Handleiding aanpakken van wildplak

Inleiding

Wildplak is een belangrijk onderdeel van de vervuiling van de openbare ruimte in de stad. De dienst IVV heeft vorig jaar een aanzet gegeven tot aanpak van dit probleem. Vervolgens is de actie ‘het aanpakken van wildplakken' opgenomen bij het project Openbare Ruimtes Acties van de Dienst Ruimtelijke Ordening. Samen met de stadsdelen Oud-West en Zeeburg die al enige tijd succesvol bezig zijn met het bestrijden van wildplak, heeft de DRO vervolgens dit document opgesteld, waarin de methode die deze stadsdelen gebruiken om wildplak aan te pakken in een stappenplan wordt uiteengezet. Onder wildplak verstaan we: het illegaal plakwerk op daarvoor niet bestemde plekken (zowel reclameposters als ideële posters).

De aanpak bestaat uit het signaleren en het schoonmaken van de wildplak en het opleggen van dwangsommen aan de overtreders. Eén van de belangrijkste succesfactoren van deze werkwijze is het zo snel mogelijk schoonmaken van de wildplak om het effect van de posters zo klein mogelijk te maken.

Na het opstellen van het stappenplan heeft de DRO een bijeenkomst georganiseerd voor de stadsdelen waarbij het plan aan hen is voorgelegd en besproken. Er is toen afgesproken om het voor te leggen aan het portefeuillehouderoverleg Leefomgeving als stadsbrede methode, dat wil zeggen dat wanneer een stadsdeel besluit wildplak aan te pakken dat het dan volgens deze methode gebeurt. Het portefeuillehouderoverleg heeft in oktober 2005 ingestemd met dit voorstel.

In deze handleiding worden de stappen uitgelegd, staat wat de taken van het stadsdeel zijn en aan welke randvoorwaarden men moet voldoen, voordat met handhaving kan worden aangevangen. Voorafgaand aan het stappenplan kan een stadsdeel optioneel een waarschuwingstraject volgen, dat inhoudt dat de overtreder alleen een waarschuwing krijgt en het stadsdeel nog geen voornemen neemt tot het opleggen van een dwangsom. Stadsdelen kunnen hiervoor kiezen wanneer ze niet meteen te streng willen handhaven.

Stadsdeel Oud-West heeft een verkenner ingesteld om de taken uit het plan uit te voeren. Stadsdeel Zeeburg heeft hiervoor de milieupolitie ingezet. Elk stadsdeel kan het stappenplan gebruiken en zelf bepalen wie het uitvoert, dit kan de milieupolitie zijn maar ook iemand anders binnen het stadsdeel. In de bijlagen staan documenten die stadsdeel Oud-West destijds heeft opgesteld en die na aanpassing door andere stadsdelen overgenomen kan worden.

Wij wensen u veel succes met het toepassen van het stappenplan!

De randvoorwaarden

• a.

  Er moeten voldoende plakzuilen in het stadsdeel staan, op elke 6000 inwoners moet er één zuil zijn (voor standaardbesluit zie bijlage 1). De zuilen zijn bestemd voor ideële reclame.

• b.

  Er moeten medewerkers zijn bij het stadsdeel om te taken uit te voeren. De taken kunnen bijvoorbeeld door de milieupolitie worden uitgevoerd.

• c.

  Er moet budget zijn voor het schoonmaken van de objecten.

• d.

  Het stadsdeel moet regels opstellen omtrent wildplak (zie bijlage 2).

• e.

  Het stadsdeel moet een handhavingproces opstellen waarin staat wie wat doet en wie welke bevoegdheden heeft.

• f.

  Besluiten dienen openbaar gemaakt te worden d.m.v. persberichten (zie bijlagen 3 en 4).

• g.

  Het stadsdeel dient een nulbeurt te houden zodat na de nulbeurt de overtredingen kunnen worden vastgelegd.

De taken van het stadsdeel

• a.

  signaleren van illegaal geplakte posters

• b.

  foto's maken van de wildplak

• c.

  vastleggen van de locaties (d.m.v. foto's en op schrift)

• d.

  opdracht geven voor schoonmaak

• e.

  opsporen van de opdrachtgevers achter de affiches

• f.

  opbellen en aanschrijven van de betreffende opdrachtgevers

• g.

  archiveren van alle correspondentie/dossiers aanleggen.

Het stappenplan in schema

Voorafgaand aan het stappenplan kan eerst een waarschuwingstraject gevolgd worden (stap A-C). Dit traject is optioneel.

• a.

  constatering wildplak

• b.

  verwijdering posters

• c.

  waarschuwing overtreder

Stappenplan:

• a.

  constatering wildplak

• b.

  verwijdering posters

• c.

  opleggen voornemen last onder dwangsom

• d.

  zienswijze

• e.

  opleggen preventieve last onder dwangsom

• f.

  herhaalde constatering wildplak

• g.

  inning verbeurde dwangsom

Uitleg van het stappenplan

Waarschuwingstraject

Stap A: constatering wildplak

Er wordt wildplak geconstateerd in het stadsdeel. Het betreft de eerste constatering van posters van een bepaalde organisatie. Een medewerker van het stadsdeel fotografeert de wildplak en legt een dossier aan met daarin een nauwkeurige beschrijving en foto's van posters, de locatie en van het object waarop geplakt is.

Stap B: verwijdering posters

Er wordt, direct na de constatering van de wildplak, opdracht gegeven aan de schoonmaakploeg tot het schoonmaken ervan. Het schoonmaken moet zo snel mogelijk uitgevoerd worden om zo het effect van de posters tot een minimum te brengen. Dit is een belangrijk aspect van het succes van de methode.

