Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Het Bildt

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2017

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Het Bildt
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2017
CiteertitelVerordening lijkbezorgingsrechten 2017
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229, lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201701-01-2019Wijziging in tarieven

22-12-2014

Register, 2016, 161214F

161206F
01-01-201501-01-2016Wijziging in tarieven

18-12-2014

Register, 2014, 141214F

14.12.14F
01-01-201401-01-2015Wijziging in tarieven

19-12-2013

Bildse Post, 05-02-2014

13 12.12F
01-01-201301-01-2014nieuwe regeling

13-12-2012

Bildtse Post 19-12-2012

12.12.11E
01-01-201201-01-2013nieuwe regeling

15-12-2011

Bildtse Post 28-12-2011

2011.12.08D
01-01-201001-01-2012nieuwe regeling

22-12-2009

Bildtse Post 30-12-2009

09.12.08 E
01-01-200901-01-2009nieuwe regeling

18-12-2008

Bildtse Post 24-12-2008

08.12.08 E
20-12-200701-01-2008nieuwe regeling

29-11-2007

Bildtse Post 12-12-2007

20071112

Tekst van de regeling

No 161206F

De raad van de gemeente het Bildt;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2016;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet ;

B E S L U I T:

vast te stellen de

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2017 (Verordening lijkbezorgingsrechten 2017)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a.begraafplaats: de begraafplaatsen aan de Van Harenstraat te St.-Annaparochie, de Zuiderweg te St.-Jacobiparochie en de Attesweg te Vrouwenparochie;
b.graf: een zandgraf of een keldergraf;
c.grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet;
d.asbus: een bus ter berging van as van een overledene;
e.urn: een voorwerp ter berging van een of meerdere asbussen;
f.particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
 het doen begraven en begraven houden van lijken;
 het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
 het doen verstrooien van as;
g.particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
 het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; – het doen verstrooien van as;
h.particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
i.verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;
j.grafbedekking: gedenkteken of grafbeplanting op een graf.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

  • 1.

    Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Met betrekking tot de rechten genoemd in 6.8 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1.

    De onderhoudsrechten, bedoeld in 6.7 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    Andere rechten dan die bedoeld in 6.7 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijkse verschuldigde rechten

  • 1.

    De onderhoudsrechten, bedoeld in 6.7 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in 6.7 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in 6.7 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,-.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in 6.7 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1.

    De 'Verordening begrafenisrechten 2016' van 17 december 2015, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening lijkbezorgingsrechten 2017.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 22 december 2016.

De raad voornoemd

, voorzitter

, griffier

Tarieventabel behorende bij de Verordening lijkbezorgingsrechten 2017

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten  
1.1 Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf (particulier graf) wordt geheven:  
1.1.1 voor een periode van 10 jaar € 151,00
1.1.2 voor een periode van 20 jaar € 302,00
1.1.3 voor een periode van 30 jaar € 453,00
1.2 Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf (particulier graf) op het islamitische deel wordt geheven:  
1.2.1 voor een periode van 30 jaar € 908,00
1.3 Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf (particulier urnengraf) wordt geheven:  
1.3.1 voor een periode van 10 jaar € 76,00
1.3.2 voor een periode van 20 jaar € 152,00
1.3.3 voor een periode van 30 jaar € 228,00
1.4 Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnennis (particuliere urnennis) wordt geheven:  
1.4.1 voor een periode van 10 jaar € 1.262,00
1.4.2 voor een periode van 20 jaar € 1.804,00
1.4.3 voor een periode van 30 jaar € 1.908,00
1.5 Voor het verlengen van het uitsluitend recht bedoeld in de voorgaande onderdelen wordt geheven:  
1.5.1 voor een periode van 5 jaar: een recht gelijk aan de helft van het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht voor een periode van 10 jaar;  
1.5.2 voor een periode van 10 jaar: een recht gelijk aan een derde van het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht voor een periode van 30 jaar;  
1.5.3 voor een periode van 15 jaar: een recht gelijk aan de helft van het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht voor 30 jaar;  
1.5.4 voor een periode van 20 jaar: een recht gelijk aan twee derde van het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het  

 uitsluitend recht voor 30 jaar.  
     
