Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Slochteren

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Slochteren
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2014
CiteertitelVerordening Toeristenbelasting 2014
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 224

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-11-201301-01-2015Nieuwe regeling

07-11-2013

't Bokkeblad, 13-11-2013

2013/3874

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Slochteren;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 10 september 2013;

overwegende dat het wenselijk is om een verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting vast te stellen;

gelet op de artikel 224 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2014

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vakantie-onderkomens: woningen en andere verblijven, niet-zijnde mobiele

    kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak

    bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie en

    andere recreatieve doeleinden;

  • b.

    mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans en

    soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen

    welke bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf

    voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

  • c.

    niet-beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet-

    zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravan welke

    niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en

    andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde

    perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd,

    dan wel te huur aangeboden;

  • d.

    vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het

    gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van een zelfde

    mobiel kampeeronderkomen ofstacaravan.

Artikel 2 Belastbaar feit

Ter zake van het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente in hotels, pensions, vakantie-onderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet-beroepsmatig verhuurde ruimten en op vaste standplaatsen tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen van de gemeente zijn opgenomen, wordt onder de naam "toeristenbelasting" een directe belasting geheven.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 in hem ter

    beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen.

  • 2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van

    wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

  • 3. Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is

    belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, verblijf houdt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van verblijf:

  • a.

    door degene, die: als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van bejaarden verblijft;

  • b.

    van een asielzoeker, zijnde een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c,d,f,g,h van voornoemde wet, en voorzover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van Centraal Orgaan opvang Asielzoekers;

  • c.

    op een vaartuig.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen.

Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

  • 1. Het aantal personen dat heeft overnacht wordt met betrekking tot:

    vakantie-onderkomens en niet-beroepsmatig verhuurde ruimten, mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste en op niet vaste standplaatsen bepaald op:

    • -

      2 personen indien het aantal slaapplaatsen 3 of minder bedraagt;

    • -

      3 personen indien het aantal slaapplaatsen meer dan 3 bedraagt;

  • 2. Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht wordt: ingeval verblijf wordt gehouden in vakantie-onderkomens, niet-beroepsmatig verhuurde ruimten dan wel op vaste danwel niet vaste standplaatsen, welke geschikt zijn voor gebruik of slechts gebruikt mogen worden gedurende een periode van:

    ten hoogste zes maanden bepaald op 60;

    meer dan zes maanden doch ten hoogste negen maanden bepaald op 85;

    meer dan negen doch ten hoogste twaalf maanden bepaald op 100.

Artikel 7 Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing

In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager isdan het op grond van artikel 6 berekende aantal.

Artikel 8 Belastingtarief

Het tarief bedraagtper overnachting € 0,90.

Artikel 9 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 10 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 11 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.

  • 4. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 12 Kwijtschelding van belasting

Bij de invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 14 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het inwerkingtreden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d van de Gemeentewet.

Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De "Verordening toeristenbelasting 2013" zoals vastgesteld op 8 november 2012 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van heffing is 1 januari 2014.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening Toeristenbelasting 2014.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 7 november 2013

,voorzitter

,griffier