Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Nederlek

Gebiedsgericht beleid inzake lichthinder

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Nederlek
Officiële naam regelingGebiedsgericht beleid inzake lichthinder
CiteertitelGebiedsgericht beleid inzake lichthinder
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpmilieu

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-02-200801-01-2017Onbekend

16-02-2008

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Gebiedsgericht beleid inzake lichthinder

Inleiding en Uitgangspunten

Bij het formuleren van milieubeleid wordt steeds vaker een gebiedsgerichte benadering gehanteerd. De idee hierachter is dat verschillende gebiedstypen vragen om verschillende milieukwaliteiten. Het milieuaspect lichthinder leent zich uitstekend voor een gebiedsgerichte benadering.

Gemeente Nederlek hanteert bij de vergunningverlening, handhaving, klachtenafhandeling en lichtonderzoek bij ruimtelijke ontwikkelingen, waar het lichthinder betreft ten gevolge van inrichtingen als bedoeld in de Wet milieubeheer, de “Algemene richtlijn betreffende milieuhinder deel 1 algemeen en grenswaarden voor sportverlichting” en de “Algemene richtlijn betreffende lichthinder deel 2 terreinverlichting” (De Algemene richtlijnen). De Algemene richtlijnen maken, middels de zonering van grenswaarden, gebruik van een gebiedsgerichte benadering. Er worden vier zones onderscheiden met ieder hun eigen grenswaarde voor de te ontvangen lichtintensiteit: E1 natuurgebied, E2 landelijk gebied, E3 stedelijk gebied en E4 stadscentrum/industriegebied. Voor een nadere toelichting verwijzen wij naar de Algemene richtlijnen, die als ingelast bij deze beleidsnota moeten worden beschouwd.

Deze beleidsnota heeft de volgende doelstellingen:

  • ·

    Formaliseren van het gebruik van de Algemene richtlijnen bij bovengenoemde zaken die lichthinder ten gevolge van inrichtingen als bedoeld in de Wet milieubeheer betreffen;

  • ·

    Indelen van het grondgebied van gemeente Nederlek in de vier zones als bedoeld in de Algemene richtlijnen, waarmee wordt vastgelegd welke grenswaarde waar geldt.

Zonering gebiedstypen

In het kader van een op te stellen gebiedsgerichte milieuvisie voor gemeente Nederlek is een gebiedstypekaart opgesteld die het grondgebied van gemeente Nederlek opdeelt in negen verschillende gebiedstypen: buitengebied, centrum, infrastructuur, lintbebouwing, recreatie extensief, recreatie intensief, werken 1, werken 2 en wonen. De gebiedstypekaart, die uitsluitend bedoeld is voor milieudoeleinden, is door de gemeenteraad van Nederlek vastgesteld. De gebiedstypekaart is een dynamisch stuk. Als de gebiedstypering verandert, wordt de kaart aangepast en opnieuw door de gemeenteraad vastgesteld.

Hieronder zijn de gebiedstypen van de gebiedstypekaart van Nederlek op grond van de aard van het betreffende gebiedstype en de daarbij behorende gewenste lichtintensiteit verdeeld over de zones E1, E2, E3 en E4 van de Algemene richtlijnen.

Onder zone E1 (natuurgebied) van de Algemene richtlijnen valt het gebiedstype recreatie extensief.

Onder zone E2 (landelijk gebied) van de Algemene richtlijnen vallen de gebiedstypen buitengebied en lintbebouwing.

Onder zone E3 (stedelijk gebied) van de Algemene richtlijnen vallen de gebiedstypen wonen en recreatie intensief.

Onder zone E4 (stadscentrum/industriegebied) van de Algemene richtlijnen vallen de gebiedstypen centrum, werken 1, werken 2 en infrastructuur.

Aandachtspunten

  • ·

    De beoordeling van lichthinder vindt plaats aan de hand van het gebiedstype van de ontvanger;

  • ·

    Deze beleidsnota is uitsluitend van toepassing op lichthinder door inrichtingen als bedoeld in de Wet milieubeheer;

  • ·

    De grenzen van de gebiedstypen op de gebiedstypekaart zijn betrekkelijk globaal. Als een te onderzoeken ontvangend gebied in een grensgebied valt, stelt het college op grond van de werkelijke situatie het gebiedstype als bedoeld op de gebiedstypekaart en daarmee de zonering als bedoeld in de Algemene richtlijnen vast;

  • ·

    Waar inrichtingen als bedoeld in de Wet milieubeheer grenzen aan of zich bevinden in de zones E1 of E2 is het soms redelijkerwijs niet mogelijk om direct buiten de grenzen van de inrichting aan de voor de ontvangende zone geldende grenswaarde te voldoen. Indien dit naar het oordeel van het college het geval is, heeft het college de vrijheid om binnen een zone van 50 meter rondom de inrichtingsgrenzen de grenswaarden voor de zones E3 of E4 van toepassing te verklaren. Hierbij geldt de kanttekening dat, indien zich binnen de zone van 50 meter rondom de inrichtingsgrenzen woningen en/of andere woon- en verblijfsgebouwen bevinden, het college de eis stelt dat de inrichting alle redelijkerwijs haalbare maatregelen treft om, voor wat betreft de lichthinder op die woningen en/of andere woon- en verblijfsgebouwen, te voldoen aan de grenswaarde voor de zone waarin ze gelegen zijn.

Verwijzingen

  • ·

    Regionaal beleidskader milieukwaliteiten van de Milieudienst Midden-Holland, mei 2007.

  • ·

    Gebiedstypekaart gemeente Nederlek (dynamische kaart, er wordt telkens gewerkt met een vastgesteld exemplaar)

  • ·

    Algemene richtlijn betreffende lichthinder deel 1, algemeen en grenswaarden voor sportverlichting.

  • ·

    Algemene richtlijn betreffende lichthinder deel 2, terreinverlichting

Aldus besloten in de openbare vergadering van het college van B&W der gemeente Nederlek, gehouden op 16 februari 2008,

de griffier

De burgemeester

   

Drs. T.W.B.M van der Torre

B.F.A. van der Kluit – de Groot