Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Het Bildt

Algemene subsidieverordening het Bildt

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Het Bildt
Officiële naam regelingAlgemene subsidieverordening het Bildt
CiteertitelAlgemene Subsidieverordening het Bildt
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Algemene Subsidieverordening van 11 november 2002

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Kaders Subsidiebeleid 2008-2010

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2012nieuwe regeling

15-12-2010

Bildtse Post 5-01-2011

Collegevoorstel 18 november 2010
14-06-2007nieuwe regeling

31-05-2007

Bildtse Post

collegevoorstel 17-04-2007
12-12-200201-01-2002nieuwe regeling

11-11-2002

Bildtse Post

02.11.04

Tekst van de regeling

No. 070505 St. Annaparochie, 31 mei 2007.

De raad der gemeente het Bildt;

overwegende;

dat de raad bij besluit dd. 11 november 2002 de Algemene Subsidie Verordening heeft vastgesteld;

dat het in aanvulling op de Algemene wet bestuursrecht van belang is om een regeling te treffen voor het subsidiëren van diverse activiteiten in de gemeente het Bildt op grond waarvan een duidelijk en rechtmatig subsidiebeleid kan worden gevoerd;

gelet op de artikelen 108 en 147 van de Gemeentewet en de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van d.d. 17 april 2007;

BESLUIT:

vast te stellen de volgende:

Algemene subsidieverordening het Bildt

A. ALGEMENE BEPALINGEN

Begripsomschrijvingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

incidentele subsidie: een subsidie die kan worden verstrekt ten behoeve van een bepaalde eenmalige activiteit voor een beperkt tijdvak;

investeringssubsidie: subsidie als een eenmalige bijdrage ineens in de kosten van de sobere en doelmatige stichting en inrichting van een sociaal culturele of sportaccommodatie of in de kosten van het op een sobere en doelmatige wijze voor dat doel geschikt maken van een bestaand pand;

structurele subsidie: subsidie voor activiteiten die gedurende een geheel of een deel van een kalenderjaar, gedurende meerdere kalenderjaren wordt verzorgd. De structurele subsidie is te onderscheiden in 2 soorten, nl.:

budgetsubsidie: een subsidie die de organisatie voor een of meerdere jaren, maar maximaal 4 jaar, wordt verleend om een in de beschikking genoemd werkprogramma of activiteitenpakket uit te voeren en waarover na afloop verantwoording dient te worden afgelegd ten aanzien van de omvang en kwaliteit van de uitgevoerde activiteiten.

waarderingssubsidie: een subsidie die de organisatie voor een of meerdere jaren, maar maximaal 4 jaar, wordt verleend waarbij in beginsel geen verband bestaat tussen de kosten die de organisatie maakt en de subsidie die zij ontvangt;

meerjarig subsidietijdvak: de periode waarvoor beleidsregels voor het subsidiebeleid zijn vastgesteld.

Reikwijdte

Artikel 2

Deze verordening is van toepassing op alle subsidieverstrekkingen door de gemeente het Bildt.

Bevoegdheden

Artikel 3

De raad stelt de beleidsregels vast bij wijze van kader voor subsidieverstrekking in een bepaald meerjarig subsidietijdvak.

Het college is bevoegd tot het nemen van besluiten over het verstrekken van subsidie met inachtneming van deze verordening.

Het college kan jaarlijks subsidieplafonds vaststellen binnen het door de raad vastgestelde financiële kader ter uitvoering van het bepaalde in artikel 11.

B. SUBSIDIEPROCES

De Aanvraag

Artikel 4

De aanvrager van een subsidie is een rechtspersoon. Uitzondering daarop is dat de aanvrager van een incidentele subsidie behalve een rechtspersoon ook één of meer natuurlijke personen kan zijn.

Eisen aanvraag

Artikel 5

Een aanvraag voor incidentele of investeringssubsidie wordt ingediend uiterlijk 8 weken voordat de activiteiten ten uitvoer worden gebracht.

Structurele subsidies worden aangevraagd voor 1 mei van het jaar voorafgaand aan het kalenderjaarjaar of het meerjarige subsidietijdvak, waarin de activiteiten plaatsvinden.

