| Overheidsorganisatie | Gemeente Vlist |
|---|---|
| Officiële naam regeling | Verordening participatie Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Vlist 2014 |
| Citeertitel | Verordening participatie Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Vlist 2014 |
| Vastgesteld door | gemeenteraad |
| Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
| Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 01-01-2014 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 17-12-2013 De IJsselbode, 24-12-2013 | Onbekend |
De raad van de gemeente Vlist;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders
overwegende dat :
binnen de Wet maatschappelijke ondersteuning invulling gegeven moet worden aan de participatie van belanghebbende aan de vraagkant;
een verordening die het vorenstaande regelt daarbij noodzakelijk is;
gelet op:
artikel 11 van de Wet maatschappelijke ondersteuning;
artikel 12 van de Wet maatschappelijke ondersteuning;
artikel 84 van de Gemeentewet;
artikel 150 van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de:
Verordening participatie Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Vlist 2014
In deze verordening wordt verstaan onder:
de gemeente: de gemeente Vlist
de raad: de gemeenteraad van de gemeente Vlist
college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlist
burgemeester: de burgemeester van de gemeente Vlist
de wethouder: de wethouder Wmo van de gemeente Vlist
Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning
vertegenwoordiger: de vertegenwoordiger van de kant van vragers op het gebied van maatschappelijke ondersteuning
de Wmo-adviesraad het uit vertegenwoordigers bestaande orgaan met taken en bevoegdheden zoals in deze verordening omschreven
adviseren: het uitbrengen van een advies
contactambtenaar: de beleidsmedewerker die deskundig is op het gebied van de Wmo.
Deze verordening is van toepassing op de organisatie van de door de het college ingestelde Wmo-adviesraad.
1. De Wmo-adviesraad heeft tot taak de gemeente gevraagd en ongevraagd te informeren en te adviseren, alsmede ontwikkelingen te signaleren over alle zaken die van belang zijn, zoals beschreven in de Wet maatschappelijke ondersteuning.
2. Onderwerpen die ter advisering aan de Wmo-adviesraad worden voorgelegd, worden niet aan andere adviesraden ter advisering voorgelegd.
De doelstelling van de Wmo-adviesraad is om de burgerparticipatie zoals omschreven in de Wmo zo goed mogelijk in te vullen en zo integraal mogelijk vorm te geven.
1. Initiatiefrecht
De Wmo-adviesraad heeft de bevoegdheid alle aangelegenheden die de uitvoering van de Wmo door de gemeente raken met de wethouder en/of de contactambtenaar te bespreken.
De Wmo-adviesraad stelt jaarlijks na overleg met de wethouder, op basis van de gemeentelijke jaarplanning met betrekking tot de Wmo-besluitvorming een activiteitenplan op.
De Wmo-adviesraad beschikt voor haar achterbanraadpleging over een door het college vastgesteld budget.
De Wmo-adviesraad heeft de bevoegdheid om voor een goede invulling van zijn taakstelling in voorkomende gevallen gebruik te maken van in- en externe deskundigheid. Hiervoor dient zij een verzoek in bij het college, die hierover een besluit neemt.
2. Informatierecht
De Wmo-adviesraad wordt geïnformeerd over de resultaten van klanttevredenheidsonderzoeken, enquêtes en klachtenrapportages.
De Wmo-adviesraad krijgt spontaan en op verzoek tijdig alle informatie die voor de uitoefening van de taken, zoals in deze verordening omschreven, nodig heeft, tenzij enig wettelijk voorschrift de verstrekking daarvan in de weg staat. Zo nodig wordt door de wethouder mondeling toelichting gegeven over lopend beleid, de invloed van (nieuw) rijksbeleid of over ideeën en plannen van college en/of gemeenteraad op het Wmo-beleidsterrein.
3. Adviesrecht
De Wmo-adviesraad heeft adviesrecht in de beleidsvoorbereiding en ontwerpen beleidsplan.
Het college stelt de Wmo-adviesraad op een zodanig tijdstip in de gelegenheid advies uit te brengen dat er een daadwerkelijke invloed mogelijk is op de besluitvorming.
Het college geeft binnen zes weken een schriftelijke reactie op een uitgebracht advies. In deze reactie wordt een toelichting gegeven op het genomen besluit.
1. De Wmo-adviesraad kent minimaal 5 en maximaal 9 leden, inclusief de voorzitter, die zitting hebben op persoonlijke titel.
