Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Het Bildt

Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2017

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Het Bildt
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2017
CiteertitelVerordening rioolheffing 2017
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet,art. 228a

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2017Wijziging in tarieven

18-12-2017

Register, 2016, 161214D

161214D
01-01-201501-01-2016Wijziging betaaltermijnen in verband met invoeren mogelijkheid automatische incasso

18-12-2014

Register, 2014, 141214D

141214D
01-01-201401-01-2015Wijziging betaaltermijnen in verband met invoeren mogelijkheid automatische incasso

23-01-2014

Bildse Post, 05-02-2014

14.01.06D
01-01-2013nieuwe regeling

13-12-2012

Bildtse Post 19-12-2012

12.12.11C
01-01-2012nieuwe regeling

15-12-2011

Bildtse Post 28-12-2011

No. 11.12.08C
01-01-2011nieuwe regeling

15-12-2010

Bildtse Post 22-12-2010

No. 101209d
01-01-2010nieuwe regeling

22-12-2009

Bildtse Post 30-12-2009

09.12.08 D
01-01-200901-01-2010Intrekking

18-12-2008

Bildtse Post 24-12-2008

08.12.08 D
20-12-200701-01-2008nieuwe regeling

29-11-2007

Bildtse Post 12-12-2007

20071112
05-01-2006nieuwe regeling

22-12-2005

Bildtse Post

05.12.05

Tekst van de regeling

St.-Annaparochie, 22 december 2016

No. 1612__D

De raad van de gemeente het Bildt;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2016;

gelet op de artikelen 228a van de Gemeentewet;

B E S L U I T :

vast te stellen de

Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2017 (Verordening rioolheffing 2017).

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    perceel: een roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan;

  • b.

    gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente;

  • c.

    water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater of grondwater.

Artikel 2 Aard van de belasting

Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:

  • a.

    de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater; en

  • b.

    de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1.

    De belasting wordt geheven van de gebruiker van een perceel van waaruit water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd, verder te noemen: gebruikersdeel.

  • 2.

    Met betrekking tot de belasting wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar de omstandigheden beoordeeld het perceel al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel – niet een gedeelte als bedoeld in artikel 4 – voor gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte voor gebruik heeft afgestaan.

Artikel 4 Zelfstandige gedeelten

Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar een vast bedrag per perceel.

Artikel 6 Vrijstellingen

De in artikel 3, lid 1, genoemde heffing wordt niet geheven van een perceel of een gedeelte van het perceel als bedoeld in artikel 4, voor zover het perceel niet dient tot bewoning, indien de totale oppervlakte – gemeten binnenwerks in het verticale vlak- niet meer dan 35 m² bedraagt en voor zover de bij die percelen behorende aansluitpunten uitsluitend dienen voor de afvoer van hemelwater.

Artikel 7 Belastingtarieven

De heffing als bedoeld in artikel 2, eerste lid, bedraagt:

  • per perceel, bewoond door niet meer dan één persoon € 156,00

  • voor elk ander perceel € 208,00

    Voor de vaststelling van het aantal personen, als bedoeld in het eerste lid, is de situatie op 1 januari van het belastingjaar bepalend, met dien verstande dat ingeval de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, de situatie bij aanvang van de belastingplicht bepalend is voor het resterende tijdvak in het betreffende belastingjaar.

Artikel 8 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 9 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt.

Artikel 11 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in drie gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt 1 maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elke volgende termijn telkens twee maanden later.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt dat zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De 'Verordening rioolrechten 2016’ van 17 december 2015, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening rioolheffing 2017'.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 22 december 2016.

De raad voornoemd

, voorzitter

, griffier