Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Centrum

Regeling op de fractieondersteuning 2006

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Centrum
Officiële naam regelingRegeling op de fractieondersteuning 2006
CiteertitelRegeling op de fractieondersteuning 2006
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpBestuurlijke organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 33, lid 2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-11-200606-04-2009nieuwe regeling

14-11-2006

Publicaties Stadsdeelbestuur 2006, Stadsdeelraad, besluiten, 2 november 2006-6

Publicaties Stadsdeelbestuur 2006, Stadsdeelbestuur, vergaderstukken, 2 november 2006-6

Tekst van de regeling

Regeling fractieondersteuning 2006

Art. 1 Bijdrage

  • 1. Elke fractie in de deelraad ontvangt van het stadsdeel een financiële bijdrage in de kosten van de fractiewerkzaamheden.

  • 2. Daartoe draagt iedere fractie zorg dat aan het begin van de bestuursperiode een stichting is opgericht terzake van het beheer van de gelden en in wier statuten staat vermeld dat de enige doelstelling is gericht op fractieondersteuning. De stichting verricht naast deze uitvoering geen andere activiteiten.

  • 3. Het beschikbare budget voor fractieondersteuning wordt voor 50% toegekend via basisbedragen op grond van het aantal bij verkiezingen in de deelraad gekozen fracties en voor 50% via bedragen per raadslid van een fractie. Het budget wordt elk jaar geïndexeerd voor inflatie.

Art. 2 Bestemming bijdrage

  • 1. Tenminste tweederde deel van de financiële bijdrage wordt besteed aan de personele ondersteuning van de fractie en daaraan gerelateerde huisvestings- en bureaukosten.

  • 2. De stichtingen van de fracties voeren een doelmatige en inzichtelijke administratie.

  • 3. De bijdrage wordt in ieder geval niet gebruikt voor:

    • a.

      betalingen aan politieke partijen, met die partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten en goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde declaratie of een contract met daarin een omschrijving van de werkzaamheden;

    • b.

      giften;

    • c.

      verkiezingscampagnes;

    • d.

      uitgaven die bestreden moeten worden uit de vergoedingen die de leden krijgen ingevolge het rechtspositiebesluit voor raads- en commissieleden.

    • e.

      bestedingen die in strijd zijn met wettelijke en overige regelingen

Art. 3 Verkiezingsjaar en reserves

  • 1. In een jaar waarin deelraadsverkiezingen plaatsvinden wordt de vergoeding verstrekt voor de maanden tot en met die waarin de verkiezing plaatsvindt.

  • 2. In de eerste maand na die waarin de eerste raadsvergadering plaatsvindt van de nieuw gekozen deelraad, wordt de vergoeding verstrekt voor de na die maand resterende maanden van dat jaar.

  • 3. De reserve, voor wat betreft de gelden afkomstig van het stadsdeel, van de stichting voor fractieondersteuning mag op 31 december van het verkiezingsjaar niet groter zijn dan 15% van de uitkering van de jaren daarvóór.

  • 4. Het overschot, dat kan ontstaan in de situatie bedoeld in het derde lid, wordt teruggestort ten gunste van de algemene middelen.

  • 5. De reserve zoals bedoeld in het derde lid, blijft na verkiezingen beschikbaar voor de raadsfractie die onder dezelfde naam terugkeert dan wel voor de raadsfractie die naar het oordeel van de stadsdeelraad als rechtsopvolger daarvan kan worden beschouwd.

  • 6. Als bij zetelverlies de reserve van een raadsfractie hoger zou worden dan aangegeven in het derde lid, wordt het meerdere in mindering gebracht op de in het volgende jaar uit te keren financiële bijdrage.

  • 7. Indien een fractie na verkiezingen in het geheel niet terugkeert in de raad moet de eventueel opgebouwde reserve, bedoeld in het 3e lid worden teruggestort. Eventueel aanwezige nog niet afgeschreven materiële vaste activa, gefinancierd uit de stadsdeelbijdrage, kunnen tegen betaling van de boekwaarde (met als peildatum het eind van de maand waarin de verkiezingen zijn gehouden) worden overgenomen in privé-eigendom of dienen anders om niet te worden overgedragen aan het stadsdeel.