2. Alle leden zijn inwoners van de gemeente Vlist
3. De leden van de Wmo-adviesraad dragen zorg voor de communicatie met de inwoners van de gemeente Vlist.
4. De leden van de Wmo-adviesraad bekleden geen vertegenwoordigende functie namens een politieke partij in de gemeente Vlist.
1. De voorzitter en de leden van de Wmo-adviesraad worden respectievelijk als voorzitter en leden door het college, op basis van het profiel zoals opgenomen in de bijlage bij deze verordening, benoemd voor een periode van vier jaar.
2. Benoemingen kunnen één keer met eenzelfde periode worden verlengd.
3. Alle benoemde personen ontvangen een schriftelijke bevestiging van de benoeming. Een afschrift hiervan wordt gestuurd aan de secretaris van de Wmo-adviesraad.
4. Als de voorzitter dan wel een lid op jaarbasis meer dan de helft van het aantal bijeenkomsten verzuimt, kan het college hem/haar uit zijn functie ontheffen.
5. Indien een lid naar de mening van de overige leden van de Wmo-adviesraad niet naar behoren functioneert of niet meer in het team past, dient de voorzitter een voorstel tot ontheffing in bij het college.
6. Alvorens het college tot ontheffing overgaat, zal het lid gehoord worden. Indien hierdoor het aantal leden van de Wmo-adviesraad daalt tot onder het minimum aantal leden zal op voorstel van de Wmo-adviesraad een of meerdere nieuwe leden worden benoemd door het college.
1. De Wmo-adviesraad, de voorzitter en twee leden, overlegt minimaal twee keer per jaar met de wethouder en de contactambtenaar, welke buiten de reguliere 10 vergaderingen vergoed worden.
2. Beide partijen doen voorstellen voor de agenda van het periodiek overleg, waarna de secretaris van de Wmo-adviesraad de agenda samenstelt. De agenda en de vergaderstukken worden minimaal 10 werkdagen van te voren toegezonden aan de deelnemers van het overleg. De definitieve agenda wordt bij aanvang van de bijeenkomst vastgesteld.
3. De voorzitter bepaalt in overleg met de contactambtenaar tijd en plaats van het periodiek overleg.
4. Op verzoek van tenminste twee leden van de Wmo-adviesraad of op verzoek van de gemeente worden, naast de reguliere bijeenkomsten, extra zittingen belegd. Aan dit verzoek wordt binnen vier weken voldaan, nadat het verzoek daartoe door de voorzitter is ontvangen.
5. De contactambtenaar maakt van het periodiek overleg een verslag.
1. De Wmo-adviesraad vergadert maximaal 10 keer per jaar.
2. De vergaderingen van de Wmo-adviesraad zijn niet openbaar. De adviezen zijn wel openbaar.
3. De Wmo-adviesraad kan besluiten een vergadering openbaar te maken.
Voor de aanwezigheid bij vergaderingen ter voorbereiding van adviezen hebben de leden recht op een vergoeding in de vorm van presentiegeld, met een maximum van tien vergoedingen per jaar.
Aan de leden van de Wmo-adviesraad kan door de gemeente tijdelijke of permanente geheimhouding worden opgelegd ten aanzien van door de gemeente verstrekte informatie.
Over geschillen voortkomend uit de toepassing van deze verordening beslist het college.
De uitvoering van deze verordening berust bij het college.
Over de uitvoering van deze verordening legt het college jaarlijks verantwoording af aan de raad.
1. Communicatie
Het college maakt het bestaan van de Wmo-adviesraad algemeen bekend. Daarnaast zorgt het college voor bekendmaking van de verordening.
2. Evaluatie
De Wmo-adviesraad evalueert tweejaarlijks samen met het college het functioneren van de samenwerking. Indien er op basis van deze evaluatieronde reden is de verordening aan te passen dan wordt hiertoe via het college een verzoek ingediend bij de raad.
3. Huishoudelijk reglement
Ten dienste van haar functioneren, kan de Wmo-adviesraad een huishoudelijk reglement opstellen.
4. Nadere regels
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college, na overleg met de Wmo-adviesraad.
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.
2. Met de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de Verordening participatie Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Vlist vastgesteld op 29 mei 2007.
Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening participatie Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Vlist 2014’.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Vlist, gehouden op 17 december 2013.
de griffier, de voorzitter,
P.A.M. Goedvolk A.Z. Evenhuis-Meppelink