Artikel 6

Onverminderd het bepaalde in artikel 4:2 van de Algemene Wet Bestuursrecht gaat een subsidieaanvraag vergezeld van:

een activiteitenplan waarin in ieder geval tot uitdrukking komen de aard en omvang van de geplande activiteit en de daarmee nagestreefde doelstellingen;

een opgaaf van overige subsidieaanvragen voor dezelfde activiteit met daarbij de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van de aanvragen;

een begroting van de aan de activiteit verbonden inkomsten en uitgaven, voorzien van een toelichting;

een jaarrekening van het voorgaande boekjaar met toelichting dan wel de actuele balans met toelichting;

de statuten of een oprichtingsakte van de rechtspersoon, indien het een eerste subsidieaanvraag betreft;

Gegevens die door het college noodzakelijk worden geacht voor een goede beoordeling van de aanvraag;

Het gestelde bij lid 1, onder d en e is niet van toepassing op een aanvraag om incidentele subsidie en niet op aanvragen op grond van artikel 7 n die niet door een rechtspersoon worden ingediend.

Een uitzondering op het gestelde in lid 1 is een waarderingssubsidie, waarvoor slechts een financieel jaarverslag aan de aanvraag wordt toegevoegd.

Subsidieverstrekking

Artikel 7

Subsidie kan worden verstrekt op grond van specifieke wetgeving of voor de volgende activiteiten, voor zover die zijn opgenomen in de beleidsregels subsidiebeleid:

  • Onderwijs

  • Milieu

  • Oprichten en aanpassen van sociaal-culturele en sportaccommodaties

  • Incidentele activiteiten op het gebied van welzijn, sport, kunst, cultuur en cultuurtoerisme

  • Sport

  • Bibliotheekwerk

  • Muziekonderwijs

  • Amateuristische kunstbeoefening, als op 1 april van het jaar voorafgaand aan het subsidietijdvak een koor tenminste 20 leden heeft, een korps 20 en een toneelvereniging tenminste 15 leden.

  • Jeugd- en jongerenwerk

  • Ouderenwerk

  • Welzijn, gezondheid en leefbaarheid

  • Taal en cultuur

  • Uitvoeren van activiteiten, waarin de gemeente een wettelijke verplichting heeft Monumentenzorg en archeologie

Artikel 8

Een incidentele subsidie kan hoogstens twee keer voor dezelfde activiteit worden verstrekt.

Artikel 9

Structurele subsidies worden verstrekt voor één of meer jaren van het tijdvak waarvoor beleidsregels zijn vastgesteld. Voor een meerjarig subsidietijdvak geldt een subsidieperiode tot maximaal 4 jaar.

Artikel 10

Het college beslist op de aanvraag voor structurele subsidies voor 1 januari van het jaar of de periode waarin de prestatie wordt gerealiseerd c.q. waarop de subsidie betrekking heeft.

Op de aanvraag voor een incidentele of investeringssubsidie wordt binnen 13 weken een beslissing genomen.

Artikel 11

Voor incidentele subsidies wordt een subsidieplafond ingesteld. De aanvragen die volledig zijn ingediend, komen op volgorde van binnenkomst voor verdeling in aanmerking.

Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 12

De ontvanger van een budgetsubsidie voor een meerjarige periode dient jaarlijks voor 1 mei een jaarrekening en een activiteitenverslag van het voorgaande jaar in, waaruit blijkt in hoeverre de activiteiten die in de beschikking zijn genoemd zijn gerealiseerd.

De ontvanger van een meerjarige waarderingssubsidie dient jaarlijks voor 1 mei een jaarverslag van het voorgaande jaar in.

Artikel 13

De ontvanger van een budgetsubsidie heeft de volgende verplichtingen:

het voeren van een deugdelijke administratie en bewaarplicht;

het melden van wijziging van omstandigheden

Artikel 14

Het college kan aanvullende verplichtingen opleggen met betrekking tot de inrichting van het activiteitenplan en de begroting, de wijze waarop of de middelen waarmee, de gesubsidieerde activiteit(en) worden verricht.

Verplichtingen van de subsidieontvanger van een structurele subsidie vanaf een bedrag van

€ 10.000,-

Artikel 15

Aan de begroting worden de volgende nadere eisen gesteld:

de opstelling van de begroting is conform de opstelling van de jaarrekening en vermeldt per product de kosten en de te verwachten inkomsten, zodat inzicht wordt verkregen welke producten beoogd worden en voor welke kosten nog geen dekking is gevonden.

