Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Het Bildt

Algemene subsidieverordening

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Het Bildt
Officiële naam regelingAlgemene subsidieverordening
CiteertitelAlgemene Subsidieverordening het Bildt
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Met ingang van deze verordening vervalt de verordening van 20 december 2001

Datum ondertekening inwerkingstredingbesluit 11-11-2002

Bron ondertekening inwerkingstredingbesluit Bildtse Post

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet bestuursrecht,artikel 4:23
  2. Algemene wet bestuursrecht,artikel 4:25

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2012nieuwe regeling

15-12-2010

Bildtse Post 5-01-2011

Collegevoorstel 18 november 2010
14-06-2007nieuwe regeling

31-05-2007

Bildtse Post

collegevoorstel 17-04-2007
12-12-200201-01-2002nieuwe regeling

11-11-2002

Bildtse Post

02.11.04

Tekst van de regeling

De raad der gemeente het Bildt;

overwegende;

dat de raad bij besluit dd. 20 december 2001 de Algemene Subsidie Verordening heeft vastgesteld;

dat het gewenst is voor het subsidiëren van diverse activiteiten in de gemeente het Bildt enkele wijzigingen vast te stellen;

dat het voor de leesbaarheid van de verordening gewenst is de tekst opnieuw integraal vast te stellen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van d.d. 17-9-2002;

BESLUIT:

vast te stellen de volgende:

Algemene subsidieverordening

A. ALGEMENE BEPALINGEN

Begripsomschrijvingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. beleidsonderdeel: een specifiek deel van het gemeentelijk beleid, waarop activiteiten worden uitgevoerd;

b. activiteitenplan: een overzicht van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd en de daarmee nagestreefde doelstellingen met daarbij per activiteit de daarvoor benodigde personele en materiële middelen, alsmede van de relatie van dat aanbod met het gemeentelijk beleid;

  • c.

    subsidie: subsidie als bedoeld in artikel 4:21 Awb, inhoudende de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten;

  • d.

    structurele subsidie: subsidie voor activiteiten die gedurende een geheel of een deel van een kalenderjaar, gedurende meerdere kalenderjaren wordt verzorgd, verder te noemen; afdeling 4.2.8 van de wet is hierop van toepassing. De structurele subsidie is te onderscheiden in 2 soorten, nl.:

  • budgetsubsidie: een subsidie waarbij de organisatie een bedrag krijgt toegewezen om een tevoren overeengekomen werkprogramma of activiteitenpakket uit te voeren en na afloop verantwoording dient af te leggen over de omvang en kwaliteit van de uitgevoerde activiteiten;

  • waarderingssubsidie: een structurele subsidie voor de activiteiten van een organisatie waarbij in beginsel geen verband bestaat tussen de kosten die de organisatie maakt en de subsidie die zij ontvangt;

  • d.

    incidentele subsidie: een eenmalige subsidie die ten behoeve van een bepaalde activiteit

    wordt verstrekt;

  • e.

    investeringssubsidie: een eenmalige bijdrage ineens in de kosten van de stichting en

    inrichting van een sociaal kulturele of sportaccommodatie of in de kosten van het voor dat doel geschikt maken van een bestaand pand.

    f. subsidie-contract: een overeenkomst ter uitvoering van een subsidiebesluit tussen burgemeester en wethouders en een organisatie waarin afspraken zijn opgenomen over prestaties die deze organisatie zal leveren en de subsidie die zij hiervoor toegekend krijgt voor de in de overeenkomst vastgestelde periode.

    g. subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies binnen een afzonderlijk beleidsonderdeel of voor een aantal onderdelen gezamenlijk, krachtens een besluit van de Raad.

    h. de wet: de Algemene wet bestuursrecht

    Reikwijdte van de verordening

Artikel 2

1. Deze verordening is van toepassing op de subsidiëring van alle activiteiten, die door aanvragers in het gemeentelijk belang worden ontplooid, tenzij bij of krachtens een besluit van de raad anders is bepaald.

2. De raad stelt jaarlijks het subsidieplafond vast voor elk afzonderlijk beleidsonderdeel.

Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 3

1. De subsidieontvanger moet ten minste voldoen aan de volgende voorwaarden:

a. indien de subsidieontvanger geen natuurlijk persoon is, dient de organisatie op zodanige wijze te zijn ingericht, dat personeel en eventuele vrijwilligers, alsmede degenen ten behoeve van wie het aanbod georganiseerd wordt, in de gelegenheid zijn invloed uit te oefenen op het beleid van de organisatie;

b. behoudens voor zover er sprake is van op een specifieke doelgroep gerichte prestaties dient het aanbod van de aanvrager open te staan voor alle groeperingen of personen, zonder onderscheid naar leeftijd, ras, godsdienst, levensovertuiging, sekse of seksuele geaardheid;

c. waar een aanbod wordt gedaan in een accommodatie dient deze waar mogelijk bereikbaar

en bruikbaar te zijn voor lichamelijk, zintuiglijk en verstandelijk gehandicapten.

