Overheidsorganisatie | ISD Kop van Noord-Holland |
---|---|
Officiële naam regeling | Beleidsregel toepassing en werkwijze bij opschorting en het stellen van termijnen bij niet nakomen arbeidsverplichting |
Citeertitel | Onbekend |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-02-2014 | Artikel 2 is verwijderd | 30-01-2014 | Beleidsregel toepassing en werkwijze bij opschorting en het stellen van termijnen bij niet nakomen arbeidsverplichting | ||
01-11-2013 | N.v.t. | 17-10-2013 N.v.t. | Beleidsregel toepassing en werkwijze bij opschorting en het stellen van termijnen bij niet nakomen arbeidsverplichting |
Relevante artikelen, wetten, verordeningen en handboeken
- Wwb artikel 17 lid 2 (medewerkingsplicht)
Wwb artikel 54 lid 1 en 2 (opschorten en hersteltermijn)
Wwb artikel 54 lid 4 (beëindigen in verband met niet meewerken)
- Ioaw artikel 17 lid 1, 2 en 4 (opschorten en hersteltermijn)
- Ioaz artikel 17 lid 1 en 2 (medewerkingsplicht, opschorten en hersteltermijn)
Bijlage – Toelichting op artikel 17 lid 2 (met name het vet weergegeven deel)
Handboek Grip Op
Bijstand > 5. Verplichtingen, afstemming en bestuurlijke boete > 5. Medewerkingsplicht > 2. Betekenis medewerkingsplicht en door het college in acht te nemen grenzen.
N.B. De uitleg van artikel 17 lid 2 in Grip Op is krapper dan in deze beleidsregel.
Algemeen
In aanvulling op hoofdstuk 5 van Grip Op is in deze beleidsregel de keuze opgenomen voor de manier waarop er omgegaan wordt met de inlichtingen- en medewerkingsplicht zoals opgenomen in artikel 17 lid 1 en 2 van de Wwb.
1 De uitnodiging voor een gesprek wordt tenminste een week voor de dag van de afspraak verstuurd. Het gesprek kan op kantoor of bij werkzoekende thuis gehouden worden.
2 Werkzoekende kan – behoudens bijzondere situaties – tot uiterlijk op de dag voor het gesprek, de afspraak afzeggen. De nieuwe afspraak geldt als een eerste afspraak.
3 Reageert werkzoekende niet op de uitnodiging dan verstuurt de medewerker van de Uitstroomunit een opschortingsbesluit met daarin de tweede uitnodiging voor een afspraak. Dit is tevens de hersteltermijn.
4 Komt werkzoekende op de tweede afspraak dan wordt de opschorting ongedaan gemaakt en de uitkering weer betaalbaar gesteld, nadat het gesprek heeft plaats gevonden. Indien nodig wordt de uitkering verlaagd op grond van de Afstemmingsverordening 2013 (2e versie).
5 Komt werkzoekende niet op de afspraak dan wordt de uitkering – twee weken na het moment waarop gebruikelijk betaald wordt – beëindigd.
6 Indien nodig wordt – gemotiveerd – afgeweken van de werkwijze genoemd onder 1 tot en met 6.
1 Op grond van de Ioaw en de Ioaz kan de uitkering worden opgeschort indien er geen medewerking wordt verleend. Het niet meewerken aan een oproep staat wel in de wetten, maar is niet gespecificeerd voor de arbeids- en re-integratieverplichting. Na opschorting van een Ioaw- of Ioaz-uitkering in verband met niet reageren op een oproep kan – afhankelijk van de situatie:
- het dossier worden overgedragen aan de consulent inkomen voor een
rechtmatigheidsonderzoek bij twijfel over de rechtmatigheid
of
- de werkzoekende worden opgeroepen voor een maatregelgesprek.
Bijlage bij beleidsregel opschorten i.v.m. niet nakomen re-integratie- en arbeidsverplichting
Onderdeel A (artikel 17, tweede lid)
De WWB biedt de gemeente de mogelijkheid om een persoon die niet voldoet aan de inlichtingenplicht een termijn te stellen waarbinnen de inlichtingen alsnog moeten worden verstrekt. Tijdens die termijn kan het recht op bijstand worden opgeschort en als de inlichtingen niet binnen de gestelde termijn zijn verstrekt, kan het recht op bijstand worden ingetrokken vanaf het moment dat de termijn gesteld is (artikel 17, juncto artikel 54 van de WWB). Anders dan de toenmalige regering beoogde, en ook de huidige regering beoogt, ontbreekt deze mogelijkheid blijkens de jurisprudentie. Volgens de Centrale Raad van Beroep valt onder dit «anderszins onvoldoende medewerking verlenen» als bedoeld in artikel 54, eerste lid, niet: –het niet meewerken aan een oproep om op een bepaalde plaats en tijd te verschijnen in verband met het aanbieden van een voorziening gericht op arbeidsinschakeling; of –het niet meewerken aan een onderzoek naar de voortgang van een aangeboden voorziening gericht op arbeidsinschakeling. Dit omdat deze verplichtingen niet uit artikel 17, tweede lid (medewerkingsplicht in relatie tot de informatieverplichting) voort zouden vloeien en aan anderszins onvoldoende medewerking verlenen «geen ruimere strekking toekomt dan de in artikel 17, tweede lid, neergelegde medewerkingverplichting».
Om deze reden wordt voorgesteld om in artikel 17, tweede lid, te verduidelijken dat het meewerken aan de genoemde activiteiten wel onder de medewerkingplicht vallen en dus ook onder de reikwijdte van artikel 54, eerste lid, vallen.
Wellicht ten overvloede wordt gemeld dat deze verplichtingen geen overlap vertonen met de in artikel 9, eerste lid, onderdeel b, opgenomen verplichting om mee te werken aan een onderzoek naar zijn mogelijk-heden tot arbeidsinschakeling. Dit omdat bij de in artikel 9, eerste lid, onder b, opgenomen medewerkingsverplichtingen het recht op bijstand (mede in relatie tot het voldoen aan de arbeidsverplichting en het opstellen van het plan van aanpak) vast staat. Bij het niet nakomen van die verplichtingen is het bepaalde in artikel 18, tweede lid, van de WWB van toepassing.
Bij het niet nakomen van de in artikel 17, tweede lid, geëxpliciteerde medewerkingsverplichting staat het recht op bijstand niet vast. Door geen gevolg te geven aan een oproep maakt betrokkene het immers voor het college onmogelijk om zijn recht op bijstand in relatie met de arbeidsverplichting dan wel het plan van aanpak vast te stellen
Toepassing van artikel 18, tweede lid, van de WWB kan alleen aan de orde komen indien het recht op bijstand of het voortduren van het recht op bijstand in volle omvang kan worden vastgesteld. In alle situaties waarin het college het recht op bijstand niet of niet ten volle kan vaststellen doordat de betrokkene in onvoldoende mate de gevraagde medewerking verleent, is artikel 54 aan de orde. Deze wijziging is mede op verzoek van gemeenten.
Toelichting artikel 1
Algemeen
Het is van belang dat de uitnodiging per brief wordt verzonden. Ook mondelinge afspraken moeten schriftelijk worden bevestigd. Dit is noodzakelijk omdat bewezen moet kunnen worden dat werkzoekende op de juiste wijze is uitgenodigd en daar kennis van heeft kunnen nemen. In de situatie dat bekend is dat werkzoekende regelmatig afspraken niet nakomt is het aan te bevelen om de brieven aangetekend te versturen.