Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Centrum

Verordening Marktgelden stadsdeel Amsterdam-Centrum 2005

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Centrum
Officiële naam regelingVerordening Marktgelden stadsdeel Amsterdam-Centrum 2005
CiteertitelVerordening Marktgelden 2005
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpBelastingen, retributies en heffingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 216 en 229

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-12-200401-01-2009nieuwe regeling

15-12-2004

Publicaties Stadsdeelbestuur 2004, Stadsdeelraad, Regelgeving, 25 november 2004

Publicaties Stadsdeelbestuur 2004, Stadsdeelraad, Vergaderstukken, 25 november 2004-4

Tekst van de regeling

inhoud

Begripsomschrijvingen Art.1

  • a.

    jaar: een kalenderjaar;

  • b.

    kwartaal: een kalenderkwartaal;

  • c.

    maand: een kalendermaand;

  • d.

    week: een kalenderweek;

  • e.

    dag: een tijdvak van vierentwintig opeenvolgende uren, aanvangende te 0.00 uur;

  • f.

    gemeentegronFd: de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond;

  • g.

    gemeentewater: waterpercelen op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond;

  • h.

    losse plaats: een plaats die per dag beschikbaar wordt gesteld aan de vergunninghouder;

  • i.

    vaste plaats: een plaats die voor onbepaalde tijd wordt toegewezen aan de vergunninghouder;

  • j.

    dagmarkt: de markt die op tenminste vier dagen per week op een daarvoor aangewezen plaats wordt gehouden;

  • k.

    markt: het door het Dagelijks Bestuur aangewezen gedeelte van de openbare weg of openbaar water bestemd voor het uitoefenen van de ambulante handel;

  • l.

    bijzondere warenmarkt: de markt die wordt gehouden waar uitsluitend een bepaalde artikelengroep wordt aangeboden;

  • m.

    weekmarkt: een markt die ten hoogste op drie dagen per week wordt gehouden;

  • n.

    seizoenmarkt: de markt die wordt gehouden gedurende een aaneengesloten periode van ten hoogste 26 weken;

  • o.

    jaarmarkt: de markt die op een of meerdere, doch ten hoogste vier dagen per jaar op de daarvoor aangewezen plaats en dagen wordt gehouden;

  • p.

    ligplaats: een plaats aan of op het openbaar water buiten een marktterrein waar ambulante handel wordt gedreven;

  • q.

    staanplaats: een plaats aan of op de openbare weg buiten een marktterrein waar ambulante handel wordt gedreven;

  • r.

    overige plaatsen: plaatsen aan of op de openbare weg buiten een marktterrein waar goederen te koop worden aangeboden;

  • s.

    kadraaier:  de venter die vanaf het water met een boot scheepsbenodigdheden verkoopt aan de scheepvaart;

  • t.

    parlevinker: de venter die vanaf het water met een boot levensmiddelen verkoopt aan de scheepvaart;

  • u.

    dispensatie plaats: tijdelijke locatie waarop een venter dispensatie verleend kan worden om op dezelfde plaats te blijven staan

  • v.

    gast: de persoon aan wie een gastplaats ter beschkking is gesteld;

  • w.

    hulpmarkt: de markt of deel van de markt die op een ander aangewezen tijdelijk marktterrein wordt gehouden, voor niet langer dan één jaar;

Belastbaar feit Art.  2

Onder de naam marktgelden worden rechten geheven:

1e  ten aanzien van de dag-, week-, seizoen-, bijzondere waren-, hulp- en jaarmarkten wegens:

  • a.

    het innemen of het doen innemen van een plaats dan wel het hebben van een vaste plaats op als markt aangewezen gemeentegrond, voor de verkoop van goederen waarvoor de desbetreffende markt is bestemd;

  • b.

    het genot van door of vanwege het dagelijks bestuur van het stadsdeel Amsterdam-Centrum verstrekte diensten;

2e  wegens het gebruik maken van gemeentegrond of gemeentewater voor het venten met goederen dan wel het opkopen van goederen, alsmede voor het uitoefenen van het beroep van kadraaier of parlevinker;

3e  wegens het innemen of doen innemen van een plaats dan wel het hebben van een plaats buiten als markt aangewezen gemeentegrond of gemeentewater voor de verkoop van goederen;

4e  wegens het innemen of doen innemen van een plaats dan wel het hebben van een plaats op als markt aangewezen gemeentegrond of gemeentewater buiten de markturen.

Belastingplicht Art. 3

  • 1. De in art. 2, onder 1e, bedoelde rechten worden geheven:

    • onder a: van degene die een plaats inneemt of laat innemen dan wel een vaste plaats heeft;

    • onder b: van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de diensten worden verricht.

  • 2. De in art. 2, onder 2e  tot en met 4e, bedoelde rechten worden geheven van degene die:

    • een plaats inneemt of laat innemen;

    • een vaste plaats of dispensatieplaats heeft;

    • gebruik maakt van gemeentegrond of gemeentewater.

Belastingtijdvak Art. 4

Voor zover in de tabel rechten zijn opgenomen die per jaar worden geheven, is het belastingtijdvak één jaar.

Tarief Art. 5

  • 1. De rechten worden berekend volgens de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tabel.

  • 2. De in de bij deze verordening behorende tabel vermelde dagtarieven vinden uitsluitend toepassing ten aanzien van losse plaatsen. De in de bij deze verordening behorende tabel vermelde jaar-, boekjaar-,  tijdvak-, kwartaal- en maandtarieven vinden uitsluitend toepassing ten aanzien van vaste plaatsen en dispensatieplaatsen voor de verkoop van kerstbomen.

  • 3. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een eenheid van tijd of afmeting voor een geheel gerekend.

Ontstaan belastingschuld; ontheffing Art. 6

  • 1. De rechten zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, indien dit later is, op het tijdstip waarop de belastingplicht aanvangt.

  • 2. Bij beëindiging van de belastingplicht wordt ingeval er is geheven naar een jaar-, boekjaar-, tijdvak- en kwartaaltarief, ontheffing verleend tot het bedrag dat na toepassing van het desbetreffende maand- of dagtarief  verschuldigd zou zijn geweest.

  • 3. Ontheffing van de rechten wordt slechts verleend, indien het bedrag van de ontheffing ten minste € 25 is.

Wijze van heffing Art. 7

De rechten worden geheven bij wijze van een mondelinge of een schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota.

Betaling Art. 8

De rechten moeten worden betaald indien de kennisgeving als bedoeld in art. 7:

  • mondeling wordt gedaan: op het moment van het doen van de kennisgeving;

  • schriftelijk wordt gedaan: op het moment van het uitreiken van de kennisgeving of indien de kennisgeving wordt toegezonden binnen veertien dagen na dagtekening hiervan.

Kwijtschelding Art. 9

Van de marktgelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Nadere regels door het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel Amsterdam-Centrum Art. 10

Het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel Amsterdam-Centrum kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de marktgelden.

Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel Art. 11

  • 1. Met ingang van de in lid  3 vermelde datum vervalt de Verordening Marktgelden 2004, vastgesteld bij besluit van de raad van het stadsdeel Amsterdam-Centrum van 20 november 2003, nr. 3, met dien verstande dat deze van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voordien hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2005.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening Marktgelden 2005;