Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Leeuwarderadeel

Kultuerried Ljouwerteradiel

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Leeuwarderadeel
Officiële naam regelingKultuerried Ljouwerteradiel
CiteertitelKultuerried Ljouwerteradiel
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Op grond van artikel 28 Wet algemene regels herindeling is deze Kultuerried per 1 januari 2020 vervallen.

.

Datum ondertekening inwerkingstredingbesluit 24-04-2007.

Bron ondertekening inwerkingstredingbesluit Stienser Omroeper.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 83, lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-05-200701-01-2020nieuwe regeling

24-04-2007

Stienser Omroeper

Stienser Omroeper

Tekst van de regeling

Burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarderadeel;

Gezien raadsbesluitnummer 2007/14 d.d. 29 maart 2007;

Overwegende, dat het op basis van voornoemd raadsbesluit gewenst is de eerder, bij raadsbesluit 96/52 van 25 april 1996, ingestelde Kultuerried Ljouwerteradiel ook onder het duale systeem zijn werkzaamheden te laten verrichten, maar nu op basis van artikel 83, lid 1, van de Gemeentewet;

B E S L U I T E N:

  • a.

    per 1 mei 2007 in te stellen de Kultuerried Ljouwerteradiel; en

  • b.

    voor deze Kultuerried Ljouwerteradiel vast te stellen het volgende reglement.

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a.Kultuerried:de Kultuerried Ljouwerteradiel thans ingesteld bij collegebesluit van 24 april 2007;
b.College:het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarderadeel.
c.Gemeente:de gemeente Leeuwarderadeel.

Artikel 2 Taken en bevoegdheden

  • 1.

    De Kultuerried heeft tot taak het bevorderen van het culturele leven in de gemeente.

  • 2.

    Ter uitvoering van de in het eerste lid bedoelde taak is de Kultuerried bevoegd tot:

    • a.

      het organiseren, coördineren, bevorderen van en het deelnemen of verlenen van medewerking aan activiteiten, uitvoeringen, tentoonstellingen, concerten en andere podiumkunsten, zulks met inachtneming van de zelfstandigheid van de op het betrokken terrein in de gemeente werkzaam zijnde organisaties, instellingen, groeperingen en personen;

    • b.

      het verstrekken van adviezen - desgevraagd of uit eigen beweging - aan het college over alle zaken die het gemeentelijke beleid inzake culturele aangelegenheden betreffen;

    • c.

      het verstrekken van adviezen - desgevraagd of uit eigen beweging - aan en het bevorderen van overleg en samenwerking tussen organisaties, instellingen, groeperingen en personen, die in de gemeente op cultureel gebied werkzaam zijn;

    • d.

      het instellen of doen instellen van onderzoeken en het bestuderen van vraagstukken, die verband houden met het culturele leven in de gemeente;

    • e.

      het onderhouden van kontakten met organisaties, instellingen, groeperingen en personen, die buiten de gemeente werkzaam zijn op cultureel terrein;

    • f.

      het coördineren, stimuleren, activeren en het zonodig tot uitvoering brengen van voorzieningen of vormen van dienstverlening met betrekking tot het culturele leven in de gemeente;

    • g.

      het geven van voorlichting op cultureel terrein; en

    • h.

      het uitoefenen van andere bevoegdheden op cultureel terrein.

  • 3.

    Alle taken, genoemd onder het voorgaande lid, worden uitgevoerd met inachtneming van de eventueel daartoe vastgestelde regels en binnen het raam van de op de goedgekeurde gemeentebegroting voor dat doel uitgetrokken gelden en overigens voor zover daartoe toestemming is verleend door het college.

  • 4.

    De Kultuerried kan werkgroepen instellen met een duidelijk omschreven opdracht die tot taak kunnen hebben bepaalde werkzaamheden, voortvloeiend uit lid 1, te verrichten.

Artikel 3 Samenstelling en benoeming leden

  • 1.

    De Kultuerried bestaat uit ten minste zeven en ten hoogste negen leden die op grond van hun belangstelling bekwaam kunnen worden geacht om uitvoering te geven aan de taak van de Kultuerried en die voortkomen uit de verschillende sectoren van het culturele leven in de gemeente. Gestreefd wordt naar een spreiding van de leden over de gehele gemeente.

  • 2.

    De leden worden benoemd door het college, de Kultuerried gehoord.

Artikel 4 Zittingsduur

  • 1.

    De leden van de Kultuerried worden benoemd voor een periode van vier jaar. Zij kunnen éénmaal worden herbenoemd.

  • 2.

    Van de leden treden, op 1 juni, jaarlijks twee leden af.

  • 3.

    De Kultuerried stelt ter uitvoering van het voorgaande lid een rooster van aftreden op.

  • 4.

