Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap Reest en Wieden

Inspraakverordening waterschap Reest en Wieden 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieWaterschap Reest en Wieden
Officiële naam regelingInspraakverordening waterschap Reest en Wieden 2013
CiteertitelInspraakverordening waterschap Reest en Wieden 2013
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuur en recht

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Inspraakverordening waterschap Reest en Wieden 2011.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Waterschapswet, art. 79

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-05-201301-01-2016nieuwe regeling

26-03-2013

Onbekend.

WM/MBZ/NdL/7568

Tekst van de regeling

Intitulé

Inspraakverordening waterschap Reest en Wieden 2013

Het Algemeen Bestuur van het waterschap Reest en Wieden;

gelezen het voorstel van het Dagelijks Bestuur van het waterschap Reest en Wieden;

gelet op het bepaalde in artikel 79 van de Waterschapswet;

BESLUIT:

vast te stellen de Inspraakverordening waterschap Reest en Wieden 2013.

Artikel 1. Inspraak op beleidsvoornemens

  • 1. Het Dagelijks Bestuur besluit of inspraak wordt verleend ten aanzien van een beleidsvoornemen van het Algemeen of Dagelijks Bestuur.

  • 2. Geen inspraak wordt verleend:

    a. ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van eerder vastgesteld beleid of beleidsvoornemen;

    b. indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;

    c. indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwlijks beleidsvrijheid heeft;

    d. indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht;

    e. inzake de begroting en de tarieven van belastingen.

Artikel 2. Object van inspraak

  • 1. Onverminderd het bepaalde bij wet, algemene maatregel van bestuur of provinciale verordening vallen onder de werking van deze verordening de door het Algemeen Bestuur van het waterschap Reest en Wieden te nemen besluiten van algemene strekking, tenzij deze daarvoor naar hun aard of naar het belang niet in aanmerking komen.

  • 2. De volgende ontwerpbesluiten vallen in ieder geval, rekening houdend met het bepaalde in het eerste lid, onder deze verordening:

    a. besluiten tot het vaststellen van verordeningen, met uitzondering van belastingverordeningen;

    b. besluiten tot handhaven dan wel aanpassen van waterstanden;

    c. besluiten tot aanleg of wijziging van een waterstaatswerk, overeenkomstig een projectplan als bedoeld in hoofdstuk 5 van de Waterwet waarvan:

    - in betekenende mate een wijziging te verwachten is van de bestaande waterstaatskundige situatie;

    - in betekenende mate een wijziging te verwachten is van de hoogte van de te heffen omslagen of verontreinigingsheffing of

    - het realiseren ervan naar verwachting maatschappelijk gevoelig ligt/is;

    d. de legger;

    e. subsidie-/bijdrageregelingen.

    tenzij naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur deze daarvoor naar hun aard of belang niet in aanmerking komen, danwel de uitvoering van het besluit zo spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht.

Artikel 3. Wijze van inspraak

Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op de voorbereiding van de besluiten die onder de werking van deze verordening vallen. Het Dagelijks Bestuur kan voor één of meer beleidsvoornemens of voorgenomen besluiten een andere inspraakprocedure dan die van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht vaststellen.

Artikel 4. Bekendmaking en terinzagelegging

  • 1. Een ontwerpbesluit wordt op grond van artikel 3:12 van de Algemene wet bestuursrecht op de website van het waterschap bekend gemaakt met daaraan voorafgaand een korte aankondiging in de gebiedsdekkende huis-aan-huisbladen;

  • 2. Een ontwerpbesluit wordt ter inzage gelegd in het hoofdkantoor van het waterschap Reest en Wieden;

  • 3. Een ontwerpbesluit wordt op de website van het waterschap geplaatst, tenzij het ontwerpbesluit vanwege aard of omvang zich daarvoor niet leent.

Artikel 5. Rapportage

  • 1. In het voorstel van het Dagelijkse Bestuur aan het Algemeen Bestuur wordt melding gemaakt van de gehouden inspraakprocedure en de beschouwingen van het Dagelijks Bestuur over de ingekomen reacties.

  • 2. Het in het eerste lid bedoelde voorstel wordt uiterlijk een week voor de desbetreffende vergadering van het Algemeen Bestuur en onder vermelding van het tijdstip waarop deze vergadering plaatsvindt, toegezonden aan degenen die op grond van artikel 3 hun zienswijze over het te nemen besluit kenbaar hebben gemaakt.

  • 3. Het Dagelijks Bestuur brengt degenen die een zienswijze hebben ingediend terstond op de hoogte van het genomen besluit en van de wijze waarop de resultaten van de inspraak zijn verwerkt.

Artikel 6. Intrekking en inwerkingtreding

  • 1. Op de dag van inwerkingtreding van deze inspraakverordening wordt de Inspraakverordening waterschap Reest en Wieden 2011 ingetrokken.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na zijn bekendmaking.

Artikel 7. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Inspraakverordening waterschap Reest en Wieden 2013.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het Algemeen Bestuur van het waterschap Reest en Wieden in de openbare vergadering van 26 maart 2013, nummer WM/MBZ/NdL/7568.

mr. A.K. Schuttinga, secretaris-directeur

M.M. Kool, dijkgraaf

Toelichting Inspraakverordening waterschap Reest en Wieden

Algemeen

Op grond van artikel 79 Waterschapswet dient het Algemeen Bestuur een verordening vast te stellen waarin regels worden gesteld met betrekking tot de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van het beleid van dat bestuur worden betrokken.

