Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Het Bildt

Verordening op de heffing en invordering van begrafenisrechten 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Het Bildt
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van begrafenisrechten 2010
CiteertitelVerordening begrafenisrechten 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De ‘Verordening begrafenisrechten 2009’ van 18 december 2009 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201001-01-2012nieuwe regeling

22-12-2009

Bildtse Post 30-12-2009

09.12.08 E
01-01-200901-01-2009nieuwe regeling

18-12-2008

Bildtse Post 24-12-2008

08.12.08 E
20-12-200701-01-2008nieuwe regeling

29-11-2007

Bildtse Post 12-12-2007

20071112

Tekst van de regeling

St.-Annaparochie, 22 december 2009

No. 091208e

De raad van de gemeente het Bildt;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 november 2009;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

BESLUIT

vast te stellen de

Verordening op de heffing en invordering van begrafenisrechten 2010

(Verordening begrafenisrechten 2010).

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a. begraafplaats: de begraafplaatsen aan de Van Harenstraat te St. Annaparochie, de Zuiderweg te St. Jacobiparochie en de Attesweg te Vrouwenparochie;

b. grafruimte: een graf, grafkelder daaronder inbegrepen, waarvoor aan een natuurlijk persoon het uitsluitend recht is verleend tot:

- het doen begraven en begraven houden van lijken;

- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen;

c. verstrooiingsveld: die delen op de begraafplaats, welke bestemd zijn voor de verstrooiing van as.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

2. Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 4.4, 4.5 en 4.7 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 6 Wijze van heffing

1. De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 4.6 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

2. Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 4.6 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

1. De onderhoudsrechten als bedoeld in artikel 4.6 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in 4.6 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in 4.6 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 4,54.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 4.6 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 Termijnen van betaling

1. Het recht als bedoeld in hoofdstuk 4.6 van de tarieventabel moet worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

2. Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 4.6 van de tarieventabel moeten worden betaald binnen veertien dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de begrafenisrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de begrafenisrechten.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

1. De ‘Verordening begrafenisrechten 2009’ van 18 december 2009 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2. Deze verordening treedt in werking per 1 januari 2010.

3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

4. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening begrafenisrechten 2010’.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 22 december 2009

De raad voornoemd,

, voorzitter

, griffier