Artikel 16

De subsidieontvanger van een structurele subsidie behoeft de toestemming van het college voor de in artikel 4:71 van de Algemene Wet Bestuursrecht genoemde rechtshandelingen, indien dit bij de subsidieverlening is bepaald.

Artikel 17

Het college kan een subsidieontvanger bij de subsidieverlening verplichten om bij de jaarrekening tevens een accountantscontrole ingevolge artikel 4:78 eerste tot en met het vierde lid Algemene Wet Bestuursrecht te overleggen.

Artikel 18

Indien het college krachtens het bepaalde in artikel 17 indiening van een accountantsverklaring verplicht heeft gesteld, kan het college daarbij bepalen dat de opdracht aan de accountant tevens onderzoek van de naleving van de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen en in het bijzonder naar de daadwerkelijke realisering van de opgegeven prestaties, omvat.

Vaststellen subsidie

Artikel 19

De organisatie waaraan een subsidie is verleend, doet binnen de door het college bepaalde termijn nadat de activiteit is gerealiseerd, aan het college een verzoek tot vaststelling van de subsidie toekomen, waarbij een deugdelijke financiële verantwoording wordt verstrekt.

De organisatie waaraan een investeringssubsidie is verleend doet binnen een termijn van zes maanden nadat de werkzaamheden zijn voltooid aan het college een verzoek tot vaststelling van de subsidie toekomen, waarbij een deugdelijke financiële verantwoording wordt verstrekt.

Wanneer een budgetsubsidie is verstrekt, hoeft de organisatie geen aanvraag om vaststelling van de subsidie in te dienen.

Artikel 20

Het college stelt binnen 1 jaar na afloop van de activiteit het subsidie vast.

Het college stelt binnen 1 jaar na afloop van het subsidietijdvak de budgetsubsidie ambtshalve vast.

Indien bij de subsidieverlening een maximum aan eigen vermogen is bepaald, wordt bij de vaststelling van de subsidie het subsidiebedrag verminderd met het bedrag waarmee het maximaal toegestane eigen vermogen wordt overschreden.

Weigeringsgronden

Artikel 21

De subsidie kan naast de in artikel 4:25 en artikel 4:35 van de AWB genoemde gronden worden geweigerd indien gegronde redenen bestaan aan te nemen dat:

a. de activiteiten van de aanvrager niet gericht zullen zijn op de gemeente of niet aanwijsbaar ten goede zullen komen aan ingezetenen van de gemeente;

b. de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

c. de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn

met de wet, het algemeen belang of de openbare orde.

d. de subsidieverlening niet past binnen het beleid van de gemeente.

e. het aanbod van de aanvrager niet of onvoldoende open staat voor alle groeperingen of personen, zonder onderscheid naar ras, godsdienst, levensovertuiging, sekse of seksuele geaardheid;

f. de instelling zelf in de kosten daarvan kan voorzien, hetzij uit eigen middelen hetzij uit middelen van derden;

de rechtspersoon zich onvoldoende heeft ingezet voor het verkrijgen van middelen, anders dan gemeentelijke subsidie.

HOOFDSTUK III SLOTBEPALINGEN

Artikel 22

Alvorens een beschikking te geven kan het college om nadere gegevens verzoeken, indien hij dit noodzakelijk acht.

Artikel 23

Het college kan in individuele gevallen van een of meer verplichtingen van deze verordening vrijstelling verlenen, voor zover toepassing gelet op het belang van een doelgerichte of evenwichtige subsidieverstrekking, leidt tot een niet te voorziene onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 24

Indien het subsidie betreft het doorsluizen van Europese of rijksmiddelen die de gemeente voor dat doel ontvangt, dan wordt de gemeentelijke subsidieverlening gelijktijdig beëindigd met de beëindiging van de ontvangst van de betreffende middelen.

Artikel 25

Artikel 4:24 van de Algemene Wet Bestuursrecht is niet van toepassing op de subsidies die verleend worden op grond van deze verordening.

Inwerkingtreding

Artikel 26

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie, onder intrekking van de Algemene Subsidieverordening van 11 november 2002.

Citeerartikel

Artikel 27

Deze verordening wordt aangehaald als "Algemene Subsidieverordening het Bildt."

De raad voornoemd,

, voorzitter.

, secretaris.