan. Hierop is één bestaande uitzondering. De bestaande uitzondering is persoonsgebonden en niet overdraagbaar.

6. Het ‘'bakken en braden'' op een locatie is alleen toegestaan, nadat daarvoor apart toestemming is verleend. De toestemming wordt alleen verleend als de locatie en het verkoopmaterieel voldoet aan de algemene vereisten ter zake van de milieuwetgeving en de (brand-)veiligheid. Het aantal ‘'bakplaatsen'' is beperkt.

7. Het bestaande aantal plaatsen voor de verkoop van souvenirs, te weten vier op de ‘'Loper'' en drie op de ‘'Boulevard'' blijft ongewijzigd, behoudens definitief vertrek van of bij definitieve wijziging in het artikel van de bestaande handelaar in souvenirs.

8. De keuze voor (een wijziging van) de artikelgroep gaat in met inachtneming van de eerstvolgende kalendermaand en geldt ten minste voor drie maanden De aanvraag tot wijziging moet tijdig worden ingediend.

XII. Er geldt een algemeen ventverbod voor het gehele beheersgebied met uitzondering van geschreven en gedrukte stukken etc. voor de verspreiding van gedachten en gevoelens in de zin van artikel 7 van de grondwet. Onder venten wordt tevens verstaan de verkoop in/vanuit winkelwagens.

XIII. Een vaste plaatshouder kan worden geschorst van het recht op een vaste plaats bij evenementen in het stadion:

a. bij overtreding van de verplichting tot afname van de vergunning voor

1) de eerstvolgende kalendermaand: bij overtreding voor de eerste maal;

2) het eerstvolgende kalenderkwartaal: bij overtreding voor de tweede maal;

3) 12 volle kalendermaanden met plaatsing daarna op verzoek onder de lijst van vaste plaatshouders: bij de eerstvolgende herhaling binnen 12 kalendermaanden.

b. wangedrag of overtreding van de voorschriften van een reglement kan leiden tot schorsing op het recht voor gelijke periodes.

XIV. Het recht op een vaste plaats of de plaats op de wachtlijst vervalt bij intrekking van de verleende vergunning of doorhaling van de plaats op de lijst van vaste plaatshouders:

a. op gronden als vermeld in artikel 9.2 Verordening op de Straathandel voor zover van overeenkomstige toepassing;

b. ingeval betrokkene binnen 12 kalendermaanden voor de volgende maal in aanmerking komt voor een schorsing van 12 kalendermaanden.

XV. De bijgevoegde toelichting met bijlagen maken deel uit van dit besluit. De bestaande besluiten van 11 maart en 8 april 1997 worden ingetrokken. In geval van tegenstrijdigheid geldt het besluit van heden.

XVI. Dit besluit treedt in werking per 1 april 2003.

Bijlagen

- algemene situatieschets 4 februari 1997 met plintbebouwing

- schets Boulevard idem

- toelichting

- lijsten per 1 december 2002

a. vaste plaatshouders (bijlage I)

b. de gecombineerde wachtlijst van de oude stadions (bijlage II)

c. de voorlopige lijst van ‘'nieuwkomers'' (bijlage III)