Art. 4 Uitkering jaarlijks en de verantwoording

  • 1. De financiële bijdrage wordt als voorschot uitgekeerd in twee termijnen, te weten: in januari (50%) en, mits tijdig een goedkeurende accountantsverklaring over het voorgaande jaar is overlegd, de tweede helft in juli (50%) van een kalenderjaar (indien fracties in dat voorliggende jaar een fractiebudget hebben ontvangen).

  • 2. De fracties verantwoorden vóór 1 april van het daaropvolgende jaar aan de stadsdeelraad de besteding van de op grond van deze regeling gegeven financiële bijdrage onder overlegging van een verslag.

  • 3. Uit de in het tweede lid bedoelde verantwoording blijkt ten minste:

    • a.

      de ontvangen tegemoetkoming en eventuele andere inkomsten;

    • b.

      de bestedingen, onderscheiden in kostensoorten, die voldoen aan de criteria bedoeld in art. 2.

  • 4. De controle van de verantwoording vindt plaats door een gecertificeerd accountant; deze verstrekt een accountantsverklaring waaruit in ieder geval blijkt of en in hoeverre:

    • a.

      de uitgaven voldoen aan de criteria van deze regeling;

    • b.

      de reserve juist is weergegeven

    • c.

      de uitgaven niet vallen binnen de artikelen 95 t/m 99 van de Gemeentewet.

  • 5. De stukken worden, voorzien van het advies van de accountant, ter inzage gelegd.

  • 6. De stadsdeelraad kan de betrokken stichting(en) om nadere informatie verzoeken.

Art. 5 Afsplitsing

  • 1. Leden van een fractie die zich afsplitsen van hun fractie maar niettemin als raadslid aanblijven in de lopende bestuursperiode hebben recht op enkel het variabele deel van de bijdrage.

  • 2. Afgesplitste raadsleden kunnen voor de resterende periode een aparte bank-rekening openen dan wel een stichting oprichten als bedoeld in art. 1, tweede lid.

  • 3. Het af te splitsen variabele deel van de bijdrage gaat over van de oorspronkelijke fractie naar het afgesplitste raadslid in het lopende kalenderjaar van afsplitsing naar rato van het aantal volle maanden dat resteert in dat jaar. De stichting van de oorspronkelijke fractie regelt overheveling van bedoelde gelden.

  • 4. Bij splitsing van een raadsfractie wordt de aan de oorspronkelijke fractie verstrekte bijdrage voor het variabele deel bij de eerstvolgende uitkering verrekend naar rato van het aantal raadsleden dat in die fractie resteert; het basisbedrag blijft bij de oorspronkelijke fractie tot aan het eind van de bestuursperiode.

Art. 6 Terugvordering en verrekening

  • 1. Indien in strijd wordt gehandeld met artikel 2 of wanneer niet wordt voldaan aan andere bepalingen van deze regeling vordert de stadsdeelraad de in het geding zijnde uitgaven terug, danwel verrekent deze uitgaven met het voorschot voor nog niet ter beschikking gestelde periodes.

  • 2. Indien er geen goedkeurende accountsverklaring binnen de door de deelraad vastgestelde termijn is overlegd, wordt een korting van 10% toegepast op het huidige jaar (door bij de tweede termijn in juli 40% in plaats van 50% ter beschikking te stellen).

Art. 7 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze regeling treedt in werking op de dag na die van bekendmaking voor wat betreft de verantwoording vanaf 1 april  2006 en voor wat betreft de verdeelsleutel van de bijdragen met ingang van 1 januari 2007.

  • 2. Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling fractieondersteuning 2006.

  • 3. Met ingang van de in het eerste lid vermelde dag vervalt de Regeling op de fractieondersteuning, vastgesteld bij besluit van de stadsdeelraad Amsterdam Centrum in zijn vergadering van 27 mei 2004 (nr.11).