B. SUBSIDIEAANVRAAG

BUDGETSUBSIDIE

Artikel 4

1. Een aanvraag voor budgetsubsidie dient voor 1 april van het jaar voorafgaand aan het jaar, waarin de activiteiten plaatsvinden, bij burgemeester en wethouders ingediend te worden.

2. Bij de indiening van de in het eerste lid bedoelde aanvraag dienen naast de in artikel 4.61 van de wet genoemde gegevens in ieder geval overgelegd te worden: - redenen waarom het benodigde bedrag op geen andere wijze kan worden verkregen dan door gemeentelijke subsidies.

3. Burgemeester en wethouders kunnen nadere gegevens eisen, indien zij dit noodzakelijk achten.

4. Bij een eerste subsidieaanvraag legt de aanvrager naast de in artikel 4:64 van de wet genoemde gegevens tevens over een beschrijving van de organisatievorm voor zover deze niet reeds in de statuten is vervat.

WAARDERINGSSUBSIDIE

Artikel 5

  • 1.

    Een aanvraag om een waarderingssubsidie dient voor 1 mei van het jaar voorafgaand

    aan het jaar, waarin de activiteiten plaatsvinden, bij burgemeester en wethouders ingediend te worden.

  • 2.

    Bij de indiening van de in het eerste lid bedoelde aanvraag dienen naast de in artikel 4.61 van de wet genoemde gegevens in ieder geval overgelegd te worden de redenen waarom het benodigde bedrag op geen andere wijze kan worden verkregen dan door gemeentelijke subsidies.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere gegevens eisen, indien zij dit noodzakelijk achten.

  • 4.

    Bij een eerste subsidieaanvraag legt de aanvrager naast de in artikel 4:64 van de wet genoemde gegevens tevens over een beschrijving van de organisatievorm voor zover deze niet reeds in de statuten is vervat.

    INCIDENTELE SUBSIDIE

Artikel 6

Een aanvraag voor een incidentele subsidie moet tenminste 8 weken voordat met de activiteit of het project een begin wordt gemaakt, worden ingediend. De aanvraag dient vergezeld te gaan van een gespecificeerde begroting met toelichting en een beschrijving van de geplande prestaties en de redenen waarom de prestaties alleen met behulp van gemeentelijke subsidie gerealiseerd kunnen worden.

INVESTERINGSSUBSIDIE

Artikel 7

  • 1.

    Een aanvraag voor een investeringssubsidie dient 3 maanden voor aanvang van de activiteiten, bij burgemeester en wethouders ingediend te worden.

  • 2.

    Bij de indiening van de in het eerste lid bedoelde aanvraag dienen naast de in artikel 4.61 van de wet genoemde gegevens in ieder geval overgelegd te worden de redenen waarom het benodigde bedrag op geen andere wijze kan worden verkregen dan door gemeentelijke subsidies en een opzet van de exploitatie.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere gegevens eisen, indien zij dit noodzakelijk achten.

  • 4.

    Bij een eerste subsidieaanvraag legt de aanvrager naast de in artikel 4:64 van de wet genoemde gegevens tevens over een beschrijving van de organisatievorm voor zover deze niet reeds in de statuten is vervat.

    C. SUBSIDIEVERLENING

    Bevoegdheden

Artikel 8

1. Subsidieverlening geschiedt door of namens burgemeester en wethouders op grond van door de raad vastgestelde (deel)verordeningen en of beleid, tot het vastgestelde subsidieplafond.

2. Indien de raad geen toepassing heeft gegeven aan het bepaalde in het eerste lid, leggen burgemeester en wethouders iedere subsidieaanvraag voor aan de raad,

tenzij:

a. in de gemeentebegroting de subsidieontvanger en het bedrag waarop de

subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld, is vermeld.

b. in incidentele gevallen, mits het voor het betreffende beleidsonderdeel

vastgestelde subsidieplafond hierdoor niet wordt overschreden.

3. Burgemeester en wethouders zullen, indien zij dit nodig oordelen, alvorens van hun bevoegdheid gebruik te maken overleg met de aanvrager plegen omtrent de door de aanvrager te verrichten activiteiten.

Meerjarige subsidie

Artikel 9

1. Een meerjarige subsidie kan voor een periode van maximaal 4 jaar verleend worden.

2. Indien gebruik gemaakt wordt van de in het eerste lid bedoelde vorm van subsidiëring wordt, ter uitvoering van het subsidieverleningsbesluit, een uitvoeringsovereenkomst met de desbetreffende subsidieontvanger, gesloten.