    Degene, die ter vervulling van een tussentijds opengevallen plaats tot lid wordt benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene moest aftreden in wiens plaats hij is benoemd.

  • 5.

    Het lidmaatschap van de Kultuerried kan te allen tijde op eigen verzoek worden beëindigd. Een dergelijk verzoek wordt schriftelijk bij het college ingediend, dat daarvan zo spoedig mogelijk kennis geeft aan de Kultuerried en voorts zo spoedig mogelijk in de vacature tracht te voorzien.

  • 6.

    Het lid dat ontslag heeft aangevraagd houdt zitting totdat zijn opvolger de benoeming heeft aanvaard.

Artikel 5 Voorzitter

  • 1.

    De Kultuerried kiest uit zijn midden een voorzitter en een vice-voorzitter.

  • 2.

    De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen en de uitvoering van de besluiten van de Kultuerried.

  • 3.

    De vice-voorzitter vervangt de voorzitter bij diens afwezigheid.

Artikel 6 Secretaris

  • 1.

    De Kultuerried beschikt over een secretaris.

  • 2.

    Als secretaris treedt op een door het college aangewezen ambtenaar.

  • 3.

    De secretaris is geen lid van de Kultuerried. Hij/zij heeft daarin een adviserende stem.

  • 4.

    De secretaris is belast met de dagelijkse werkzaamheden, die voortvloeien uit de taak van de Kultuerried, alsmede uit dit reglement.

Artikel 7 Adviserende leden

  • 1.

    De Kultuerried kan personen, niet zijnde leden van het college en ambtenaren in dienst van de gemeente (deze kunnen als vaste adviseurs worden beschouwd), uitnodigen voor bepaalde tijd, of met in achtneming van artikel 3, lid 1, voor onbepaalde tijd, als adviserend lid aan zijn vergaderingen deel te nemen.

  • 2.

    Indien van deze bevoegdheid gebruikt wordt gemaakt wordt daarvan melding gemaakt in het verslag van de desbetreffende vergadering.

Artikel 8 Onverenigbare betrekkingen en handelingen

  • 1.

    Het lidmaatschap van de Kultuerried is onverenigbaar met de betrekking van ambtenaar door of vanwege het gemeentebestuur aangesteld of op enige wijze daaraan ondergeschikt.

  • 2.

    Het is de leden van de Kultuerried niet toegestaan middellijk of onmiddellijk deel te nemen aan onderhandse pacht ten behoeve van de Kultuerried.

  • 3.

    Het bedoelde onder lid 1 is niet van toepassing op:

    • a.

      ambtenaren van de burgerlijke stand;

    • b.

      onderwijzend personeel; en

    • c.

      zij die als vrijwilliger niet bij wijze van beroep hulpdiensten verrichten.

Artikel 9 Werkwijze en vergaderingen

  • 1.

    De Kultuerried vergadert tenminste tweemaal per jaar en voorts zo dikwijls de voorzitter of tenminste een derde deel van het aantal leden het nodig oordeelt.

  • 2.

    Indien de vergadering is gevraagd door het vereiste aantal leden, wordt zij binnen veertien dagen gehouden.

  • 3.

    De vergaderingen worden belegd door de voorzitter. Hij/zij zorgt er voor dat de leden - spoedeisende gevallen uitgezonderd - tenminste één week voor het houden van een vergadering schriftelijk worden opgeroepen. De te behandelen zaken worden zoveel mogelijk op de oproepingsbriefjes vermeld.

  • 4.

    Vergaderingen vinden geen doorgang indien niet meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 5.

    Indien een vergadering krachtens het bepaalde onder 4 geen doorgang kan vinden wordt een nieuwe vergadering belegd. In deze vergadering kunnen besluiten worden genomen ongeacht het aantal aanwezige leden, maar alleen over onderwerpen die in de oproeping tot de vergadering duidelijk omschreven zijn vermeld. Tussen de eerste en de tweede vergadering als hier bedoeld moet een tijdvak van tenminste een week, doch ten hoogste veertien dagen liggen.

  • 6.

    Besluiten en adviezen van de Kultuerried worden bij meerderheid van stemmen genomen. Adviezen worden te allen tijde schriftelijk uitgebracht. Op verzoek wordt het gevoelen of de mening van een eventuele minderheid daarbij tot uitdrukking gebracht. Bij staking van stemmen beslist de stem van de voorzitter of diens plaatsvervanger.

Artikel 10 Openbaarheid

  • 1.

    De vergaderingen van de Kultuerried zijn openbaar.

  • 2.

    Datum, uur en plaats van de te houden vergadering, alsmede de te behandelen punten worden op een door de Kultuerried te bepalen wijze ter openbare kennis gebracht.