Hoofdstuk 2 Begraven  
2.1 Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder wordt geheven: € 414,00
2.2 Voor het begraven van een lijk van een kind beneden één jaar wordt geheven: € 148,00
2.3 Voor het begraven van een lijk van een kind beneden 12 jaar wordt geheven: € 220,00
2.4 Voor het na ruimen van een graf begraven van de overblijfselen van een lijk in een particulier graf wordt geheven: € 151,00
2.5 Voor het begraven op buitengewone uren wordt het recht, bedoeld in de onderdelen 2.1, 2.2 en 2.3 verhoogd met 50%  
2.6 Onder gewone uren wordt verstaan op werkdagen van 9.0015.00 uur en op zaterdag van 9.00-12.30 uur.  
     
Hoofdstuk 4 Bijzetten van asbussen en urnen  
4.1 Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven: € 141,00
     
Hoofdstuk 5 Verstrooien van as  
5.1 Voor het verstrooien van as wordt per asbus geheven: € 141,00
     
Hoofdstuk 6 Grafbedekking en onderhoud  
6.1 Voor het afgeven van een vergunning tot het aanbrengen van een grafkelder, als bedoeld in artikel 13 van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente het Bildt 2012, wordt geheven: € 457,00
6.2 Voor het afgeven van een vergunning voor het hebben van een grafbedekking als bedoeld in artikel 16 van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente het Bildt 2012 wordt geheven: € 74,00
6.2.1 voor het toezicht bij het plaatsen van een gedenkteken of de aanleg van een grafkelder, per uur of gedeelte daarvan, wordt geheven: € 74,00
6.2.2 voor het wegnemen en weer terugplaatsen van een grafbedekking bij begraven in een particulier graf:  
6.2.2.1 van een staande steen € 74,00

6.2.2.2 van een liggende zerk of steen € 297,00
6.3 voor het plaatsen van een herdenkingsplaatje op het plateau bij de verstrooiingsplaats € 148,00
6.4 Voor het toepassen van het bepaalde onder 6.2 worden rond graven geplaatste hekwerken of aangebrachte beplantingen gelijkgesteld met een liggende zerk of steen  
6.5 Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van de voorwerpen, bedoeld in de onderdelen 6.2, wordt geheven perkeer:  
6.5.1 voor een dubbele zerk of steen € 223,00
6.5.2 voor een enkele zerk of steen € 148,00
6.6 Voor het door of vanwege de gemeente geregeld onderhouden gedurende een bepaald tijdvak van voorwerpen, zoals bedoeld onder 6.2 wordt geheven:  
6.6.1 Voor een tijdvak van 10 jaar: voor een dubbele zerk voor een enkele zerk € 452,00 € 362,00
6.6.2 Voor een tijdvak van 15 jaar: voor een dubbele zerk voor een enkele zerk € 570,00 € 451,00
6.6.3 Voor een tijdvak van 20 jaar: voor een dubbele zerk voor een enkele zerk € 687,00 € 539,00
6.6.4 Voor een tijdvak van 25 jaar: voor een dubbele zerk voor een enkele zerk € 804,00 € 635,00
6.6.5 Voor een tijdvak van 30 jaar: voor een dubbele zerk voor een enkele zerk € 878,00 € 724,00
     
6.7 Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van een grafruimte of plaats, daaronder niet begrepen het onderhoud van voorwerpen als bedoeld in onderdeel 6.2, wordt geheven per grafruimte per jaar:  
6.7.1 voor een particulier graf € 36,00
6.7.2 voor een particulier urnengraf € 36,00
6.7.3 voor een particulier urnennis € 36,00
6.8 Het recht als bedoeld in het 6.7 kan voor bepaalde tijd worden afgekocht. De afkoopsom bedraagt de contante waarde van de op het tijdstip van aankoop nog te verschijnen belastingbedragen, berekend naar een rentepercentage van 5,0 en een inflatiepercentage van 3,0. De nog te verschijnen belastingbedragen worden berekend naar het voor het jaar van afkoop geldende onderhoudsrecht.  
     
Hoofdstuk 8 Inschrijven en overboeken van particulier graf, particuliere urnennis, particuliere gedenkplaats of particuliere verstrooiingsplaats  
8.1 Voor het inschrijven en overboeken van een particulier graf in een daartoe bestemd register wordt geheven: € 21,00
8.2 Voor het inschrijven en overboeken van een particuliere urnengraf in een daartoe bestemd register wordt geheven: € 21,00
8.3 Voor het inschrijven en overboeken van een particuliere urnennis in een daartoe bestemd register wordt geheven: € 21,00

Behorende bij raadsbesluit van 22 december 2016.

De griffier van het Bildt,