3. In de uitvoeringsovereenkomst wordt aangegeven op welke wijze het toegekende bedrag jaarlijks geïndexeerd wordt.

4. In de subsidie-uitvoeringsovereenkomst wordt bepaald dat de subsidieontvanger verplicht is de prestatie te leveren waarvoor de subsidie is verleend.

Verleningsbeschikking

Artikel 10

Burgemeester en wethouders beslissen op de aanvraag voor budget- en waarderingssubsidie voor 1 januari van het jaar waarin de prestatie wordt gerealiseerd.c.q. de subsidie betrekking op heeft. Deze beslissing houdt tevens in een beoordeling van alle door de aanvrager te overleggen bescheiden.

Artikel 11

Met de beschikking tot verlening van de waarderingssubsidie vindt gelijktijdig met de subsidieverlening ook de vaststelling van de subsidie plaats.

Artikel 12

Burgemeester en wethouders beschikken binnen 8 weken op de aanvraag tot verlening van een incidentele subsidie.

Artikel 13

Beschikking tot verlening investeringssubsidie 1. Burgemeester en wethouders beschikken uiterlijk binnen drie maanden op de aanvraag

tot verlening van een investeringssubsidie met inachtneming van het daartoe vastgestelde of vast te stellen beleidskader.

2. De subsidie wordt alleen verleend indien de gemeentebegroting de daarvoor benodigde

ruimte biedt. 3. Indien de gemeentebegroting niet voorziet in de in het tweede lid genoemde ruimte, kunnen burgemeester en wethouders de beschikking tot subsidieverlening uitstellen. 4. Van het uitstel als bedoeld in het derde lid, doen burgemeester en wethouders tijdig

mededeling aan de subsidieaanvrager .

5. Ingeval Burgemeester en wethouders van mening zijn, dat afgeweken moet worden van het sub 1 en 2 bepaalde, wordt daartoe een voorstel aan de raad gedaan.

Weigeringsgronden

Artikel 14

De subsidieverstrekking kan naast de in artikel 4:25 en artikel 4:35 van de AWB genoemde gronden worden geweigerd indien gegronde redenen bestaan aan te nemen dat:

a. de activiteiten van de aanvrager niet gericht zullen zijn op de gemeente of niet aanwijsbaar ten goede zullen komen aan ingezetenen van de gemeente;

b. de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

c. de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn

met de wet, het algemeen belang of de openbare orde.

d. de subsidieverlening niet past binnen het beleid van de gemeente.

e. naar het oordeel van burgemeester en wethouders de aanvrager onvoldoende

rekening heeft gehouden met het bedoelde in artikel 3 van deze verordening.

f. de rechtspersoon zelf in de kosten daarvan kan voorzien.

Uitbetaling

Artikel 15

1. Burgemeester en wethouders kunnen de subsidie-ontvanger een of meerdere voorschotten verlenen. In de verleningsbeschikking wordt aangegeven of en hoe dit gebeurt.

2. Bij de subsidievaststelling worden betaalde voorschotten verrekend met het in het vaststellingsbesluit vastgestelde bedrag.

3. Indien subsidieverlening geschiedt op basis van een subsidie-uitvoeringsovereenkomst vindt de betaling plaats met inachtneming van de in die overeenkomst opgenomen betalingsregeling.

D. VERPLICHTINGEN VAN DE SUBSIDIEONTVANGER

Prestaties

Artikel 16

De subsidieontvanger aan wie krachtens deze verordening een budgetsubsidie wordt verleend, is gehouden naar beste vermogen de activiteiten te verrichten zoals deze zijn opgenomen in de subsidie-uitvoeringsovereenkomst.

Tussentijdse rapportages

Artikel 17

Indien subsidie wordt verleend voor een periode van meerdere jaren op grond van een subsidie-uitvoeringsovereenkomst dient voor 1 april van elk jaar gerapporteerd te worden aan burgemeester en wethouders omtrent de voortgang van het aanbod in het voorgaande jaar. Deze rapportage dient te bestaan uit het jaarverslag en de jaarrekening.

Artikel 18

De subsidieontvanger van een structurele subsidie behoeft de toestemming van burgemeester en wethouder voor de in artikel 4:71 genoemde rechtshandelingen met uitzondering de rechtshandelingen genoemd in artikel 4:71 lid 1 sub h.

Beleidsrelevante informatie

Artikel 19

De subsidieontvanger is desgevraagd verplicht gegevens te leveren aan de gemeente die voor het opstellen van het algemeen beleid van belang zijn.

E. EINDRAPPORTAGE EN VASTSTELLING SUBSIDIE

Artikel 20

1. Vóór 1 april na afloop van het kalenderjaar waarvoor budgetsubsidie is verleend dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.