De onderhavige inspraakverordening moet worden beschouwd als een aanvulling op inspraakregelingen die zijn opgenomen in wetten, algemene maatregelen van bestuur en provinciale verordeningen. Als een wet, een algemene maatregel van bestuur of een provinciale verordening een inspraakregeling voor een specifiek besluit of beleidsvoornemen bevat, dient deze regeling en dus niet de inspraakverordening te worden toegepast.

Het doel van inspraak is tweeledig. Aan de ene kant wordt belanghebbenden de mogelijkheid geboden om hun mening over een ontwerpbesluit van het waterschapsbestuur kenbaar te maken. Aan de andere kant is het voor het waterschap een belangrijk hulpmiddel om op basis van een evenwichtige belangenafweging tot een besluit te komen.

Inspraak is slechts zinvol wanneer er voor het waterschapsbestuur een keuzemogelijkheid is. Indien het waterschap geen keuze heeft, hetgeen met name voor kan komen als het een gebonden besluit betreft dat voortvloeit uit een voorschrift van hoger gezag, kan het ook geen rekening houden met de meningen van belanghebbenden. In deze situatie moet het hoger gezag inspraak verlenen ten aanzien van zijn voorschrift.

Verder wordt opgemerkt dat het in veel gevallen zinvol is om in een vroeg stadium, bijvoorbeeld in het kader van de ambtelijke voorbereiding, voorlichting te geven over het voorgenomen besluit dan wel om daarover overleg te voeren met de meest direct betrokken belanghebbenden. Op die manier kunnen belanghebbenden immers al in een zeer vroeg stadium kennis nemen van voornemens van het waterschap en er met name door het aandragen van informatie mede zorg voor dragen, dat het waterschap een ontwerpbesluit in de inspraak brengt dat op de juiste wijze inzicht geeft in de diverse aspecten van het ontwerpbesluit.

Voor bepaalde zaken is zowel besluitvorming nodig van het waterschap als van andere overheden. Te denken valt aan een dijkverbetering/-versterking of omvangrijke waterbeheersingswerken. Hiervoor is vaak wijziging van het bestemmingsplan nodig. Indien voor beide besluiten inspraakprocedures moeten worden gehouden, zou uit oogpunt van doelmatigheid gestreefd moeten worden naar coördinatie van die procedures. Daarbij kan gedacht worden aan gezamenlijke publicatie, gelijktijdige ter inzage legging, afspraken met betrekking tot de ingekomen reacties, gezamenlijke hoorzitting, enzovoort.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

In het eerste lid is de bevoegdheid om te besluiten of een beleidsvoornemen wordt vrijgegeven voor inspraak neergelegd bij het Dagelijks Bestuur. De uitvoering van een verordening is namelijk een taak van het Dagelijks Bestuur.

In het tweede lid benoemt het Algemeen Bestuur al enkele omstandigheden waarin het inspraak niet zinnig acht. Het Dagelijks Bestuur dient deze richtlijnen te volgen en mag voornemens die voldoen aan de omschrijving van het tweede lid dus niet ter inzage leggen voor inspraak.

De begroting kent op grond van artikel 100 Waterschapswet een eigen procedure: De ontwerp-begroting moet, zodra deze door het Dagelijks Bestuur is vastgesteld, gedurende minimaal twee weken voor een ieder ter inzage liggen en algemeen verkrijgbaar zijn. Dit geeft mensen de gelegenheid om kennis te nemen van het ontwerp en eventueel in te spreken in de vergadering van het Algemeen Bestuur.

Artikel 100 van de Waterschapswet voorziet niet in de mogelijkheid tot het indienen van een (schriftelijke) zienswijze.

Artikel 2

In dit artikel worden besluiten opgesomd die onder de werking van de inspraakverordening vallen. Onder andere besluiten tot aanleg of wijziging van een waterstaatswerk door middel van een projectplan worden hier genoemd.

Kleine projectplannen, bijvoorbeeld voor aanleg van een kleine duiker of graven van een slootje, vallen echter niet onder de inspraakverordening.

In de Memorie van Toelichting bij de Waterschapswet wordt de uitzondering van belastingverordeningen gemotiveerd met het betoog dat belastingverordeningen in hoofdzaak de vaststelling van tarieven dienen. De Kostentoedelingsverordening valt echter wel onder werking van de inspraakverordening.

Verder ligt het in de rede, dat inspraakmogelijkheden uitsluitend van belang zijn bij besluiten van algemene strekking voor zover de aard en het belang van deze besluiten dit met zich meebrengen. Voor besluiten die één belanghebbende of slechts een beperkte groep belanghebbenden treffen, is een algemene inspraakprocedure niet noodzakelijk. Het Dagelijks Bestuur van het waterschap zal echter moeten kunnen motiveren waarom een bepaald besluit van algemene strekking niet onder de werking van de inspraakverordening valt.

De omstandigheid dat de onderhavige inspraakverordening een aanvullend karakter heeft ten opzichte van andere, hogere procedureregelingen wordt tot uitdrukking gebracht door middel van de zinsnede "onverminderd het bepaalde bij wet, algemene maatregel van bestuur of provinciale verordening".

Overigens moet hierbij nog als algemeen voorbehoud worden aangetekend, dat in dringende gevallen van het bepaalde in de verordening mag worden afgeweken.

Artikel 4

Bekendmaken van ontwerp-besluiten kan via de website als dat bij verordening is geregeld. Opnemen in deze verordening is het sluitstuk na het in 2012 genomen besluit van het Algemeen Bestuur met kenmerk WM/Mbz/HdB/7162.