Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Het Bildt

Verordening klachtenbehandeling ongewenst gedrag gemeentepersoneel

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Het Bildt
Officiële naam regelingVerordening klachtenbehandeling ongewenst gedrag gemeentepersoneel
CiteertitelVerordening klachtenbehandeling ongewenst gedrag gemeentepersoneel
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum ondertekening inwerkingstredingbesluit 08-07-1999

Bron ondertekening inwerkingstredingbesluit Bildtse Post

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 150

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-09-1999nieuwe regeling

08-07-1999

Bildtse Post

99.07.16

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening klachtenbehandeling ongewenst gedrag gemeentepersoneel

No. 990716.

De raad van de gemeente het Bildt;

Gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en wethouders;

Overwegende dat het gewenst is een procedure vast te stellen voor de behandeling van klachten over ongewenst gedrag dat plaatsvindt binnen of in samenhang met de werksituatie;

Gelet op artikel 150 van de Gemeentewet;

Gezien het advies van de commissie Onderwijs en Educatie

Gezien het advies van de Ondernemingsraad;

Besluit:

Vast te stellen de volgende “Verordening betreffende klachtenbehandeling ongewenst gedrag gemeentepersoneel”;

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

  • A.

    Bevoegd gezag: het college van Burgemeester en wethouders;

  • B.

    Klacht: een klacht over ongewenst gedrag zoals bij C omschreven;

  • C.

    Ongewenst gedrag: directe of indirecte uitingen van gedragingen in woord of gebaar of anderszins, welke ongewenst of ongewild zijn, dan wel redelijkerwijs als zodanig worden ervaren door de klager, die daarmee wordt geconfronteerd, alsmede directe of indirecte seksueel getinte uitingen in woord, gebaar of afbeelding of anderszins;

  • D.

    Klager: de natuurlijke persoon die een klacht heeft ingediend;

  • E.

    Aangeklaagde: de natuurlijke persoon tegen wie een klacht is ingediend;

  • F.

    Vertrouwenspersoon: de natuurlijk persoon die als zodanig is aangewezen door het bevoegd gezag;

  • G.

    Commissie: de natuurlijke personen die als zodanig zijn aangewezen door het bevoegd gezag.

Artikel 2 Het indienen van een klacht

  • 1.

    Een klacht kan worden ingediend bij:

    • a.

      De vertrouwenspersoon

    • b.

      De klachtcommissie

    • c.

      Het bevoegd gezag.

  • 2.

    Het indienen van een klacht kan zowel mondeling als schriftelijk gebeuren. Van de schriftelijk ingediende klacht krijgt de klager binnen 7 dagen een bericht van ontvangst, toegezonden door degene bij wie de klacht is ingediend. Van de mondeling ingediende klacht wordt terstond proces-verbaal opgemaakt. De klager en de ontvanger van de klacht ondertekenen het proces-verbaal. De klager krijgt binnen 7 dagen nadat het proces-verbaal is opgemaakt, een afschrift daarvan toegezonden door degen bij wie de klacht is ingediend.

  • 3.

    Een klacht die in eerste instantie is ingediend bij de klachtencommissievertrouwenspersoon. De klager ontvangt van de doorzending binnen 7 dagen schriftelijk bericht van degen die de klacht heeft doorgezonden.

  • 4.

    Een anoniem ingediende klacht wordt niet in behandeling genomen. In bijzonder gevallen kunnen de in ht eerste lid genoemde ontvangers van een klacht hiervan afwijken.

  • 5.

    Indien het bevoegd gezag aangifte doet bij de officier van justitie van een klacht inhoudende de melding van een strafbaar feit als bedoeld in het Wetboek van Strafrecht, ontvangen de klager en aangeklaagde hiervan schriftelijk bericht.

Artikel 3 De vertrouwenspersoon

  • 1.

    Het bevoegd gezag stelt één persoon als vertrouwenspersoon aan.

    • 1.

      De vertrouwenspersoon is voor de uitvoering van haar taken uitsluitend verantwoording schuldig aan het bevoegd gezag.

    • 2.

      Het bevoegd gezag stelt de vertrouwenspersoon in de gelegenheid haar taken naar behoren te vervullen.

Artikel 4 Taken van de vertrouwenspersoon

De vertrouwenspersoon heeft tot taak:

  • a.

    Na ontvangst van een klacht de klager die recht bij te staan en van advies te dienen;

  • b.

    Door bemiddeling te trachten tot een oplossing van de gesignaleerde problemen te komen;

  • c.

    De klager op diens verzoek te ondersteunen bij het indienen vaneen klacht bij de klachtencommissie, het bevoegd gezag of een andere instantie;

  • d.