2. Tenzij de subsidie voor de aanvang van de activiteiten is vastgesteld dient ingeval van een incidentele subsidie binnen 8 weken na afloop van de realisering van de activiteit of het project een aanvraag tot vaststelling van subsidie worden ingediend, waarbij gerapporteerd wordt in hoeverre de activiteiten die in de beschikking zijn genoemd, hebben plaatsgevonden.

3. In het geval dat de subsidieverlening geschiedt op basis van een subsidie-uitvoeringsovereenkomst en indien de prestaties zijn geleverd zoals overeengekomen, stellen burgemeester en wethouders de subsidie vast op het in de subsidie-verleningsbeschikking opgenomen subsidiebedrag, mits ook overigens aan alle in die overeenkomst gestelde voorwaarden is voldaan.

4. Indien de activiteiten zoals overeengekomen in de subsidie-uitvoeringsovereenkomst niet of in mindere mate hebben plaatsgevonden, dan wel de subsidieontvanger zich niet of niet geheel heeft gehouden aan de opgelegde verplichtingen, stellen burgemeester en wethouders de subsidie lager vast conform de subsidieverleningbeschikking en de afspraken in de subsidie-uitvoeringsovereenkomst.

5. Indien uit de overgelegde financiële stukken blijkt dat een subsidievaststelling als bedoeld onder lid 3 leidt tot een overschot, wordt de subsidie zodanig vastgesteld dat de totale overschotten niet leiden tot een groter eigen vermogen dan in de subsidie-uitvoeringsovereenkomst is vastgelegd.

6. Bij de beoordeling van overschotten als bedoeld in lid 5 worden bestemmingsreserves buiten beschouwing gelaten indien en voor zover burgemeester en wethouders daarvoor toestemming hebben verleend.

7. Indien de subsidieontvanger er niet in geslaagd is de activiteiten, die in het eerste lid worden bedoeld, volledig te doen plaatsvinden, geeft hij de redenen hiervan aan vergezeld van een financiële verantwoording.

Artikel 21

Aanvraag tot vaststelling investeringssubsidie 1. De organisatie waaraan een investeringssubsidie is verleend doet binnen een termijn van zes maanden nadat de werkzaamheden zijn voltooid aan burgemeester en wethouders een verzoek tot vaststelling van de subsidie toekomen. 2. Bij deze aanvraag verstrekt de organisatie een deugdelijke financiële verantwoording. 3. Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van de vaststelling van de subsidie nadere gegevens vragen voor zover zij dit nodig achten.

Accountantsverklaring

Artikel 22

De subsidieontvanger van structurele subsidie heeft vrijstelling van de verplichte accountantscontrole van artikel 4:78 het eerste tot en met het vierde lid van de wet, tenzij B&W deze accountantscontrole verplicht stellen bij de subsidieverlening.

F. NADERE REGELS VOOR SUBSIDIERING

Artikel 23

1. Burgemeester en wethouders kunnen nadere beleidsregels vaststellen voor de uitvoering van de algemene subsidieverordening en het door de gemeenteraad vastgestelde beleid. Genoemde regels mogen niet in strijd zijn met de inhoud en strekking van deze verordening. Zij dienen de toepassing van deze verordening voor de bijzondere werksoorten te specificeren.

2. Burgemeester en wethouders stellen niet eerder de in het eerste lid bedoelde beleidsregels vast dan nadat de desbetreffende raadscommissie hiervoor is gehoord.

G. SLOTBEPALINGEN

Ontheffingen

Artikel 24

Burgemeester en wethouders kunnen in individuele gevallen van een of meer verplichtingen van deze verordening vrijstelling verlenen.

Evaluatie

Artikel 25

Deze verordening wordt eenmaal per 4 jaar geëvalueerd, of eerder in het geval de gemeenteraad daarom verzoekt, dan wel wetgeving daarvoor aanleiding geeft. Burgemeester en wethouders zenden na de evaluatie aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de verordening in de praktijk.

Deelverordeningen

Artikel 26

In de bij deze verordening horende deelverordeningen kan worden afgeweken van de bepalingen van de algemene subsidieverordening.

Inwerkingtreding

Artikel 27

Deze verordening treedt in werking 8 dagen na datum bekendmaking van deze verordening in de gemeentelijke rubriek van de Bildtse Post en werkt terug tot 1 en met januari 2002, onder intrekking van de Algemene Subsidieverordening van 20 december 2001.

Overgangsbepalingen

Artikel 28

Besluiten genomen op grond van de volgens artikel 27 ingetrokken regelingen blijven van kracht tot de termijn waarvoor zij werden verleend, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

Citeerartikel

Artikel 29

Deze verordening kan aangehaald worden als "Algemene Subsidieverordening het Bildt."

De raad voornoemd,

, voorzitter.

, secretaris.