Stap C: waarschuwing geven aan overtreder

Aan de hand van de constatering, de gegevens die op de poster staan, wordt bepaald wie de overtreder(s) zijn. Vervolgens belt een medewerker van het stadsdeel de overtreder op en brengt deze op de hoogte van de geconstateerde overtreding en de waarschuwingsbrief die het stadsdeel de overtreder zal sturen. De waarschuwingsbrief wordt aan de overtreder gestuurd.

Het waarschuwingstraject is na deze stap afgelopen. Bij een volgende constatering gaat stap 1 in.

Stap 1: constatering wildplak

Het stadsdeel constateert een eerste overtreding (wanneer eerst het waarschuwingstraject is gevolgd dan is dit dus de tweede overtreding door dezelfde organisatie). De wildplak wordt gefotografeerd en er wordt een dossier aangelegd met daarin een nauwkeurige beschrijving en foto's van posters, de locatie en van het object waarop geplakt is.

Stap 2: verwijdering posters

Het stadsdeel geeft opdracht tot schoonmaak. Het is belangrijk dat dit zo snel mogelijk gebeurt om zo het effect van de poster tot een minimum te brengen.

Stap 3: het opleggen van een voornemen last onder dwangsom

Een medewerker van het stadsdeel zoekt uit wie de overtreder is aan de hand van de constatering. Di kan op allerlei manieren, bijvoorbeeld via het internet of de Gouden Gids. Een belangrijke raadgever is de Kamer van Koophandel. Kennis hierover is bij stadsdeel Zeeburg en Oud-West aanwezig. Er wordt vervolgens een voornemen tot het opleggen van een last onder dwangsom genomen. Er is afgesproken dat de hoogte van de dwangsom stadsbreed 250 euro is. Uitgangspunt bij het gekozen bedrag is de winst die de poster de overtreder kan opbrengen. Het stadsdeel informeert de overtreder over de geconstateerde overtreding en het voornemen om een last onder dwangsom op te leggen. De overtreder wordt tevens de gelegenheid geboden een zienswijze in te dienen. De termijn waarbinnen een zienswijze kan worden ingediend, is twee weken. (zie bijlage 5)

Stap 4: zienswijze doet het stadsdeel anders besluiten

Deze stap wordt genomen wanneer er een zienswijze wordt ingediend door de overtreder, die het stadsdeel doet besluiten van het voornemen tot het opleggen van een dwangsom af te zien. Dit kan bijvoorbeeld in het volgende geval gebeuren: het stadsdeel treft een poster aan waarop reclame voor een feest wordt gemaakt en de locatieverhuurder wordt als overtreder van de wildplak aangeschreven. De locatieverhuurder maakt duidelijk middels een zienswijze de ruimte slechts verhuurd te hebben en zich contractueel van verdere verantwoordelijkheden te hebben ontdaan. Het contract is de start voor een nieuwe procedure tegen de werkelijke overtreder. Naast de nieuw op te starten procedure wordt er een brief gestuurd aan de aangeschreven partij waarin bekend wordt gemaakt dat het Dagelijks Bestuur na het lezen van de zienswijze af ziet van het voornemen (of om aanvullende informatie verzoekt, als er bijvoorbeeld geen contract is toegevoegd).

Stap 5: opleggen van een preventieve last onder dwangsom

Wanneer de zienswijze geen reden is om van het voornemen af te zien of er is geen zienswijze ingediend dan volgt er een besluit tot het opleggen van een last onder dwangsom. De last is het voorkomen van een overtreding zoals bepaald in artikel 8.3 tot en met 8.5 van de APV, of te wel het illegaal plakken van aanplakbiljetten (etc.) en of reclame maken zichtbaar vanaf de weg. Indien er toch een overtreding plaats vindt dan verbeurt men een dwangsom. Tegen dit besluit is bezwaar en eventueel beroep mogelijk, een bezwaar of beroep kent geen opschortende werking, de last blijft van kracht tot het besluit na heroverweging. (zie bijlage 6 en 7)

Stap 6: herhaalde constatering wildplak

Bij een volgende constatering verbeurt de overtreder een dwangsom van rechtswege nu er niet aan de opgelegde last is voldaan. Hier is geen besluit meer voor nodig. Een brief waarin de constatering wordt benoemd met het bedrag van de inmiddels verbeurde dwangsom met de manier van betalen is voldoende. (zie bijlage 8)

Stap 7: inning verbeurde dwangsom

Indien iemand weigert te betalen dan wordt de invordering middels een dwangbevel overgedragen aan een deurwaarder. Let op: dit moet een gerechtelijke deurwaarder zijn.

Lijst met bijlagen

Bijlage 1           besluit aanwijzing vrije plaklocaties stadsdeel Zuidoost

Bijlage 2           vaststelling reclamerichtlijnen stadsdeel Zuidoost

Bijlage 3           kennisgeving aanpassing beleid handhaving illegaal plakken Zuidoost

Bijlage 4           persbericht aankondiging start aanpak wildplak stadsdeel Zuidoost

Bijlage 5           voornemen tot het opleggen van een last onder dwangsom inzake illegaal plakken, stadsdeel Zuidoost

Bijlage 6           besluit tot het opleggen van een last onder dwangsom met zienswijze, stadsdeel Zuidoost

Bijlage 7           besluit tot het opleggen van een last onder dwangsom zonder zienswijze, stadsdeel Zuidoost

Bijlage 8           inning verbeurde dwangsom, stadsdeel Zuidoost