    Voor zover nodig en gewenst, betrokkene te verwijzen naar gespecialiseerde hulpverleningsinstanties;

  • e.

    Het onderhouden van contact met de klager om te bezien of het indienen van de klacht niet leidt tot repercussies voor de klager en om te bezien of, nadat de klacht is afgehandeld, de aanleiding van de klacht daadwerkelijk is weggenomen;

  • f.

    Het registreren van de aard en de omvang van de klachten die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, eerste lid, bij de vertrouwenspersoon zijn ingediend of die op grond van artikel 2, derde lid, naar de vertrouwenspersoon ter behandeling zijn doorgezonden;

  • g.

    Het jaarlijks schriftelijk verslag uitbrengen aan het bevoegd gezag over haar werkzaamheden.

Artikel 5 Werkwijze van de vertrouwenspersoon

  • 1.

    De vertrouwenspersoon bepaalt haar werkwijze.

  • 2.

    De vertrouwenspersoon is bevoegd informatie in te winnen bij de klager, de aangeklaagde, evenals bij getuigen en anderen, voor zover de uitvoering van haar taken daartoe noodzaakt. Zij neemt daarbij de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht ter bescherming van de privacy van de directbetrokkenen.

  • 3.

    Personen die door de vertrouwenspersoon uit hoofde van de in het voorgaande lid gegeven bevoegdheid worden benaderd, zijn, voor zover het betreft personeelsleden in dienst van het bevoegd gezag, verplicht de gevraagde informatie te verstrekken en omtrent verzoek en informatieverstrekking geheimhouding in acht te nemen. Deze verplichtingen gelden ook voor het bevoegd gezag.

  • 4.

    De vertrouwenspersoon is verplicht tot geheimhouding van hetgeen haar in verband met haar werkzaamheden als vertrouwenspersoon ter kennis komt. Deze plicht geldt niet ten opzichte van het bevoegd gezag, de klager, de aangeklaagde en artsen. De geheimhoudingsplicht vervalt niet na beëindiging van de aanstelling als vertrouwenspersoon.

  • 5.

    De vertrouwenspersoon houdt van de door haar behandelde klachten een archief bij.

Artikel 6 Klachtenprocedure bij de vertrouwenspersoon

  • 1.

    De vertrouwenspersoon stelt de klager en de aangeklaagde in de gelegenheid te worden gehoord. Het horen gebeurt zo mogelijk binnen 14 dagen nadat de klacht overeenkomstig het bepaald in artikel 2 bij de vertrouwenspersoon is ingediend.

  • 2.

    De klager en de aangeklaagde kunnen zich door een raadsman of raadsvrouw laten bijstaan. De kosten hiervan komen voor rekening van degene die zich laat bijstaan. De klager en de aangeklaagde kunnen tijdens de behandeling van de klacht door de vertrouwenspersoon inzage krijgen in de op de klacht betrekking hebbende stukken.

  • 3.

    Van het horen bedoeld in het eerste lid stelt de vertrouwenspersoon een verslag op dat door de gehoorde en de vertrouwenspersoon wordt ondertekend. Weigert een gehoorde de ondertekening, dan wordt daarvan, zo mogelijk onder vermelding van de redenen, door de vertrouwenspersoon op het verslag melding gemaakt. De gehoorde ontvangt binnen 7 dagen na het horen een afschrift van het verslag van de vertrouwenspersoon.

  • 4.

    Indien de klacht door de vertrouwenspersoon niet na het horen van ten minste de klager en de aangeklaagde kan worden afgehandeld, verwijst zij de klager naar de klachtencommissie of een andere instantie.

  • 5.

    De vertrouwenspersoon meldt de klacht onverwijld aan het bevoegd gezag als de inhoud van de klacht daartoe naar haar mening aanleiding geeft.

  • 6.

    De klager kan tijdens de procedure bij de vertrouwenspersoon op ieder moment de klacht intrekken door dit schriftelijk of mondeling aan de vertrouwenspersoon mede te delen. Van een mondelinge mededeling wordt terstond door de vertrouwenspersoon en proces-verbaal opgemaakt dat door deklager en de vertrouwenspersoon wordt ondertekend. De klager ontvangt van de vertrouwenspersoon binnen 7 dagen nadat het proces-verbaal is opgemaakt een afschrift daarvan.

  • 7.

    De vertrouwenspersoon besluit of de door de klager ingetrokken klacht als anonieme klacht als bedoeld in artikel 2, vierde lid, van deze verordening in behandeling wordt genomen.i

Artikel 7 De klachtencommissie

  • 1.