Artikel 11 Spreekrecht tijdens vergaderingen

Indien de Kultuerried in het openbaar vergadert is artikel 7, lid 2, van de verordening op de Raadscommissies van overeenkomstige toepassing.

Artikel 12 Verslaglegging

Een exemplaar van het door de secretaris op te maken verslag van het besprokene in de vergaderingen van de Kultuerried wordt telkens na iedere vergadering aan het college ter kennisname toegezonden.

Artikel 13 Ondertekening van stukken

De voorzitter en de secretaris ondertekenen alle stukken die van de Kultuerried uitgaan.

Artikel 14 Inzage van stukken waaromtrent door de Kultuerried geheimhouding is opgelegd

  • 1.

    Indien de Kultuerried omtrent bepaalde stukken geheimhouding heeft opgelegd, kunnen de leden van het college inzage in die stukken hebben.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde stukken worden voor leden van het college ter inzage gelegd in de kamer van de gemeentesecretaris.

Artikel 15 Verantwoording aan het college

  • 1.

    De leden van de Kultuerried zijn, tezamen en ieder afzonderlijk, aan het college verantwoording verschuldigd voor het door de Kultuerried gevoerde beleid.

  • 2.

    Zij geven het college mondeling en/of schriftelijk de gevraagde inlichtingen waarvan het verstrekken niet in strijd is met het openbaar belang.

  • 3.

    Jaarlijks voor 1 april levert de Kultuerried een financieel verslag over het voorafgaand jaar bij het college in.

Artikel 16 Schorsing en vernietiging van besluiten

  • 1.

    Het college is belast met het toezicht op de uitoefening van de bevoegdheden van de Kultuerried.

  • 2.

    Besluiten van de Kultuerried die naar het oordeel van het college onbevoegd zijn genomen of in strijd zijn met het belang van de gemeente worden door het college geschorst. De schorsing stuit onmiddellijk de werking van het geschorste besluit.

  • 3.

    Indien het tweede lid wordt toegepast doet het college hiervan onverwijld mededeling aan de Kultuerried en stelt de Kultuerried in de gelegenheid binnen vier dagen een verweerschrift in te dienen.

  • 4.

    Het college stelt de voorzitter van de Kultuerried, of een door de Kultuerried aangewezen lid, in de gelegenheid om het standpunt van de Kultuerried in het college toe te lichten. Daarna neemt het college zo spoedig mogelijk een beslissing.

  • 5.

    Indien het college beslist dat het geschorste besluit onbevoegd is genomen of in strijd is met het belang van de gemeente, dan vernietigt zij dat besluit en regelt zij, zonodig, de gevolgen van zijn besluit.

  • 6.

    Indien het college beslist dat het geschorste besluit bevoegd is genomen of dat het niet in strijd is met het belang van de gemeente, wordt de schorsing door dat besluit opgeheven.

  • 7.

    Het college brengt het besluit onverwijld ter kennis van de Kultuerried

  • 8.

    Bij toepassing van het vijfde lid neemt de Kultuerried, zonodig, binnen vier weken na ontvangst van de in het zevende lid bedoelde kennisgeving een nieuw besluit met inachtneming van de beslissing van het college.

Artikel 17 Schorsing en ontslag leden Kultuerried

Een lid van de Kultuerried kan door het college geschorst en ontslagen worden, indien hij/zij:

  • a.

    in strijd handelt met de door het college vastgestelde voorschriften en/of richtlijnen, dan wel

  • b.

    anderszins handelingen verricht of nalaat ten nadele van de door de Kultuerried behartigde belangen, dan wel

  • c.

    zonder geldige redenen drie achtereenvolgende vergaderingen van de Kultuerried niet bijwoont.

Artikel 18 Financiële middelen Kultuerried

De Kultuerried ontvangt jaarlijks een voor zijn werkzaamheden/activiteiten in de ‘Gemeentebegroting’ vastgelegd (werk)budget.

Artikel 19 Wijziging reglement

Voorstellen tot wijziging van dit reglement worden niet ter vaststelling aan het college voorgelegd, dan nadat de Kultuerried in de gelegenheid is gesteld daarover zijn zienswijze naar voren te brengen.

Artikel 20 Opheffing

  • 1.

    De Kultuerried kan uitsluitend worden opgeheven door een besluit van het college.

  • 2.

    Een voorstel tot opheffing van de Kultuerried wordt niet aan het college ter vaststelling voorgelegd, dan nadat de Kultuerried in de gelegenheid is gesteld daarover zijn zienswijze naar voren te brengen.

Artikel 21 Datum inwerkingtreding.

Dit reglement treedt in werking op 1 mei 2007.

Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders

van Leeuwarderadeel in hun vergadering van 24 april 2007,

de secretaris, de burgemeester,
   
(J.J. Kingma)(drs. E.J. ter Keurs)