    Er is een klachtencommissie die de klacht onderzoekt en het bevoegd gezag hierover adviseert.

  • 2.

    Het bevoegd gezag kan zich ook, na hierover instemming te hebben verkregen van de ondernemingsraad, aansluiten bij een regionale of landelijke commissie.

  • 3.

    De klachtencommissie geeft gevraagd of ongevraagd advies aan het bevoegd gezag over:

    • a.

      (On)gegrondheid van de klacht;

    • b.

      Het nemen van maatregelen

    • c.

      Overige door het bevoegd gezag te nemen besluiten.

  • 4.

    De klachtencommissie neemt, ter bescherming van de belangen van alle direct betrokkenen, de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht bij de behandeling van een klacht. De leden van de klachtencommissie zijn verplicht tot geheimhouding van alle zaken die zij in die hoedanigheid vernemen. Deze plicht vervalt niet nadat betrokkene zijn taak als lid van de klachtencommissie heeft beëindigd.

  • 5.

    De klachtencommissie brengt jaarlijks aan het bevoegd gezag schriftelijk verslag uit van haar werkzaamheden.

Artikel 8 Taken van de klachtencommissie

De klachtencommissie heeft tot taak:

  • Het onderzoeken van de door tussenkomst van de vertrouwenspersoon ontvangen klachten en het daaromtrent rapporteren en adviseren aan het bevoegd gezag;

  • b.

    Het jaarlijks schriftelijk verslag uitbrengen aan het bevoegd gezag over haar werkzaamheden.

Artikel 9 Werkwijze van de klachtencommissie

Het bepaalde in artikel 5 is van overeenkomstige toepassing op de werkwijze van de klachtencommissie.

Artikel 10 Klachtenprocedure bij de klachtencommissie

  • 1.

    Het bepaalde in artikel 6, behoudens het vierde lid, is van overeenkomstige toepassing op de klachtenprocedure bij de klachtcommissie.

  • 2.

    Van haar bevindingen brengt de klachtencommissie schriftelijke rapport uit aan het bevoegd gezag, uiterlijk binnen 3 weken nadat het horen van de klager, de aangeklaagde en eventueel van getuigen en anderen is afgesloten.

  • 3.

    De klachtencommissie geeft in het rapport een gemotiveerd oordeel over de klacht.

  • 4.

    Indien de klachtencommissie de klacht gegrond acht, brengt zij in het rapport tevens advies uit omtrent de te treffen maatregelen die in eerste instantie gericht zijn op het beëindigen c.q. het voorkomen van herhaling van ongewenst gedrag door de aangeklaagde.

Artikel 11 Besluitvorming voor het bevoegd gezag

  • 1.

    Voordat het bevoegd gezag naar aanleiding van het rapport van de klachtencommissie tot besluitvorming overgaat, stelt het bevoegd gezag de klager en de aangeklaagde op de hoogt van de conclusies van de klachtencommissie.

  • 2.

    Binnen 4 weken na ontvangst van het rapport van de klachtencommissie neemt het bevoegd gezag een gemotiveerd besluit ter zake.

  • 3.

    De in het vorige lid bedoelde termijn kan eenmaal met ten hoogste 4 weken worden verlengd.

  • 4.

    Een verlenging als bedoeld in het derde lid wordt voor de afloop van de in het tweede lid genoemde termijn schriftelijk medegedeeld aan:

    • a.

      De klager;

    • b.

      De aangeklaagde;

    • c.

      De klachtencommissie.

  • 5.

    Het besluit van het bevoegd gezag is met redenen omkleed en wordt terstond schriftelijk medegedeeld aan de in het vierde lid onder a., b. en c. genoemden.

Artikel 12 Niet voorziene gevallen

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het bevoegd gezag.

Artikel 13 Wijziging van de verordening

Het bevoegd gezag vraagt over elk voorstel tot wijziging van deze verordening advies aan de vertrouwenspersoon en de klachtencommissie voordat hij het voorstel tot wijziging ter vaststelling aan de gemeenteraad voorlegt.

Artikel 14 Inzage van de verordening

Het bevoegd gezag draagt er zorg voor dat een exemplaar van deze verordening op de werkplek op een voor alle belanghebbenden toegankelijke plaats ter inzage ligt.

Artikel 15 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Klachtenregeling ongewesnt gedrag gemeentepersoneel”.

  • 2.

    Zij treedt in werking op 1 augustus 1999.

  • 3.

    De verordening van 19 december 1996, in werking getreden op 1 januari 1997 wordt met ingang van 1 augustus 1999 ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 8 juli 1999.

De raad voornoemd

,voorzitter.

,secretaris.